Regeling rechtspositie burgemeester en wethouder gemeente Eindhoven 2019

Geldend van 02-12-2022 t/m 31-12-2022 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Regeling rechtspositie burgemeester en wethouder gemeente Eindhoven 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven,

gelet op de artikelen 44 en 66 van de Gemeentewet en de artikelen 3.2.10, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.8 van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers,

besluit vast te stellen de volgende Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Eindhoven 2019

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    burgemeester: voorzitter van het college van burgemeester en wethouders.

  • c.

    secretaris: de secretaris bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • d.

    wethouder: lid van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Ter beschikking gestelde auto burgemeester en wethouders

  • 1. Het college stelt ten laste van de gemeente een auto ter beschikking bedoeld in artikel 3.2.10 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.8 van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Voor wethouders geldt dat het een dienstauto met chauffeur ten behoeve van zakelijke doeleinden betreft. Onder dienstauto wordt mede verstaan een door de gemeente gehuurde auto. Er wordt pas gebruik gemaakt van de dienstauto, indien de reis in redelijkheid niet gemaakt kan worden door gebruik van achtereenvolgens de dienstfiets, eigen vervoer en/of openbaar vervoer.

  • 3. Een dienstauto met chauffeur mag door de burgemeester worden gebruikt voor zakelijke en bestuurlijke doeleinden.

  • 4. Het gebruik van de auto geldt in principe alleen voor vervoer buiten de stad Eindhoven. Mocht een auto ter vrije beschikking staan, dan kan deze evenwel ook voor vervoer binnen de stad Eindhoven worden gebruikt.

  • 5. Onder gebruik voor zakelijke doeleinden wordt in dit artikel verstaan gebruik dat voor de toepassing van artikel 13bis van de Wet op de loonbelasting 1964 en de daarop berustende bepalingen niet als gebruik voor privédoeleinden wordt aangemerkt. Gebruik voor woon-werkverkeer wordt voor de toepassing van deze regeling niet onder zakelijke doeleinden verstaan.

  • 6. Onder gebruik voor bestuurlijke doeleinden wordt in dit artikel verstaan gebruik in het kader van de uitoefening van nevenfuncties, waarvan de uitoefening door de burgemeester naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in het belang van de gemeente is.

  • 7. Indien de burgemeester of de wethouder een aan hem ter beschikking gestelde auto uitsluitend gebruikt voor zakelijke en bestuurlijke doeleinden en hij voor het gebruik van die auto loon- of inkomstenbelasting verschuldigd is, wordt deze belastingheffing ten laste van de gemeente aan hem vergoed.

  • 8. Indien de burgemeester of de wethouder een aan hem ter beschikking gestelde auto uitsluitend gebruikt voor zakelijke en bestuurlijke doeleinden, worden vergoedingen van derden in verband met het gebruik van die auto in de gemeentekas gestort.

Artikel 3 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing burgemeester en wethouders

  • 1. De burgemeester of de wethouder die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers in verband met de vervulling van hun functie dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de secretaris.

  • 2. Kosten van scholing die wordt georganiseerd door de beroepsvereniging of door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten komt altijd voor vergoeding door de gemeente in aanmerking als voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in het eerste lid.

  • 3. De aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 4. Het college beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

Artikel 4 Informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1. De burgemeester of de wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2. De burgemeester of de wethouder levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 5 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze regeling, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 6 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze regeling voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

  • a. betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur of

  • b. betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen drie na factuurdatum of betaling door de burgemeester of wethouder ingediend bij de secretaris.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking de dag na intrekking van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2018 door de raad en na publicatie van het Gemeenteblad waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 8 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Eindhoven 2019.

Ondertekening

Eindhoven, .

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

,burgemeester

, secretaris

Mij bekend,

De gemeentesecretaris van Eindhoven