Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR684230
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR684230/1
Regeling vervallen per 28-03-2023
Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving Omgevingsrecht 2022
Geldend van 23-11-2022 t/m 27-03-2023
Intitulé
Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving Omgevingsrecht 2022Hoofdstuk 1: Algemeen
1.1. Inleiding
In 2016 is de Wet Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (Wet VTH) in werking getreden. De wet is geïntegreerd in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Doel van de Wet VTH is om de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving van het omgevingsrecht beter te organiseren. Gemeenten moeten zorgen voor een goede kwaliteit van de taken op het gebied van uitvoering en handhaving. Ze moeten daarom, onder andere, beleid vaststellen op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Met de vaststelling van een nieuw VTH-beleidsplan en VTH-uitvoeringsprogramma 2021 werd in de gemeente Bergen (L) voor het eerst tegemoet gekomen aan de wettelijke verplichtingen en provinciale aanbevelingen. Begin 2022 is het eerste VTH-uitvoeringsprogramma geëvalueerd. Aan de hand van de inzichten die hierbij verkregen zijn is dit uitvoeringsprogramma vormgegeven en is beschreven waar we in 2022 mee aan de slag gaan.
Het onderhavige programma beschrijft hoe vergunningverlening, toezicht en handhaving georganiseerd zijn bij verschillende onderwerpen. Het beschrijft de reguliere taken, de projecten en de activiteiten die op het gebied van het omgevingsrecht worden opgepakt. Het gaat hier onder andere om de gemeentelijke taken op het gebied van bouwen, slopen, kappen, milieu relevante activiteiten, brandveilig- en bestemmingsplanconform gebruik en openbare orde.
1.2 Ontwikkelingen
In deze paragraaf worden de voor 2022 meest relevante ontwikkelingen op het gebied van regelgeving en jurisprudentie beschreven waar bij de uitvoering van VTH-gerelateerde werkzaamheden rekening mee gehouden dient te worden.
Omgevingswet en introductie Squit2020
De invoering van de Omgevingswet is volgens de laatste berichtgeving uitgesteld naar 1 oktober 2022 of 1 januari 2023. Er zijn vooral zorgen over het functioneren van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Het is ook mogelijk dat de einddatum van de transitie in 2029 wordt uitgesteld. Het doel is een eind te maken aan de sectorale, versnipperende en vaak sterk vertragende regelgeving in het ruimtelijk domein.
Met het oog op de introductie van de Omgevingswet in 2022 is ervoor gekozen om de nieuwe gemeenteraad vóór de introductie van de Omgevingswet de volgende raadsvoorstellen te doen:
- 1.
Raadsvoorstel integrale verordening fysieke leefomgeving
- 2.
Raadsvoorstel inzake de Commissie Omgevingskwaliteit
- 3.
Raadsvoorstel Legesverordening
- 4.
Raadsvoorstellen voor de Inspraakverordening, Verordening Kwaliteit VTH en Planschadeverordening
- 5.
Raadsvoorstel bindend adviesrecht, verplichte participatie en delegatie
- 6.
Raadsvoorstel nadeelcompensatie
- 7.
Raadsvoorstel Grondzaken en Omgevingswet (kostenverhaal)
- 8.
Raadvoorstel kostendekkendheid leges (na introductie Omgevingswet)
Hiermee wordt de nieuwe gemeenteraad de kans geboden om alle stukken tot zich te nemen en de besluitvorming in samenhang met elkaar te kunnen zien.
Aan al deze raadvoorstellen is in 2021 hard gewerkt en diverse hiervan zijn inmiddels al vrijwel gereed. Omdat de introductiedatum van de Omgevingswet is uitgesteld, en het beter is om de gemeenteraad in haar nieuwe samenstelling na de verkiezingen van maart 2022 over dit nieuwe beleid te laten besluiten, zijn nog niet alle werkzaamheden aan deze voorstellen inmiddels afgerond. Maar e.e.a. ligt wel goed op schema.
Voor de dagelijkse praktijk is het van groot belang dat we na de introductie van de Omgevingswet in staat zijn om te allen tijde conform de Omgevingswet aanvragen binnen acht weken af te wikkelen. Hiervoor is een goed gestroomlijnd voortraject van belang. Aan de vormgeving hiervan is in 2021 gewerkt en ook is een nieuw initiatievenoverleg hiervoor gestart dat wekelijks plaatsvindt tussen collega’s van diverse disciplines.
In 2021 is gebleken dat er veel inzet nodig om de nieuwe ICT-systemen voor de Omgevingswet te implementeren en met de nieuwe systemen te oefenen. De bouwstenen om dit mogelijk te maken zijn er. De benodigde software is aangeschaft, de koppelingen zijn gelegd of worden nog voorbereid (hiervoor zijn wij ook afhankelijk van externe partijen), het initiatievenoverleg is ingericht, evenals het afstemmingsoverleg. De implementatie van Djuma en Squit2020 dienen hier ook aan bij te dragen. De implementatie van beide systemen is in 2021 echter moeizamer verlopen dan aanvankelijk werd verwacht. Squit2020 is nog volop in ontwikkeling en behoeft in de praktijk nog veel aanpassingen om in de praktijk goed te functioneren en ook de koppeling van dit systeem met Djuma is geen sinecure.
Wet private Kwaliteitsborging in de bouw (Wkb)
Op 14 mei 2019 heeft de eerste Kamer de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) aangenomen. Het doel is de bouwkwaliteit te verbeteren door het invoeren van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor de bouw en de positie van de opdrachtgever ten opzichte van de aannemer te versterken. Het nieuwe stelsel voor kwaliteitsborging is vastgelegd in de Wkb en het daarbij behorende Besluit kwaliteitsborging voor het bouwen. De datum van inwerkingtreding is gelijktijdig met de Omgevingswet, vooralsnog op 1 oktober 2022 of 1 januari 2023.
Wat betreft de inhoud van deze wet- en regelgeving, is de kern:
- •
De bouwplantoetsing aan het Bouwbesluit 2012 en het bouwtoezicht voor bouwplannen van gevolgklasse 1 verschuiven van gemeenten naar private partijen;
- •
Die private partijen ontwikkelen methodes voor kwaliteitsbewaking om te zorgen dat aannemers zich houden aan de bouwtechnische eisen uit het Bouwbesluit 2012;
- •
Een onafhankelijke publieke toelatingsorganisatie oordeelt of een voorgestelde methode voor kwaliteitsbewaking voldoet aan de eisen;
- •
De gemeente controleert slechts of een kwaliteitsborger werkt met een goedgekeurde methode voor kwaliteitsbewaking;
- •
De toetsing aan het Bouwbesluit 2012 van nieuwbouw en verbouw bij de vergunningverlening voor bouwwerken van de gevolgklasse 1 door gemeenten vervalt hiermee.
In eerste instantie zal het systeem van kwaliteitsborging alleen gelden voor bouwwerken in ‘gevolgklasse 1’: minder risicovolle gebouwen en bouwwerken zoals woningen en eenvoudige bedrijfsgebouwen zoals een bedrijfshal. Dit zal later worden uitgebreid naar complexere bouwwerken in hogere gevolgklassen.
De Wkb heeft gevolgen voor twee belangrijke onderdelen van het bouwproces, namelijk de toetsing van bouwplannen en de aansprakelijkheid van de aannemer. Onder de Wkb toetst de gemeente niet meer of het aannemelijk is dat het bouwen voldoet aan de technische voorschriften van het Bouwbesluit. De gemeente moet controleren of het instrument dat voor kwaliteitsborging wordt ingezet voldoet. De kwaliteitsborger toetst tijdens de bouw of het bouwwerk voldoet aan de bouwtechnische voorschriften van het Bouwbesluit 2012, met uitzondering van hoofdstuk 7 en 8. Voor de overige toetsen blijft de gemeente verantwoordelijk (bestemmingsplan, welstand, bouwverordening, onderdelen die na de inwerkingtreding van de WKB op zijn gegaan in het omgevingsplan). Ook voor het toezicht op de bestaande bouw en op de omgevingsveiligheid.
Het is de verwachting dat de introductie van de Wkb op termijn tot gevolg zal hebben dat de medewerkers die vergunningsaanvragen beoordelen hier minder werk aan zullen hebben. In 2020 is gestart met een onderzoek naar de consequenties van de introductie van deze wet en welke zaken er met het oog hierop geregeld dienen te worden. Na de introductie van de Wkb zal het wellicht nog maanden duren voordat het echt duidelijk wordt welke praktische consequenties de introductie van deze wetgeving zal hebben voor de hoeveelheid werk die de bouwplantoetsers momenteel nog verrichten. In andere gemeentes wordt geschat dat er in de toekomst zo’n 30% minder leges geheven zullen kunnen worden als gevolg van de vermindering van de hoeveelheid werk die gepaard zal gaan met het toetsen van bouwaanvragen. Deze gevolgen zullen waarschijnlijk dit jaar nog niet zichtbaar worden. Zeker nu het omschakelen naar een hele andere manier van werken extra tijd kost in de beginfase en veel mensen naar alle waarschijnlijkheid nog aanvragen wensen in te dienen op basis van de bekende vertrouwde werkwijze, wordt vóór de inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving extra drukte verwacht en wordt ingeschat dat de wetswijziging voor het jaar 2022 nog slechts van beperkte feitelijke invloed zal zijn.
Stikstofproblematiek (PAS) en problematiek grondafvoer (PFAS)
Naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State in 2019 is komen vast te staan dat het landelijke Programma Aanpak Stikstof (PAS) strijdig is met Europese regelgeving. Daardoor kan het PAS geen juridische grondslag meer bieden voor vergunningverlening en heeft dit grote gevolgen voor met name de vergunningverlening voor de agrarische sector en de bouwsector. PFAS is een afkorting van poly- en perfluoralkylstoffen. Op veel (bouw)locaties zitten deze in de grond. Bij grondafgravingen (o.a. in verband met bouwactiviteiten) dient aan deze regels te worden voldaan, maar dit levert in de praktijk vaak problemen op.
In 2020 heeft de gemeente Bergen een nieuw bodembeleid vastgesteld waardoor de belemmeringen voor grondverzet die veroorzaakt werden door problemen rondom landelijke PFAS-regelgeving op het grondgebied van de gemeente Bergen zijn weggenomen.
Op 1 juli 2021 is de Wet stikstofreductie en natuurverbetering in werking getreden.
De Wet stikstofreductie en natuurverbetering regelt onder meer drie resultaatsverplichtingen voor stikstofreductie: in 2025 moet minimaal 40% van het areaal van de stikstofgevoelige natuur in beschermde Natura 2000-gebieden een gezond stikstofniveau hebben; in 2030 minimaal de helft en in 2035 minimaal 74%. De wet geeft de opdracht voor een programma van maatregelen om die reductie te bereiken en de natuur te herstellen.
De bouwfase is in de nieuwe wetgeving vrijgesteld van de omgevingsvergunning natuur onderdeel stikstof (waarvoor het college van Gedeputeerde Staten het bevoegd gezag is). De vrijstelling van de vergunningsplicht betekent niet dat verder geen regels op de betreffende bouwactiviteiten van toepassing zijn. Op de bouwfase van een project blijven de regels van het Besluit bouwwerken leefomgeving (nu nog het Bouwbesluit) van toepassing. Bovendien geldt de vrijstelling niet voor structurele stikstofemissies in de gebruiksfase of voor andere emissies dan stikstof. De vergunningplicht blijft dus bestaan wanneer het project nog andere significante gevolgen kan veroorzaken op nabijgelegen Natura 2000-gebieden.
Onder de Omgevingswet geldt straks tevens een specifieke zorgplicht. In artikel 11.6 van het Besluit activiteiten leefomgeving wordt een zorgplicht opgenomen voor zover de bouwfase verslechterende of significant verstorende gevolgen heeft voor een Natura 2000-gebied.
Hoewel de vergunningplicht voor bouwactiviteiten dus gedeeltelijk is verdwenen, kan niet geheel zonder zorgen een bouwactiviteit worden uitgevoerd. Gelet op het voorgaande dient de bouwsector nog steeds rekening te houden met algemene rijksregels, de stikstofdepositie in de gebruiksfase en eventuele andere nadelige gevolgen van de bouwactiviteit. Op de vakafdeling zal hier bewust aandacht voor moeten zijn.
Toezicht in de openbare ruimte / Coronamaatregelen
Vanuit de overheid worden steeds meer toezichtstaken opgedragen aan gemeenten. Tevens heeft de VNG in haar toekomstvisie een voorstel gedaan om bepaalde politietaken over te gaan dragen naar de gemeenten, bijvoorbeeld op het gebied van verkeer (fietsen zonder licht, door rood licht rijden e.d.). Deze op de veiligheid gerichte taken moeten dan door de BOA’s worden uitgevoerd. Ook de lokale ontwikkelingen rondom gebiedsgericht werken en meer dan voorheen de verbinding met onze inwoners zoeken zijn van invloed op het takenpakket en beschikbare capaciteit van de BOA’s.
Hoewel het relevant is om te signaleren dat er nagedacht wordt over deze verschuiving van taken, is het niet de verwachting dat er in 2022 al nieuwe toezichtstaken naar de gemeente toe zullen komen op dit gebied. Wel wordt er in 2022 rekening mee gehouden dat er nog steeds toezicht gehouden dient te worden op tijdelijke door het Rijk en de Veiligheidsregio afgekondigde maatregelen in verband met COVID-19.
Kwaliteitscriteria
Provincies en gemeenten zijn samen verantwoordelijk voor de kwaliteit van de taken ten aanzien van vergunningverlening, toezicht en handhaving in het omgevingsrecht (de VTH-taken). Met de vastgelegde Kwaliteitscriteria 2.1 zijn er op landelijk niveau afspraken gemaakt tussen Rijk, VNG en IPO over de minimale kwaliteit van de uitvoering. Hierbij is een modelverordening opgesteld (zowel door het IPO voor de provincies als door de VNG voor de gemeenten) die ingaat op de kritieke massa die van belang wordt geacht voor verschillende taken. Het overnemen van deze verordening is niet verplicht: indien gewenst kan gemotiveerd worden afgeweken zodat maatwerk nog steeds mogelijk is, zo lang de doelstellingen die ten grondslag liggen aan de kwaliteitscriteria maar wel gehaald kunnen worden.
Per 1 juli 2019 zijn de Kwaliteitscriteria 2.1 vervangen door de geactualiseerde Kwaliteitscriteria 2.2. De VNG-Modelverordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht is aangepast. De actualisatie betreft alleen onderdeel B (kritieke massa); de onderdelen A (algemene uitgangspunten) en C (procescriteria) blijven ongewijzigd. De herziening was nodig vanwege een aantal verouderde verwijzingen en omdat enkele nieuwe onderwerpen, zoals klimaat, energie en circulaire economie, nog niet in de Kwaliteitscriteria waren opgenomen.
In 2019 heeft een groot deel van de VTH-medewerkers al een EVC-traject gevolgd hebben, waarbij bleek dat zij (grotendeels) voldoen aan de kwaliteitscriteria 2.2. Het is de planning om gelijktijdig met de invoering van de Omgevingswet een verordening kwaliteit VTH vast te stellen en te bezien in hoeverre en op welke manier we volledig aan de aangepaste Kwaliteitscriteria 2.2 kunnen voldoen.
Beleidsregels Bibob
Een instrument tegen ondermijning is het toepassen van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) bij vergunningverlening. Deze wet geeft het gemeentebestuur een instrument om zich te beschermen tegen het risico dat zij onbewust criminele activiteiten, personen of samenwerkingsverbanden faciliteert. Bovendien wordt de concurrentiepositie van bonafide ondernemers beschermd. De Wet Bibob geeft een aantal mogelijkheden om deze risico-inschatting op een juiste wijze te kunnen maken en biedt een weigering- en/of intrekkingsgrond, waarop onder andere vergunningen en ontheffingen kunnen worden geweigerd en/of ingetrokken. In 2021 is er beleid vastgesteld voor toepassing van de Wet Bibob. De Wet Bibob is toepasbaar op vergunningen Wabo bouwen, DHW, Wet op de kansspelen (speelautomaten), evenementen, overheidsopdrachten, vastgoedtransacties, subsidies, milieu en aanbestedingen in het kader van milieu. De Bibob-medewerker onderhoudt contacten met de beleidsmedewerkers veiligheid, de medewerkers van het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC), het Landelijk Bureau Bibob en politie en justitie. In 2022 worden de medewerkers voorgelicht over de toepassing in de praktijk en worden er conform het beleid onderzoeken uitgevoerd.
Damoclesbeleid
In 2021 is een concept voor een nieuw Damoclesbeleid opgesteld. Gemeenten worden steeds vaker geconfronteerd met illegale verkooppunten en kwekerijen of laboratoria van verdovende middelen. Om de productie van – en handel in – drugs tegen te gaan is strikte handhaving bij overtreding van de Opiumwet gewenst en noodzakelijk. Artikel 13b van de Opiumwet (de “Wet Damocles”) biedt gemeenten een instrument om op te treden tegen de illegale verkooppunten en locaties waar (voorbereidende) handelingen worden verricht voor de productie van drugs. Uitgangspunt hierbij is dat de handel in – en productie van drugs – (zowel soft- als harddrugs) en voorbereidingen daartoe in alle gevallen illegaal is. In de laatste jaren zijn er diverse gerechtelijke uitspraken gewezen die ertoe nopen het huidige beleid en de wijze waarop in het verleden in de praktijk gebruik werd gemaakt van de sluitingsbevoegdheid aan te passen. In 2022 zal voorgesteld worden om geactualiseerd beleid hieromtrent vast te stellen.
1.3 Terugblik op 2021 en verbeterpunten voor 2022
In het navolgende zal aan de hand van de bevindingen uit het handhavingsjaarverslag 2021, de voorziene ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving en binnen de organisatie bezien worden welke accenten en inspanningen behouden moet blijven en welke extra prioriteit vergen.
In het handhavingsjaarverslag over 2021 is geconcludeerd dat er in 2021 op bijna alle onderdelen van het VTH-uitvoeringsprogramma voor 2021 binnen de beschikbaar gestelde budgetten uitvoering is gegeven aan de beoogde ambities. Alleen voor wat betreft het waarmaken van de ambities op het vlak van het milieutoezicht en de implementatie en livegang van Squit2020 zijn we in 2021 aanzienlijk tekort geschoten. De redenen hiervoor zijn primair gelegen in het ontbreken van personele capaciteit voor de uitvoering van de milieutoezichttaken en de omstandigheid dat Squit2020 ICT-technisch nog niet voldoende rijp en ingericht was om adequaat te kunnen gebruiken voor de registratie van vergunningstrajecten en handhavingszaken.
Om te garanderen dat de ambities op het gebied van de uitvoering van milieugerelateerde toezichttaken in 2022 wel waargemaakt kunnen worden is er in het laatste kwartaal van 2021 nog voor gezorgd dat een nieuwe ervaren milieutoezichthouder in februari van 2022 zal starten met het uitvoeren van de noodzakelijke werkzaamheden. Ook is er eind 2021 veel tijd in gestoken om Squit2020 systeemtechnisch en inrichtingsmatig klaar te maken voor gebruik in januari van 2022 voor de onderdelen vergunningverlening en toezicht op vergunningen. Het onderdeel handhaving zal later in 2022 gereed worden gemaakt.
De verwachting is dat het werken met Squit2020 een administratieve lastenverzwaring voor alle medewerkers van het VTH-cluster met zich mee zal brengen. Begin 2022 zal onderzocht worden in hoeverre deze administratieve lastenverzwaring praktisch werkbaar verlegd kan worden naar een administratieve medewerker.
De belangrijkste prioriteit voor 2022 zal zijn om ervoor te zorgen dat we na de livegang van Squit2020 en archiefmanagementsysteem Djuma en de introductie van de Omgevingswet de werkprocessen op orde hebben en adequaat binnen de termijnen die daarvoor staan conform de nieuwe regelgeving besluiten kunnen nemen. Aangezien een nieuwe wijze van werken tijd kost om bekend mee te worden en vertrouwd mee te geraken, zullen er voor 2022 geen nieuwe VTH-projecten worden gestart, tenzij deze noodzakelijk zijn in verband met de introductie van Squit2020, Djuma of Omgevingswet gerelateerde regelgeving. In 2022 zal eerst de nieuwe basis op orde moeten zijn.
In 2022 wordt er met het oog op het waarborgen van de integrale toetsing van vergunningen een initiatievenoverleg gevoerd waarbij vergunningtoetsers van alle gemeentelijke disciplines aan deel zullen nemen. In 2021 is gestart met het steekproefsgewijs toetsen van vergunningsaanvragen op basis van de Wet Bibob. In 2022 wordt dit verder geïmplementeerd, zodat alle vergunningsaanvragen die vallen binnen het beleid en getoetst moeten worden, getoetst worden.
In de eerste helft van 2021 zijn er aan meerdere BOA-stagiaires fulltime-stageplekken aangeboden. Door het tijdelijk uitvallen van één van de BOA’s hebben twee BOA-stagiaires hun stage in 2021 niet af kunnen maken. Zij worden in 2022 als eerste stageplekken aangeboden en vervolgens zullen er ook aan 2 andere studenten het gehele jaar BOA-stageplekken worden aangeboden.
In 2021 zijn goede resultaten geboekt met grootschalige BOA-acties in de natuurgebieden van de gemeente Bergen. Het aantal van dit type acties zal in 2022 van 4 naar 6 verhoogd worden. Ook zullen de acties van het Regionale interventieteam in 2022 worden gecontinueerd.
In 2021 heeft de gemeenteraad budget beschikbaar gesteld om de formatie van het Blauwe BOA-team met 0,7 FTE te verruimen in 2022. Hierdoor kan ervoor gezorgd worden dat er iedere dag en ook vaker in avonduren een BOA zichtbaar in het veld is om waarnemingen te doen en waarschuwingen uit te delen. De stelselmatige controles van de buitengebieden (waar de meeste en meest ernstige overtredingen zich voordoen) kan hierdoor geïntensiveerd worden en ook kan hierdoor sneller ingespeeld worden op meldingen omtrent publieke ergernissen en kunnen coronaregels vaker op naleving worden gecontroleerd. Het is de bedoeling dat de extra Blauwe BOA ook controles op de Alcoholwet gaat verrichten, zodat hier voor 2022 geen extra budget voor ter beschikking wordt gesteld waarmee extern toezicht kan worden ingehuurd. In verband met deze uitbreiding zal er ook een extra bedrijfsvoertuig worden geleased.
Het is de bedoeling om de in 2020 gestarte inhaalslag wat betreft de controle op het uitvoeren van landschappelijke inpassingsplannen in 2022 te voltooien.
Voor 2022 dient verder zoveel mogelijk op dezelfde voet uitvoering aan de werkzaamheden gegeven te worden als in 2021 gedaan is.
Hoofdstuk 2: Programma vergunningverlening Wabo
2.1 Centrale doelen en operationele uitgangspunten
In het ‘Beleidsplan leefomgeving – vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht’ van de gemeente Bergen zijn de volgende vijf doelen die met vergunningverlening worden nagestreefde opgenomen:
- 1.
Servicegerichte besluitvorming binnen wettelijke beslistermijnen
- 2.
Rechtszekerheid – Er worden integrale en correcte besluiten genomen
- 3.
Beschermen en verbeteren van de leefomgeving
- 4.
Redeneren vanuit oplossingen en leveren van maatwerk
- 5.
Goede en tijdige participatie van burgers en bedrijven bij besluitvorming
De gemeentelijke taken op het gebied van vergunningverlening waar dit programma betrekking op heeft zijn de volgende:
- 1.
Het beoordelen en afhandelen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen of slopen van bouwwerken;
- 2.
Het beoordelen en afhandelen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor uitweg-, inrit-, kap- en reclameactiviteiten;
- 3.
Het beoordelen en afhandelen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor monumenten;
- 4.
Het beoordelen en afhandelen van een aanvraag om een omgevingsvergunning of melding met betrekking tot milieuactiviteiten;
- 5.
Het beoordelen en afhandelen van een aanvraag om een omgevingsvergunning of melding brandveilig gebruik;
- 6.
Het beoordelen en afhandelen van een aanvraag om een exploitatievergunning, standplaatsvergunning, evenementenvergunning, melding kleinschalig evenement en Drank- en horecawetvergunning;
- 7.
Het beoordelen en afhandelen van een aanvraag omgevingsvergunning voor tijdelijke ontheffingen, binnenplanse ontheffingen en buitenplanse ontheffingen (art. 2.12 lid 1a en b: kruimelgevallen);
- 8.
Het inhoudelijk beoordelen van de aanvraag om een projectbesluit;
- 9.
Het beoordelen van legalisatieverzoeken, voortkomend uit een handhavingszaak;
- 10.
Het beoordelen en afhandelen van informatieverzoeken/vooroverleg/schetsplan, inclusief het juridisch beoordelen van vergunningsvrije bouwwerken;
- 11.
Het uitvoeren van een quickscan;
- 12.
Het leveren van input bij de behandeling van legesbezwaren;
- 13.
Het ambtshalve beoordelen of een bepaalde vergunning ingetrokken dient te worden.
De werkzaamheden die benoemd zijn onder punt 4 zijn nagenoeg geheel bij de medewerkers van de Regionale uitvoeringsdienst Limburg-Noord (RUDLN) ondergebracht en de werkzaamheden als bedoeld onder punt 5 zijn grotendeels belegd bij de medewerkers van de Veiligheidsregio Limburg-Noord (VRLN). De overige werkzaamheden worden verricht door de medewerkers van de gemeente Bergen.
In dit uitvoeringsprogramma zijn de algemene doelen uitgewerkt naar de volgende concrete operationele doelen en uitgangspunten:
Algemene operationele doelen en uitgangspunten in 2022 m.b.t. het verlenen van vergunningen / beoordeling meldingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Beleidstechnische en organisatorische doelstellingen 2022 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Toelichting
Met het oog op de introductie van de Omgevingswet dient ervoor gezorgd te worden dat er voldoende tijd beschikbaar is om ervoor te zorgen dat het werk op een goede wijze uitgevoerd kan worden onder de vigeur van de nieuwe wetgeving.
De primaire opgave voor 2022 is dat er na de introductie van de Omgevingswet conform de nieuwe voorschriften en eisen wordt gewerkt en vergunningaanvragen op basis hiervan conform de voorschriften die hier dan voor gelden binnen de voorgeschreven termijnen kunnen worden afgehandeld.
2.2 Risico-analyse en prioriteitenmatrix vergunningverlening
In dit deel wordt het algemene uitgangspunt van risicogestuurd werken, zoals toegelicht in het beleid, uitgewerkt. De vertaling van beleid naar uitvoering bepaalt de gemeente aan de hand van risico’s. Daar waar de grootste risico’s liggen, worden vergunningaanvragen het meest intensief getoetst.
Indien aan de activiteiten waarop de vergunningaanvraag ziet grote risico’s kleven, wordt die aanvraag met meer diepgang beoordeeld dan te vergunnen activiteiten die minder risico’s met zich meebrengen. Dit hoeven niet altijd fysieke (veiligheids)risico’s te zijn. Ook belangen van natuur en milieu evenals rechtszekerheid en bestuurlijke risico’s worden hierin meegewogen. Uiteindelijk resulteert vergunningverlening in een goed afgewogen besluit dat handhaafbaar is en waarbij alle relevante aspecten in de besluitvorming zijn betrokken.
|
Fysieke veiligheid |
Volksgezondheid |
Natuur / milieu |
Financieel-economisch |
Leefomgeving |
Bestuurlijke risico’s / rechtszekerheid |
Gemiddeld Effect |
Kans op volledige / goede aanvraag |
Risicogetal |
Risicowaardering |
Omgevingsvergunning bouwen en RO |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Woongebouwen, appartementen, kamerverhuur |
5 |
3 |
2 |
3 |
4 |
3 |
2,5 |
2 |
2,3 |
M |
Logiesgebouw, café, restaurant, winkel |
5 |
3 |
3 |
4 |
4 |
4 |
3,5 |
2 |
2,8 |
H |
Maatschappelijke gebouwen (scholen, Fitnessruimtes, dagverblijven) |
5 |
4 |
3 |
4 |
4 |
4 |
4 |
2 |
3 |
H |
Uitbouwen / aanbouwen |
1 |
3 |
3 |
1 |
2 |
5 |
4 |
2 |
3 |
H |
Bouwwerken geen gebouw zijnde |
1 |
2 |
1 |
1 |
2 |
1 |
1,3 |
2 |
1,7 |
L |
Omgevingsvergunning slopen monument |
4 |
1 |
3 |
4 |
5 |
1 |
1,2 |
2 |
1,6 |
L |
Aanvraag omgevingsvergunning wijzigen monument |
3 |
3 |
2 |
3 |
4 |
4 |
3,8 |
2 |
2,9 |
H |
Aanvraag omgevingsvergunning in afwijking van ruimtelijke regels |
1 |
3 |
3 |
2 |
4 |
5 |
3,3 |
2 |
2,7 |
M |
Melding slopen |
4 |
4 |
3 |
3 |
4 |
3 |
3,3 |
1 |
2,4 |
M |
Melding slopen met asbest |
4 |
5 |
2 |
2 |
4 |
3 |
2,8 |
1 |
2,8 |
M |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Fysieke veiligheid |
Volksgezondheid |
Natuur / milieu |
Financieel-economisch |
Leefomgeving |
Bestuurlijke risico’s / rechtszekerheid |
Gemiddeld Effect |
Kans op volledige / goede aanvraag |
Risicogetal |
Risicowaardering |
|
Omgevingsvergunning activiteit brandveilig gebruik |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Aanvraag omgevingsvergunning brandveilig gebruik |
5 |
5 |
2 |
3 |
3 |
3 |
3,5 |
2 |
2,8 |
H |
Melding brandveilig gebruik |
5 |
5 |
2 |
3 |
3 |
3 |
3,5 |
2 |
2,8 |
H |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Omgevingsvergunning op basis APV |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Aanvraag aanleg inrit / uitweg |
4 |
1 |
1 |
1 |
3 |
2 |
2 |
2 |
2 |
M |
Aanvraag vergunning vellen houtopstand |
1 |
1 |
4 |
2 |
4 |
3 |
2,5 |
2 |
2,3 |
M |
Aanvraag exploitatievergunning APV |
2 |
2 |
1 |
3 |
5 |
4 |
2,8 |
3 |
2,9 |
H |
Vergunningaanvraag evenement |
3 |
3 |
1 |
3 |
4 |
4 |
3 |
3 |
3 |
H |
Melding kleinschalig evenement |
2 |
2 |
1 |
1 |
2 |
2 |
1,7 |
3 |
2,4 |
M |
Aanvraag standplaatsvergunning |
2 |
1 |
2 |
1 |
3 |
3 |
2 |
2 |
2 |
M |
Melding incidentele activiteiten / festiviteiten |
1 |
2 |
1 |
1 |
3 |
1 |
1,5 |
1 |
1,3 |
L |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Drank- en horecawet |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Aanvraag Drank- en horecawetvergunning |
2 |
5 |
2 |
3 |
4 |
4 |
3,3 |
3 |
3,2 |
H |
Wijzigen Drank- en horecawetvergunning |
2 |
5 |
2 |
3 |
4 |
4 |
3,3 |
3 |
3,2 |
H |
De uitkomst van deze risico-analyse dient als richtlijn gebruikt worden om voor een gehele vergunningscategorie te bepalen hoe intensief deze in relatie tot alle andere vergunningen getoetst dient te worden. Binnen ieder van deze vergunningscategorieën behoort vervolgens voor individuele vergunningen aan de hand van een inschatting van de technisch-inhoudelijke complexiteit en de sociaal-maatschappelijke complexiteit beoordeeld te worden tot welke van de volgende 4 categorieën de concrete aanvraag toebehoort om de uiteindelijke diepgang van toetsing en aandacht voor maatwerk te duiden:
- 1.
Vergunning eenvoudig: Een vergunning voor een situatie met geringe technische en sociaal-maatschappelijke complexiteit bestaat vooral uit standaardvoorschriften.
- 2.
Vergunning eenvoudig+: Is de situatie technisch-inhoudelijk niet complex maar sociaal-maatschappelijk wel, dan bestaat een vergunning vooral uit standaardvoorschriften en geven we extra aandacht aan afstemming, overleg en samenwerking tussen betrokken partijen.
- 3.
Vergunning specifiek: Bij een technisch-inhoudelijk complexe situatie met een geringe sociaal-maatschappelijke complexiteit bestaat de vergunning vooral uit specifieke voorschriften.
- 4.
Vergunning specifiek+: De situatie is technisch-inhoudelijk en sociaal-maatschappelijk gezien complex. Dit vraagt om specifieke voorschriften in een vergunning en een zorgvuldige afstemming, samenwerking en overleg tussen betrokken partijen.
2.3. Prestatiedoelstellingen en toetsingsprotocol bouwen en ruimtelijke ordening
In het volgende overzicht wordt per taak van het team vergunningverlening bouw een inschatting gemaakt van de hoeveelheid tijd die er nodig is om deze werkzaamheden (gelet op de te verwachten aantallen vergunningaanvragen) naar behoren te kunnen vervullen:
Toelichting
Het is de verwachting dat de introductie van de Wkb op termijn tot gevolg zal hebben dat de medewerkers die vergunningsaanvragen beoordelen hier minder werk aan zullen hebben. In 2020 is gestart met een onderzoek naar de consequenties van de introductie van deze wet en welke zaken er met het oog hierop geregeld dienen te worden. Dit onderzoek is nog niet afgerond, maar het is wel duidelijk dat er op termijn minder uren aan de bouwkundige toetsing van bouwaanvragen zal worden besteed. Omdat er verwacht wordt dat er nog veel bouwaanvragen vóór de introductie van de Omgevingswet worden ingediend om op de vertrouwde wijze getoetst te kunnen worden, wordt ingeschat dat het aantal uren om bouwaanvragen te toetsen in 2022 slechts in beperkte mate minder zal zijn dan in 2021.
Soort vergunning / werkzaamheden |
Aantallen |
Kengetallen (uren per vergunning) |
Benodigde uren |
Aanlegactiviteiten |
10 |
3,5 |
35 |
Monumenten |
5 |
15 |
75 |
Melding brandveilig gebruik |
15 |
9 |
135 |
Sloopmelding |
65 |
3,75 |
245 |
Intrekken vergunningen |
10 |
5 |
50 |
|
|
|
|
Casemanagement |
|
|
Verrekend met uren onder ‘Bouwen’ |
Informatievoorziening balie |
80 |
1 |
80 |
Telefonisch advies asbest / subsidies en advies en nazorg bij (asbest)brand / incidenten |
|
|
100 |
Beoordeling schetsplannen en vooroverleg |
|
|
300 |
Voorbereidend werk Omgevingswet |
|
|
100 |
Bijhouden van Squit2020 |
|
|
200 |
Kwaliteitscriteria VTH |
|
|
50 |
Afronden onderzoek consequenties Wet private Kwaliteitsborging in de bouw (Wkb) |
|
|
250 |
Opleidingen / actualiteitencursussen |
|
|
150 |
Afstemmingsoverleg |
|
|
100 |
Huisnummerbesluiten |
|
|
30 |
TOTAAL (inclusief 1400 uren voor bouwen) |
|
|
3.400 uur |
In totaal wordt becijferd dat er zo’n 3.400 uren benodigd zijn om het aantal vergunningaanvragen dat in 2022 wordt verwacht te kunnen behandelen en daarnaast ook de noodzakelijke andere werkzaamheden te verrichten. Er wordt ingeschat dat er in de praktijk zo’n 3.300 uur aan personele uren beschikbaar zijn om al dit werk uit te voeren bij de medewerkers die blijkens hun functie-omschrijving een rol toebedeeld gekregen hebben bij deze vergunningsverleningstaken. Het verwachte personele tekort zal worden opgevangen door de medewerker voor deze werkzaamheden in te zetten die zich normaliter bezighoudt met het beoordelen van onder andere evenementen- en exploitatievergunningen. Wegens coronamaatregelen is het de verwachting dat er gedurende een aanzienlijk deel van 2022 geen of zeer weinig evenementen- en exploitatievergunningen zullen worden aangevraagd.
Bij hetgeen in het schema op de vorige pagina is becijferd worden de volgende opmerkingen en kanttekeningen geplaatst:
- •
Er is goed casemanagement nodig om de afstemming tussen klant, bestuur, gemeente en RUD vorm te geven en om de samenhang en de bestuurlijke kwaliteit van dossiers te waarborgen. De becijferde capaciteit is minimaal noodzakelijk om dit casemanagement op een behoorlijk niveau plaats te kunnen laten vinden.
- •
Nieuwe regels, ontwikkelingen en actualisering van beleid vragen om input van het team. Hier dient tijd voor ingeruimd te worden.
- •
Klantvriendelijk werken betekent in de praktijk dat er behoorlijk wat uren noodzakelijk zijn om mensen telefonisch en aan de balie te woord te staan, opties met hen door te nemen en alle relevante informatie te verzamelen en te verstrekken. Geschat wordt dat dit zo’n 40 uren kost van het team.
- •
Sinds de landelijke regels voor vergunningsvrij bouwen zijn aangepast, is het voor de burger moeilijker geworden om zelf te bepalen wat vergunningsvrij gerealiseerd mag worden. Daarom ontvangen wij daar veel vragen over. Burgers willen immers niet graag geconfronteerd worden met handhaving van de gemeente of met een conflict met de omgeving als achteraf blijkt dat voor het gerealiseerde bouwplan toch een vergunning nodig was. Hier gaat behoorlijk wat tijd inzitten van de organisatie. We schatten dat hier zo’n 80 uren voor het team mee gepaard gaan en dat bovendien ook handhavingsjuristen hieromtrent om advies gevraagd zal moeten worden.
- •
Tenslotte willen wij als gemeente zo veel mogelijk maatwerk leveren en initiatiefnemers hierbij adviseren. Hierdoor zijn de uren die besteed worden aan de activiteit ‘Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening’ relatief hoog. Deze tijd is nodig voor een goede belangenafweging en motivering van het besluit zodat deze bij een eventuele bezwaar- en beroepsprocedure in stand blijft. Het aantallen uren dat we in het schema hiervoor geraamd hebben is waarschijnlijk nog aan de krappe kant.
- •
Een deskundige adviescommissie (Dorp, Stad en Land) wordt geraadpleegd bij de toets van vergunningen aan de redelijke eisen van welstand.
Toetsingsprotocol Bouwbesluit: Landelijke Toetsmatrix Bouwbesluit 2012 wordt gehanteerd
Aanvragen om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen worden getoetst aan de voorschriften uit het bestemmingsplan, de redelijke eisen van welstand, de gemeentelijke bouwverordening en het Bouwbesluit 2012. Dit toetsingsprotocol heeft betrekking op de voorschriften uit het Bouwbesluit 2012.
De wetgever heeft de technische voorschriften uit het Bouwbesluit niet gedifferentieerd naar zwaarte. Net als voor alle andere gemeenten is het ook voor de gemeente Bergen praktisch niet mogelijk en gewenst om alle voorschriften even uitputtend te toetsen. Hiervoor ontbreken de financiële middelen en capaciteit.
Ook vraagt niet elk gebouw/bouwwerk om dezelfde mate van controle en lopen bouwplannen zeer uiteen. De overheid kan zich, gemotiveerd, beperken tot het toetsen van die aspecten die zij het risicovolst acht en dus prioriteit wil geven. Dit kan, omdat de verantwoordelijkheid voor de naleving van de regelgeving sinds 2007 in de Woningwet expliciet bij de marktpartijen is neergelegd.
Burgers en ondernemers worden geacht op de hoogte te zijn van de wet- en regelgeving en hebben de primaire verantwoordelijkheid zich hieraan te houden. De opdrachtgever van een bouwproject is ervoor verantwoordelijk dat de bouwwerkzaamheden goed en veilig worden uitgevoerd. Een gebouw moet altijd voldoen aan de voorschriften die staan in het Bouwbesluit. De aanvrager van een vergunning is verantwoordelijk voor het indienen van een correcte aanvraag. De gemeente beoordeelt of de bij de aanvraag om een omgevingsvergunning overgelegde gegevens aannemelijk maken dat de bouwactiviteit voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit. Door dit aannemelijkheidcriterium te hanteren kan de diepgang van de toetsing van een bouwplan variëren.
Deze eigen verantwoordelijkheid van de marktpartijen legitimeert de gemeente om zich te beperken tot het toetsen van die onderdelen van het bouwbesluit die zij belangrijk acht.
Met dit toetsingsprotocol wordt weloverwogen en herleidbaar aangegeven welke aspecten welke aandacht verdienen. Met het vastleggen van de toetsniveaus:
- •
worden bouwplannen eenduidig, consequent, transparant en adequaat getoetst;
- •
worden keuzes en prioriteiten gemotiveerd en bestuurlijk vastgelegd;
- •
kan naar burgers en de gemeenteraad toe herleidbaar worden aangegeven aan welke voorschriften uit het Bouwbesluit 2012 is getoetst en met welke intensiteit.
Het toetsingsprotocol dat in Bijlage 1 bij dit uitvoeringsprogramma is opgenomen bestaat uit een matrix. In deze matrix worden verticaal de aspecten per hoofdstuk uit het Bouwbesluit 2012 weergegeven, zoals veiligheid (constructie van het bouwwerk, gebruik), gezondheid (geluid, licht, ventilatie), bruikbaarheid (toegankelijkheid, vrije doorgang) en energiezuinigheid (isolatie, terugdringen gebruik gas en elektriciteit). Horizontaal zijn de gebruiksfuncties weergegeven die het Bouwbesluit onderscheidt, zoals woon-, industrie- en winkelfunctie. Per combinatie wordt weergegeven hoe intensief een bouwplan moet worden getoetst.
Er is voor gekozen om de Landelijke Toetsmatrix Bouwbesluit 2012 te hanteren. Hierin is een groter belang gegeven aan veiligheid- en gezondheidsaspecten. Bovendien worden bouwwerken die worden gebruikt voor gevoelige gebruiksfuncties intensiever getoetst. Een voorbeeld daarvan is een verzorgingstehuis. Bouwwerken die door hun gebruik of omvang een groter risico vormen voor de brandveiligheid hebben een hoge prioriteit gekregen.
De diepgang van de toets kan variëren van “geen toets” tot “volledig toetsen”:
Niveau 0. Geen toets.
Er wordt verwacht dat in de toekomst in de Woningwet wordt geregeld dat de aanvrager van een vergunning kan kiezen tussen de huidige Bouwbesluittoetsing door de gemeente of een Bouwbesluittoetsing door een gecertificeerde, private partij. De toets moet dan door de gemeente worden geaccepteerd en hoeft de gemeente de aanvraag niet te toetsen.
Niveau 1. Uitgangspuntentoets.
Getoetst wordt of alle stukken beschikbaar zijn om de uitgangspunten van de aanvraag te kunnen beoordelen. De toets beperkt zich tot de aangeleverde stukken („ontvankelijkheidtoets‟). Dit niveau is de minimale invulling. Niveau 1 wordt toegepast wanneer de kans en de gevolgen zeer gering zijn. In het Bouwbesluit 2012 is het aantal voorschriften met 30% teruggebracht in vergelijking met de vorige versie. De resterende voorschriften zijn in principe dermate relevant dat het toekennen van niveau 1 alleen nog uitzonderingen betreft.
Niveau 2. Visueel toetsen.
Getoetst wordt of de uitgangspunten op de aangeleverde stukken in de juiste vorm zijn. Per te toetsen aspect wordt nagegaan of de uitgangspunten juist zijn en of de uitkomsten plausibel zijn. Niveau 2 is het basisniveau.
Niveau 3. Representatief toetsen.
Per te toetsen aspect wordt nagegaan of de uitgangspunten juist zijn en of de uitkomsten plausibel zijn. Op basis van de visuele toets wordt bepaald welke aspecten moeten worden nagerekend. Het bepalen van de belangrijkste berekeningen blijft een taak van de toetser.
Niveau 4. Volledig toetsen.
Getoetst wordt of de uitgangspunten van de aangeleverde stukken in de juiste vorm zijn en of van elk te toetsen aspect de uitgangspunten juist zijn. Van elk te toetsen aspect worden de uitkomsten gecontroleerd of nagerekend. Niveau 4 komt in de matrix alleen voor met betrekking tot het toepassen van gelijkwaardige oplossingen.
Elke toets begint met toetsniveau 1 om vast te stellen of alle voor de inhoudelijke beoordeling noodzakelijke gegevens ook daadwerkelijk zijn ingediend en zo nodig aanvullende gegevens op te vragen. Hierbij ligt de focus op de gegevens die nodig zijn om het bouwplan adequaat te kunnen beoordelen. Geeft de matrix aan dat met toetsen op niveau 1 kan worden volstaan, dan gaat de toetser alleen verder als de stukken daartoe aanleiding geven. Hetzelfde geldt voor de andere toetsniveaus zoals aangegeven in de matrix. Vanaf toetsniveau 2 wordt beoordeeld of een uitkomst aannemelijk is.
Indien vergunningaanvragen conform de niveaus als bedoeld in de bijgevoegde Landelijke Toetsmatrix Bouwbesluit 2012 wordt getoetst moeten de grootste risico’s adequaat kunnen worden ondervangen.
2.4. Prioriteiten en prestatiedoelstellingen APV en bijzondere wetten
Het vakgebied Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en bijzondere wetten betreft vooral de vergunningverlening voor evenementen en voor de vergunningverlening op basis van de Alcoholwet. Daarnaast horen bij dit taakveld aanvragen om een omgevingsvergunning voor de activiteit ‘vellen houtopstanden‘ als ook werkzaamheden die voortvloeien uit bijzondere wetten zoals een BIBOB-toets, kansspelen, leegstandswet, marktzaken en routering gevaarlijke stoffen.
Alcoholwet
Het bestand van drank- en horecabedrijven is nog niet volledig geïnventariseerd en geactualiseerd. Niet alle horecaondernemers beschikken over een adequate Alcoholwet-vergunning. Hier dient de komende jaren actie op ondernomen te worden, zodat alle ondernemers over adequate en actuele vergunningen komen te beschikken.
Om horecaondernemers goed te informeren wat nodig en mogelijk is voor een aanvraag of melding, is op de gemeentelijke website informatie gepubliceerd.
Daarnaast is het een verbetering dat de toets aan het curatele register en de justitiële toets nu online kunnen worden gedaan, zodat deze beoordelingen sneller en eenvoudiger kunnen worden uitgevoerd. Ook het SVH Register (Sociale Hygiëne) is online in te zien.
Actualisering van evenementen- en terassenbeleid en BIBOB-beleid
In 2021 is het gemeentelijke Wet Bibob-beleid vastgesteld. Als gevolg van de vaststelling van dit beleid zal er in 2022 gestart worden met het screenen van vergunningaanvragen op aanwijzingen die relevant kunnen zijn om ondermijnende activiteiten te verhinderen. In 2021 heeft de gemeenteraad besloten om hier 0,3 FTE aan personele capaciteit voor beschikbaar te stellen.
Het is de bedoeling van het gemeentelijke evenementen- en terrassenbeleid wordt in de eerste helft van 2022 wordt vastgesteld.
Doelstellingen 2022 |
|
|
|
|
In het volgende overzicht wordt per taak van het team vergunningverlening APV/bijzondere wetten een inschatting gemaakt van de hoeveelheid tijd die er nodig is om deze werkzaamheden (gelet op de te verwachten aantallen vergunningaanvragen / meldingen) naar behoren te kunnen vervullen:
Soort vergunning / werkzaamheden |
Aantallen |
Kengetallen (uren per vergunning) |
Benodigde uren |
Beschikbare uren |
Exploitatievergunningen |
9 |
3 |
27 |
|
Drank- en horecavergunningen |
7 |
3 |
21 |
|
Evenementenvergunningen |
50* (Aantal sterk afhankelijk van verloop coronamaatregelen: Normaal zijn dit er 70) |
4,5 |
225 |
|
Ontheffingen (stoken, lozen, kamperen en tapontheffing) |
20 |
2 |
40 |
|
Kansspelen |
11 |
2 |
22 |
|
Kapvergunningen |
50 |
4 |
200 |
|
Meldingen aanleggen / veranderen uitwegen |
10 |
3 |
30 |
|
Standplaatsen (incidenteel / markt) |
12 |
2 |
24 |
|
|
|
|
|
|
Informatievoorziening balie |
|
|
50 |
|
Actualiseren exploitatie en Drank- en horecavergunningen |
|
|
45 |
|
Actualiseren van beleid |
|
|
30 |
|
Testen en inrichten Squit2020 |
|
|
100 |
|
Opleidingen / actualiteitencursussen |
|
|
60 |
|
TOTAAL |
|
|
904 uur |
900 uur |
2.5. Prioriteiten en prestatiedoelstellingen omgevingsvergunningen milieuactiviteiten
Sinds 2017 zijn alle milieu gerelateerde Wabo-taken bij de GR-RUD Limburg Noord (RUDLN) belegd. Ten behoeve van de programmering van de werkzaamheden stelt de RUDLN jaarlijks een uitvoeringsprogramma op. De werkafspraak binnen de RUDLN is dat eerst de afzonderlijke partners voor de onder hun bevoegdheid vallende taken een lokaal uitvoeringsprogramma vaststellen. Door het samenvoegen van de uitvoeringsprogramma’s van de afzonderlijke partners ontstaat het werkprogramma van de RUDLN. Het RUDLN-uitvoeringprogramma voor de gemeente Bergen (UP-2022) komt op hoofdlijnen overeen met het UP het voor 2021 en ziet er voor 2022 als volgt uit.
De programmering is gebaseerd op het gemeentelijke inrichtingenbestand en kengetallen die een relatie leggen tussen de bedrijvigheid (activiteiten) in onze gemeente en de daarmee verband houdende werkzaamheden op het gebied van vergunningverlening toezicht en handhaving (VTH).
Het is de inschatting dat we zo’n 790 uur nodig hebben om de hoeveelheid aanvragen voor vergunningen en meldingen m.b.t. milieuactiviteiten te kunnen behandelen.
Een deel van onze gemeentelijke taken wordt structureel buiten onze organisatie belegd. Het uitvoeringsprogramma geeft inzicht in de benodigde capaciteit en middelen. Door de individuele programma’s van alle gemeenten bij elkaar te voegen wordt een programma voor de gehele RUDLN verkregen.
Bijzondere prioriteit bij de toetsing van vergunningaanvragen / meldingen en het redigeren van voorschriften in vergunningen hebben in 2022 de volgende punten:
- •
De regelgeving met betrekking tot verontreinigde grond door toetsing van meldingen en toezicht op het gebruik en de afvoer van bouwstoffen.
- •
De regelgeving met betrekking tot brandveiligheid bij opslag gevaarlijke stoffen door het opnemen van de juiste voorschriften in de omgevingsvergunning en het handhaven van deze vergunning.
- •
Vergunningverlening en handhaving van de regelgeving met betrekking tot risicovolle inrichtingen.
Hoofdstuk 3: Programma toezicht en handhaving
3.1. Operationele uitgangspunten en beleidstechnische en organisatorische doelstellingen
Operationele uitgangspunten toezicht en handhaving 2022 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Beleidstechnische en organisatorische doelstellingen toezicht en handhaving 2022 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.2. Doelstellingen toezichttaken
3.2.1 Toezichttaken paars kleurspoor
- A.
Taken en prioriteiten
Controles op vergunningen, ontheffingen, meldingen en overeenkomsten bouw en ruimtelijke ordening
Bouwen in afwijking van de verleende vergunning
Inspectie wordt qua controlefrequentie en nauwkeurigheid meer intensief, indien het gaat om bouwkosten groter dan € 100.000,- en € 1.000.000,-
Openbaar toegankelijke bouwwerken
Hoog
Bedrijfsmatig te gebruiken gebouwen
Hoog
Nieuwbouw woningen
Hoog
Aan- , uitbouwen en bijgebouwen
Hoog
Verbouwing van gebouwen
Gemiddeld
Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Gemiddeld
Wijzigen monument in afwijking van verleende monumentenvergunning
Gemiddeld
Slopen in afwijking van de sloopvergunning / sloopmelding
Met asbest
Hoog
Zonder asbest
Gemiddeld
Gebruik in strijd met verleende vrijstelling / ontheffing / aanlegvergunning
Gemiddeld
Gebruik van gemeentegronden in afwijking van gebruiks- / pachtovereenkomst
Hoog
Gebruik van locatie in afwijking van landschappelijk inpassingsplan
Hoog
Overschrijden termijn tijdelijke vergunningen / gemeentelijke overeenkomsten BOM+
Gemiddeld
- B.
Benodigde en beschikbare toezichtcapaciteit
Om structureel toezicht uit te kunnen oefenen op de taken die op het vlak van het paarse kleurspoor in de hoge risicoklasse zijn ingeschaald en ook excessen met betrekking tot de taken die ingeschaald zijn in een gemiddelde risicoklasse, wordt ingeschat dat de volgende toezichtcapaciteit benodigd zal zijn.
De inschatting is dat er voor adequaat toezicht op al de voornoemde taken van het paarse kleurpoort 1400 uur benodigd zijn. Verdeeld over drie van de eigen medewerkers is er in de praktijk ook ongeveer 1400 uur aan toezichthoudende capaciteit beschikbaar.
- C.
Welke doelstellingen en kwaliteitseisen worden gesteld?
Doelstellingen en kwaliteitseisen controles op vergunningen, ontheffingen, meldingen en overeenkomsten bouw- en ruimtelijke ordening
- 1.
Bij verbouwingen van gebouwen zonder constructie-technische ingrepen mee gemoeid zijn wordt in principe alleen een eindcontrole verricht.
- 2.
Er worden 100 omgevingsvergunningen volgens het toezichtprotocol gecontroleerd. De controles op gebruiksveiligheid, constructieve veiligheid en brandveiligheid, duurzaamheid en energiezuinigheid hebben hierbij prioriteit.
- 3.
De inspectie van openbare toegankelijke bouwwerken, bedrijfsmatig te gebruiken gebouwen, nieuwe woningen en aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden conform de inspectiematrix die bijgevoegd is uitgevoerd.
- 4.
Bij bouwwerken geen gebouw zijnde wordt de constructie steekproefsgewijs gecontroleerd en een eindcontrole verricht.
- 5.
Alle omgevingsvergunningen voor (de wijziging) monumenten worden gecontroleerd.
- 6.
Vergunningen/toestemmingen voor meldingen van risicovolle sloopactiviteiten (met asbest) worden steekproefsgewijs gecontroleerd. Niet risicovolle (zonder asbest) vergunde / gemelde sloopactiviteiten worden slechts steekproefsgewijs gecontroleerd. Bij afwijking van de verleende sloopvergunningen / sloopmeldingen worden de sloopwerkzaamheden stilgelegd en wordt de arbeidsinspectie dan wel de politie ingeschakeld om eventueel strafrechtelijk te kunnen beboeten.
- 7.
Verleende aanlegvergunningen worden na uitvoering gecontroleerd door de uitvoering van een eindcontrole.
- 8.
Binnen een termijn van uiterlijk 1 week vóór het verstrijken van de termijn waarbinnen een landschappelijk inpassingsplan volgens de vergunning / ontheffing / melding uitgevoerd dient te zijn wordt voor nieuwe besluiten altijd gecontroleerd of er uitvoering aan gegeven is. De bewaking van deze termijnen dienen via een systeem geborgd te worden.
- 9.
Binnen een termijn van 1 maand na het verstrijken van de instandhoudingstermijn voor tijdelijke bouw- c.q. omgevingsvergunningen voor bouwactiviteiten, tijdelijke vrijstellingsbesluiten en andere tijdelijke toestemmingen wordt er voor nieuwe besluiten altijd gecontroleerd of de tijdelijk toegestane situatie beëindigd is.
- 10.
Binnen een termijn van 6 maanden na het verlenen van de vergunning c.q. de gereedmelding van het bouwwerk dient gecontroleerd te worden of het bouwwerk conform de verleende vergunning is gerealiseerd.
- 10.
Voor iedere vergunning dient minimaal eenmaal per 6 maanden gecontroleerd te worden of er al gestart is met de uitvoering.
- 12.
Er worden 30 landschappelijke inpassingsplannen waar niet eerder van vastgesteld is dat ze volledig zijn uitgevoerd gecontroleerd op de volledige uitvoering ervan.
- 13.
Eén grote camping worden geïnspecteerd op overtredingen van bouw- en bestemmingsplanregelgeving conform aanwijzingen van de regionale werkgroep.
- 14.
Steekproefsgewijs worden 10 gevallen onderzocht waarin het verzoek om een bepaald bouwwerk te mogen bouwen is afgewezen. De doelstelling is vast te stellen of toch niet in afwijking van de afwijkende beslissing gebouwd is.
- 15.
Steekproefsgewijs wordt in 10 gevallen onderzocht of er in de praktijk daadwerkelijk vergunningsvrij gebouwd is, nadat men aan de telefoon of aan de balie te horen kreeg hoe vergunningsvrij gebouwd kon worden.
- 16.
Er worden minimaal 10 controles uitgevoerd n.a.v. meldingen omtrent slopen waarbij asbest verwijderd wordt.
- 17.
100% van de tijdelijke afwijkingsbesluiten waarvan de termijn in 2021 afloopt worden gecontroleerd.
- 1.
3.2.2. Geel kleurspoor: Stelselmatige controles op de naleving van milieu-inrichtingen
Doelstellingen 2022 |
|
|
|
|
3.2.3. Rood kleurspoor: Stelselmatige controles op de naleving van brandveiligheidsregelgeving
- A.
Taken en prioriteiten
Vergunninggerichte controletaken
Gebruik van bouwwerk met bijeenkomstfunctie (horeca, ouderen- en kinderopvang, onderwijs) in afwijking van de benodigde vergunning brandveiligheid
Hoog
Gebruik van bouwwerk met overige functies in afwijking van de benodigde melding / vergunning brandveiligheid
Hoog
Gebruik van inrichting in afwijking van vergunning Brandbeveiligingsverordening
Zeer hoog
Objectgerichte controletaken
Gebruik bouwwerk met bijeenkomstfunctie (horeca, ouderen- en kinderopvang, onderwijs) zonder de benodigde vergunning brandveiligheid
Hoog
Gebruik bouwwerk overige functies zonder de benodigde vergunning brandveiligheid
Hoog
Gebruik van bouwwerk met bijeenkomstfunctie (horeca, ouderen- en kinderopvang, onderwijs) in afwijking van de benodigde vergunning brandveiligheid
Hoog
Gebruik van inrichting zonder vergunning Brandbeveiligingsverordening
Zeer hoog
Staat van brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen
Hoog
Gebruik in strijd met Besluit brandveilig gebruik bouwwerken
Hoog
Evenementen of festiviteiten zonder benodigde vergunning
Hoog
- B.
Beschikbare toezichtcapaciteit
Er zal bij de Veiligheidsregio Limburg Noord – Brandweerdistrict Venray zo’n 300 uur beschikbaar zijn om toezicht te houden op de bovenstaande taken.
- C.
Hoe verdelen we de beschikbare toezichtcapaciteit over de diverse taken met prioriteit?
Toezicht Brandweer
Benodigde uren op jaarbasis
Controle brandveilig gebruik bouwwerken in afwijking van vergunning / ontheffing
170
Gebruik van inrichting in afwijking van vergunning Brandbeveiligingsverordening
50
Gebiedsgerichte controles
-
Themagerichte inspectiecontroles
-
Controles n.a.v. klachten, meldingen en handhavingsverzoeken
20
Hercontroles om voortgang handhavingszaken te controleren
60
TOTAAL
300 uur
- D.
Welke doelstellingen en kwaliteitseisen worden gesteld?
Melding / Vergunninggerichte controletaken
Gebruik van bouwwerk met bijeenkomstfunctie (horeca, ouderen- en kinderopvang, onderwijs) in afwijking van de benodigde vergunning brandveiligheid
Iedere melding / vergunning altijd volledig controleren
Gebruik van bouwwerk met overige functies in afwijking van de benodigde melding / vergunning brandveiligheid
Iedere melding / vergunning altijd volledig controleren
Gebruik van inrichting in afwijking van vergunning Brandbeveiligingsverordening
Iedere vergunning altijd volledig controleren
Objectgerichte controletaken
Controles van bouwwerken / inrichtingen van bestaande voorraad
Er worden 50 verschillende brandveiligheidscontroles uitgevoerd m.b.t. de bouwwerken / inrichtingen uit de bestaande voorraad
Controles op evenementen
Er wordt capaciteit ingeruimd door de Veiligheidsregio om 6 evenementen op brandveiligheid te kunnen controleren
Hercontroles
Er wordt capaciteit ingeruimd door de Veiligheidsregio om 5 hercontroles uit te kunnen laten voeren
Het streven van de VRLN is erop gericht om met name de probleemgevallen meer aandacht met hercontroles te geven.
3.2.4. Blauw kleurspoor: Gebiedsgerichte inspecties Blauwe BOA
- A.
Taken en prioriteiten
Vergunninggerelateerde controletaken bijzondere wetten (Blauwe BOA)
Gebruik inrichting in afwijking van de Drank- en horecavergunning
Gemiddeld
Gebruik kansspelen in afwijking van de vergunning
Laag
Verbod om seksinrichting in afwijking van verleende vergunning te exploiteren
Hoog
Verbod om evenement in afwijking van verleende vergunning plaats te laten vinden
Gemiddeld
Verbod om horecabedrijf in afwijking van exploitatievergunning te exploiteren
Laag
Verbod op vuurwerk in afwijking van verleende vergunning te verkopen
Laag
Gebiedsgerichte inspectietaken bijzondere wetten (Blauwe BOA)
Voorwerpen op of aan de weg
Laag
Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Laag
Rookverbod in bossen en natuurterreinen
Laag
Plakken en kladden
Laag
Hinderlijk gedrag (openbare ruimte / drankgebruik)
Gemiddeld
Hondenoverlast (loslopen en verontreiniging)
Gemiddeld
Vuurwerk (alleen rond oudjaar)
Laag
Drugsoverlast
Laag
Verkeer in natuurgebieden
Laag
Vuur stoken
Laag
Kamperen buiten kampeerterrein
Laag
Standplaats innemen buiten de aangewezen gebieden
Laag
Kappen van houtbestanden
Laag
Parkeerexcessen (auto’s)
Laag
Parkeerexcessen (kampeermiddelen en grote voertuigen)
Gemiddeld
Nachtregister controleren op volledigheid en actualiteit
Gemiddeld
Gebruik inrichting zonder vergunning
Laag
Gebruik kansspelen zonder vergunning
Laag
Opsporing van excessen op het gebied van overtreding van de regels van het bestemmingsplan-, bouw-, brandveiligheid-, welstands-, monumenten- en milieuregelgeving.
Zeer hoog
Zonder melding uitrit realiseren
Laag
Asbestverontreinigingen
Hoog
-
De primaire functie van de Blauwe BOA is om uitvoering te geven aan de ambitie om gebiedsgericht programmatisch toezicht op de regels van het Omgevingsrecht plaats te kunnen laten vinden. De Blauwe BOA heeft de volgende standaard aandachtspunten:
- •
het dumpen van afval/afvalstoffen;
- •
vuurwerk/paasvuren,
- •
overlast van honden (bijtincidenten, loslopende honden, hondenpoep);
- •
parkeren van voer- en vaartuigen (op de openbare weg, op fietspaden, bij scholen, voor inritten) en neerzetten van containers en andere obstakels;
- •
wrakken;
- •
reclame-uitingen en spandoeken;
- •
uitstallingen bij winkels;
- •
overlast van jeugd.
- •
- B.
Beschikbare en benodigde toezichtscapaciteit
Er wordt ingeschat dat er ongeveer 2300 uur aan beschikbare toezichthoudende capaciteit voorhanden is in 2022 en dat er ongeveer 2200 uur benodigd is voor het uitvoeren van de hierna genoemde taken en ambities. De uren die overblijven worden besteed aan toezicht op de naleving van de regels van de Alcoholwet en op basis hiervan verleende vergunningen.
- C.
Welke doelstellingen en kwaliteitseisen worden gesteld?
Doelstellingen en kwaliteitseisen gebiedsgericht toezicht in 2022
- 1.
De blauwe BOA is 70% van zijn werkzame tijd zichtbaar aanwezig in de openbare ruimte.
- 2.
Boa-meldingen openbare ruimte worden bij spoed direct in behandeling genomen. Overige meldingen binnen 3 werkdagen.
- 3.
BOA’s krijgen de beschikking over BRS-mobiel en toegang tot gegevens van landelijke basisadministratie persoonsgegevens.
- 4.
BOA’s hebben al de voor hun functie noodzakelijke bijscholingstrajecten met goed gevolg afgesloten
- 5.
Het gehele buitengebied van de gemeente Bergen wordt voortdurend gecontroleerd op de meest ernstige in het oog springende overtredingen van het omgevingsrecht conform het vastgestelde inspectieprofiel
- 6.
Van de 5 gebieden die in het buitengebied onderscheiden worden dient het meest zuidelijke kwadrant (zie kaart) uitgebreid gecontroleerd te worden met het oog op de in de vastgestelde schema’s benoemde aandachtspunten (met behulp van luchtfoto’s dient opsporing plaats te vinden van overtredingen die niet zichtbaar kunnen zijn vanaf de openbare weg)
- 7.
In al de woonkernen van de gemeente Bergen worden conform het vastgestelde inspectieprofiel gecontroleerd.
- 8.
Er dient 1 grote camping gecontroleerd te worden op de in de vastgestelde schema’s benoemde aandachtspunten.
- 9.
Uiterlijk binnen 2 werkdagen wordt een bezoek ter plaatse gebracht op die locaties op het grondgebied van de gemeente Bergen waarover geklaagd wordt of waarover meldingen worden ingediend
- 10.
Parkeerexcessen in het centrum van Nieuw Bergen worden actief opgespoord. Mensen ontvangen hier eerst een waarschuwing voor. Nadat men de regels nogmaals negeert volgt een boete. Vooraf zal hieromtrent via de website en het huis-aan-huisblad gecommuniceerd.
- 11.
Er wordt BOA-capaciteit gereserveerd voor controles op vuurwerkoverlast uit te voeren eind december 2022.
- 12.
Alle geconstateerde afvaldumpingen worden op sporen van de dader onderzocht. Indien een dader kan worden geïdentificeerd wordt een proces-verbaal opgemaakt en maximaal beboet. Daarnaast worden de kosten van bestuursdwang verhaald.
- 13.
Publieke ergernissen worden in 2021 geïnventariseerd en er wordt 100 uur gereserveerd voor de verscherpte aanpak van de top 3 publieke ergernissen
- 14.
Een pas afgestudeerde blauwe BOA wordt voor 6 maanden een stage aangeboden bij de gemeente Bergen.
- 15.
Bij afvaldumpingen wordt onderzocht of de dader te achterhalen is.
- 16.
Voorafgaand aan te houden evenementen wordt toegezien op naleving van de voorschriften uit de evenementenvergunning voorafgaand aan het evenement.
- 17.
De blauwe BOA krijgt genoeg scholing om de signalen van ondermijnende criminaliteit te herkennen om zodoende hun awareness en informatiepositie te verbeteren.
- 18.
Eén blauwe BOA neemt 1 dag in de week (maximaal 8 uur) deel aan intergemeentelijke controles van het Regionale interventieteam.
- 19.
Er wordt doorlopen toezicht gehouden op de naleving van de coronaregels in de noodverordening en nieuwe landelijke Coronawet.
- 20.
Er is actief aandacht voor eventuele verkoop van alcohol in supermarkten en slijterijen aan jongeren <18 jaar. Gebruik van alcohol door jongeren <18 jaar op hotspot locaties in de openbare ruimte. Toezicht op gebruik lachgas en drugs in openbare ruimte.
- 21.
Eén blauwe BOA neemt in 2022 deel aan het project Project Rode en Groene Spoor van de Regiodeal Limburg-Noord
- 22.
In 2022 wordt projectmatig in één gemeentelijke woonkernen geïnventariseerd welke achteruitgangen en uitwegen er in strijd met wet- en regelgeving gerealiseerd zijn.
- 23.
Mensen die gemeentelijke bermen die bedoeld zijn om bloemen en kruiden in te laten floreren zonder toestemming maaien worden hier mondeling op aangesproken en krijgen uitgelegd waarom het belangrijk is om deze bermen niet te maaien voordat zaden geproduceerd zijn.
- 1.
-
Gebiedsgerichte controles: Voortdurende controles buitengebied
Arrangement
Patrouille met de auto en opsporing aan de hand van luchtfoto’s
Gebiedsindeling
Het gehele grondgebied van de gemeente
Toezichtsgebied en -frequentie
1 dagdeel (4 uur) per week onderzoek aan de hand van luchtfoto’s en daarnaast tijdens iedere autorit
Urentotaal voor controles
400 uur
Bedreigingen
- 1.
Illegale bouwsels (containers, onderkomens (zuipketen), schuilgelegenheden en hekwerken)
- 2.
Overtredingen van de Opiumwet en verkoop drank aan minderjarigen
- 3.
Illegaal gebruik bebouwing voor hennepteelt, opslagdoeleinden of illegale bewoning
- 4.
Evenementen of festiviteiten zonder benodigde vergunning
- 5.
Vervuiling oppervlaktewater of riool (lozingen & stortingen)
- 6.
Geluid- en trillingshinder
- 7.
Stankoverlast (Luchtkwaliteit, stookinstallaties, geur- en stofhinder)
- 8.
Illegale opslag (rommelige buitenopslag)
- 9.
Aanleg van werken (geen bouwwerken) zonder vergunning (aarden wal, verstoring oorspronkelijk reliëf)
- 10.
Illegale zanddepots
- 11
Illegale sloop (slopen zonder sloopvergunning) met asbest
- 1.
-
Gebiedsgerichte controles: Inspectieprofiel gedetailleerde controles buitengebied zuidelijk kwadrant
Arrangement
Patrouille (rijden over de hoofdwegen en situaties waarin bedreigingen verondersteld worden concreet inventariseren)
Gebiedsindeling
5 landelijke agrarische gebieden inclusief de daarin gelegen bos- en natuurgebied zoals deze op de bijgevoegde kaartuitsnede zijn weergegeven.
Toezichtsgebied en -frequentie
In 2022 is het meest noordelijke kwadrant aan de beurt om geïnspecteerd te worden (de contouren van deze kwadranten zijn op de bijgevoegde kaartuitsnede weergegeven).
Urentotaal voor controles
300 uur
Waarden
Bossen en open gebied evenals recreatief en agrarisch
Bedreigingen
- 1.
Illegale bouwsels (containers, onderkomens (zuipketen), schuilgelegenheden en hekwerken)
- 2.
Gebruik van bouwwerk met bijeenkomstfunctie (horeca, ouderen- en kinderopvang, onderwijs) in afwijking van de benodigde vergunning brandveiligheid
- 3.
Staat van brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen
- 4.
Gebruik in strijd met Besluit brandveilig gebruik bouwwerken
- 5.
Illegaal gebruik voormalige agrarische bebouwing (hennepteelt, opslagdoeleinden en ambachtelijke bedrijvigheid)
- 6.
Evenementen of festiviteiten zonder benodigde vergunning
- 7.
Gebruik bouwwerk overige functies zonder de benodigde vergunning brandveiligheid
- 8.
Vervuiling oppervlaktewater of riool (lozingen & stortingen)
- 9.
Geluid- en trillingshinder bedrijven (niet-zijnde horecabedrijven)
- 10.
Bouw zonder vergunning categorie gemiddelde overtreding (woon- of recreatieve onderkomens, containers, schuilhutten of schuurtjes, aan- of uitbouwen tot 50 m2, kassen, silo’s en gastanks)
- 11.
Illegale opslag (rommelige buitenopslag)
- 12.
Aanleg van werken (geen bouwwerken) zonder vergunning (aarden wal, verstoring oorspronkelijk reliëf)
- 13.
Illegaal gebruik van gronden met de bestemming Aln en natuurgebied voor agrarische doeleinden
- 14.
Nieuwe inrichtingen / wijzigingen bestaande inrichtingen zonder vergunning / ontheffing / melding
- 15.
