Deelverordening tegemoetkoming kosten (VVE-) peuteropvang, gemeente Tiel 2022

Geldend van 02-12-2022 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2022

Intitulé

Deelverordening tegemoetkoming kosten (VVE-) peuteropvang, gemeente Tiel 2022

De Raad van Tiel

overwegende dat de gemeente peuteropvang voor alle peuters in de gemeente Tiel toegankelijk wil maken om zo de ontwikkeling van alle peuters te bevorderen, door het verstrekken van subsidies voor activiteiten die daaraan bijdragen;

gelet op de Algemene subsidieverordening Tiel 2020;

besluit vast te stellen de Deelverordening tegemoetkoming kosten (VVE-) peuteropvang, gemeente Tiel 2022:

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Doelgroepkinderen: kinderen die in aanmerking komen voor een VVE-peuterplaats en VVE-programma, op basis van de door het consultatiebureau 0-4 jaar afgegeven VVE-indicatie.

  • b.

    Doorgaande lijn: ononderbroken ontwikkelingsgang van kinderen, door samenwerking en afstemming tussen peuteropvang en school, inclusief overdracht van gegevens;

  • c.

    Fiscaal uurtarief: maximaal uurtarief dat de belastingdienst hanteert voor de vergoeding van de kosten voor kinderopvang (peuteropvang).

  • d.

    Gemengde VVE-peutergroep: VVE-groep die bestaat uit VVE-geïndiceerde kinderen en niet VVE-geïndiceerde kinderen.

  • e.

    Kinderopvangtoeslag (KOT): de tegemoetkoming van de Belastingdienst bedoeld als gedeeltelijke bijdrage in de kosten voor in het Landelijk Register Kinderopvang geregistreerde kinderopvang;

  • f.

    Landelijk Register Kinderopvang (LRK): een register met gegevens van alle gecertificeerde kinderopvangvoorzieningen in Nederland

  • g.

    Locatie: voorschoolse voorziening voor peuteropvang of kinderopvang, die staat ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang met een geregistreerde voorziening in de gemeente Tiel;

  • h.

    Ouder: de bloed- of aanverwanten in opgaande lijn of de adoptief- of pleegouder van een kind dat opgevangen wordt in een peuterplaats of VVE-peuterplaats;

  • i.

    Ouderbijdrage: financiële vergoeding die de ouder(s)/verzorger(s) moeten betalen voor de deelname van hun kind aan een peuterplaats of VVE-peuterplaats;

  • j.

    Peuteropvang: Opvang voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool;

  • k.

    Peuterplaats: een aanbod van peuteropvang van minimaal 6 uur per week en maximaal 11 uur per week peuteropvang tot een maximum van 440 uur op jaarbasis.

  • l.

    Peutertoeslag: Een financiële bijdrage van de gemeente in de kosten van een (VVE-)peuterplaats bij een voorschoolse voorziening;

  • m.

    Subsidie tarief peuteropvang: het uurtarief dat de gemeente hanteert bij het berekenen van de subsidie, gebaseerd op het fiscaal uurtarief kinderopvang van de Belastingdienst;

  • n.

    Toezichtskader: kader aan de hand waarvan de onderwijsinspectie haar rapport opstelt over een school of voorschool locatie.

  • o.

    Voorschoolse voorziening: Organisatie voor peuteropvang of kinderopvang, die ingeschreven staat in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) en die werkzaam zijn in de gemeente Tiel;

  • p.

    VVE: Voor- en vroegschoolse educatie. Aanbod voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar waarin op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • q.

    VVE-peuterplaats: een aanbod van peuteropvang voor doelgroepkinderen van tenminste en maximaal 640 uur per kind per jaar verdeeld over tenminste 3 dagdelen per week.

  • r.

    VVE-programma: een erkend voorschools programma dat is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut, waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd van kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • s.

    VVE-locatie: locatie die VVE aanbiedt conform wettelijke kwaliteitseisen.

Artikel 2. Reikwijdte

  • 1. Deze deelverordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.

  • 2. Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening, in gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

Artikel 3. Doelstelling

De doelstelling van deze subsidieregeling is om door middel van subsidieverstrekking te zorgen voor:

  • a.

    voldoende en kwalitatief goed aanbod van (VVE-)peuteropvang voor de stimulering van de ontwikkeling van peuters en als voorbereiding op de basisschool;

  • b.

    een zoveel mogelijk gespreid aanbod van (VVE-)peuteropvang over de gemeente en verbonden aan basisscholen, zodat er een sterke doorgaande lijn is;

  • c.

    zoveel mogelijk gemengde peutergroepen, zodat doelgroepkinderen en niet-doelgroepkinderen samen spelen en leren.

  • d.

    dat doelgroepkinderen door het VVE-programma met een zo klein mogelijke taalachterstand aan het basisonderwijs beginnen.

Artikel 4. Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt:

  • a.

    voor de peuterplaatsen die daadwerkelijk door het kind zijn benut;

  • b.

    een VVE-peuterplaats voor een doelgroepkind, waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag;

  • c.

    een VVE-peuterplaats voor een doelgroepkind, waarvan de ouders wel in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag;

  • d.

    een peuterplaats voor aan een peuter, niet zijnde een doelgroepkind, waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag;

Artikel 5. Subsidieplafond en verdeelregels

  • 1. Jaarlijks stelt het college het subsidieplafond voor de reguliere Peuteropvang voor het komende kalenderjaar vast.

  • 2. Volledige aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld.

  • 3. Voor onvolledige aanvragen geldt als datum van binnenkomst de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

  • 4. Als het subsidieplafond is bereikt, worden de overige aanvragen voor het betreffende kalenderjaar afgewezen.

  • 5. Voor het jaar 2022 geldt het volgende subsidieplafond:

    • a.

      Activiteit d genoemd in artikel 4, € 200.000,-

Artikel 6. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan voorschoolse voorziening die voldoet aan de vereisten uit de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang en de hieruit voortvloeiende regelgeving.

Artikel 7. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Voor subsidie komen kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 4.

  • 2. Het college verleent de peutertoeslag met ingang van de datum waarop deze is aangevraagd. Met dien verstande dat de ingangsdatum niet kan liggen voor de datum van ingang van de peuteropvang.

Artikel 8. Hoogte van de subsidie voor VVE-peuterplaatsen

  • 1. De hoogte van de subsidie voor een peuterplaats als bedoeld in artikel 4 aanhef onder b en c wordt als volgt berekend:

    • a.

      voor alle VVE-peuters (artikel 4, aanhef b en c):

      Het daadwerkelijk aantal bezette uren, met een maximum van acht uur per week, dat de VVE-peuters gebruik maken van de peuterplaats vermenigvuldigd met de maximum uurprijs voor VVE-peuteropvang zoals beschreven in bijlage 3.

    • b.

      Aanvullende subsidie VVE-peuters zonder kinderopvangtoeslag (artikel 4, aanhef b):

      Aantal uren dat de VVE-peuters gebruik maken van de peuterplaats vermenigvuldigd met de maximum uurprijs voor VVE-peuteropvang zoals beschreven in bijlage 3 minus de ouderbijdrage (als bedoeld in de bijlage 2 bij deze regeling).

    • c.

      Aanvullende subsidie VVE-peuters met kinderopvangtoeslag (artikel 4, aanhef c):

      Aantal uren dat de VVE-peuters gebruik maken van de peuterplaats vermenigvuldigd met het verschil tussen de maximum uurprijs voor VVE- peuteropvang zoals beschreven in bijlage 3 minus de maximum uurprijs zoals beschreven in bijlage 1.

  • 2. Het college kan jaarlijks per 1 januari de hoogte van de te vergoeden maximale uurprijs in bijlage 1 actualiseren.

  • 3. De Rijksoverheid past jaarlijks per 1 januari de Kinderopvangtoeslagentabel in bijlage 2 aan volgens het Besluit tegemoetkoming kosten kinderopvang.

  • 4. Het college kan jaarlijks per 1 januari de hoogte van de te vergoeden maximale uurprijs in bijlage 3 actualiseren.

Artikel 9. Hoogte van de subsidie voor een reguliere-peuterplaats

  • 1. De hoogte van de subsidie voor een reguliere-peuterplaats als bedoeld in artikel 4 aanhef d wordt als volgt berekend:

    • a.

      Het daadwerkelijk aantal bezette uren waarvan de reguliere peuters gebruik maken van een peuterplaats vermenigvuldigd met de uurprijs van de peuterplaats tot een maximum zoals beschreven in bijlage 1 minus de ouderbijdrage (als bedoeld in de bijlage 2 bij deze regeling).

  • 2. Het college kan jaarlijks per 1 januari de hoogte van de te vergoeden maximale uurprijs in bijlage 1 actualiseren.

  • 3. De Rijksoverheid past jaarlijks per 1 januari de Kinderopvangtoeslagentabel in bijlage 2 aan volgens het Besluit tegemoetkoming kosten kinderopvang.

Artikel 10. Aanvraag

  • 1. Een aanvrager vraagt subsidie aan bij het college door gebruik te maken van een jaarlijks door het college vast te stellen formulier ‘subsidie Peuteropvang’ en/of het formulier ‘subsidie VVE-peuteropvang’.

  • 2. De aanvraag bevat de naam en het adres van de aanvrager, de locatie waar de opvang plaatsvindt en het bankrekeningnummer van de organisatie.

  • 3. Bij de aanvraag voor vergoeding wordt een begroting gevoegd waaruit blijkt:

    • a.

      de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      het bedrag van de aanvraag, totaal en verdeeld over het aantal peuterplaatsen en de soort opvang (peuter- of VVE) waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, met in de toelichting de opbouw en motivering van de aantallen en bedragen;

    • c.

      de openstelling, aantal groepen en bezetting voor elke locatie.

Artikel 11. Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie kan, in afwijking van artikel 7, eerste lid, van de ASV Tiel 2020, worden ingediend vanaf 1 oktober voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar tot en met 31 december van het betreffende subsidiejaar.

Artikel 12. Beslistermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen, conform artikel 8, tweede lid, van de ASV Tiel 2020, binnen acht weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend.

  • 2. Het college kan dit besluit met ten hoogste zes weken verdagen. Het college stelt de voorschoolse voorziening hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 13. Aanvullende weigeringsgronden

Onder verwijzing naar artikel 9, derde lid, aanhef en onder f, van de ASV Tiel 2020 wordt de subsidieverlening geweigerd als:

  • a.

    met de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen voordat de aanvraag is ontvangen;

  • b.

    de locatie niet voldoet aan de inrichtingseisen;

  • c.

    de aanvrager niet staat ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang;

  • d.

    niet aannemelijk is dat de aanvrager voldoet of binnen redelijke termijn zal voldoen aan de bij of krachtens de Wet kinderopvang gestelde kwaliteitseisen;

  • e.

    niet aannemelijk is dat de aanvrager voor VVE-peuterplaatsen voldoet of binnen redelijke termijn zal voldoen aan de kwaliteitseisen van de onderwijsinspectie voor voorschoolse educatie die zijn opgenomen in het Toezichtskader;

  • f.

    aanvrager of subsidieontvanger niet aannemelijk kan maken dat diens activiteiten bijdragen aan de in artikel 2 genoemde doelstellingen;

  • g.

    de aanvraag betreft andere activiteiten dan genoemd in artikel 4, eerste lid van deze verordening,

Artikel 14. Verplichtingen voor de aanvrager

  • 1. De locatie dient te voldoen aan de door het college vastgestelde inrichtingseisen.

  • 2. De aanvrager dient ingeschreven te staan in het Landelijk Register Kinderopvang.

  • 3. De aanvrager voldoet aan alle voorschriften voor de basiskwaliteit van kindercentra, gesteld bij of krachtens de wet, waaronder de aanvullingen in de wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang.

  • 4. De aanvrager voldoet aan de eisen zoals gesteld in de AMvB ‘Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie’.

Artikel 15. Verplichtingen voor de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger beschikt over onderliggende gegevens en kan deze indien gewenst binnen een redelijke termijn beschikbaar stellen aan de gemeente. Het betreft de volgende gegevens:

    • a.

      naam en adres van de ouder;

    • b.

      indien van toepassing: de naam en het bsn-nummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder, het adres van de partner;

    • c.

      naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • d.

      de wijze waarop de ouderbijdragetabel is toegepast;

    • e.

      een plaatsingsovereenkomst van de voorschoolse voorziening die de opvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven:

      • i.

        het aantal uren opvang per kind,

      • ii.

        de kostprijs per uur,

      • iii.

        de aanvangsdatum en

      • iv.

        de (verwachte) einddatum van de opvang;

    • f.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag;

    • g.

      indien het gaat om een VVE-peuterplaats, een bewijs van indicatiestelling voor VVE afgegeven door het consultatiebureau.

  • 2. De subsidieontvanger van peuteropvang levert bovendien per kwartaal gegevens aan over de peuterplaatsen met het door de gemeente aangeleverde registratieformulier.

  • 3. De subsidieontvanger van VVE heeft bovendien de volgende verplichtingen:

    • a.

      de aanvrager werkt aan een overdracht van kindgegevens middels een kindvolgsysteem;

    • b.

      de aanvrager werkt voor VVE-kinderen mee aan warme overdracht naar de basisschool;

    • c.

      de aanvrager stimuleert maximale deelname aan VVE. Indien ouders structureel geen gebruik maken van (delen van) het VVE-aanbod, past aanvrager het contract van de ouder aan.

    • d.

      de groepen op de VVE-locaties zijn zo veel mogelijk samengesteld uit reguliere en doelgroeppeuters. De VVE-locatie spant zich dan ook in om VVE-kinderen veelvuldig in contact te laten komen met taalrijkere kinderen en laat middels een kort jaarlijks, kwalitatief verslag zien hoe dit is gedaan;

    • e.

      de aanvrager is deelnemer aan door de gemeente geïnitieerde overleggen;

    • f.

      de aanvrager werkt mee aan de resultaatafspraken VVE en levert gegevens aan voor de monitor;

    • g.

      de aanvrager levert per kwartaal gegevens aan over de bezette doelgroeppeuterplaatsen;

    • h.

      de aanvrager voor VVE-peuterplaatsen voldoet aan de kwaliteitseisen van de onderwijsinspectie voor voorschoolse educatie die zijn opgenomen in het Toezichtskader.

Artikel 16. Verantwoording subsidies

  • 1. De aanvrager dient voor 1 april na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling in bij het college en verstrekt hierbij een overzicht van het feitelijke aantal bezette peuterplaatsen en/of VVE-peuterplaatsen over het voorbije kalenderjaar, de wijze waarop de ouderbijdragetabel voor peuterplaatsen en VVE-peuterplaatsen is toegepast en de overige gegevens die het college nodig heeft om de subsidie vast te stellen.

  • 2. Het college stelt de subsidie vast binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag en de gegevens zoals bedoeld in het tweede lid. Het college kan dit besluit met ten hoogste zes weken verdagen. Het college stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 3. De beschikking vermeldt het bedrag en de wijze waarop verrekening van betaalde voorschotten plaatsvindt.

Artikel 17. Nadere voorschriften inzake vaststelling subsidie peuterplaatsen

  • 1. Het is toegestaan de werkelijke invulling van de peuterplaatsen ten opzichte van de aantallen genoemd in de subsidieaanvraag, gedurende de subsidieperiode, aan te passen aan de vraag van de ouders.

  • 2. Voor wat betreft de toekenning en vaststelling van de subsidie peuterplaatsen geldt dat het definitieve bedrag na afloop van de subsidieperiode, door het college wordt vastgesteld.

  • 3. Een aanvrager dient een verzoek tot vaststelling in door gebruik te maken van het formulier ‘subsidie peuteropvang’.

Artikel 18. Nadere voorschriften inzake vaststelling subsidie VVE-plaatsen

  • 1. Het is toegestaan de werkelijke invulling van de VVE-peuterplaatsen ten opzichte van de aantallen genoemd in de subsidieaanvraag, gedurende de subsidieperiode, aan te passen aan de vraag van de ouders.

  • 2. Voor wat betreft de vaststelling van de subsidie VVE-peuterplaatsen geldt dat het definitieve bedrag na afloop van de subsidieperiode, door het college wordt vastgesteld.

  • 3. Een aanvrager dient een verzoek tot vaststelling in door gebruik te maken van het formulier ‘subsidie VVE-peuteropvang’

Artikel 19. Bevoorschotting en betaling in gedeelten

  • 1. De peutertoeslag wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse of kwartaaltermijnen uitbetaald.

  • 2. Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van bevoorschotting.

Artikel 20. Hardheidsclausule

Het college kan van het bepaalde in deze verordening afwijken als daaraan vasthouden voor de subsidieaanvrager of –ontvanger gevolgen zou hebben, die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 21. Slotbepalingen

  • 1. De Deelverordening Peuteropvang Tiel 2020 in werking getreden op 7 augustus 2020 wordt ingetrokken per 1 januari 2022 met dien verstande dat deze verordening van toepassing blijft op aanvragen die zijn ingediend voor 1 januari 2022.

  • 2. Deze deelverordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2022.

  • 3. Deze deelverordening wordt aangehaald als: Deelverordening Peuteropvang Tiel 2022

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 november 2022

De raad van de gemeente Tiel

De griffier,

de voorzitter,

Bijlage 1 Maximum te vergoeden uurprijs peuterplaats

De gemeente Tiel subsidieert de kosten voor peuteropvang tot een maximaal bedrag. Dit is het maximumuurtarief. Het maximumuurtarief is afgeleid van het tarief dat de Belastingdienst hanteert bij de berekening van de kinderopvangtoeslag.

Hanteert de aanbieder een hoger uurtarief? Dan zijn de kosten boven het maximumuurtarief voor rekening van de ouder. Ligt het uurtarief lager, dan wordt in dat geval het lagere bedrag gehanteerd als maximum bedrag.

Het maximum uurtarief voor 2022 is € 8,50.

Bijlage 2: Draagkracht ouders

Hoeveel subsidie een voorschoolse voorziening kan krijgen voor een (VVE-)peuterplaats hangt onder meer af van het (gezamenlijke) toetsingsinkomen van de ouders van een kind dat een

(VVE-)peuterplaats bezet. En hoeveel kinderen naar de (VVE-)peuteropvang gaan.

Hiervoor dient de aanvrager de kinderopvangtoeslagentabel van betreffend kalenderjaar te gebruiken. Dit is volgens het ‘Besluit tegemoetkoming kosten kinderopvang’ van de Rijksoverheid, welke te vinden is op https://wetten.overheid.nl/BWBR0017321/2022-01-01. De tabel wordt jaarlijks aangepast door de Rijksoverheid.

Bijlage 3: Maximum te vergoeden uurprijs VVE-peuterplaats

De gemeente Tiel subsidieert de kosten voor VVE-peuteropvang tot een maximaal bedrag. Dit is het maximumuurtarief van € 11,45 in 2022.