Tijdelijke noodmaatregel Energielasten Maatschappelijke Instellingen Etten-Leur 2022-2023

Geldend van 06-12-2022 t/m heden

Intitulé

Tijdelijke noodmaatregel Energielasten Maatschappelijke Instellingen Etten-Leur 2022-2023

Het college van burgemeester en wethouders van Etten-Leur,

overwegende dat:

  • -

    uit een gemeentelijke inventarisatie blijkt dat dat diverse verenigingen en non-profitorganisaties, actief binnen het sociaal, sportief en/of maatschappelijk leven in Etten-Leur zich zorgen maken over hun hun financiële mogelijkheden om de toenemende (energie) kosten op korte of langere termijn te betalen;

  • -

    uit de inventarisatie naar voren komt dat deze zorgen reëel zijn;

  • -

    de landelijke overheid momenteel aan maatregelen werkt om deze organisaties te ondersteunen in hun energielasten;

  • -

    dat het risico bestaat dat die ondersteuning te laat komt of niet voldoende is en daarom op korte termijn een vangnet nodig is om te voorkomen dat organisaties omvallen en het sociaal, cultureel, maatschappelijk en sportief klimaat in Etten-Leur rap achteruit gaat;

  • -

    het college voor de korte en lange termijn een maatregelenpakket heeft vastgesteld (het zogenaamde Maatregelenpakket Energiekosten 2022-2025);

gelet op het bepaalde in artikel 160 Gemeentewet, artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 2 en 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Etten-Leur 2018;

b e s l u i t

vast te stellen: De ‘Tijdelijke noodmaatregel Energielasten Maatschappelijke Instellingen Etten-Leur 2022-2023’:

Artikel 1 Begripsbepalingen

ASV:

de Algemene subsidieverordening gemeente Etten-Leur 2018.

Awb:

de Algemene wet bestuursrecht.

BRL 9500:

de beoordelingsrichtlijn BRL9500 voor het NL-EPBD(r)-procescertificaat voor ‘ENERGIEPRESTATIE GEBOUWEN’.

Centraal Insolventieregister:

het register dat gegevens van faillissementen, surseances van betaling en schuldsaneringen natuurlijke personen bevat (te vinden op www.rechtspraak.nl).

Gebouw:

het gebouw of gedeelte daarvan, gelegen in Etten-Leur, dat door de organisatie wordt gebruikt voor het aanbieden van zijn activiteiten en/of voorzieningen aan de inwoners van Etten-Leur.

Energielasten:

de lasten of kosten die een organisatie direct aan de energiemaatschappij of aan de verhuurder van een gebouw moet betalen voor de afname van gas en/of elektriciteit in een gebouw.

Energiescan:

het energieprestatieadvies (EPA) van een BRL 9500 gecertificeerd bedrijf of adviseur, waarin inzichtelijk wordt gemaakt welke energiebesparende maatregelen nog getroffen kunnen worden in een gebouw.

Organisatie:

de privaatrechtelijke rechtspersoon zonder winstoogmerk die, op basis van zijn statuten en structurele feitelijke werkzaamheden, hoofdzakelijk aan inwoners van Etten-Leur activiteiten en/of voorzieningen van sportieve, educatieve, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard aanbiedt. De organisatie moet, voor zijn totale inkomsten, voor meer dan 65% afhankelijk zijn van de gemeente Etten-Leur en/of zijn inwoners.

Prijsplafond:

het prijsplafond waarbij de leveringstarieven voor energie (inclusief energiebelasting) voor alle huishoudens en andere kleinverbruikers als volgt zijn begrensd:

  • -

    maximaal € 1,45 per m3 (voor de eerste 1.200m3 ); en

  • -

    maximaal € 0,40 per kWh (voor de eerste 2.900 kWh).

Artikel 2 ASV en Awb

  • 1. Alle begrippen die in deze regeling worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de ASV en de Awb.

  • 2. Op deze regeling is de ASV en titel 4.2 van de Awb van toepassing tenzij hiervan nadrukkelijk in deze regeling wordt afgeweken.

Artikel 3 Doel van de regeling

  • 1. Deze regeling is bedoeld om:

    • a.

      financiële ondersteuning te bieden aan organisaties die als gevolg van hun fors stijgende energielasten in hun voortbestaan dreigen te worden geraakt; en/of

    • b.

      organisaties op korte en lange termijn te stimuleren zoveel mogelijk duurzaamheidsmaatregelen te laten treffen.

  • 2. Deze regeling is nadrukkelijk bedoeld als een tijdelijke noodmaatregel, bedoeld om het aanbod van niet commerciële maatschappelijke voorzieningen en activiteiten in Etten-Leur in de energiecrisis overeind te houden. Burgemeester en wethouders kunnen tussentijds besluiten om de regeling aan te passen of hiervan af te wijken als de doelen van deze regeling naar het oordeel van de gemeente niet of onvoldoende worden bereikt en/of als in de praktijk blijkt dat de regeling onbedoelde effecten heeft.

Artikel 4 Reikwijdte van de regeling

  • 1. Deze regeling is alleen van toepassing op organisaties die een gebouw gebruiken waarin zij minimaal een keer per week (schoolvakanties uitgezonderd) aan inwoners van Etten-Leur activiteiten en voorzieningen van sportieve, educatieve, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard aanbieden.

  • 2. Deze regeling is niet van toepassing op:

    • a.

      organisaties die, voor het boekjaar 2022 en/of 2023, in aanmerking (kunnen) komen voor een exploitatiesubsidie van het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      energielasten van organisaties die al op een andere wijze worden gecompenseerd of kunnen worden gecompenseerd;

    • c.

      organisaties die, op het moment van de aanvraag tot verlening van de subsidie, geregistreerd zijn in het Centraal Insolventieregister.

Artikel 5 Energielasten

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen, op verzoek van een organisatie, en met inachtneming van deze regeling een voorwaardelijke incidentele subsidie verlenen voor hun stijgende energielasten. Onverminderd het bepaalde in de ASV en de Awb worden aanvragen die niet voldoen aan de bepalingen uit deze regeling geweigerd.

  • 2. Aanvragen kunnen alleen digitaal worden ingediend op een vooraf door het college aangegeven wijze. Organisaties zijn verplicht om gebruik te maken van het digitale aanvraagformulier en daarbij de gegevens te overleggen die nodig zijn om de aanvraag om subsidie te kunnen beoordelen.

  • 3. De volgende gegevens moeten minimaal bij de aanvraag tot verlening van de subsidie worden overgelegd:

    • -

      een kopie van de statuten van de organisatie;

    • -

      opgave van het KvK-nummer en het bankrekeningnummer van de organisatie;

    • -

      adresgegevens van het gebouw (en evt. nadere aanduiding van de gebruikte ruimten);

    • -

      de actuele contactgegevens en contactpersoon van de organisatie;

    • -

      objectieve en verifieerbare bewijsstukken van de energielasten (op naam gesteld van de organisatie) en de voor de beoordeling van belang zijnde gegevens van het energieverbruik vanaf 2019.

Artikel 6 Tegemoetkoming energielasten 2022

  • 1. Er kan op grond van artikel 5 van de regeling vanwege een verhoging van de energielasten een subsidie worden verleend voor het jaar 2022 (of deel daarvan).

  • 2. Voor de vraag of er sprake is van een verhoging van de energielasten als bedoeld in het vorige lid, wordt gekeken naar de energietarieven zoals die op 31 december 2021 contractueel op de organisatie voor het gebouw van toepassing waren (energietarieven leverancier 31 december 2021 = 0).

  • 3. De subsidie heeft alleen betrekking op de periode waarin sprake is van een prijsverhoging van de leveringstarieven van stroom en/of gas door de energieleverancier.

  • 4. Bij het bepalen van de subsidie wordt uitgegaan van het netto-energieverbruik en de netto-energielasten van de organisatie. Bij het bepalen van dit verbruik en/of deze lasten wordt rekening gehouden met de energie dat afkomstig is uit duurzame bronnen (zoals een opwekinstallatie voor zonne-energie) en de ontvangen (teruglever)vergoedingen.

  • 5. De subsidie bedraagt maximaal 0,41 eurocent per verbruikte eenheid stroom (kWh) en € 1,86 eurocent per verbruikte eenheid gas (m3). Als de prijsverhoging minder is dan de hiervoor genoemde maximum-bedragen dan wordt van de daadwerkelijke prijsverhoging uitgegaan.

  • 6. Indien er een subsidie wordt gevraagd van de maanden november en december 2022 dan wordt er rekening gehouden met eventueel ontvangen maandelijkse (rijks)bijdragen van 190 euro.

  • 7. Een aanvraag tot verlening van de subsidie moet voor 1 april 2023 bij het college van burgemeester en wethouders zijn ingediend. Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie direct vaststellen als deze betrekking heeft op een afgesloten periode en er bij de aanvraag voldoende objectieve en verifieerbare bewijsstukken van de prijsverhoging en het verbruik zijn ingeleverd.

Artikel 7 Tegemoetkoming energielasten 2023

  • 1. Er kan op grond van artikel 5 van de regeling vanwege een verhoging van de energielasten een subsidie worden verleend voor het jaar 2023 (of een deel daarvan).

  • 2. Voor de vraag of er sprake is van een verhoging van de energielasten als bedoeld in het vorige lid, wordt gekeken naar de tarieven zoals die op 31 december 2021 contractueel op de organisatie voor het gebouw van toepassing waren (energietarieven leverancier 31 december 2021 = 0). Als er sprake is van een verhoging in vorenbedoelde zin dan moet deze verhoging ook liggen boven het gas- en of elektratarief uit het prijsplafond. Voor gas moet er dus meer dan € 1,45 per m3 worden betaald. Voor stroom moet er meer dan € 0,40 per kWh worden betaald.

  • 3. De hoogte van de subsidie wordt afgestemd op dat deel van de contractuele leveringstarieven dat boven de tarieven uit het prijsplafond uitkomt. De eerste € 1,45 per m3 gas en € 0,40 per kWh komen, ongeacht het verbruik, dus altijd voor eigen rekening van de organisatie.

  • 4. Bij het bepalen van de subsidie wordt uitgegaan van het netto-energieverbruik en de netto-energielasten van de organisatie. Bij het bepalen van dit verbruik en/of deze lasten wordt rekening gehouden met de energie dat afkomstig is uit duurzame bronnen (zoals een opwekinstallatie voor zonne-energie) en de ontvangen (teruglever)vergoedingen.

  • 5. Een aanvraag tot verlening van de subsidie moet voor 1 april 2023 bij het college van burgemeester en wethouders zijn ingediend.

  • 6. Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet voor 1 april 2024 bij burgemeester en wethouders zijn ingediend. Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie direct vaststellen als deze betrekking heeft op een afgesloten periode en er bij de aanvraag voldoende objectieve en verifieerbare bewijsstukken van de prijsverhoging en het verbruik zijn ingeleverd en ook is voldaan aan het bepaalde in artikel 8, lid 2 van de regeling.

Artikel 8 Voorwaarden en verplichtingen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidieverlening aanvullende voorwaarden en/of verplichtingen verbinden.

  • 2. Indien een subsidie wordt verleend op grond van de artikelen 5 en 7 van deze regeling wordt hieraan in elk geval de voorwaarde verbonden dat de organisatie uiterlijk bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie aantoont dat zij een energiescan van het gebouw heeft uitgevoerd en een, door het bestuur van de organisatie, vastgesteld plan van aanpak heeft opgesteld waarin de organisatie aangeeft hoe en wanneer zij uitvoering geeft aan de adviezen die op basis van de energiescan zijn gegeven.

  • 3. Het vorige lid is alleen van toepassing op organisaties die een gebouw in eigendom hebben of anderszins zakelijk gerechtigd zijn om in of aan hun gebouw energiebesparende maatregelen te treffen.

  • 4. Als bij de vaststelling van de subsidie blijkt dat de organisatie een beroep heeft gedaan of heeft kunnen doen op een andere voorziening of regeling voor dezelfde kosten als waarvoor de subsidie is verleend, dan wordt hiermee bij de vaststelling van de definitieve hoogte van subsidie rekening gehouden. In dat geval kan de definitieve subsidie lager worden vastgesteld.

Artikel 9 Bevoorschotting

  • 1. Indien een organisatie voor de verlening van subsidie in aanmerking komt, kunnen burgemeester en wethouders vooruitlopend op de definitieve vaststelling van de subsidie een voorschot verlenen mits de organisatie voldoende gegevens over zijn gemiddeld energieverbruik in het gebouw over de jaren 2019 tot en met 2021 bij zijn aanvraag tot verlening van de subsidie heeft overgelegd.

  • 2. Een voorschot wordt per kwartaal uitbetaald. De uitbetaling vindt plaats aan het begin van het kwartaal waarop het voorschot betrekking heeft.

  • 3. Het totale bedrag aan voorschotten bedraagt niet meer dan 75% van de subsidie die naar verwachting op grond van deze regeling zal of kan worden vastgesteld. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een lager of hoger percentage te hanteren.

Artikel 10 Subsidie voor de (voorgeschreven) energiescan

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verlenen voor de kosten van het laten opstellen van de energiescan indien deze als voorwaarde van de subsidie als bedoeld in artikel 8 wordt verbonden.

  • 2. De subsidie als bedoeld in het vorige lid bedraagt maximaal € 2.000,= inclusief BTW (maar nooit meer dan de daadwerkelijk gemaakte advieskosten).

  • 3. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat de organisatie binnen drie jaar na de subsidieverlening, in hun gebouw energiebesparende maatregelen treft voor minimaal hetzelfde bedrag als waarvoor de subsidie is verleend.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1. In de gevallen waarin deze regeling, de ASV of de subsidietitel van de Awb niet of niet duidelijk voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

  • 2. Deze regeling treedt in werking na publicatie daarvan in het Gemeenteblad.

  • 3. Deze regeling kan worden aangehaald als “Tijdelijke noodmaatregel Energielasten Maatschappelijke Instellingen Etten-Leur 2022-2023”.

Ondertekening

Etten-Leur, 15 november 2022

burgemeester en wethouders,

dhr. drs. C. Smits

gemeentesecretaris

mw. dr. M.W.M. de Vries

burgemeester