Geluidhinder van horecagelegenheden
- 16.
Gebruik als tuin / bedrijfsterrein in strijd met bestemming
- 17.
Illegale sloop (slopen zonder sloopvergunning) met asbest
- 18.
Illegaal gebruik locatie voor verblijfsrecreatie
- 19.
Bouw zonder vergunning categorie ernstige overtreding (zoals de bouw van een woning, bedrijfsgebouw, aan- / bijgebouwen groter dan 50 m2, openbaar toegankelijk bouwwerk, loods)
- 20.
Geluid- en lichthinder bij festiviteiten en evenementen
- 21.
Stankoverlast (Luchtkwaliteit, stookinstallaties, geur- en stofhinder)
- 22.
Geluid- en lichthinder bij festiviteiten en evenementen
- 23.
Opslag (opslag van stoffen, opslag in tanks)
- 24.
Gebruik van agrarische bedrijfswoningen als burgerwoningen
- 1.
-
Gebiedsgerichte controles: Inspectieprofiel woongebieden
Arrangement
Patrouille (rijden over de hoofdwegen en situaties waarin bedreigingen verondersteld worden concreet inventariseren)
Aantal kwadranten
9 woongebieden
Toezichtfrequentie
In 2022 wordt er een systematische inspectie van de dorpskern Nieuw Bergen uitgevoerd. In andere jaren zijn andere dorpskernen aan de beurt.
Urentotaal voor controles
350 uur
Waarden
- •
Cultuurhistorische, architectonische en stedenbouwkundige waarden
- •
Grote diversiteit aan bouwwerken en -vormen
- •
Rust
Bedreigingen
- 1.
Gebruik van inrichting zonder vergunning Brandbeveiligingsverordening
- 2.
(Externe) veiligheid
- 3.
Onderkomens (caravans, containers, dierenverblijven)
- 4.
Gebruik van bouwwerk met bijeenkomstfunctie in afwijking van de benodigde vergunning brandveiligheid
- 5.
Staat van brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen
- 6.
Gebruik in strijd met Besluit brandveilig gebruik bouwwerken
- 7.
Evenementen of festiviteiten zonder benodigde vergunning
- 8.
Gebruik bouwwerk overige functies zonder de benodigde vergunning brandveiligheid
- 9.
Vervuiling oppervlaktewater of riool (lozingen & stortingen)
- 10.
Geluid- en trillingshinder bedrijven (niet-zijnde horecabedrijven)
- 11.
Illegale opslag (rommelige buitenopslag)
- 12.
Aanleg van werken (geen bouwwerken) zonder vergunning (aarden wal, verstoring oorspronkelijk reliëf)
- 13.
Nieuwe inrichtingen / wijzigingen bestaande inrichtingen zonder vergunning / ontheffing / melding
- 14.
Geluidhinder van horecagelegenheden
- 15.
Gebruik als tuin / bedrijfsterrein in strijd met bestemming
- 16.
Illegale sloop (slopen zonder sloopvergunning) met asbest
- 17.
Illegaal gebruik locatie voor verblijfsrecreatie
- 18.
Bouw zonder vergunning categorie ernstige overtreding (zoals woning, aan- / bijgebouwen groter dan 50 m2, openbaar bouwwerk, loods)
- 19.
Geluid- en lichthinder bij festiviteiten en evenementen
- 20.
Stankoverlast (Luchtkwaliteit, stookinstallaties, geur- en stofhinder)
- 21.
Geluid- en lichthinder bij festiviteiten en evenementen
- 22.
(Rommelige) opslag (opslag van stoffen, opslag in tanks)
- 23.
Afval (illegale stortingen / zwerfafval)
- 24.
Verstoring straatbeeld (o.a. ook Illegale reclamebebording)
- 25.
Staat van onderhoud bouwwerken, erven en terreinen (verwaarloosde / leegstaande panden)
- 26.
Aantasten kwaliteit specifieke panden (monumenten)
- •
-
Gebiedsgerichte controles: Inspectieprofiel recreatiegebieden
Arrangement
Controle op terrein
Deelgebieden
9 recreatiegebieden (zonder mini-campings)
Toezichtfrequentie
Er wordt 1 grote camping gecontroleerd
Urentotaal voor controles
300 uur
Waarden
- •
Rust
- •
Diversiteit
- •
Natuurbeleving
- •
Cultuurhistorische waarden
Bedreigingen
- 1.
Gebruik van inrichting zonder vergunning Brandbeveilig gebruik
- 2.
Overtredingen van de Opiumwet en verkoop drank aan minderjarigen
- 3.
Illegale huisvesting
- 4.
Illegale en te grote onderkomens (caravans, containers, dierenverblijven) en provisorische bebouwing in strijd met (brand)veiligheidseisen
- 5.
Gebruik van bouwwerk met bijeenkomstfunctie (horeca, ouderen- en kinderopvang, onderwijs) in afwijking van de benodigde vergunning brandveiligheid
- 6.
Staat van brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen
- 7.
Gebruik in strijd met Besluit brandveilig gebruik bouwwerken
- 8.
Evenementen of festiviteiten zonder benodigde vergunning
- 9.
Gebruik bouwwerk overige functies zonder de benodigde vergunning brandveiligheid
- 10.
Vervuiling oppervlaktewater of riool (lozingen & stortingen)
- 11.
Geluid- en trillingshinder bedrijven (niet-zijnde horecabedrijven)
- 12.
Illegale opslag (rommelige buitenopslag)
- 13.
Aanleg van werken (geen bouwwerken) zonder vergunning (aarden wal, verstoring oorspronkelijk reliëf)
- 14.
Nieuwe inrichtingen / wijzigingen bestaande inrichtingen zonder vergunning / ontheffing / melding
- 15.
Geluidhinder van horecagelegenheden
- 16.
Gebruik als tuin / bedrijfsterrein in strijd met bestemming
- 17.
Illegale sloop (slopen zonder sloopvergunning) met asbest
- 18.
Bouw zonder vergunning categorie ernstige overtreding (zoals de bouw van een woning, bedrijfsgebouw, aan- / bijgebouwen groter dan 50 m2, openbaar toegankelijk bouwwerk, loods)
- 19.
Geluid- en lichthinder bij festiviteiten en evenementen
- 20.
Stankoverlast (Luchtkwaliteit, stookinstallaties, geur- en stofhinder)
- 21.
Geluid- en lichthinder bij festiviteiten en evenementen
- 22.
Opslag (opslag van stoffen, opslag in tanks)
- 23.
Afval (illegale stortingen / zwerfafval)
- 24.
Gebruik kleuren, materialen, details bij onderhoud in ernstige strijd met welstand
- •
3.2.5. Grijskleurspoor: Inspectietaken Alcolholwet
- A.
Taken en prioriteiten
Gebiedsgerichte inspectietaken Alcoholwet
Inrichtingseisen horecabedrijf
Gemiddeld
Leeftijdsgrenzencontrole drankverkoop jongeren
Laag
Controle reclame alcoholhoudende drank
Laag
- B.
Welke doelstellingen en kwaliteitseisen worden gesteld?
Themagerichte controles Alcoholwet
Arrangement
Gerichte inzet op afroep
Gebied
Geheel grondgebied
Bedreigingen
- •
Gebruik kansspelen zonder vergunning
- •
Geluid- en lichthinder
- •
Leeftijdsgrenzencontrole drankverkoop jongeren
- •
Controle reclame alcoholhoudende drank
- •
Verbod om horecabedrijf in afwijking van exploitatievergunning te exploiteren
Taken voor BOA die op Alcoholwet controleert
De volgende controles moeten uitgevoerd worden in 2022:
Controle paracommerciële inrichtingen:
Controle horeca inrichtingen:
Controle evenementen:
13 controles
10 controles
3 evenementen
De controles zijn met name gericht op de juistheid van de Drank- en horecavergunning en de naleving van de Drank- en horecavergunning en worden uitgevoerd door een blauwe BOA.
- •
3.2.6. Groen kleurspoor: Inspectieprofielen gebiedsgericht toezicht Groene BOA’s
- A.
Taken en prioriteiten
Vergunninggerichte controletaken
Het innemen van een ligplaats op de openbare wateren van de gemeente in afwijking van de vergunning op basis van de Verordening Leukermeer
Gemiddeld
Gebruik in afwijking van ontheffing op basis van de Boswet
Laag
Omgevingsvergunningen voor de kap van bomen en herplantverplichtingen
Gemiddeld
Gebiedsgerichte inspectietaken
Het innemen van een ligplaats op de openbare wateren van de gemeente zonder vergunning
Laag
Het verbod om watersportvoorzieningen te realiseren binnen bepaalde in de verordening aangewezen gebieden
Laag
Het verbod om waterscooters te gebruiken binnen toepassingsgebied
Gemiddeld
Kappen van houtbestanden waarop Boswet van toepassing is
Hoog
Gebruik van natuurgebieden als crossterrein door motoren
Hoog
Handelen zonder benodigde ontheffing (Flora en fauna)
Gemiddeld
Vuur stoken zonder de benodigde ontheffing / in strijd met verboden
Gemiddeld
- B.
Beschikbare toezichtcapaciteit
Er is naar verwachting 2400 uur aan Groene BOA-capaciteit voorhanden in 2022. Geheel 2022 heeft de gemeente de beschikking over 2 Fulltime groene BOA’s (Domein II) die hun noodzakelijke diploma’s behaald hebben.
- C.
Hoe verdelen we de beschikbare toezichtcapaciteit over de diverse taken met prioriteit?
Inspectieprofiel watergebieden Maas, Voorhaven, Leukermeer en Reindersmeer
Arrangement
Patrouillemodel
Deelgebieden
Maas, Voorhaven, Leukermeer en Reindersmeer
Toezichtfrequentie
Gedurende vakantieseizoen dagelijkse inspecties / buiten vakantieseizoen maandelijkse inspecties
Urentotaal voor controles
1000 uren
Waarden
- •
Rust
- •
Diversiteit
- •
Natuurbeleving
- •
Cultuurhistorische waarden
Bedreigingen en punten van aandacht voor toezicht
- •
Geldig vaarbewijs (snelle motorboot)
- •
Negeren in- en uitvaartverbod
- •
Brandblusser/reddingsvest aan boord
- •
Gebruik deugdelijke dodemansknop/koord
- •
Toegestane max. snelheid overschrijden (Leukermeer)
- •
Bestuurder snelle motorboot < 18 jaar.
- •
Registratienummer goed lees/zichtbaar op snelle motorboot
- •
Toezicht op openbare orde en veiligheid op en rondom het water
- •
Controle inname ligplaatsen zonder of in afwijking van vergunning
- •
Toezicht op verbod om waterscooters te gebruiken
- •
Toezicht op verbod watersportvoorzieningen te realiseren
- •
Toezicht op visserijwet
- •
Toezicht op illegaal kamperen / overnachten
- •
Overtredingen van de Opiumwet en gebruik alcohol door minderjarigen
- •
-
Inspectieprofiel buitengebied en recreatiegebieden v.w.b. overtredingen opgenomen in de APV van de gemeente Bergen
Arrangement
Patrouillemodel
Gebied
Buitengebied
Toezichtfrequentie
Doorlopende controle van het gebied. Bij aanwezigheid in de gebieden oog hebben voor eventuele overtredingen.
Urentotaal voor controles
400 uren
Bedreigingen
- •
Overtredingen van de Opiumwet en gebruik alcohol door minderjarigen
- •
Plukverbod paddenstoelen
- •
Vuur stoken
- •
Parkeerexcessen/overlast
- •
Voor recreatief nachtverblijf zonder toestemming rechthebbende overnachten
- •
Overtredingen afvalstoffenverordening
- •
Art. uit Verordening Leukermeer e.o.
- •
Illegale kap
- •
Stroperij
- •
-
Inspectieprofiel visvijvers en oevers langs de Maas, beken, recreatiegebied het Leukermeer en Kampergeul
Arrangement
Patrouillemodel
Gebied
Rondom de watergebieden
Toezichtfrequentie
Doorlopende controle van het gebied. Bij aanwezigheid in de gebieden oog hebben voor eventuele overtredingen.
Urentotaal voor controles
400 uren
Bedreigingen
- •
Visserijwet
- •
Overtredingen van de Opiumwet en gebruik alcohol door minderjarigen
- •
Stroperij
- •
Milieufeiten (o.a. vuur stoken, afval)
- •
Illegale visserij
- •
Illegaal kamperen
- •
Afval achterlaten/dumpen afval
- •
Wet dieren (WED)
- •
Verordening Leukermeer e.o. ( o.a. aanlegplaatsen, gebruik steigers, verbod waterscooters, innemen ligplaatsen)
- •
-
Toezicht en handhaving in de bossen en natuurterreinen waarvoor toegangsbepalingen gelden (overtreding Art. 461 W.v.Str)
Arrangement
Patrouillemodel
Gebied
In en rondom de natuur- en recreatiegebieden van de gemeente Bergen
Toezichtfrequentie
Doorlopende controle van het gebied. Bij aanwezigheid in de gebieden oog hebben voor eventuele overtredingen.
Urentotaal voor controles
600 uren
Waarden
- •
Bebossing en open gebied
- •
Recreatief en agrarisch
Bedreigingen
- •
Zwemmers in natuurgebieden (Reindersmeer)
- •
Aan de oevers recreërende mensen
- •
Loslopende hond(en)
- •
Ruiters buiten aangegeven ruiterroute
- •
ATB’ers op gemarkeerde wandelroutes
- •
Met gemotoriseerd verkeer (crossmotoren/quads/auto’s)
- •
Het zich begeven buiten wegen en paden
- •
In gebied begeven tussen zonsondergang en zonsopgang
- •
Achterlaten afval en illegale stort van afval
- •
Vernielingen aanbrengen
- •
Stroperij
- •
Vuur stoken
- •
Illegale kap
- •
Overtredingen van de Opiumwet en gebruik alcohol door minderjarigen
- •
- D.
Welke doelstellingen en kwaliteitseisen worden gesteld?
Doelstellingen Groene Kleurspoor
- 1.
Er wordt gedurende het gehele jaar conform de vastgestelde inspectieprofielen gecontroleerd (in totaal 2400 uur aan patrouilles).
- 2.
We zijn een gemeente met veel natuur waar veel in wordt gerecreëerd. Naarmate de gebieden drukker bezocht worden wordt hier ook meer actief en structureel gecontroleerd op de naleving van regelgeving.
- 3.
Op jaarbasis wordt als richtlijn gehanteerd dat minstens 70 processen-verbaal worden uitgeschreven.
- 4.
In 2022 vindt er rondom natuurgebieden stelselmatige opsporing plaats van illegale gronddepots, kappen van bomen, nieuwe ongemelde uitwegen, oneigenlijk gebruik van recreatiegebieden en hondenoverlast.
- 5.
In 2022 zal het meest intensief door de groene BOA’s gecontroleerd worden op de volgende plekken: Het Eendenmeer, het Reindersmeer,het Leukermeer, de Baand (zuidelijke hoogwatergeul) evenals de bekende drukke plekken langs de Maas.
- 6.
Er worden 6 grootschalige acties gepland om in samenwerking met BOA’s die aangesloten zijn bij het regionale handhavingsconvenant te controleren op onder andere illegale mountainbike-, motorcross- en stroperij-activiteiten. Tijdens deze acties wordt ook gecontroleerd op onder andere visstroperij, aantasting van flora en fauna, overtreden van toegangsverboden en het dumpen van afval.
- 7.
In 2022 zal de fulltime groene BOA een projectleidersrol vervullen om met collega BOA’s van het SBB, het Limburgs Landschap en de Provincie (ongeveer 4 a 6 personen) twee kleinschalige acties organiseren op het gebied om de illegale cross- en mountenbike-prakijken aan te pakken.
- 8.
Iedere groene BOA heeft minstens 1 keer per maand weekenddienst. Daarnaast is er voor die weekenden dat er geen groene BOA in het veld actief is gewaarborgd dat één groene BOA piketdienst heeft en bereikbaar en voor inzet paraat is, indien zich calamiteiten voordoen of er bijzondere meldingen binnenkomen.
- 9.
Tijdens Nederlandse en Duitse feestdagen evenals vakanties is er in 2022 altijd een groene BOA op Bergen grondgebied actief.
- 10.
Per kwartaal worden geanonimiseerde overzichten van alle overtredingen die de BOA’s op het grondgebied van de gemeente Bergen gesignaleerd hebben aan SSiL aangeleverd om deze voor intern gebruik op een interactieve kaart zichtbaar te maken.
- 11.
In 2022 heeft de controle op het correct gebruik van routes door de diverse doelgroepen (wandelaars, mountainbikers, ruiters) prioriteit. Met name het gebruik van intensieve wandelroutes door mountainbikers dient daar waar dit niet is toegestaan aangepakt te worden.
- 1.
3.3. Juridische handhavingstaken
- A.
Taken en prioriteiten
Het is de primaire insteek van het handhavingsbeleid om te bezien of er in onderling overleg goede structurele oplossingen gevonden kunnen worden voor activiteiten die overtredingen opleveren. Voor die zaken die niet in goed overleg opgelost kunnen worden en waar een handhavingsprocedure voor gestart worden, geldt het volgende. Indien er sprake is van een werkvoorraad van nieuwe handhavingszaken dienen de zaken die op basis van de het onderstaande schema de hoogste score hebben gekregen het eerste opgepakt te worden.
Score-onderdelen die de prioriteit van de op te pakken zaken uitmaken
- 1)
De ernst van het concrete feitencomplex en de negatieve gevolgen voor de leefomgeving bij niet handhaven. Voorbeeld: Is er sprake van een constructieve wijziging ten opzichte van de vergunde situatie of gaat het om “cosmetische” wijzigingen aan het pand. Ander voorbeeld: De aard van de doeleinden waarvoor de bouwwerken gebruikt worden en de kans dat daarbij ongelukken ontstaan. Te denken is aan de opslag van gevaarlijke stoffen, giftige dampen in onvoldoende geventileerde gebouwen etc. (20)
- 2)
Lengte termijn dat overtreding al voortduurt (recente overtredingen behoren meer prioriteit te hebben dan lang bestaande) / actualiteit van regels op basis waarvan gehandhaafd wordt (indien ze ten gunste van de overtreder zullen wijzigen is handhaving minder dringend) (10)
- 3)
Rendement van handhaving (kans op succes optreden afgezet tegen de kosten en tijd) (10)
- 4)
Legaliseerbaarheid van de situatie. Zaken die legaliseerbaar zijn worden niet op het spits gedreven. (5)
- 5)
Overtreding visueel waarneembaar voor derden al dan niet vanaf openbare weg (5)
- 6)
Verwachte duur overtreding zonder maatregelen (hoe korter hoe minder punten) (5)
- 7)
Financieel voordeel overtreder bij overtreding (5)
- 8)
Individuele belangen andere burgers in gedrang (5)
- 9)
Ontstaat er een negatief precedent bij het nalaten maatregelen te treffen? (5)
- 10)
Werkt situatie andere overtredingen in de hand (5)
- 11)
Heeft de overtreder zich eerder aan (een vergelijkbare) overtreding schuldig gemaakt (5)
- 12)
Imago gemeente (hoe beter hoe meer punten) (5)
- 13)
Verwijtbaarheid en verschoonbaarheid overtreder (5)
- 14)
Wordt de overtreding daadwerkelijk beëindigd door handhavend op te treden of is het waarschijnlijk dat de overtreding zich verplaatst naar een andere locatie, of handhaving tot andere problemen leidt (5)
- 15)
Spelen er op het terrein van andere disciplines zaken die met de overtreding samenhangen (integrale handhaving: gebiedaspecten, milieuaspecten etc.) (5)
- 16)
Lopende projecten, gevallen van dezelfde aard die projectmatig worden aangepakt worden eerder behandeld. (5)
- 17)
De hoogte van de leges en tijd die het kost om de noodzakelijke procedures te doorlopen zijn voor mensen ook belangrijke argumenten om te overwegen of zij wel of niet bereid zijn om de geplande activiteiten te laten vergunnen. (5)
- 18)
Persoonlijke omstandigheden en financiële draagkracht van de overtreder. (5)
- 19)
Gelijkheidsbeginsel (leidt het treffen van handhavingsmaatregelen ertoe dat er capaciteitsproblemen kunnen ontstaan door precedentenwerking omdat er veel soortgelijke gevallen in de gemeente spelen). Kun je het maken om er niet-projectmatig tegen op te treden? (5)
TOTAAL
- 1)
- B.
Benodigde en beschikbare personele capaciteit
Juridische / beleidstechnische handhavingstaken uitgevoerd door vast personeel
Benodigde uren op jaarbasis bij vast personeel
Aanschrijvingen vervaardigen en juridische procedures begeleiden m.b.t. overtredingen RO/bouw/APV/Brandveiligheid
1800 uur
Aanschrijvingen vervaardigen en juridische procedures begeleiden m.b.t. overtredingen milieu
200 uur
Handhavingscoördinatie en begeleiding van stagiaire (toezicht op programmatische aansturing) en inrichting van zaaksystemen
200 uur
Opstellen van jaarprogramma, -jaarverslag, aanpassen beleidstukken
100 uur
Juridisch advieswerk en werkzaamheden in verband met voorbereiding op inwerkingtreding Omgevingswet, wijzigingen van systeem rondom Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen en Wet kwaliteitsborging
400 uur
TOTAAL
2700 uur
Er is naar schatting ongeveer 2700 uur aan juridische personele capaciteit benodigd om alle werkzaamheden die verwacht worden te verrichten die voortvloeit uit voornoemde taken. Er is ongeveer 2600 uur aan juridische personele capaciteit beschikbaar, dus er is een licht tekort aan capaciteit.
- C.
Welke doelstellingen en kwaliteitseisen worden gesteld?
Doelstellingen (juridische) handhavingsinspanningen
- 1.
Er wordt gestreefd om tenminste 55 nieuwe handhavingszaken op jaarbasis op te pakken
- 2.
Er wordt naar gestreefd om zoveel mogelijk maar minimaal 25% van de zaken in de informele fase via goed overleg en onderzoek naar toelaatbare alternatieven op te lossen
- 3.
Er wordt naar gestreefd om tenminste 55 handhavingszaken op jaarbasis op te lossen en af te ronden
- 4.
Minstens 80% van de handhavingsbeschikkingen hebben standgehouden op het moment dat ze onherroepelijk worden.
- 1.
Hoofdstuk 4: Wijze van uitvoering controles
4.1 Wordt er aangekondigd of onaangekondigd gecontroleerd?
Het toezicht gebeurt normaal gesproken aangekondigd, tenzij de inschatting is dat door een onaangekondigde controle plaats te laten vinden (verrassingselement) een meer natuurgetrouw en vollediger beeld verkregen kan worden van de situatie zoals die zich normaal gesproken in de praktijk voordoet.
4.2 Hoe wordt inhoud gegeven aan efficiënte en effectieve toetsing door integraal te werken?
Beleidskeuzes integraal toezicht gemeente Bergen |
|
|
|
|
|
4.3 Samenwerking met andere bestuursorganen, organisaties en dienstverleners
4.3.1: Regionale uitvoeringsdienst Limburg Noord (RUDLN)
Op 27 maart 2012 is de ‘Bestuursovereenkomst RUD Limburg-Noord’ (Bok RUDLN) door alle Noord- en Midden-Limburgse gemeentes ondertekend. In deze overeenkomst is onder andere bepaald dat er met het oog op het uitvoeren van de toezichtstaken conform de kwaliteitscriteria die hier krachtens de Wabo aan gesteld worden diverse toezichtstaken op het gebied van milieuregelgeving bij de RUDLN zijn ondergebracht. Het betreft de volgende toezichtstaken.
- •
Toezicht op: Sloopwerkzaamheden in opdracht van bedrijven of instellingen.
- •
Het oprichten en in werking hebben van een omgevingsvergunningplichtige inrichting waarvoor B&W het bevoegd gezag is. Dit betreft in totaal circa 1/3 van de inrichtingen in onze gemeente.
- •
Activiteiten waarvoor krachtens provinciale verordening een vergunning is vereist.
- •
Activiteiten die op 1 januari 2009 aanlegvergunningplichtig zijn op grond van de Wro.
- •
Activiteiten met stoffen, preparaten en GGO’s die onder een Amvb op grond van titel bodemkwaliteit voor zover het die activiteiten betreft.
- •
Het milieutoezicht bij bodemsanering, sanering van bedrijfsterreinen en lozing van grondwater bij bodemsanering en proefbronnering voor zover het die activiteiten betreft.
- •
Het milieutoezicht bij bedrijfsmatige activiteiten met betrekking tot gevaarlijke afvalstoffen, bedrijfsafvalstoffen en ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen, asbest, vuurwerk, bouwstoffen, grond, baggerspecie, meststoffen, dierlijke vetten, radioactief schroot, destructiemateriaal, explosieven voor civiel gebruik of andere gevaarlijk stoffen, voor zover het die activiteiten betreft. Het gaat hierbij om het ketengerichte toezicht.
De hiervoor genoemde taken worden de basistaken genoemd, waarvoor bij wet is bepaald dat deze bij een RUD ondergebracht moeten worden. De Bok RUDLN is inmiddels aangepast vanwege nieuwe inzichten waaronder de toename van taken die bij de RUD worden belegd. De wens van meerdere partners was om meer taken dan enkel de basistaken onder de RUD-paraplu te brengen. Verder zijn taken van de provincie overgeheveld naar de gemeenten welke ook bij de RUD zijn belegd.
Met ingang van 1 januari 2015 heeft de gemeente Bergen alle milieutaken onder de RUD-paraplu gebracht. Het betreft alle vergunningverlening, toezicht, handhaving en specialistische taken op het gebied van milieu. Daarnaast is het specialisme ‘constructieve veiligheid’ onder de RUD-paraplu gebracht. De situatie is momenteel zo dat het milieutoezicht bij agrarische bedrijven in de gemeente Bergen in de praktijk via de RUD Limburg-Noord uitgevoerd wordt. Het milieutoezicht bij de overige bedrijven in onze gemeente wordt in principe uitgevoerd door de eigen gemeentelijke toezichthouder milieu. In 2016 is de gemeentelijke Kwaliteitsverordening vastgesteld waarin bepaald is op welke wijze we aan de regionale kwaliteitseisen op het gebied van de uitvoering van WABO-taken willen voldoen. Sinds oktober 2017 geldt een Gemeenschappelijke Regeling Regionale Uitvoeringsdienst Limburg Noord (GR RUD LN). Zie: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2017-61521.html
4.3.2: Samenwerking met politie en justitie
In de Sanctie- en gedoogstrategie Limburg die ook door de gemeente Bergen gevolgd wordt is bepaald in welke gevallen politie en justitie bij handhavingszaken betrokken worden. Ten aanzien van milieugerelateerde overtredingen wordt de overtreding van de zogenaamde ‘gekwalificeerde kernbepalingen’ ook aan de politie gemeld opdat deze ook strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Daarnaast worden overtredingen van de regels van het omgevingsrecht die niet via bestuursrechtelijke maatregelen hersteld kunnen worden en een overtreding van de Wet economische delicten of andere strafrechtelijke wetsartikelen opleveren bij de politie gemeld.
Daarnaast wordt de politie om assistentie gevraagd in handhavingszaken waar de gemoederen hoog op kunnen lopen en toezichthouders zich bedreigd kunnen voelen of bij het verrichten van hun taken onrechtmatig gehinderd worden door de overtreders of andere belanghebbenden.
4.3.3: Samenwerking met BOA’s van Het Limburgs landschap, de provincie Limburg en het waterschap
Momenteel zijn er van verschillende instanties buitengewone opsporingsambtenaren en toezichthouders actief op het grondgebied van de gemeente Bergen. Tot deze instanties behoren onder andere: Natuurmonumenten, sportvisserij Limburg, Staatsbosbeheer, Provincie Limburg, de politie en het Limburgs Landschap.
Ieder van deze opsporingsambtenaren en toezichthouders doet waarnemingen op Bergens grondgebied die ook van waarde voor andere instanties kunnen zijn. Een betere onderlinge communicatie, afstemming en gecoördineerde inzet met betrekking tot bepaalde issues (zoals de aanpak van afval- en asbestdumpingen, crosspraktijken en stroperij) kan een grote meerwaarde voor de gemeente hebben. In januari 2019 heeft de gemeente Bergen ingestemd met het bevoegdheidsconvenant ‘Handhaving in de natuur in de provincie Limburg’.
Dit convenant beoogt een goede samenwerking te bewerkstelligen op het gebied van de informatiewisseling en maakt het tevens mogelijk dat de buitengewoon opsporingsambtenaren van de deelnemende partijen op elkaars grondgebied (werkgebied) van hun bevoegdheden gebruik kunnen maken.
Het grote voordeel van deze convenant-constructie is dat we te allen tijde zelf bepalen kunnen of we assistentie aan andere instanties verlenen en dat we naar believen hulp kunnen vragen aan andere instanties. De coördinatie van oproepen voor gezamenlijke acties ligt bij de Provincie en politie, dus er komt voor de gemeente geen extra coördinerend werk bij, terwijl we er wel voordelen van hebben.
4.3.4: Samenwerking met douane, belastingdienst, NVWA, GGD en arbeidsinspectie
Deze samenwerking is beperkt tot themagerichte integrale handhavingsacties. Wanneer het vermoeden bestaat dat zich op een bepaalde locatie een groot aantal tekortkomingen voordoet die (ook) voor de douane, belastingdienst, voedsel- en warenautoriteit, GGD en/of arbeidsinspectie relevant kunnen zijn worden deze instanties ook voor het uitvoeren van de controle verzocht om aan te geven of zij behoefte hebben deel te nemen aan een onaangekondigde controle op de locatie waar de overtredingen vermoed worden. In het verleden heeft de gemeente Bergen een dergelijke integrale controle op verschillende kampeerterreinen in de gemeente plaats laten vinden.
4.3.5: Inschakelen van professionele rechtshulp (advocaten)
In sommige gevallen kan een bepaald resultaat (herstel in rechtmatige toestand) zowel bereikt worden door een publiekrechtelijk handhavingstraject te volgen als in te steken op een civielrechtelijk handhavingstraject (normaal gesproken is het volgen van het civielrechtelijke traject echter op basis van de zogenaamde ‘Tweewegen-leer’ uitgesloten wanneer een publiekrechtelijk traject gevolgd kan worden). In deze situaties heeft het de voorkeur in te steken op het volgen van een publiekrechtelijk handhavingstraject. Voor het initiëren van civielrechtelijke procedures geldt namelijk vaak verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat wat de gemeente veel geld kan kosten. Met het oog op het beperken van de met handhavingprocedures gemoeide kosten dient er zo spaarzaam mogelijk gebruik gemaakt te worden van de inschakeling van professionele rechtshulp.
Indien de gemeente zelf aansprakelijk wordt gesteld in een civiele procedure bestaat er echter vaak de mogelijkheid om deze kwestie door de verzekeraar te laten behandelen omdat de gemeente hiervoor verzekerd is.
4.3.6: Regionaal uitvoeringsteam (ACT / RIT) en het Flexibel regionaal uitvoeringsteam (FRIT)
Er worden in 2021 ervaringen opgedaan in het Regionaal uitvoeringsteam (RIT) en het Flexibel regionaal uitvoeringsteam (FRIT), het eerste team heeft ten doel ondermijning tegen te gaan, het tweede team heeft ten doel overtredingen met betrekking tot de huisvesting van arbeidsmigranten tegen te gaan.
Door deze samenwerking wordt beoogd om belasting-, premie-, uitkeringsfraude terug te dringen, misbruik en oneigenlijk gebruik van toeslagen alsmede overtredingen van arbeidswetgeving en daarmee samenhangende misstanden de kop in te drukken en concrete aanknopingspunten te vinden die voor toetsen op basis van de Wet BIBOB relevant zijn. De bedoeling is dat tijdens de looptijd van deze pilot alle risicovolle werkgevers, uitzendbureaus, huisvesters en de samenhang tussen deze actoren voor de gemeente Bergen in beeld gebracht wordt.
Dit onderzoek zal in samenwerking met 8 landelijke ketenpartners (waaronder de belastingdienst, de Immigratie- en naturalisatiedienst, het UWV, de SVB en de inspectie SZW) plaatsvinden. Om onderling relevante gegevens uit te kunnen wisselen en samen te kunnen werken is begin 2021 een convenant tussen partijen gesloten en heeft de gemeente Bergen ook de “Samenwerkingsovereenkomst voor Interventieteams 2017 (LSI)”.
Hoofdstuk 5: Vormgeving juridisch handhavingstraject (aanschrijvingstraject)
Na het constateren van een overtreding wordt de sanctiestrategie gehanteerd volgens standaard het driestappentraject. Binnen de gemeentelijke organisatie zal de sanctiestrategie zoveel mogelijk uniform toegepast worden. Een op te leggen sanctie kan zijn: een last onder dwangsom, bestuursdwang of het intrekken van een vergunning/ontheffing.
Standaard: 3-stappentraject
De keuze voor drie stappen is ingegeven door het inzicht dat enerzijds een overtreder de ruimte dient te krijgen zijn gedrag aan te passen en maatregelen moet kunnen nemen. Anderzijds mag het handhavingstraject niet onevenredig lang worden met het gevaar dat er onvoldoende zicht is op het beëindigen van de illegale situatie.
- 1.
Mondeling contact en eerste aanschrijving (sommatiebrief)
De overtreder wordt door middel van een brief op de overtreding gewezen en krijgt de mogelijkheid om binnen een gestelde termijn de overtreding te beëindigen en eventuele schade te herstellen. In alle gevallen waarin dit (redelijkerwijs) mogelijk is dient vóór het versturen van de eerste brief mondeling contact gezocht te worden om de overtreder in kennis te stellen van de actie die vanuit de gemeente geïnitieerd zal worden naar aanleiding van de bevindingen. Wanneer tijdens dit mondelinge contact goede afspraken gemaakt kunnen worden over de beëindiging van de overtreding kan ervoor gekozen worden om het versturen van de sommatiebrief achterwege te laten. Het achterwege laten van de sommatiebrief dient echter uitzondering te vormen om vertragingstactieken de kop in te drukken en geen misverstanden te laten bestaan over datgeen wat concreet gevorderd wordt. 1 Mensen wordt vooraf medegedeeld dat ze deze brief kunnen verwachten en waarom deze gestuurd wordt. Bij de overtreding van een kernvoorschrift in de milieuvergunning volgt direct een brief naar het Openbaar Ministerie.
- 2.
Hercontrole en vooraanschrijving zienswijze
Als geconstateerd wordt dat aan het eerste schrijven geen gehoor is gegeven, wordt naar de overtreder een bestuurlijke waarschuwing verstuurd met een nieuwe termijn. Daarbij wordt duidelijk gemaakt welke sancties de gemeente open staan om de overtreding te beëindigen en eventuele schade te herstellen. De politie (het Openbaar Ministerie) heeft hierbij de mogelijkheid om ook strafrechtelijk op te treden. De keuze om wel of niet strafrechtelijk op te treden is volledig aan het Openbaar Ministerie te bepalen. Strafrechtelijk optreden is hier wel als uitgangspunt gehanteerd.
- 3.
Oplegging en uitvoering bestuursrechtelijke beschikking
Als ook de bestuurlijke waarschuwing niet tot het gewenste resultaat heeft geleid, legt de gemeente conform de procedure van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb-procedure) een handhavingsbeschikking op. Na het verstrijken van de termijn in deze beschikking worden de aangekondigde sancties geëffectueerd.
Afwijkend: 2-stappentraject
Van het 3-stappentraject kan in de volgende situaties worden afgeweken:
- •
Indien legalisatie van overtreding praktisch uitgesloten is
- •
In geval van recidive (notoire overtreders van voorschriften van niet geringe ernst)
In dat geval zijn dit de twee stappen:
- 1.
Vooraanschrijving met gelegenheid zienswijze in te dienen
- 2.
Handhavingsbesluit met redelijke begunstigingstermijn
Uitzonderlijk: 1-staptraject
Van het 2 en 3-stappentraject kan in de volgende situaties worden afgeweken:
- •
De overtreding heeft betrekking op een situatie met acuut gevaar voor de volksgezondheid, grove veronachtzaming veiligheidsvoorschriften of dreigende onomkeerbare schade voor landschap of milieu. In deze situatie wordt direct een handhavingsbeschikking opgelegd zonder of met een zeer korte termijn voor herstel. Van deze situatie wordt direct de politie op de hoogte gesteld zodat zij kan overwegen strafrechtelijk op te treden..
- •
Wanneer bestuursrechtelijk optreden geen oplossing biedt, bijvoorbeeld omdat er sprake is van onherstelbare schade, vindt overleg met de politie plaats om tot een strafrechtelijke vervolging te komen.
- •
Wanneer tussenstappen/interventies een effectieve bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van ongewenste situaties/overtredingen dan zal die mogelijkheid worden benut. Hierbij valt te denken aan het voeren van een mondeling gesprek met de betrokkene om snel tot resultaat te komen.
- •
Indien zich de omstandigheden voordoen als bedoeld in de artikelen 4:8 lid 2 of 4:11 Algemene wet bestuursrecht.
In dat geval is dit de enige stap:
- 1.
Handhavingsbesluit met korte of geen begunstigingstermijn (deze volgt al dan niet onverwijld na het toepassen van bestuursdwang en opmaken van een proces-verbaal)
Hoofdstuk 6: Waarborging middelen en inzet personele capaciteit
6.1 Benodigde en beschikbare capaciteit
6.1.1. Benodigde en beschikbare capaciteit vergunningverleningstaken
Taken vergunningverlening |
Benodigd in 2022 |
Naar verwachting beschikbaar in 2022 |
Vergunningverlening RO/bouw |
3400 uur * |
3300 uur |
Vergunningverlening milieu |
790 uur |
800 uur |
Vergunningverlening APV, Drank- en horecawet en bijzondere wetten |
780 uur |
820 uur |
TOTAAL |
4.970 uur |
4.920 |
*Coronamaatregelen zorgen er waarschijnlijk ook in 2022 nog voor dat er minder evenementen zijn dan gebruikelijk is. Het gevolg hiervan is dat er minder evenementenvergunningen beoordeeld en verleend hoeven te worden. Dit resulteert in ongeveer 100 uur aan overcapaciteit op deze functie. Deze uren kunnen in 2022 besteed worden om de mee te helpen bij de behandeling van vergunningaanvragen RO/bouw. Hierdoor is er waarschijnlijk nagenoeg voldoende personele capaciteit aanwezig voor het uitvoeren van de werkzaamheden.
6.1.2. Benodigde en beschikbare capaciteit toezicht- en handhavingstaken
Taken toezicht en handhaving |
Benodigd in 2022 |
Naar verwachting beschikbaar in 2022 |
Toezichttaken RO/bouw |
1400 uur |
1400 uur (verdeeld over 3 eigen medewerkers) |
Toezichttaken milieu |
1600 uur |
1600 uur (1160 uur met eigen medewerkers en 440 uur RUD) |
Toezichttaken Brandveiligheid |
300 uur |
300 uur (100% externe medewerkers VLRN) |
Toezichttaken Blauwe BOA |
2200 uur |
2300 uur (eigen medewerkers) |
Toezichttaken BOA Drank- en horecawet |
100 uur |
100 uur (eigen blauwe BOA) |
Toezichttaken Groene BOA |
2400 uur |
2400 uur (eigen medewerkers) |
Juridische handhaving milieu |
100 uur |
100 uur (eigen medewerker) |
Juridische handhaving overige zaken |
2700 uur |
2600 uur (eigen medewerkers) |
6.2 Financiële borging
Benodigde competenties personeel |
Dekking met eigen personeel? |
Wat zijn de kosten voor benodigde externe inhuur |
Welke budgetten hebben we beschikbaar voor externe inhuur? |
Vergunningverlening Bouw |
Ja |
|
Het budget voor het benodigde vaste personeel is beschikbaar. |
Vergunningverlening milieu |
Deels |
€ 17.500,- |
Het budget voor het benodigde vaste personeel is beschikbaar. Er is structureel € 17.700,- van het budget FCL 6.723.100 (milieubeheer) ECL 34016 (milieuadvies) beschikbaar. Dit bedrag is waarschijnlijk volledig benodigd voor bekostiging van de RUD-medewerkers. |
Vergunningverlening APV, Drank- en horecawet en bijzondere wetten |
Ja |
- |
Het budget voor het benodigde vaste personeel is beschikbaar. |
Toezichttaken RO/Bouw |
Ja |
- |
Het budget voor het benodigde vaste personeel is beschikbaar. |
Toezichttaken Milieu |
Deels |
€ 16.000,- |
De externe inhuur van € 16.000,- wordt bekostigd uit het de restanten van de budgetten voor Vergunningverlening en Toezicht over het jaar 2021 (FCL 5.000.401 ECL 30.101). Dit budget is geheel benodigd om een externe milieutoezichthouder in te huren. |
Toezichttaken Brandweer |
Nee |
- |
De kosten voor het verrichten van deze toezichtstaken worden gedekte door de afdrachtsverplichting aan de Veiligheidsregio. |
Toezichttaken Blauwe BOA |
Ja |
- |
Het budget voor het benodigde vaste personeel is beschikbaar. |
Toezichttaken BOA Alcoholwet |
Ja |
- |
Het budget voor het benodigde vaste personeel is beschikbaar. |
Toezichttaken Groene BOA |
Ja |
- |
Het budget voor het benodigde vaste personeel is beschikbaar. |
Juridische handhavingstaken milieu |
Ja |
- |
Het budget voor het benodigde vaste personeel is beschikbaar. |
Juridische overige handhavingstaken |
Ja |
- |
Het budget voor het benodigde vaste personeel is beschikbaar. |
Kosten hulpmiddelen (Auto’s leasen, BRS, portofoons, kleding) |
NvT |
€ 13.500,- |
Een budget van € 13.500,- is voor 2022 gereserveerd van de post FCL 6.140.302 ECL (Hulpmiddelen). Hier zullen ook twee leasevoertuigen uit bekostigd dienen te worden |
Kosten en inkomsten handhavingsbesluiten |
NvT |
€ 5.000,- |
Indien dwangsommen ontvangen worden worden deze hiervan betaald, anders uit de begroting. |
Project- en advieskosten |
NvT |
€ 10.000,- |
Een budget van maximaal € 10.000,- is voor 2022 gereserveerd van de post FCL 6.140.302 ECL Project- en advieskosten. Er spelen enkele complexe handhavings- en vergunningszaken waarvoor in 2022 extern advies ingewonnen dient te worden. Projectkosten worden niet verwacht. |
Kosten externe inhuur |
NvT |
€ 7.000,- |
In verband met zwangerschapsverlof van één van de medewerkers zal er in 2022 tijdelijk een vervanger ingehuurd dienen te worden om de voortgang van handhavingszaken te kunnen garanderen. Geschat wordt dat hier zo’n € 7.000,- voor nodig is van de de post FCL 6.140.302 ECL Kosten externe inhuur. |
Proceskosten |
NvT |
€ 15.000,- |
Een budget van € 15.000,- is voor 2022 gereserveerd van de post FCL 6.140.302 ECL Proceskosten. |
TOTALE KOSTEN |
- |
€ 84.000,- |
€ 84.200,- |
Ondertekening
Bijlage 1 Toetsingsprotocol vergunningen bouw
Bijlage 2 Indeling van handhavingsgebieden
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl