Beleidsregels briefadres gemeente Aalten 2022

Geldend van 22-11-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels briefadres gemeente Aalten 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten;

gelet op de artikelen 1.1, 2.23, 2.38 tot en met 2.42, 2.45, 2.47, 2.52 en 4.17 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP), artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP), de artikelen 17, 18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen (Regeling BRP), artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, de brief van 15 december 2021 van Staatssecretaris Knops (BZK) over "wijziging wet basisregistratie personen”;

overwegende dat het gewenst is om beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de aangifte en registratie met een briefadres in de basisregistratie personen (BRP) om kwetsbare groepen zonder woonadres te registeren met een briefadres, om de burgers zo goed mogelijk te informeren over rechten en plichten die verbonden zijn aan een briefadres en om duidelijkheid te scheppen bij de toepassing van de regels en om het oneigenlijk gebruik van het briefadres tegen te gaan.

Besluit:

vast te stellen de Regeling briefadres gemeente Aalten 2022.

Artikel 1 Redenen voor verstrekking van een briefadres

Redenen voor het verstrekken van een briefadres kunnen zijn:

  • 1.

    Ontbreken woonadres

Bij het ontbreken van een woonadres, is het in de volgende situaties mogelijk om op een briefadres geregistreerd te worden:

  • a.

    dak- of thuisloosheid;

  • b.

    korte overbrugging tussen twee woonadressen;

  • c.

    de uitoefening van een ambulant beroep;

  • d.

    een recente echtscheiding of breuk in een langdurige relatie;

  • e.

    kort verblijf in het buitenland voor minder dan acht maanden gedurende een jaar;

  • f.

    korter dan 2 jaar verblijf in het buitenland en beroepshalve varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft;

  • g.

    sprake van een langdurig vermiste persoon;

  • h.

    het behoren tot een kwetsbare groep, zoals personen met verward gedrag;

  • i.

    verblijf in een tijdelijk onderkomen zonder vaste stand- of ligplaats;

  • j.

    een recente ontruiming van de woning op het adres waarop de aanvrager ingeschreven stond.

  • 1.2 Verblijf in een instelling

Het is mogelijk om bij de volgende instellingen op een briefadres geregistreerd te worden:

  • a.

    verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwenopvang (blijf-van-mijn-lijfhuizen);

  • b.

    verblijf op een adres waarvan het opnemen van dat woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen niet wenselijk is (artikel 2.41 van de Wet brp);

  • c.

    verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2.40, lid 3 en 4 van de Wet brp.

  • 1.3 Maatwerk

Het toepassen van maatwerk dient schrijnende situaties te voorkomen. Inzet of voortzetting van hulpverlening is in dergelijke gevallen noodzakelijk. Na aangifte briefadres kan maatwerk worden verleend indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a.

    er moet sprake zijn van één of meer sociaal-maatschappelijke problemen, en

  • b.

    de maatwerkoplossing is bedoeld om de aanvrager de kans te geven zijn leven weer ‘op de rit’ te krijgen, en

  • c.

    de aanvrager moet met de voorwaarden van het hulpverleningstraject instemmen of de aanvrager voldoet al aan de voorwaarden van het hulpverleningstraject.

Artikel 2 Voorwaarden aangifte briefadres

  • 1. De aangifte wordt gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.

  • 2. De aanvrager is verplicht om bij de aangifte alle benodigde gegevens te overleggen.

  • 3. Onder benodigde gegevens als bedoeld in het tweede lid van dit artikel wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      een volledig ingevuld en ondertekend aangifteformulier briefadres van de gemeente Aalten,

    • b.

      de stukken die in het aangifteformulier genoemd staan, en

    • c.

      overige stukken die door de behandelend ambtenaar nodig worden geacht voor de beoordeling van de aangifte briefadres.

Artikel 3 Volledige aangifte

  • 1. De aangifte is volledig indien alle vragen in het aangifteformulier zijn beantwoord en alle benodigde gegevens zijn aangeleverd.

  • 2. Als één of meer gegevens ontbreken, dan wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

  • 3. Indien de aangifte niet binnen de in het vorige lid bepaalde termijn kan worden aangevuld, dan kan op verzoek van de aanvrager de termijn eenmalig verlengd worden met veertien dagen.

  • 4. Indien de aangifte niet binnen veertien dagen na aangifte aangevuld wordt of er geen uitstel gevraagd wordt, wordt de aangifte buiten behandeling gesteld.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Een briefadres wordt in ieder geval geweigerd in de volgende situaties:

  • 1.

    De aanvrager heeft geen rechtmatig verblijf in Nederland.

  • 2.

    De aanvrager mag op grond van het Besluit brp zich niet inschrijven als ingezetene.

  • 3.

    De aanvrager heeft een woonadres, met uitzondering van de gevallen als bedoeld in de artikelen 1.1, 1.2.of 1.3 van deze beleidsregels.

  • 4.

    Er loopt een onderzoek naar de verblijfplaats van de briefadresgever.

  • 5.

    Het briefadres wordt gevraagd op een niet bewoond adres.

  • 6.

    De aanvrager verblijft langer dan acht maanden in het buitenland. Indien de aanvrager beroepshalve varend is op een schip, wordt het briefadres geweigerd als hij langer dan twee jaar in het buitenland verblijft.

  • 7.

    Het briefadres betreft een woonadres waarop reeds aan twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of een alleenstaande en een gezinshuishouden een briefadres is verleend.

Artikel 5 Ambtshalve inschrijving

  • 1. Het college kan een besluit tot het opnemen van een briefadres nemen als het woonadres ontbreekt en door de betrokken ingezetene geen aangifte wordt gedaan van een niet tijdig doorgeven van een verhuizing. Hierbij is er dan ook sprake van een adresonderzoek. In deze situaties registratie briefadres wordt er altijd een adresonderzoek gestart zowel bij het oude adres als bij Markt 7 (briefadres).

  • 2. Het college kan pas overgaan tot het ambtshalve opnemen van een briefadres indien daarvoor instemming bestaat van de briefadresgever.

Artikel 6 Termijn briefadres

  • 1. Een briefadres wordt voor een periode van 6 maanden verstrekt, tenzij in de toelichting behorende bij deze beleidsregels een andere termijn is opgenomen.

  • 2. Na het verstrijken van de termijn is het recht op een briefadres vervallen. Een briefadres wordt niet verlengd.

  • 3. De datum waarop een briefadres ingaat, kan nooit liggen op een tijdstip voor de datum van ontvangst van de aangifte briefadres bij de gemeente Aalten.

Artikel 7 Intrekking briefadres

  • 1. Met ingang van de datum waarop niet meer aan de voorwaarden wordt voldaan op grond waarvan een briefadres is verleend, wordt het briefadres ingetrokken. Hierbij is dan ook sprake van een adresonderzoek.

  • 2. Indien er een briefadres is verstrekt zonder nader te bepalen termijn, zal het briefadres na zes maanden na bekendmaking aan degene die het betreft, worden ingetrokken. Hierbij is dan ook sprake van een adresonderzoek.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze beleidsregels zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan worden afgeweken van het bepaalde in deze beleidsregels.

Artikel 9 Controle

De gemeente Aalten controleert ten minste eenmaal per jaar of opname van de aanduiding briefadres op de persoonslijst van ingezetenen van de gemeente juist is. Zij schrijft daarvoor zowel briefadreshouders als briefadresgevers aan. Die zijn verplicht hun volledige medewerking te verlenen en de inlichtingen te verstrekken waarom de gemeente verzoekt.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Bij de inwerkingtreding van deze beleidsregels worden de Beleidsregels briefadres gemeente Aalten zoals vastgesteld op 18 april 2017 ingetrokken.

  • 2. Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking ervan in het gemeenteblad.

  • 3. Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels briefadres Aalten 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Aalten 22 november 2022.

Het college voornoemd,

De secretaris,

drs. A.J.M. Gildhuis

De burgemeester

mr A.B. Stapelkamp

Toelichting behorende bij de beleidsregels briefadres gemeente Aalten

Belang juiste inschrijving op adres

De Basisregistratie Personen (BRP) is dé basisregistratie voor persoonsgegevens voor alle instanties met een publiekrechtelijke taak en is van essentieel belang voor het functioneren van de overheid. De essentie van de BRP en het bijhouden daarvan is dat de overheid haar burgers kent en weet te bereiken. Dit betekent dat een inwoner altijd ingeschreven moet zijn in de BRP op een woonadres of op een briefadres.

