Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR683829
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR683829/1
Regeling vervallen per 01-01-2024
Verordening op de heffing en invordering van leges omgevingsvergunning gemeente Utrecht 2023
Geldend van 01-01-2023 t/m 31-12-2023
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van leges omgevingsvergunning gemeente Utrecht 2023De raad van de gemeente Utrecht;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 september 2022, met kenmerk 10418936
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet
besluit vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van leges omgevingsvergunning 2023 alsmede de daarbij behorende tarieventabel 2023 gemeente Utrecht
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als n e dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘Leges omgevingsvergunning’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Tarieven en heffingsmaatstaven
-
1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 5 Wijze van heffing
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 6 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 5:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 7 Kwijtschelding
Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 8 Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke teruggave van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet (Stb. 1994, 762) en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 9 Nadere regels met betrekking tot heffing en invordering
-
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot het vaststellen van de maatstaf leges omgevingsvergunning, activiteit bouw.
Artikel 10 Inwerkingtreding, overgangsbeapling en citeertitel
-
1. De Verordening Leges Omgevingsvergunningen 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan en op belastbare feiten waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.
-
3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2023.
-
4. De in paragraaf 1 genoemde normbladen worden bekendgemaakt door terinzagelegging op het Stadskantoor, Stadsplateau 1 te Utrecht
-
5. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Leges omgevingsvergunning gemeente Utrecht 2023.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 november 2023.
De griffier,
Merel van Hall
De burgemeester,
Sharon A.M. Dijksma
Tarieventabel behorende bij de verordening Leges omgevingsvergunning gemeente Utrecht 2023
1 Bebouwde omgeving: Omgevingsvergunning
Paragraaf 1: Begripsomschrijvingen
1.1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
1.1.1. investeringskosten: de investeringskosten als genoemd in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.
Indien het inrichten geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in dit hoofdstuk onder investering nodig voor de uitvoering verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch
verkeer zou moeten worden betaald voor het uitvoeren van het werk waarop de aanvraag betrekking heeft.
1.1.2. bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012),
voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad
laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde
in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
1.1.3. sloopkosten: de aannemingsom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt
wordt in dit hoofdstuk onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
1.1.4. Wabo: de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.1.5. In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
1.1.6. In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
Paragraaf 2: aanvraag om vooroverleg
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
2.1 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vooroverleg met betrekking tot een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat -in ieder geval-geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, wijziging-, sloop- of velactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.6, 3.7 en 3.9 van deze tabel, is gelijk aan de in die onderdelen bepaalde tarieven. |
|
2.2 Indien andere activiteiten als genoemd onder 2.1 en waarvoor in paragraaf 3 van deze tabel een tarief is bepaald, onderdeel uitmaken van de aanvraag om vooroverleg met betrekking tot een aanvraag om omgevingsvergunning, is het tarief voor die activiteiten gelijk aan de in de betreffende onderdelen bepaalde tarieven. |
Paragraaf 3: Omgevingsvergunning
3. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project:
de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of
handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in deze paragraaf en paragraaf 4 van dit hoofdstuk.
In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
3. 1. Bouwactiviteiten
3.1.1 Indien de aanvraag om een vergunning betrekking heeft op
een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van
de Wabo, bedraagt het tarief:
3.1.2. indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen |
3,01% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
161,25 euro |
3.1.3. indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen |
2,85% |
van de bouwkosten, met een minimum van: |
30.100,00 euro |
3.1.4. indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 50.000.000 bedragen |
2,58% |
van de bouwkosten, met een minimum van |
142.500,00 euro |
3.1.5. indien de bouwkosten meer dan € 50.000.000 bedragen |
1.290.000,00 euro |
vermeerderd met |
0,23% |
berekend over de bouwkosten meer dan € 50.000.000 |
3.1.6. Achteraf ingediende aanvraag
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1. bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit |
150% |
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een minimum van |
331,55 euro |
3.2. Aanlegactiviteiten
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
369,95 euro |
3.3 Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.: |
|
3.3.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 (binnenplanse afwijking), 2 (buitenplanse kleine afwijking) of 3 (buitenplanse afwijking) van de Wabo, dan wel artikel 2.12, tweede lid (tijdelijke afwijking), van de Wabo, artikel 2.12, eerste lid, onder b (afwijking van exploitatieplan) van de Wabo of artikel 2.12, eerste lid, onder d (afwijking van een voorbereidingsbesluit) van de Wabo wordt toegepast |
16% |
van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag met een minimumbedrag van |
369,95 euro |
3.3.2. indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast |
16% |
van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag met een minimumbedrag van |
369,95 euro |
3.3.3. indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid , van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid onder c, van de Wabo wordt toegepast |
16% |
van het op grond van onderdeel 3.1.1. verschuldigde bedrag met een minimumbedrag van |
369,95 euro |
3.4 Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit, noch zal zijn
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake zal zijn van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
3.4.1 indien artikel 2.12, eerste lid onder b (afwijking van een exploitatieplan) of d (afwijking van een voorbereidingsbesluit) van de Wabo wordt toegepast |
369,95 euro |
3.4.2 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) bij een investering nodig voor de uitvoering: |
|
Categorie A: > EUR 0 en ≤ EUR 100.000 |
10.849,45 euro |
Categorie B: > EUR 100.000 en ≤ EUR 1.000.000 |
17.997,70 euro |
Categorie C: > EUR 1.000.000 en ≤ EUR 10.000.000 |
30.251,95 euro |
Categorie D: > EUR 10.000.000 en ≤ EUR 20.000.000 |
43.784,00 euro |
Categorie E: > EUR 20.000.000 en ≤ EUR 50.000.000 |
61.399,25 euro |
Categorie F: > EUR 50.000.000 |
70.590,80 euro |
3.4.3 indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) |
369,95 euro |
3.4.4 indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) |
369,95 euro |
3.5 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
3.5.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief |
778,40 euro |
3.5.2 Het tarief genoemd onder 3.5.1. wordt verhoogd voor een bouwwerk of inrichting met een oppervlakte van: |
|
3.5.2.1 0 t/m 100 m2 |
516,65 euro |
3.5.2.2 101 m2 t/m 500 m2 |
516,65 euro |
vermeerderd per m2 boven het aantal van 100 m2 met |
3,18 euro |
3.5.2.3 501 m2 t/m 2.000 m2 |
1.788,65 euro |
vermeerderd per m2 boven het aantal van 500 m2 met |
1,66 euro |
3.5.2.4 2.001 m2 t/m 5.000 m2 |
4.278,65 euro |
vermeerderd per m2 boven het aantal van 2.000 m2 met |
0,49 euro |
3.5.2.5 5.001 m2 t/m 50.000 m2 |
5.748,65 euro |
vermeerderd per m2 boven het aantal van 5.000 m2 met |
0,08 euro |
3.5.2.6 meer dan 50.000 m2 |
9.348,65 euro |
vermeerderd per m2 boven het aantal van 50.000 m2 |
0,01 euro |
3.6 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
3.6.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief voor het wijzigen van een monument |
1,13% |
van de kosten van de uit te voeren werkzaamheden, met een minimum van |
162,85 euro |
3.6.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief |
2,20% |
van de kosten van de uit de voeren werkzaamheden, met een minimum van |
162,85 euro |
met een maximum van |
16.285,00 euro |
3.7 Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
369,95 euro |
3.8 Uitweg/inrit
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief |
347,35 euro |
3.9 Kappen
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief |
|
3.9.1 indien de aanvraag betrekking heeft op maximaal vijf bomen ( levende of in een combinatie van levende en dode bomen) |
646,55 euro |
3.9.2 indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan vijf bomen (hetzij levend hetzij dood hetzij een combinatie daarvan) geldt het tarief van 3.9.1 voor de eerste vijf bomen vermeerderd voor elke boom meer dan vijf bomen op dezelfde locatie in hetzelfde project met |
17,75 euro |
3.9.3 indien de aanvraag betrekking heeft op maximaal vijf dode bomen |
147,70 euro |
3.10 Handelsreclame
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief |
181,00 euro |
per m2 voor handelsreclame bestemde oppervlakte |
|
met een minimum van |
162,85 euro |
en een maximum van |
5.858,90 euro |
3.11. Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming
3.11.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in de Wet natuurbescherming bedraagt het tarief |
369,95 euro |
3.11.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in de Wet natuurbescherming |
369,95 euro |
3.12. Handelingen in het kader van de natuurbescherming
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van de Wet natuurbescherming ontheffing nodig is, bedraagt het tarief |
369,95 euro |
3.13. Andere activiteiten
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling |
|
3.13.1 behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief |
369,95 euro |
3.13.2 behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief |
369,95 euro |
3.14. Omgevingsvergunning in twee fasen
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
3.14.1 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft. |
|
3.14.2 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
3.15. Advies
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning |
369,95 euro |
3.16. Verklaring van geen bedenkingen
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven bedraagt het tarief |
369,95 euro |
3.17 Aanvraag omgevingsvergunning voorafgegaan door aanvraag om vooroverleg
3.17.1 Als de aanvraag om omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in paragraaf 2 van deze tabel, waarop de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft, bedraagt het tarief, onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden. |
0,00 euro |
3.17.2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om omgevingsvergunning gedaan: a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het vooroverleg betrekking had; b. in overeenstemming met de uitkomsten van het vooroverleg; c. binnen 26 weken na het laatste vooroverleg of, als het vooroverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving; |
Paragraaf 4 Vermindering
4.1 Indien de aanvraag om vooroverleg als bedoeld in paragraaf 2 van deze tabel of om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten waarvoor leges zijn verschuldigd, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen, handelingen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 3.11, 3.12, 3.15 en 3.16 bedraagt de vermindering bij vijf en meer activiteiten waarvoor leges verschuldigd zijn |
5% |
van de voor de activiteiten verschuldigde leges |
|
4.2 Indien de aanvraag om vooroverleg als bedoeld in paragraaf 2 van deze tabel of om een omgevingsvergunning als bedoeld in de onderdelen 3.1 en 3.3 betrekking heeft op |
|
4.2.1 de nieuwbouw van woningen met een BENG 3 > 100%, bedraagt de vermindering van de verschuldigde leges. Bij projecten met meerdere woningen wordt voor deze regeling de BENG 3 waarde bepaald door het gewogen gemiddelde te nemen van de woningen, op basis van gebruiksoppervlak |
50% |
4.2.2 de nieuwbouw van woningen met een BENG 3 > 150%, bedraagt de vermindering van de verschuldigde leges. Bij projecten met meerdere woningen wordt voor deze regeling de BENG 3 waarde bepaald door het gewogen gemiddelde te nemen van de woningen, op basis van gebruiksoppervlak |
100% |
4.2.3 de nieuwbouw van gebruiksfuncties anders dan woonfunctie, waarvoor in het Bouwbesluit art. 5.2 een grenswaarde voor de BENG 3 waarde is gegeven, met een gewogen BENG 3 waarde minimaal factor 1,50 hoger dan de norm uit het Bouwbesluit, bedraagt de vermindering van de verschuldigde leges |
50% |
4.2.4 de verbouw van woningen en andere gebruiksfuncties waarvan de BENG 3 waarde minimaal factor 1,75 beter dan de BENG 3 waarde van voor de verbouwing, bedraagt de vermindering van de verschuldigde leges. Bij projecten met meerdere woningen of gebruiksfuncties wordt voor deze regeling de BENG 3 waarde bepaald door het gewogen gemiddelde te nemen van de gebruiksfuncties, op basis van gebruiksoppervlak |
50% |
4.2.5 de realisatie van een zonne-energiesysteem, bedraagt de vermindering van de verschuldigde leges |
50% |
4.2.6 een initiatief dat een andere dan hierboven genoemde bijdrage levert aan de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen, bedraagt de vermindering maximaal van de verschuldigde leges. Hierbij staat de vermindering in verhouding tot de bijdrage aan de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen |
100% |
4.3 Voor de vermindering als genoemd in de onderdelen 4.2.1. t/m 4.2.6. geldt een maximumbedrag van |
68.568,75 euro |
Paragraaf 5 Teruggaaf
5.0 Teruggaaf bij vergunde aanvraag om omgevingsvergunning indien voorafgegaan door vooroverleg als bedoeld in paragraaf 2. |
|
5.0.1 Als de aanvraag om omgevingsvergunning wordt verleend, na te zijn voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in paragraaf 2 van deze tabel, bestaat aanspraak op teruggaaf van van de voor het vooroverleg verschuldigde leges. |
5% |
5.1 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag om vooroverleg als bedoeld in paragraaf 2 of om een omgevingsvergunning voor bouw-, wijziging-, sloop- of velactiviteiten |
|
5.1.1 Als een aanvrager zijn aanvraag om vooroverleg of om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, wijziging-, sloop- of velactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.6, 3.7 en 3.9, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. |
|
5.2 De teruggaaf bedraagt: |
|
5.2.1 indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan |
75% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
|
5.2.2 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.2.1. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan |
162,85 euro |
5.2.3 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.2.1. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan |
2.491,50 euro |
5.2.4. indien de aanvraag wordt ingetrokken na vier weken na het in behandeling nemen ervan |
60,0% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteiten verschuldigde leges |
|
5.2.5 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.2.4. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan |
162,85 euro |
5.2.6 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.2.4. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan |
3.986,35 euro |
5.3 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, wijziging-, sloop- of velactiviteiten, met inbegrip van monumenten |
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, wijziging-, sloop- of velactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.6, 3.7 en 3.9, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 26 weken na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt |
25% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
5.3.1 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.3. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan |
162,85 euro |
5.3.2 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.3. aan te betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan |
7.474,75 euro |
5.4 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, wijziging-, sloop- of velactiviteiten, met inbegrip van monumenten |
|
5.4.1 Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, wijziging-, sloop- of velactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.6, 3.7 of 3.9 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt |
30% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
5.4.2 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.4.1 aan te betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan |
162,85 euro |
5.4.3 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.4.1 aan te betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan |
6.976,30 euro |
5.5 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
Een bedrag minder dan |
331,80 euro |
wordt niet teruggegeven |
5.6 Geen teruggaaf legesdeel overige onderdelen |
|
Uitsluitend van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 3.1, 3.6, 3.7 en 3.9 wordt teruggaaf verleend. |
6. Intrekking omgevingsvergunning
6.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 5.3. van toepassing is |
369,95 euro |
7. Wijzigen omgevingsvergunning als gevolg van wijzigen project
7.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project |
5% |
van het verschuldigde legesbedrag voor de oorspronkelijke omgevingsvergunning |
|
met een minimum van |
162,85 euro |
met een maximum van |
7.474,75 euro |
8. In deze tarieventabel niet genoemde beschikking
8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze tarieventabel niet genoemde beschikking |
369,95 euro |
9. Niet ontvankelijke aanvraag
9.1 De leges voor het niet verder in behandeling nemen van een niet ontvankelijke aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel een tarief is opgenomen bedragen |
162,85 euro |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl