Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR685419
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR685419/1
Regeling vervallen per 01-01-2024
De verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2023.
Geldend van 09-12-2022 t/m 31-12-2023
Intitulé
De verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2023.De raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 oktober 2022;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
De verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2023.
Artikel 1 Definities
Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
- b.
houder: degene op wiens naam het motorrijtuig ten tijde van het parkeren in het kentekenregister, bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994, was ingeschreven;
- c.
parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
- d.
motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;
- e.
centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Valkenburg aan de Geul een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel;
- f.
autodelen: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan een huishouden.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:
- a.
een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
- b.
een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
- 2.
Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
- a.
degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
- b.
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat
- I.
als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;
- II.
als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
- I.
- a.
- 3.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
- 4.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
In dit artikel wordt verstaan onder:
- a.
dag: periode van 00.00 uur tot 24.00 uur
- b.
maand: een kalendermaand
- c.
jaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december
1.Betaald-parkeergebieden en tarieven betaald parkeren
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt:
Straat |
Tarief per uur |
Gedurende |
Per |
Daalhemerweg |
€ 1,90 |
gehele jaar |
60 minuten |
Neerhem oost |
€ 1,90 |
gehele jaar |
60 minuten |
Aan de Polfermolen |
€ 1,90 |
met een maximum voor het gehele jaar van € 9,- per dag |
|
Spoorlaan |
€ 1,90 |
met een maximum voor het gehele jaar van € 9,- per dag |
Parkeerterrein |
Tarief per uur |
Gedurende |
Per |
Berkelplein |
€ 1,90 |
gehele jaar |
60 minuten |
Koningswinkelstraat I (Broekhem) |
€ 1,40 |
gehele jaar |
60 minuten |
Koningswinkelstraat II (De Beemde) |
€ 1,40 |
gehele jaar |
60 minuten |
Plenkertstraat I (tussen nummer 45 en 47A) |
€ 1,90 |
gehele jaar |
60 minuten |
Plenkertstraat II (tussen nummer 46 en 50) |
€ 1,90 |
gehele jaar |
60 minuten |
Burg. Henssingel |
€ 1,90 |
met een maximum voor het gehele jaar van € 9,- per dag |
|
Walramplein |
€ 1,90 |
gehele jaar |
60 minuten |
Geulpark |
€ 1,90 |
met een maximum voor het gehele jaar van € 9,- per dag |
|
Odapark I (Pr. Bernhardlaan) |
€ 1,90 |
met een maximum voor het gehele jaar van € 9,- per dag |
|
Odapark II (Pr. Margrietlaan) |
€ 1,90 |
met een maximum voor het gehele jaar van € 9,- per dag |
|
Cauberg |
€ 1,90 |
met een maximum voor het gehele jaar van € 8,- per dag |
|
Par’Course I (Geulzijde) |
€ 1,90 |
met een maximum voor het gehele jaar van € 9,- per dag |
|
Par’Course II (Overzijde flat Statenlaan) |
€ 1,90 |
met een maximum voor het gehele jaar van € 9,- per dag |
2.Parkeren vergunninghouders en tarieven vergunningen
Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:
A.Parkeervergunning voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen
Vergunning |
Tarief |
Gedurende |
Ring-centrum |
€ 70,- |
per maand of gedeelte hiervan |
Rand-centrum |
€ 35,- |
per maand of gedeelte hiervan |
Polfercenter |
€ 4,16 |
per maand of gedeelte hiervan |
4-uurs bezoekersvergunning Polfercenter |
€ 1,- |
per stuk |
B.Bewonersparkeervergunning
Sector |
Tarief |
Gedurende |
|
Centrum Oost |
1e bewonersvergunning 2e of volgende bewonersvergunning |
€ 0,- € 75,- |
per jaar of gedeelte hiervan |
Centrum West |
1e bewonersvergunning 2e of volgende bewonersvergunning |
€ 0,- € 75,- |
per jaar of gedeelte hiervan |
Oosterbeemd |
1e bewonersvergunning 2e of volgende bewonersvergunning |
€ 0,- € 75,- |
per jaar of gedeelte hiervan |
Broekhem zuid |
1e bewonersvergunning 2e of volgende bewonersvergunning |
€ 0,- € 25,- |
per jaar of gedeelte hiervan |
Hekerbeek |
1e bewonersvergunning 2e of volgende bewonersvergunning |
€ 0,- € 25,- |
per jaar of gedeelte hiervan |
Ventweg Nieuweweg |
1e bewonersvergunning 2e of volgende bewonersvergunning |
€ 0,- € 75,- |
per jaar of gedeelte hiervan |
Station |
1e bewonersvergunning 2e of volgende bewonersvergunning |
€ 0,- € 75,- |
per jaar of gedeelte hiervan |
Centrum |
1e bewonersvergunning 2e of volgende bewonersvergunning |
€ 0,- € 75,- |
per jaar of gedeelte hiervan |
Daalhemerweg |
1e bewonersvergunning 2e of volgende bewonersvergunning |
€ 0,- € 25,- |
per jaar of gedeelte hiervan |
Nieuweweg |
1e bewonersvergunning 2e of volgende bewonersvergunning |
€ 0,- € 25,- |
per jaar of gedeelte hiervan |
C.Bezoekersparkeervergunning
Sector |
Tarief |
|
Alle sectoren |
maximaal € 50,- |
zijnde een tegoed voor bezoekersparkeren per jaar |
D.Hotelparkeervergunning
Vergunning |
Tarief |
Gedurende |
Hotelparkeervergunning |
€ 9,- |
per dag |
E.Werkparkeervergunning
Vergunning |
Tarief |
Gedurende |
Werkparkeervergunning onbeperkte duur |
€ 80,- |
per jaar of een gedeelte daarvan |
Werkparkeervergunning beperkte duur |
€ 9,- |
per dag |
F.Tijdelijke parkeerontheffing artikel 87 RVV 1990
Vergunning |
Tarief |
Gedurende |
Ontheffing artikel 87 RVV 1990 waarmee geparkeerd wordt buiten de toegestane parkeerplaatsen in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn |
Legeskosten*1 + € 9,- |
per aanvraag aanvullend per dag |
*1 Aan de aanvraag van een tijdelijke parkeerontheffing volgens artikel 87 van het RVV 1990 zijn naast bovengenoemde parkeerbelasting ook legeskosten verbonden.
Artikel 5 Vrijstelling
Houders van een geldige gehandicaptenparkeerkaart zijn vrijgesteld van betaling van de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mits deze geheel zichtbaar achter de voorruit is aangebracht, zodanig dat deze vanaf de buitenkant van het motorvoertuig te lezen is. Deze vrijstelling geldt niet voor parkeren “achter de slagboom”.
Artikel 6 Wijze van heffing
- 1.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt:
- a.
het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
- b.
het bij aanvang van het parkeren inbellen op een centrale computer op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
- 2.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld
- 1.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.
- 2.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
Artikel 8 Termijnen van betaling
- 1.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.
- 2.
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen twee maanden na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.
- 3.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend;
- 4.
Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.
Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2 mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Artikel 10 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling
- 1.
Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het voertuig ook een wielklem worden aangebracht.
- 2.
Het college wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.
- 3.
Indien na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.
Artikel 11 Kosten
- 1.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 72,90.
- 2.
De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem en de kosten voor de overbrenging en bewaring kunnen door het college, bij openbaar te maken besluit, worden vastgelegd.
- 3.
Het bedrag van de ingevolge het tweede lid in rekening te brengen kosten wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld.
Artikel 12 Kwijtschelding
De regelgeving inzake de kwijtschelding is vastgelegd in de Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen.
Artikel 13 Overgangsrecht
De ‘Parkeerbelastingverordening 2022’ vastgesteld bij raadsbesluit van 9 november 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 14 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
Artikel 15 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Parkeerbelastingverordening 2023’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 november 2022.
mr. J.W.L. Pluijmen D.M.M.T. Prevoo
griffier voorzitter
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl