Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR683798
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR683798/1
Regeling vervallen per 01-01-2024
Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2023
Geldend van 01-01-2023 t/m 31-12-2023
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2023De raad van de gemeente Hengelo;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 september 2022;
gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de volgende
Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2023 (Verordening hondenbelasting 2023)
Artikel 1 Belastbaar feit
Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.
Artikel 2 Belastingplicht
-
1. Belastingplichtig is de houder van een hond.
-
2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.
-
3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 232, vierde lid, onderdeel a, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.
Artikel 3 Vrijstellingen
-
1. In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.
-
2. De belasting wordt niet geheven voor honden:
- a.
die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden;
- b.
die zijn opgeleid tot en dienen als assistentiehond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden;
- c.
die verblijven in een hondenasiel;
- d.
die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren;
- e.
die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;
- f.
waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma der Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging, mits de houder zich verbindt zijn hond met een geleider, aan wiens bevelen hij gehoorzaamt, op aanvraag ter beschikking van de politie te stellen;
- g.
waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma van het noodcomité van Het Nederlandse Rode Kruis of van de Nederlandse Vereniging van Rodekruishonden.
- a.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Artikel 5 Belastingtarief
1. |
De belasting bedraagt per belastingjaar: |
|
|
|
a. voor een eerste hond |
|
€ 88,32 |
|
b. voor een tweede hond |
|
€ 145,92 |
|
c. voor een derde hond |
|
€ 203,52 |
|
d. voor een vierde hond |
|
€ 261,12 |
|
e. voor iedere hond boven een aantal van vier |
|
€ 318,72 |
2. |
In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting per jaar voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, per kennel: Voor de toepassing van de vorige volzin wordt onder kennel verstaan een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren, bestemd en gebruikt voor het fokken van honden voor de verkoop of aflevering van nakomelingen. |
|
€ 376,32 |
3. |
Voor belastingbedragen tot maximaal € 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen hondenbelasting of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag. |
|
|
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, als dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting voor het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
Artikel 9 Termijnen van betaling
-
1. De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee kalendermaanden na de op het aanslagbiljet vermelde dagtekening.
-
2. In afwijking van het eerste lid kunnen op verzoek van de belastingplichtige de aanslagen in zoveel gelijke termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste twee bedraagt en maximaal 10, indien aan het navolgende wordt voldaan:
- a.
het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen hondenbelasting of andere belastingen moet minder zijn dan € 7.200,00;
- b.
de verschuldigde bedragen moeten door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven.
- a.
-
3. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
-
4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Overgangsrecht
-
1. De ‘Verordening hondenbelasting 2022’ van 10 november 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening hondenbelasting 2023’.
Ondertekening
Vastgesteld door de gemeenteraad van Hengelo
in de openbare vergadering van 9 november 2022,
de griffier,
de voorzitter,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl