Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Goeree-Overflakkee 2023

Geldend van 15-02-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023

Intitulé

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Goeree-Overflakkee 2023

De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 oktober 2022;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen:

de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Goeree-Overflakkee 2023.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overleden personen;

  • asbus: een bus ter berging van de as van een overledene;

  • begraafplaats: een gemeentelijke begraafplaats in de gemeente Goeree-Overflakkee;

  • begraafplaatsadministratie: de ambtenaren die belast zijn met beheer van het register van de begraafplaats;

  • beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • belanghebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • gebruik van een algemeen graf: gebruik maken van de gelegenheid tot het doen begraven van overleden personen in een algemeen graf;

  • gedenkteken: nagelvast verbonden voorwerp op het graf;

  • graf: een zandgraf of grafkelder;

  • grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf;

  • grafbeplanting: alle beplanting die op een graf is aangebracht en die door haar aard en omvang geschikt is voor een graf;

  • grafkelder: een betonnen constructie waarin een of meerdere overleden personen worden begraven of asbussen worden bijgezet;

  • grafrecht: het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf of particulier kindergraf dan wel het uitsluitend recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden van een urn in een particuliere urnennis of particuliere urnenkelder;

  • los voorwerp: een niet aard- en nagelvast aan het grafoppervlak verbonden voorwerp ter decoratie van het graf en/of ter nagedachtenis aan de overledene;

  • particulier dubbelgraf: twee naast elkaar gelegen enkeldiepe graven (1 laag) waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon een uitsluitend recht is verleend tot:

    • o

      het doen begraven en begraven houden van overleden personen;

    • o

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;

  • particulier graf: een enkeldiep graf (1 laag) graf of dubbeldiep graf (2 lagen) waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • o

      het doen begraven en begraven houden van overleden personen;

    • o

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;

  • particulier kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • o

      het doen begraven en begraven houden van levenloos geboren kinderen, alsmede van overleden kinderen tot 12 jaar;

    • o

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn met de as van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

  • particuliere graflaag: een begraaflaag in een dubbeldiep graf (twee begraaflagen) waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het begraven houden van een overleden persoon;

    • 2.

      het bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;

  • particuliere urnenkelder: kelder waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;

  • particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van overleden personen;

  • rechthebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven of het doen bijzetten in een particulier graf;

  • urn: een voorwerp ter berging van een asbus;

  • verstrooiingsplaats: een plaats waarop de as van een overledene kan worden verstrooid;

Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier enkeldiep of dubbeldiep graf, particulier dubbelgraf, particuliere graflaag, particulier urnengraf, particuliere urnenkelder, particuliere urnennis en particulier kindergraf.

Hoofdstuk 2 Bestemming en registratie

Artikel 3 Bestemming

  • 1. De begraafplaats is bestemd voor:

    • a.

      het begraven en begraven houden van overleden personen;

    • b.

      het begraven en begraven houden, bijzetten en bijgezet houden van asbussen en urnen;

    • c.

      het verstrooien van as van overleden personen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over de bestemming van de begraafplaats, waarbij de regels kunnen verschillen per begraafplaats en voor de te onderscheiden vakken en rijen.

Artikel 4 Register

  • 1. De administratie bevat een openbaar register van diegenen die zijn begraven of waarvan de as is bezorgd. Dit register bevat de naam, de geboortedatum en de datum van overlijden. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of de bijzetting. In de administratie zijn ook de gegevens van de rechthebbenden en de belanghebbenden van de graven met hun namen en adressen opgenomen. Dit deel is niet openbaar.

  • 2. De rechthebbenden en belanghebbenden zijn verplicht de wijziging van hun adres aan de begraafplaatsadministratie door te geven.

  • 3. Het register wordt bijgehouden door of namens burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk 3 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 5 Openstelling begraafplaatsen

  • 1. De begraafplaats is voor iedereen dagelijks toegankelijk tussen zonsopgang en zonsondergang.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de toegangen, de begraafplaats of delen van de begraafplaats tijdelijk sluiten, waardoor de begraafplaats of een gedeelte van de begraafplaats niet voor het publiek toegankelijk is.

  • 3. Het is verboden om op de begraafplaats te zijn gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek is geopend, behalve met toestemming van burgemeester en wethouders.

Artikel 6 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. Begraven en het bezorgen van as vindt plaats:

    • a.

      op werkdagen van 9.00 tot 16.00;

    • b.

      op zaterdag van 9.00 tot 15.00 uur.

  • 2. Voor het reserveren van tijden voor begraven en het bezorgen van as worden bloktijden gehanteerd van 2 uren.

  • 3. Op zondagen en algemeen erkende feest- en gedenkdagen vinden er geen begravingen, bijzettingen of bezorgingen van as plaats.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Hoofdstuk 4 Ordemaatregelen

Artikel 7 Verboden

  • 1. Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      zich op hinderlijke wijze te gedragen;

    • b.

      te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden;

    • c.

      op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;

    • d.

      zonder noodzaak op de graven te lopen;

    • e.

      te gaan zitten anders dan op de daartoe aangebrachte zitplaatsen;

    • f.

      de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen en de paden te bekladden, te beschadigen of op enige andere wijze te verontreinigen;

    • g.

      iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene;

    • h.

      dieren te begraven of as daarvan te verstrooien;

    • i.

      zonder toestemming of opdracht van de nabestaanden een uitvaart te fotograferen, te filmen of op een andere manier te registreren.

  • 2. Honden zijn op de begraafplaats toegestaan mits zij zijn aangelijnd.

  • 3. Het is verboden zich toegang tot de begraafplaats te verschaffen anders dan via de daarvoor bestemde ingangen.

  • 4. Het is verboden op de begraafplaats rijwielen, bromfietsen, rij- of voertuigen, met uitzondering van gehandicaptenvoertuigen, mee te nemen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden. In dat geval geldt een maximum snelheid van 10 km per uur.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de verboden.

Artikel 8 Ordehandhaving

  • 1. Bezoekers, deelnemers aan een plechtigheid, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2. Degenen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

  • 3. Het is bedrijven en instanties niet toegestaan werkzaamheden te verrichten aan graven en grafbedekkingen anders dan met toestemming van of namens burgemeester en wethouders De toestemming namens burgemeester en wethouders kan mondeling worden gegeven door de beheerder.

  • 4. In verband met werkzaamheden op de begraafplaats en ter handhaving van de orde op de begraafplaats kan de beheerder aan bezoekers de toegang tot de begraafplaats of een deel van de begraafplaats verbieden.

Artikel 9 Plechtigheden

Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de begraafplaatsadministratie. De beheerder stelt daarna in overleg met de aanvrager de datum, het uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze plaatsvindt vast.

Hoofdstuk 5 Uitgifte en indeling van de graven

Artikel 10 Uitgifte graven en asbezorging

  • 1. Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven;

    • b.

      particuliere urnenkelders;

    • c.

      particuliere urnennissen;

    • d.

      particuliere kindergraven.

  • 2. Op de begraafplaatsen kan de gemeente begraafruimte beschikbaar stellen in algemene graven.

  • 3. Algemene graven die zijn uitgegeven voor 1 januari 2023 kunnen na een schriftelijk verzoek van de belanghebbende omgezet worden in een particulier graf of een particuliere graflaag, onder toepassing van artikel 12.

  • 4. Bij het omzetten van een algemeen graf, zoals bedoeld in het derde lid, wordt, in geval het graf uit meerdere begraaflagen bestaat, per begraaflaag het uitsluitend recht voor een particuliere graflaag verleend aan een andere rechthebbende.

  • 5. Op de begraafplaatsen wordt de mogelijkheid geboden tot het verstrooien van as van een gecremeerd overleden persoon:

    • a.

      op een particulier graf met toestemming van de rechthebbende;

    • b.

      op een daartoe aangewezen strooiveld, voor zover aanwezig.

  • 6. Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast te stellen regels hoeveel overleden personen en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden begraven of bijgezet in de genoemde graven en hoeveel verstrooiingen van as er kunnen plaatsvinden op de genoemde graven.

  • 7. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels vaststellen voor de indeling en de inrichting van de begraafplaats en de graven, de bestemming van de grafvelden en het onderscheid in graven inclusief het in een of twee lagen begraven.

Artikel 11 Volgorde van uitgifte

  • 1. De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2. Bij de uitgifte van een particulier dubbelgraf vindt minimaal in een van beide graven een directe begraving plaats.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien:

    • a.

      dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is; en

    • b.

      het betreft de levenspartner of verwanten tot en met de tweede graad van een overledene dan wel personen die in een bijzondere relatie tot de overledene stonden.

  • 4. De uitgifte als bedoeld in het vorige lid is slechts mogelijk in combinatie met het naastgelegen graf van de overledene.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen van dit artikel afwijken voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

  • 6. Dit artikel is niet van toepassing op particuliere graflagen.

Artikel 12 Termijnen particuliere graven

  • 1. Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien, dertig of honderd jaar het recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2. Het uitsluitend recht op een particulier graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden of wiens asbus in de urnenkelder of urnennis wordt geplaatst en bewaard, onder de voorwaarden en de beperkingen van deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regels.

  • 3. Het uitsluitend recht op een particuliere graflaag geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in deze graflaag begraven wordt gehouden of wiens asbus in deze graflaag wordt bewaard, onder de voorwaarden en de beperkingen van deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regels.

  • 4. Burgemeester en wethouders verlenen een uitsluitend recht als bedoeld in het eerste lid slechts aan één rechthebbende.

  • 5. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met een termijn van vijf, tien of twintig jaar mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 6. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn van tien jaar afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn, zodanig dat de dan nog resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn van tien jaar.

  • 7. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 8. De in het vijfde lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven afgerond op vijf, tien of twintig jaren.

Artikel 13 Termijn algemene graven

  • 1. Algemene graven mogen voor een termijn van vijftien jaar worden gebruikt. Deze termijn kan niet worden verlengd.

  • 2. Een stoffelijk overschot in een algemeen graf kan na afloop van de uitgiftetermijn van alle begraaflagen en wanneer er een bovenliggende begraaflaag is met schriftelijke toestemming van de belanghebbende van de bovenliggende begraaflaag, op schriftelijk verzoek en op kosten van de belanghebbende, in een particulier graf worden herbegraven.

  • 3. Het gebruik van een algemeen graf wordt per begraaflaag aan een andere belanghebbende verleend.

  • 4. Algemene graven die zijn uitgegeven in de periode tussen 1 januari 2013 en 31 december 2022 kunnen op verzoek van de belanghebbende, na het verstrijken van een uitgiftetermijn van tien jaar, eenmalig opnieuw beschikbaar worden gesteld aan de belanghebbende voor het gebruik als een algemeen graf voor het begraven houden van de overledene in dit graf. Het algemeen graf kan in dat geval eenmalig opnieuw worden gebruikt onder de voorwaarden van het eerste en tweede lid van dit artikel.

  • 5. Het hernieuwde gebruik, zoals is benoemd in het derde lid, dient te worden aangevraagd door de belanghebbende voor het verstrijken van de eerste uitgiftetermijn van tien jaar.

Artikel 14 Grafkelder

Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden.

Hoofdstuk 6 Vereisten voor lijkbezorging

Artikel 15 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1. Degene die wil begraven, een asbus wil bijzetten of as wil verstrooien, treedt uiterlijk drie werkdagen voorafgaande aan de dag waarop de begraving, de bijzetting of de verstrooiing zal plaatsvinden in contact met de beheerder om hierover nadere afspraken te maken. Hij gebruikt hiervoor het digitale formulier dat de begraafplaatsadministratie hiervoor beschikbaar stelt. Daarnaast reserveert hij rechtstreeks de datum van de uitvaart in de digitale webagenda.

  • 2. Zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden hierbij niet als werkdag.

  • 3. Indien de burgemeester verlof heeft verleend om het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden te begraven, vindt het overleg met de beheerder zo spoedig mogelijk plaats.

Artikel 16 Delven en sluiten van het graf

  • 1. Het delven van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend worden uitgevoerd door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

  • 2. De nabestaanden kunnen sommige van deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. Zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden hierbij niet als werkdag.

Artikel 17 Te overleggen documenten

  • 1. Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is afgegeven aan de beheerder.

  • 2. De begraving of de bezorging van as in een bestaand particulier graf vindt alleen plaats met schriftelijke toestemming van de rechthebbende.

Artikel 18 Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1. Degene die wil begraven gebruikt uitsluitend lijkomhulsels, die zijn gemaakt van biologisch afbreekbare materialen die het doel van begraving niet belemmeren. De lijkomhulsels voldoen aan de meest recente regels van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), die hiervoor zijn vastgelegd in de ‘Technische adviezen voor de inrichting van begraafplaatsen en graven en voorschriften ten aanzien van asverstrooiing’.

  • 2. Degene die wil begraven is verplicht bij de aanvraag voor een begrafenis het gebruik van lijkhoezen aan de beheerder door te geven.

  • 3. Het is niet toegestaan voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van de overleden persoon belemmeren of voorkomen of vervuilend zijn.

Hoofdstuk 7 Grafbedekkingen

Artikel 19 Vergunning grafbedekking

  • 1. Het is verboden om zonder vergunning van burgemeester en wethouders grafbedekking, gedenktekens of andere aard- en nagelvast verbonden voorwerpen op graven te plaatsen of te verwijderen. De rechthebbende van een particulier graf dan wel de belanghebbende van een algemeen graf vraagt deze vergunning aan.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels vaststellen over de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking voor de verschillende soorten graven, de wijze van aanbrengen en over het aanbrengen of onderhoud van beplanting.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het tweede lid;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is; of

    • e.

      de tekst of afbeelding op het gedenkteken naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanstootgevend of kwetsend kan zijn.

  • 4. Op algemene graven op de begraafplaatsen in Den Bommel, Oude Tonge en Ooltgensplaat, waarin meerdere overledenen kunnen worden begraven, kan slechts een grafbedekking worden aangebracht wanneer het graf vol is.

  • 5. Op verzoek van de belanghebbende kunnen burgemeester en wethouders toestemming geven om in afwijking van het bepaalde in het vierde lid, voor zover het graven betreft waarin meerdere overleden personen kunnen worden begraven, de grafbedekking eerder aan te brengen. Voorafgaand aan het moment dat een bijzetting plaatsvindt in dit graf verwijderen burgemeester en wethouders in dat geval tijdelijk het aanwezige gedenkteken. Deze tijdelijke verwijdering is voor rekening en risico van de belanghebbende van de reeds in gebruik zijnde begraaflaag van dit graf.

  • 6. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een grafbedekking voor hun rekening en risico tijdelijk weg te nemen, indien dit voor het beheer van de begraafplaats noodzakelijk is.

Artikel 20 Onderhoud door gemeente

Burgemeester en wethouders voorzien uitsluitend in het algemeen onderhoud van de begraafplaatsen, waaronder mede wordt bedoeld het onderhoud van: paden, algemene bloemperken, gazons, inrichtingselementen (zoals watertappunten, zitbanken, afvalbakken), de omheining en de toegang van de begraafplaatsen.

Artikel 21 Onderhoud door rechthebbende en belanghebbende

  • 1. De rechthebbende of belanghebbende is verplicht de gedenktekens en de grafbeplanting behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Het afval dat vrijkomt bij het onderhoud dient door de rechthebbende of belanghebbende in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

  • 2. Indien de rechthebbende of de belanghebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen.

  • 3. Het verwijderde gedenkteken blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de belanghebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4. De verwijdering van het gedenkteken, zoals bedoeld is in dit artikel, vindt niet plaats dan nadat de recht- of belanghebbende schriftelijk is ingelicht over de toestand van het gedenkteken of de grafbeplanting.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan het gedenkteken te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar oordeel van burgemeester en wethouders het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of gevaar oplevert voor derden.

Artikel 22 Niet-blijvende grafbeplanting en losse voorwerpen

Niet-blijvende beplanting op een graf, losse bloemen, planten, kransen, linten, siervazen en andere losse voorwerpen, die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd. Het verwijderde vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 23 Aansprakelijkheid

  • 1. De in artikel 19 bedoelde gedenktekens en de beplantingen die op een particulier graf is geplaatst worden geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende te zijn aangebracht.

  • 2. De gemeente is niet aansprakelijk voor vermissing van de op of bij een graf of bij een urnennis geplaatste grafbedekking en voorwerpen of voor schade daaraan als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken.

