Verordening van de gemeenteraad van de gemeente ’s-Hertogenbosch, houdende regels betreffende de heffing en de invordering van een toeristenbelasting 2023

Geldend van 26-11-2022 t/m 08-12-2023

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente ’s-Hertogenbosch, houdende regels betreffende de heffing en de invordering van een toeristenbelasting 2023

De gemeenteraad van de gemeente 's-Hertogenbosch,

in zijn vergadering van 8 november 2022,

gezien het voorstel met reg.nr. 14288060,

gelet op de Gemeentewet

besluit vast te stellen de

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente 's-Hertogenbosch, houdende regels betreffende de heffing en de invordering van een toeristenbelasting 2023

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Bed & Breakfast (B&B): (gedeelten van) gebouwen met als hoofddoel wonen, waarbij het bieden van verblijf met overnachting en ontbijt tegen welke vergoeding dan ook een nevenactiviteit is.

  • b.

    Hotels en pensions: (gedeelten van) gebouwen, waarbij het houden van verblijf met overnachting tegen welke vergoeding dan ook het hoofddoel is.

  • c.

    Jaarplaats: een arrangement voor het gedurende een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of vakantieonderkomen.

  • d.

    Kamerverhuur: (gedeelten van) woningen en andere verblijven, niet zijnde vakantieonderkomens, hotels/pensions, B&B ‘s en particuliere vakantieverhuur, die worden verhuurd dan wel te huur worden aangeboden aan niet-ingezetenen tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.

  • e.

    Mini-seizoenstandplaats: een arrangement voor het gedurende een seizoen plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of vakantieonderkomen lopend vanaf 13 mei tot en met 27 augustus.

  • f.

    Mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens/voertuigen welke bestemd zijn of gebruikt worden als vakantieverblijf en andere recreatieve doeleinden.

  • g.

    Na-seizoenstandplaats: een arrangement voor het gedurende een seizoen plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of vakantieonderkomen lopend vanaf 28 augustus tot en met 29 oktober.

  • h.

    Particuliere vakantieverhuur: (gedeelten van) verblijven die hoofdzakelijk bestemd zijn als woning, maar wel in bepaalde perioden van het jaar voor vakantieverblijf en andere recreatieve doeleinden worden verhuurd/te huur worden aangeboden.

  • i.

    Seizoenstandplaats: een arrangement voor het gedurende een seizoen plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of vakantieonderkomen lopend vanaf 1 april tot en met 29 oktober.

  • j.

    Vakantieonderkomens: recreatiewoningen, chalets, stacaravans en andere (delen van) verblijven die hoofdzakelijk bestemd zijn als vakantieverblijf en andere recreatieve doeleinden.

  • k.

    Voor-seizoenstandplaats: een arrangement voor het gedurende een seizoen plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of vakantieonderkomen lopend vanaf 1 april tot en met 18 juni.

  • l.

    Voor- en naseizoenstandplaats: een arrangement voor het gedurende een seizoen plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of vakantieonderkomen lopend vanaf 1 april tot en met 18 juni en van 28 augustus tot en met 29 oktober.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “toeristenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van degene die verblijft in een opvangcentrum of tehuis voor daklozen, thuislozen en drugsverslaafden;

  • 3.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g en h van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten dat zij verblijf houden.

Artikel 6 Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief bedraagt per persoon per overnachting in/op:

    • a.

      Hotels en pensions, Vakantieonderkomens, B&B’s, kamerverhuur en particuliere vakantieverhuur: € 4,40

    • b.

      Mobiele kampeeronderkomens en overige onderkomens: € 0,80

  • 2.

    In afwijking van hetgeen is bepaald in het eerste lid kan de belasting voor het houden van verblijf als bedoeld in artikel 2 in mobiele kampeeronderkomens en vakantieonderkomens naar vaste bedragen per standplaats worden geheven indien gedurende de gehele arrangementsperiode zoals weergegeven in sub a t/m f van dit artikel, hoofdzakelijk verblijf wordt gehouden door dezelfde persoon of personen. De belasting bedraagt dan:

  • a.

    Voor een seizoenstandplaats € 168,00;

  • b.

    Voor een voor-seizoenstandplaats € 120,00;

  • c.

    Voor een na-seizoenstandplaats € 120,00;

  • d.

    Voor een voor- en naseizoenstandplaats € 240,00;

  • e.

    Voor een mini-seizoenstandplaats € 120,00;

  • f.

    Voor een jaarplaats € 533,40.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak loopt van het begin tot het einde van elk kwartaal van een belastingjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Betalingstermijn

De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgende op die waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gesteld.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het inwerkingtreden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening Toeristenbelasting 2022”, vastgesteld bij het besluit van de gemeenteraad van ‘s-Hertogenbosch d.d. 9 november 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Toeristenbelasting 2023".

De gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch,

De griffier,

Drs. W. Amesz,

De voorzitter,

Drs. J.M.L.N. Mikkers

Ondertekening