Afnemers en gebruikers van de BRP-gegevens zijn voor hun bedrijfsvoering in belangrijke mate afhankelijk van de persoonsgebonden adresgegevens in de BRP. Het is van groot belang dat de adresgegevens in de BRP actueel en van hoge kwaliteit zijn en om die redenen zoveel mogelijk overeenkomen met het verblijf- of woonadres van betrokkene.

Een hoge kwaliteit van de adresgegevens van ingezetenen in de BRP is ook van belang voor de gemeente zelf. Denk bijvoorbeeld aan het bieden van voorzieningen afgestemd op de woonsituatie, handhaving bij brandveiligheid, een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van de sociale woonruimte en het tegengaan van woonfraude.

Vanuit de samenleving en de politiek is er blijvende aandacht voor de aanpak van woonfraude. Inschrijving op een verkeerd adres in de BRP kan fraude mogelijk maken. Dit kan fraude zijn met uitkeringen en toeslagen of fraude door onvindbaar te zijn om geen belastingen en/of schulden (terug) te betalen en opsporing te ontwijken. Dat kost de overheid veel geld en het ondermijnt de maatschappelijke moraal.

Daarnaast zijn er kwetsbare groepen die hulp nodig hebben. Denk hierbij aan mensen die

kampen met de gevolgen van een verslaving, psychiatrische aandoeningen en verstandelijke beperkingen. Daardoor komen deze mensen hun administratieve verplichtingen en afspraken niet altijd na. Juist deze mensen hebben laagdrempelige medische basiszorg nodig die zij in de praktijk alleen krijgen na inschrijving in de BRP. Zonder inschrijving in de BRP komen zij in

de praktijk ook niet in aanmerking voor een plek op de wachtlijst voor een woning, waardoor zij gedwongen dakloos blijven. Een inschrijving op een briefadres is daarom voor deze groep noodzakelijk.

Doel van de beleidsregels

De “Beleidsregels briefadres gemeente Aalten 2022” hebben tot doel:

  • stellen en formaliseren van aanvullende regels en nader uitvoeringsbeleid voor de behandeling van de aangifte van briefadressen. Dit om de kwaliteit van de BRP te verbeteren;

  • kwetsbare groepen zonder woonadres te registreren met een briefadres;

  • burgers zo goed mogelijk te informeren over rechten en plichten die verbonden zijn aan een briefadres;

  • duidelijkheid te scheppen bij de toepassing van de regels;

  • oneigenlijk gebruik van een briefadres tegen te gaan.

Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • aanvrager: de persoon die aangifte doet van een briefadres;

  • briefadreshouder: de ingezetene in de BRP die een briefadres houdt;

  • briefadresgever: de ingezetene in de BRP of rechtspersoon bij wie het briefadres wordt gehouden (artikel 1.1, aanhef en onder r, van de Wet brp);

  • briefadres: adres waar voor de aanvrager bestemde geschriften in ontvangst worden genomen (artikel 1.1, aanhef en onder p, van de Wet brp) en waar, indien het post van de overheid betreft, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover betrokkene bereiken (artikel 2.45, lid 3, van de Wet brp);

  • woonadres:

    • het adres waar betrokkene woont, waaronder begrepen het adres van een woning die zich in een voertuig of vaartuig bevindt, indien het voertuig of vaartuig een vaste stand- of ligplaats heeft, of, indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten, of

    • het adres waar, bij het ontbreken van het adres als bedoeld onder 1, betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden ten minste twee derde van de tijd zal overnachten (artikel 1.1, aanhef en onder o, van de Wet brp);

  • gezinshuishouden:

    • twee personen die volgens de Wet brp een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind(eren);

    • twee personen die door het overleggen van een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract hebben aangetoond dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren, met of zonder kind(eren);

    • een alleenstaande ouder met kind(eren);

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Artikel 1.1, sub a

De groep dak- of thuislozen is een diverse groep. De groep die gebruik maakt van de maatschappelijke opvang (passantenverblijven en dag- en nachtopvang) kan met een briefadres ingeschreven worden bij één van de opvanginstellingen. Er is echter ook een groep dak- of thuislozen die nog geen gebruik maakt van maatschappelijke opvang. Een groep die bijvoorbeeld extra aandacht behoeft is de groep bestaande uit dakloze-of thuisloze jongeren. Het Actieprogramma Dak- en Thuisloze jongeren 2019-2021 heeft diverse acties voor deze groep geformuleerd. Het toekennen van een briefadres, al dan niet met behulp van maatwerk, als bedoeld in artikel 1, sub 1.4 van de beleidsregels, kan een eerste stap zijn om het leven van deze jongeren weer op de “rails te krijgen”.

Artikel 1.1, sub b

Onder een ‘korte overbrugging’ wordt in beginsel een periode van 6 maanden verstaan. Dit kan zich voordoen als de oude woning is verkocht en overgedragen aan de nieuwe eigenaar en de nieuwe woning nog opgeleverd moet worden.

Artikel 1.1, sub c

Personen die vallen onder de categorie ‘ambulant beroep’ zijn bijvoorbeeld binnenvaartschippers die (met hun gezin) aan boord van een schip wonen, kermismedewerkers die (met hun gezin) met de kermisattractie meereizen en internationale vrachtwagenchauffeurs. Personen die tot deze categorie behoren komen in aanmerking voor een briefadres, als zij geen woonadres hebben.

Artikel 1.1, sub d

Wanneer na het verbreken van een (langdurige) relatie de één op het huidige adres blijft wonen, heeft de ander soms (tijdelijk) geen vast woonadres. Degene die tijdelijk geen vast woonadres heeft, kan voor maximaal 6 maanden ingeschreven worden op een briefadres.

Artikel 1.1 sub e

Als iemand naar het buitenland vertrekt, wordt gekeken voor welke periode diegene naar het buitenland gaat. Iemand kan voor een briefadres kiezen, als hij voor een kortere periode dan 8 maanden in een tijdsbestek van een jaar naar het buitenland gaat en niet meer beschikt over een woonadres.

Artikel 1.1 sub f

Als een inwoner gaat varen aan boord van een schip dat in Nederland de thuishaven heeft en bij vertrek bestaat de redelijke verwachting dat hij niet langer dan twee jaar buiten Nederland zal verblijven, dan hoeft hij geen aangifte van vertrek te doen (artikel 29 Besluit brp). Een voorwaarde is wel dat hij gedurende het verblijf buiten Nederland beschikt over een adres in Nederland. Dit kan bijvoorbeeld een briefadres zijn.

Artikel 1.1, sub g

Met een langdurig vermiste persoon wordt bedoeld een persoon die:

  • 1.

    tegen redelijke verwachting in afwezig is uit zijn gebruikelijke en/of veilig geachte omgeving,

  • 2.

    waarvan de verblijfplaats van de persoon onbekend is, en

  • 3.

    het in diens belang is dat de verblijfplaats wordt vastgesteld.

Gemeenten kunnen te maken krijgen met de melding dat een persoon is vermist. In het Protocol voor Ondersteuning door Burgerzaken aan achterblijvers in geval van vermissing van een persoon staat vermeld dat in overleg de vermiste persoon kan worden geregistreerd met een briefadres op het adres van de melder.

Artikel 1.1, sub h

Onder personen die behoren tot een kwetsbare groep worden verstaan personen die kampen met de gevolgen van een verslaving, psychiatrische aandoeningen en verstandelijke beperkingen. Deze personen komen als gevolg van hun problematiek hun administratieve verplichtingen en afspraken niet altijd na. Juist deze mensen hebben laagdrempelige medische basiszorg nodig die zij in de praktijk alleen krijgen na inschrijving in de BRP. Zonder zorgverzekering krijgen deze personen niet de zorg die zij nodig hebben. Ook komen zij zonder inschrijving in de BRP in de praktijk niet in aanmerking voor een plek op de wachtlijst voor een woning, waardoor zij gedwongen dakloos blijven. Een inschrijving op een briefadres is daarom voor deze groep noodzakelijk.

Artikel 1.1, sub i

Op grond van de Wet brp valt het adres van een woning dat zich in een voertuig of vaartuig bevindt en een vaste stand- of ligplaats heeft onder het begrip woonadres. Dit geldt ook voor een recreatiewoning. Of een woonadres niet als adresseerbaar object in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen is opgenomen of een woning in strijd met het bestemmingsplan wordt bewoond, is niet relevant voor de vraag of er sprake is van een woonadres als bedoeld in de Wet brp. Zie in dit verband ook de Circulaire BRP en briefadres van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 november 2016.

De vraag of het wonen op een dergelijk adres is toegestaan volgens andere beleidsterreinen binnen een gemeente, is niet relevant voor de vraag of een gemeente op het desbetreffende adres iemand dient in te schrijven.

Artikel 1.1, sub j

Een persoon die recentelijk uit zijn woning gezet, is op grond van ontruiming of opzegging van de huurovereenkomst door de verhuurder én geen ander woonadres heeft, kan een briefadres krijgen.

Artikel 1.2, sub a en b

Op basis van artikel 2.41 van de Wet brp kan de burgemeester om veiligheidsredenen bepalen dat het opnemen van een woonadres niet wenselijk is, waardoor in plaats van een woonadres een briefadres gekozen moet worden. Bij circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 december 2013 (2013-0000746310) is geregeld dat het hier, in ieder geval, Blijf-van-mijn-lijfhuizen betreft.

Artikel 1.2, sub c

Degene die zijn woonadres heeft in een instelling, kan in afwijking van de artikel en2.38, lid 1, en 2.39, lid 1, van de Wet brp, in plaats van inschrijving op zijn woonadres een briefadres kiezen. Op grond van artikel 2.40, lid 3, van de Wet brp, zijn dit instellingen voor gezondheidszorg, instellingen op het gebied van kinderbescherming en penitentiaire instellingen. Het college van burgemeester en wethouders is eveneens bevoegd om op grond van artikel 2.40, lid 4, van de Wet brp instellingen op het terrein van maatschappelijke opvang aan te wijzen waarin beschermd wonen of opvang wordt verstrekt als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Artikel 1.3

Indien de aanvrager van een briefadres één of meer sociaal-maatschappelijke problemen heeft, denk daarbij bijvoorbeeld aan psychische problematiek gecombineerd met problemen zoals schulden, dakloosheid en werkloosheid, zullen de gegevens van de aanvrager gedeeld worden met het Multi Disciplinair Team (MDT) waarin onder andere Burgerzaken, Werk & Inkomen, Zorgaanbieders en de politie zijn vertegenwoordigd. De bedoeling is dat het MDT oplossingen vindt voor inwoners die niet op grond van bestaande regels ingeschreven kunnen worden op een (brief)adres en daardoor in een schrijnende (financieel en maatschappelijk) situatie verkeren. Indien de aanvrager van een briefadres dit traject al heeft doorlopen en al in een hulpverleningstraject zit, kan er ook maatwerk geleverd worden zonder bespreking in het MDT.

Artikel 2

Artikel 2, lid 1

Een aangifte wordt altijd gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.

Artikel 2, lid 3, sub b

In het aangifteformulier is een lijst opgenomen met benodigde stukken.

Artikel 2, lid 3, sub c

Er kan om bankafschriften worden gevraagd, of andere bewijsstukken ter onderbouwing van het door de aanvrager gestelde.

Artikel 3

Ontbreken bij de aangifte tot briefadres één of meer van de benodigde stukken, dan is de aangifte onvolledig. De aanvrager wordt dan schriftelijk in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen dit verzuim te herstellen door de aangifte alsnog aan te vullen met de ontbrekende stukken. De aanvrager kan in reactie daarop verzoeken om de termijn waarbinnen de aangifte aangevuld moet worden eenmalig te verlengen met veertien dagen. Wanneer de aanvrager niet binnen veertien dagen zijn aangifte aanvult of uitstel aanvraagt, wordt de aangifte briefadres buiten behandeling gesteld wegens het ontbreken van de gevraagde documenten.

Artikel 4

Het betreft hier een niet-limitatieve opsomming van weigeringsgronden voor de aangifte briefadres.

Artikel 4, lid 1

Op grond van artikel 2.38 van de Wet brp kan alleen een persoon die rechtmatig verblijf in Nederland heeft aangifte van verblijf en adres doen. Indien er sprake is van een verhuizing als bedoeld in artikel 2.39 van de Wet brp, dan is het rechtmatig in Nederland verblijven geen voorwaarde voor het toekennen van een briefadres.

Artikel 4, lid 2

Zie de artikelen 21 en 22 van het Besluit brp. ( toezicht, overgangs- en slotbepalingen)

Artikel 4, lid 3

Op grond van artikel 1.1, onder o, van de Wet brp wordt onder woonadres tevens

verstaan het adres van een woning die zich in een voertuig of vaartuig bevindt, indien het

voertuig of vaartuig een vaste stand- of ligplaats heeft, of, indien betrokkene op meer dan één

adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste

malen zal overnachten. Dit betekent dat ook personen die in een voertuig, vaartuig of

recreatieverblijf, zoals een chalet, stacaravan, huisje op volkstuinen of zomerhuisje verblijven over een woonadres kunnen beschikken. Of de bewoning al dan niet legaal is, is voor het vaststellen van het feitelijk woonadres niet relevant.

Artikel 4, lid 4

Als het adres waarop een briefadres wordt gevraagd in onderzoek staat, kan dat betekenen dat onduidelijk is of de briefadresgever er zelf wel woont.

Artikel 4, lid 5

Een briefadres is het adres waar de voor de aanvrager bestemde geschriften in ontvangst worden genomen. Indien het adres onbewoond is, kan het adres ook niet als briefadres fungeren.

Artikel 4, lid 6

Op grond van artikel 2.43, van de Wet brp dient degene die naar redelijke verwachting gedurende een jaar ten minste twee derde van de tijd buiten Nederland zal verblijven aangifte te doen van zijn vertrek uit Nederland. Een uitzondering op deze periode van 8 maanden vormt het bepaalde in artikel 29 van het Besluit brp waarin is opgenomen dat degene die vanaf het tijdstip van het vertrek uit Nederland langer dan twee jaar buiten Nederland verblijft en die gedurende zijn verblijf buiten Nederland beroepshalve vaart aan boord van een schip dat in Nederland de thuishaven heeft, verplicht is tot het doen van aangifte van vertrek.

Artikel 4, lid 7

Met de hierin vermelde weigeringsgrond wordt bedoeld dat een briefadres alleen verleend kan worden op een woonadres waar nog geen of slechts één briefadres is geregistreerd. Hierbij geldt een briefadres verleend aan een gezinshuishouden als één briefadres. Dit betekent dat er maximaal of twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of één alleenstaande en één gezinshuishouden een briefadres kunnen hebben op één adres.

Artikel 5

De noodzaak ambtshalve een briefadres toe te kennen betreft met name de situatie van personen die aantoonbaar in een gemeente verblijven zonder dat ze daar een vast woonadres hebben en/of zelf geen aangifte van verblijf/verhuizing doen. Immers het uitgangspunt van de bevolkingsadministratie, is dat iedere ingezetene over hetzij een woonadres hetzij een briefadres moet beschikken in een gemeente om bereikbaar te zijn voor de overheid.

Artikel 6

Een briefadres wordt voor een periode van maximaal 6 maanden verstrekt. Het is mogelijk om in onderstaande gevallen van deze periode af te wijken.

Reden voor briefadvies

Maximale periode waarvoor briefadres kan worden afgegeven

Rij Van een niet tijdig doorgeven van een verhuizing. Hierbij is er dan ook sprake van een adresonderzoek. 3

6 maanden

Verblijf in het buitenland voor minder dan 8 maanden gedurende periode van een jaar.

Periode verblijf in buitenland, maximaal 8 maanden

Vaart beroepsmatig op een schip in internationale wateren onder Nederlandse vlag en heeft geen woonadres

2 jaar

Dak- of thuisloos als in zwervend bestaan op straat.

1 jaar

De uitoefening van een ambulant beroep.

2 jaar

Het behoren tot een kwetsbare groep, zoals personen met verward gedrag.

1 jaar

Langdurig vermiste persoon.

1 jaar

Verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwenopvang (blijf-van-mijn-lijfhuizen).

Voor de duur dat de inwoner in de instelling verblijft.

Verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2.40, lid 3 en lid 4 ,van de Wet brp.

Voor de duur dat de inwoner in de instelling verblijft.

Verblijf op een adres waarvan het opnemen van dat woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen niet wenselijk is (artikel 2.41 van de Wet brp).

Voor de duur dat de burgemeester het nodig acht dat er een briefadres wordt verstrekt.

Na het verstrijken van de in het besluit toegekende termijn, dient opnieuw een briefadres aangevraagd te worden.

Artikel 6, derde lid

Indien iemand al een briefadres heeft op een adres, kan een nieuw briefadres op dat adres pas ingaan op de dag dat het vorige briefadres is verlopen. Personen die een briefadres voor de toekomst aanvragen zoals in geval van een overbruggingsperiode kunnen een briefadres krijgen met een ingangsdatum die later is dan de datum ontvangst aanvraag.

Artikel 8

Op grond van artikel 4:84, van de Awb dient overeenkomstig deze beleidsregels gehandeld te worden, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen doelen.