  • 3. De gemeente is niet aansprakelijk voor vermissing van een urn die in een urnennis is geplaatst.

  • 4. Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken of afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een particulier graf of particuliere urnennis geschiedt namens de rechthebbende en is voor rekening en risico van de rechthebbende.

Hoofdstuk 8 Grafrechten

Artikel 24 Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2. De rechthebbende kan een grafrecht van een particulier graf overschrijven door een schriftelijk verzoek aan burgemeester en wethouders dat door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger is getekend. Ook na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon. De aanvraag moet hiertoe worden gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende.

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren.

  • 4. Bij ontvangst van het verzoek na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn, kunnen burgemeester en wethouders het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 25 Vervallen uitsluitend recht op een particulier graf

  • 1. De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend, zonder dat daarvoor een verlenging is aangevraagd;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het recht; of

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van de grafrechten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht of de betaling van de onderhoudsrechten -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van de uitgiftetermijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende of de belanghebbende -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt; of

    • c.

      indien de rechthebbende op een particulier graf is overleden en het recht niet binnen de in het tweede van lid artikel 24 gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3. In gevallen als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b en c en het tweede lid kan geen aanspraak worden gemaakt op enige vergoeding of terugbetaling van (een deel van) de betaalde kosten voor het uitsluitend recht, onderhoudskosten of eventuele andere kosten.

Artikel 26 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1. De rechthebbende of belanghebbende kan de eventueel op het graf aanwezige grafbedekking en de op het graf geplaatste losse voorwerpen gedurende een periode van één maand voor het vervallen van het grafrecht (particulier graf) of het verstrijken van de uitgiftetermijn (algemeen graf) zelf verwijderen of laten verwijderen.

  • 2. Na afloop van de in het eerste lid genoemde periode kan de rechthebbende of belanghebbende geen aanspraak meer maken op deze voorwerpen.

  • 3. De grafbedekking kan na het verstrijken van deze periode door of namens burgemeester en wethouders worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gedaan op enige (schade)vergoeding.

  • 4. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maken burgemeester en wethouders ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of aan de belanghebbende bekend.

Hoofdstuk 9 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 27 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen, anders dan op verzoek van de rechthebbende, wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt.

  • 2. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van stoffelijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met overblijfselen van stoffelijke resten worden geconfronteerd.

  • 3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van stoffelijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaatsen.

  • 4. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen van stoffelijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders.

  • 5. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 6. De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen van stoffelijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven.

  • 7. De rechthebbende op een particulier urnenkelder of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

  • 8. Ruiming en herbegraving zoals bedoeld in het vierde tot en met zesde lid zal niet eerder plaatsvinden dan na beëindiging van de minimale grafrusttermijn van de laatst in gebruik genomen begraaflaag.

  • 9. De kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van de werkzaamheden genoemd onder het vierde tot en met zevende lid komen voor rekening van de rechthebbende of belanghebbende van het betreffende graf of de betreffende urnennis.

Artikel 28 Uitvoering

  • 1. Het openen, sluiten en ruimen van graven, het opgraven en het opnieuw begraven van stoffelijke resten of een asbus (al dan niet met urn) in een ander graf op de begraafplaats geschiedt uitsluitend door of namens de beheerder.

  • 2. Het opgraven van stoffelijke resten en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn, dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. De beheerder kan voor deze werkzaamheden de begraafplaats tijdelijk geheel of gedeeltelijk sluiten.

Hoofdstuk 10 Historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 29 Lijst

  • 1. Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Alvorens tot ruiming van gedenktekens of graven wordt overgegaan onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk 11 Slotbepalingen

Artikel 30 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met het derde lid van artikel 5, het eerste, derde en vierde lid van artikel 7 en het eerste lid van artikel 19, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 31 Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten van burgemeester en wethouders die genomen zijn krachtens de verordening zoals genoemd in artikel 32 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de verordening zoals genoemd in artikel 32 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 32 Intrekken oude regeling

De Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Goeree-Overflakkee, vastgesteld op 12 december 2013 wordt ingetrokken.

Artikel 33 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2023.

Artikel 34 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Goeree-Overflakkee 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Goeree-Overflakkee op 10 november 2022

griffier, voorzitter,

drs. G. Brand mr. A. Grootenboer-Dubbelman