Verordening gedragscode bestuurlijke integriteit gemeente heusden 2022

Geldend van 30-11-2022 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 11-05-2022

Intitulé

Verordening gedragscode bestuurlijke integriteit gemeente heusden 2022

Ondertekening

Deel 1. Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit

Bestuurders stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Bestuurlijke integriteit houdt in dat de bestuurder de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt aanvaardt en hierover verantwoording aflegt. Bestuurders leggen intern verantwoording af aan de gemeenteraad en collega-bestuurders, extern aan maatschappelijke organisaties en burgers voor wie zij hun functie vervullen.

Een aantal kernbegrippen (de z.g. kernwaarden) staat voorop en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief.

Openheid

De bestuurder zorgt voor transparantie over nevenfuncties. Ook handelt hij[1] transparant. Dit maakt optimale verantwoording mogelijk en geeft de controlerende organen volledig inzicht in het handelen van de bestuurder en zijn beweegredenen daarbij. De regelgeving rondom vertrouwelijke en geheime informatie beperken de openheid en transparantie.

Betrouwbaarheid

Op een bestuurder moet men kunnen rekenen. Hij houdt zich aan de afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij alleen aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

Onafhankelijkheid

De bestuurder vermijdt belangenverstrengeling, ook de schijn ervan.

Dienstbaarheid

De bestuurder richt zich op het belang van de gemeente en op de organisaties en bewoners die daar onderdeel van uitmaken.

Zorgvuldigheid

De bestuurder handelt altijd zodanig dat alle inwoners en organisaties met respect worden bejegend. Hij weegt belangen van partijen zorgvuldig.

Vertrouwelijkheid

De bestuurder gaat vertrouwelijk om met kennis en informatie en zet die niet in voor andere belangen dan voor de gemeente.

Legitimiteit

De bestuurder neemt beslissingen en maatregelen die hij mag nemen en die in overeenstemming zijn met de wet- en regelgeving. De beslissingen zijn te rechtvaardigen. Deze kernbegrippen vormen de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken.

Deel 2. Gedragscode bestuurlijke integriteit van de gemeente Heusden

  • 1.

    Algemene bepalingen

    • 1.

      In deze code is een bestuurder een lid van de raad, een fractieondersteuner, een lid van het college of de burgemeester;

    • 2.

      Deze gedragscode vult de wettelijke regelingen aan;

    • 3.

      Nevenfuncties zijn: alle functies die de bestuurder naast de functie van bestuurder vervult, onafhankelijk of hij hiervoor inkomsten ontvangt en onafhankelijk hoeveel uren hij aan deze functie besteedt;

    • 4.

      Als twijfel bestaat of een handeling integer is, kan de bestuurder de vertrouwenspersonen integriteit benaderen;

    • 5.

      Gevallen waarin de gedragscode niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, bespreken we in de raad of in het college;

    • 6.

      De gedragscode is openbaar. Bekendmaking vindt op de gebruikelijke wijze plaats;

    • 7.

      Een bestuurder is aanspreekbaar op de naleving van deze code.

    • 8.

  • 2.

    Regels rondom (de schijn van) belangenverstrengeling

    • 1.

      2.1 Een bestuurder handelt integer. Deze gedragscode biedt hiervoor een richtlijn.

    • 2.

      2.2 Een bestuurder mag zijn invloed en stem niet gebruiken om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander (e organisatie) bij wie hij een persoonlijke betrokkenheid heeft. Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van de bestuurder over een onderwerp in geding kan zijn, geeft hij bij de beraadslagingen en besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

    • 3.

      2.3 Een bestuurder onthoudt zich in ieder geval van deelname aan de beraadslagingen in de raad/het college als er sprake is van een beslissing waarbij belangenverstrengeling dreigt: het gaat dan om kwesties waar hij zelf een persoonlijk belang bij heeft, of om kwesties waarbij het gaat om een belang van een individu of organisatie waarbij hij een substantiële betrokkenheid heeft.

    • 4.

      2.4 Een bestuurder onthoudt zich bij beslissingen waarbij belangenverstrengeling dreigt (zie art 2.3) in ieder geval van de beïnvloeding van de besluitvorming in de andere fases van het besluitvormingsproces.

    • 5.

      2.5 Als vaststaat dat sprake is van belangenverstrengeling, onthoudt hij zich van deelname aan de beraadslagingen én van stemming/besluitvorming.

    • 6.

      2.6 Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een bestuurder over een onderwerp in geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

    • 7.

      2.7 Bestuurders bejegenen elkaar en de ambtelijke organisatie correct. Een bestuurder draagt er zorg voor dat de toonzetting en formulering van de beweringen niet persoonlijk grievend is.

      Nevenfuncties

      • 1.

        3.1 Bestuurders leveren de griffier c.q. gemeentesecretaris de informatie aan over de nevenfuncties, bij aanvang van het raadslidmaatschap c.q. het ambt. Als de bestuurder gedurende het lidmaatschap, c.q. de uitvoering van het ambt een nieuwe nevenfunctie aanvaart of de omstandigheden met betrekking tot bestaande nevenfuncties wijzigen, levert hij alle informatie hierover binnen één week aan bij de griffier c.q. gemeentesecretaris. De informatie betreft in ieder geval:

A. De omschrijving van de nevenfunctie;

B. De organisatie voor wie hij de nevenfunctie verricht;

C. Of het al dan niet een ambtsgerelateerde nevenfunctie is;

D. Of de nevenfunctie bezoldigd of onbezoldigd is.

3.2 De bestuurder vermeldt zijn substantiële financiële belangen (bijvoorbeeld aandelen, opties en derivaten) in onderneming waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente een belang heeft. Deze financiële belangen zijn openbaar en liggen ter inzage. Ook een tussentijds ontstaan substantieel financieel belang moet hij opgeven. De griffier/secretaris draagt zorg voor een geactualiseerd overzicht met gemelde financiële belangen van bestuurders.

3.3 Collegeleden handelen bij de uitoefening van hun ambt niet zodanig dat zij vooruitlopen op een functie na aftreden. Het voornemen tot het tussentijds aanvaarden van een andere functie (vóór de afloop van het ambtstermijn) bespreekt de wethouder met de burgemeester.

1. Collegeleden mogen gedurende een jaar na hun aftreden niet tegen beloning werkzaamheden ten behoeve van de gemeente verrichten.

2. Deze uitsluiting geldt niet als hij in dienst treedt bij de gemeente waar hij in het bestuur zat. Verder geldt de uitsluiting ook niet, als geen sprake is van belangenverstrengeling, bij aanvaarding van een dienstbetrekking bij een GR.

3. Het college draagt haar leden niet eerder dan een jaar na aftreden voor als kandidaat voor benoeming tot commissaris of bestuurslid van een verbonden partij.

4. Onder verbonden partij wordt verstaan hetgeen hieronder wordt verstaan in artikel 1.1. van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

  • 1.

    Informatie en vertrouwelijkheid

4.1 Het bestuurslid zorgt ervoor dat hij de vertrouwelijke en geheime informatie waarover hij beschikt veilig bewaart. Hij bergt stukken met vertrouwelijke en geheime gegevens veilig op en beveiligt computers, tablets en andere data- en communicatieapparatuur dan wel computerbestanden.

4.2 Het bestuurslid maakt niet ten gunste van zichzelf of anderen gebruik van door zijn functie verkregen niet openbare, vertrouwelijke of geheime informatie.

  • 1.

    Regels rondom de schijn van corruptie (Omgang met geschenken en uitnodigingen voor reizen)

5.1 Een bestuurder mag zijn invloed en zijn stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten die hem zijn gegeven of hem in het vooruitzicht zijn gesteld. Daarom neemt een bestuurder geen geschenken aan die hem vanwege zijn functie worden aangeboden, tenzij:

1. Het weigeren, teruggeven of terugsturen de gever ernstig zou kwetsen of bijzonder in verlegenheid zou brengen.

2. Het weigeren, teruggeven of terugsturen om praktische redenen onwerkbaar is;

3. Het gaat om een incidentele kleine attentie ( zoals een bloemetje of fles wijn).

  • 1.

    5.2 Bij het accepteren van uitnodigingen voor diners, lunches, recepties e.d. van relaties van de gemeente, kunnen de bestuurders te allen tijde het belang van het contact verantwoorden.

  • 2.

    5.3 1. De bestuurder meldt het voornemen tot een buitenlandse dienstreis of een

  • 3.

    uitnodiging daartoe aan het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt. Hij

  • 4.

    verschaft daarbij informatie over het doel en de duur van de reis, de bijbehorende

  • 5.

    beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap dat meereist, de

  • 6.

    geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan. Het

  • 7.

    bestuursorgaan verleent al dan niet toestemming.

2. Als de bestuurder voornemens om de buitenlandse reis voor privédoeleinden te verlengen, geeft hij dat ook aan. De extra kosten van de verlenging komen daarbij volledig voor eigen rekening.

3. De gemeenteraad wordt van het besluit op de hoogte gesteld indien het een collegelid betreft.

4. De bestuurder legt mondeling of schriftelijk verantwoording af over afgelegde buitenlandse dienstreizen.

  • 1.

    5.4 Ook indien de gemeentelijke bestuursorganen of individuele bestuurders relaties (deels) op hun kosten uitnodigen, kan in alle gevallen het belang dat de gemeente heeft bij deze uitnodigingen worden verantwoord.

  • 2.

    5.5. De partner van een bestuurder mag niet op kosten van de gemeente meereizen, tenzij dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het meereizen het belang van de gemeente dient. Het besluit over de dienstreis (zie 5.3.1.) bevat ook een besluit over het meereizen van de partner.

  • 3.

    5.6 Een bestuurder declareert geen kosten, waarvoor hij al op een andere wijze een vergoeding ontvangt.

  • 4.

    5.7 Gebruik van voorzieningen en eigendommen van de gemeente voor privégebruik of gebruik door derden is niet toegestaan, tenzij hier andere afspraken over zijn gemaakt.

  • de griffier,

    de voorzitter,

     
     

    drs. F.E.H.M. Backerra

    drs. W. van Hees

[1] Daar waar in deze Gedragscode ‘hij’ staat vermeld, kan ook ‘zij’ worden gelezen.

de griffier,de voorzitter,drs. F.E.H.M. Backerradrs. W. van Hees