Gemeente Rhenen Beheerverordening begraafplaatsen gemeente Rhenen 2023

Geldend van 01-01-2023 t/m heden

Intitulé

Gemeente Rhenen Beheerverordening begraafplaatsen gemeente Rhenen 2023

De raad van de gemeente Rhenen,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 september 2022;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Beheerverordening begraafplaatsen gemeente Rhenen 2023

Hoofdstuk 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen:

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • begraafplaatsen:

    • De gemeentelijke begraafplaats “Rhenen Stad” gelegen aan de Achterbergsestraatweg te Rhenen;

    • De gemeentelijke begraafplaats gelegen aan de Rijksstraatweg te Elst;

    • De gemeentelijke begraafplaats “Larikshof” gelegen aan de Autoweg te Rhenen.

  • particulier graf: een graf of keldergraf (een betonnen of gemetselde constructie), waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van overledenen en het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin de gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven en begraven houden van overledenen;

  • keldergraf: een betonnen of gemetselde constructie die in de grond is geplaatst en waarin één of meer overledene worden begraven en begraven gehouden of asbussen worden bijgezet;

  • kindergraf: een particulier graf waarin gelegenheid wordt geboden tot het begraven en begraven houden van een natuurlijk persoon beneden de 12 jaar en van levenloos geborenen;

  • dubbelgraf: twee enkele particuliere graven naast elkaar die toebehoren aan eenzelfde rechthebbende en waar plaatsing van een gezamenlijke grafbedekking is toegestaan;

  • urnengraf: een particulier graf, keldergraf daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • verzamelgraf: een terreingedeelte op de begraafplaats dat is ingericht voor de teraardebestelling van menselijke resten van overledenen uit graven op deze begraafplaats nadat de grafrechten zijn vervallen en/of de wettelijke grafrusttermijn is verlopen;

  • urnennis: een nis in een urnenmuur, een columbarium daaronder begrepen, bij de gemeente in beheer waarin de gelegenheid wordt geboden tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • gedenkplaats: een plaats bij de gemeente in beheer met een grafsteen, sierurn, gedenkplaat, herinneringsboom of ander gedenkteken ter nagedachtenis van een overledene;

  • asbus: een bus om as van een overledene in te bewaren;

  • urn: een voorwerp ter bewaring van 1 of meer asbussen;

  • verstrooiingsplaats: een plaats bij de gemeente in beheer waar as van een overledene kan worden verstrooid;

  • grafbedekking: monumenten of gedenktekens die op het graf of gedenkplaats zijn geplaatst;

  • gedenkplaat: een plaat voor een nis in een urnenmuur of columbarium die de nis geheel of gedeeltelijk afsluit, ook wel sluitplaat, voorzetplaat of urnentegel genoemd;

  • college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen;

  • beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen alsmede de planning van de uitvaarten en plechtigheden of degene die hem/haar vervangt;

  • administratie: de ambtenaar die belast is met de administratie van de graven en as bestemmingen of degene die hem/haar vervangt;

  • rechthebbende: een natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf of een particulier urnengraf;

  • gebruiker: een natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf, een urnennis of een algemene gedenkplaats is verleend;

  • eigenaar: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die met toestemming van de rechthebbende of gebruiker de grafbedekking op een graf in eigendom heeft;

  • belanghebbende: een verzamelnaam voor alle contactpersonen met een belang bij een graf, een natuurlijk persoon of rechtspersoon, niet zijnde een rechthebbende;

  • aanvrager: de persoon of rechtspersoon die – al dan niet door tussenkomst van een uitvaartondernemer - opdracht geeft voor een begrafenis, bijzetting, herdenkingsplechtigheid of asverstrooiing en hiervoor de betalingsplichtige is. Tevens de persoon of rechtspersoon die de uitgifte van een graf, urnengraf, urnennis, gedenkplaats of gedenkteken verzoekt en hiervoor de betalingsplichtige is;

  • wet: Wet op de lijkbezorging en de daaruit voortvloeiende regelgeving;

  • grafrecht: het uitsluitend recht op een particulier graf of urnengraf,

  • gebruiksrecht: het gebruiksrecht op het gebruik van een ruimte in een algemeen graf of ruimte in een urnennis;

  • plaatsingsrecht: het recht tot het doen aanbrengen van een gedenkplaatje op of bij een algemene gedenkplaats;

  • grafakte: de beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college een grafrecht wordt verleend;

  • lijkbezorging: het lichaam van een overledene of doodgeborene laten begraven of cremeren of op een andere bij of krachtens de wet voorziene wijze;

  • samenvoegen: het op verzoek van de rechthebbende samenvoegen van twee of drie lagen in een graf tot op de onderste laag, bij graven met meerdere lagen;

  • schudden: een vorm van ruiming van het graf waarbij de menselijke resten na afloop of na afstand van het grafrecht verdiept worden begraven, tot onder de onderste laag en waarbij het graf daarna weer opnieuw kan worden uitgegeven.

Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: keldergraf, urnengraf en kindergraf.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder ‘algemeen graf’ mede verstaan: algemene urnennis.

Artikel 3. Beheer

  • 1.

    Het beheer van de begraafplaatsen berust bij het college.

  • 2.

    Het beheer omvat:

    • a.

      dagelijkse leiding van de begraafplaatsen;

    • b.

      de bijbehorende administratie van de begraafplaatsen;

    • c.

      het onderhouden van de begraafplaatsen;

    • d.

      het bieden van faciliteiten voor lijkbezorging.

  • 3.

    Het college wijst één of meer verantwoordelijken aan voor het dagelijkse beheer en de administratie.

Hoofdstuk 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATSEN

Artikel 4. Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is niet toegestaan gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van begrafenissen of algemene herdenkingsbijeenkomsten.

Artikel 5. Ordemaatregelen

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te verrichten, dienen zich bij de aanvang van de werkzaamheden bij de beheerder te melden en zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3.

    Het college stelt via nadere regels aanvullende ordemaatregelen vast.

Artikel 6. Plechtigheden

  • 1.

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en andere plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren schriftelijk zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 7. Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van overledenen, de samenvoeging van menselijke resten en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 8. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die wil begraven, as wil bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk drie werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. Als er een grafnummer bekend is dan moet dit worden vermeld. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Als de burgemeester toestemming heeft gegeven om de overledene binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo snel mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    De volgende handelingen mogen alleen gedaan worden door personeel van de begraafplaats en onder toezicht van de beheerder: het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, het daarna sluiten van een graf en het bedienen van de hulpmiddelen.

  • 3.

    De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf uitvoeren. Dit mag alleen als zij hun wens hiervoor uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder kenbaar maken. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 9. Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1.

    Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkomhulsels, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Besluit op de lijkbezorging en de Technische adviezen voor inrichting begraafplaatsen, graven en asverstrooiing.

  • 2.

    In geval van ernstige en gerechtvaardigde twijfel of de materialen aan deze eis voldoen, kan de beheerder een controle instellen. Blijken de gebruikte materialen niet aan de eis te voldoen dan kan begraving geweigerd worden.

  • 3.

    Rechthebbenden of gebruikers zijn verplicht bij de aanvraag voor een begrafenis het gebruik van lijkhoezen aan de beheerder door te geven.

  • 4.

    Het is niet toegestaan om te begraven in een zinken of andere metalen of kunststof (binnen)kist.

  • 5.

    Het is niet toegestaan voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van het lichaam van een overledene belemmeren of voorkomen en/of vervuilend zijn.

  • 6.

    De beheerder kan bij het ter begraving aanbieden van een kist of ander lijkomhulsel verzoeken om een schriftelijke verklaring omtrent de aanwezigheid van de in voorgaande leden bedoelde materialen en voorwerpen.

  • 7.

    De beheerder kan door middel van steekproeven controleren of aan de bepalingen in dit artikel is voldaan.

Artikel 10. Over te leggen stukken

  • 1.

    Tot begraving wordt niet eerder overgegaan dan nadat het verlof tot begraven en het registratiedocument behorende bij het lijkomhulsel zijn overgelegd aan de beheerder. Het registratiedocument bevat een registratienummer dat overeenkomt met het nummer dat zichtbaar is aangebracht op het lijkomhulsel, de naam van de overledene, overlijdens- en geboortedata van de overledene dan wel het geslacht van de doodgeborene.

  • 2.

    Als de burgemeester toestemming heeft verleend om een overledene binnen 36 uur na het overlijden te begraven dient de bedoelde toestemming van de burgemeester te worden overlegd.

  • 3.

    Als de begraving of de bezorging van as in een bestaand particulier graf plaatsvindt, een opdrachtbevestiging ondertekend door de rechthebbende. Of als de rechthebbende is overleden, door de nieuwe rechthebbende. Als de administratie deze bevestiging niet binnen twee weken na het begraven of bezorgen van as in een bestaand graf heeft ontvangen, wordt de opdrachtgever automatisch aangemerkt als rechthebbende;

  • 4.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimumgrafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn. Deze periode moet zodanige zijn dat de dan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimumgrafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 5.

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren, gerekend vanaf de eerste begraving.

  • 6.

    De beheerder en administratie onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 11. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijden van begraving en bijzetting worden door het college bij nadere regels vastgesteld.

  • 2.

    De beheerder kan in bijzondere gevallen van de in dit artikel genoemde tijden afwijken.

Artikel 12. Gemeentelijke voorzieningen

  • 1.

    Het gebruik van gemeentelijke voorzieningen, voor zover aanwezig of beschikbaar, dient schriftelijk te worden aangevraagd bij de beheerder, uiterlijk 48 uur voorafgaande aan die waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden.

  • 2.

    Het college stelt nadere regels omtrent het gebruik van de ontvangstruimte, de aula en muziekinstallatie.

Hoofdstuk 4. INDELING EN UITGIFTE VAN GRAVEN, URNENNISSEN EN ASBEZORGING

Artikel 13. Indeling graven, asbezorging en gedenkplaatsen

  • 1.

    Op de begraafplaats(en) worden, voor zover de ruimte daarvoor toereikend is, uitgegeven:

    • a.

      particuliere (kelder-, dubbele) graven;

    • b.

      particuliere kindergraven;

    • c.

      particuliere urnengraven;

    • d.

      algemene urnennissen;

    • e.

      verstrooiingsplaats(en);

    • f.

      algemene graven.

    • g.

      algemene gedenkplaats(en);

  • 2.

    Sommige typen graven, urnenruimten, gedenkplaatsen of bepaalde diensten zijn soms niet, niet meer of nog niet op elke begraafplaats beschikbaar. Er bestaat geen recht op uitgifte of levering.

Artikel 14. Aantal overledenen in graven en asbussen in as voorzieningen

  • 1.

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel overledenen en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel bijzettingen van asbussen er in en op de particuliere urnengraven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen van de particuliere graven.

  • 2.

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel overledenen kunnen worden bijgezet in algemene graven. Asbus bijzettingen zijn niet toegestaan in algemene graven. Het college bepaalt tevens de afmetingen van de algemene graven.

  • 3.

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel asbussen met of zonder urn in urnennissen worden bijgezet.

Artikel 15. Volgorde van uitgifte

  • 1.

    Graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven, tenzij door de beheerder anders is bepaald. Reserveringen van graven is niet mogelijk.

  • 2.

    Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving/bijzetting en buiten de volgorde van uitgifte, als dit voor de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is.

Artikel 16. Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de particulieren graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en gebruiksvoorwaarden.

Artikel 17. Termijnen particuliere en algemene graven en urnennissen

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, na ontvangst van een aanvraag, het grafrecht op een particulier graf. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels de termijnen. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf wordt uitgegeven.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met via nadere regels vast te stellen termijnen, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    Als het grafrecht niet voor het einde van de termijn van de afloop van het recht is voldaan vervalt het grafrecht na het einde van die termijn terug aan de gemeente.

  • 4.

    Het gebruik van algemene graven en algemene urnennissen wordt verleend voor een bij nadere regels vast te stellen termijn. Deze termijn kan niet worden verlengd.

  • 5.

    De bijzetting van een asbus impliceert dat de rechthebbende of gebruiker opdracht geeft tot wijziging van de bestemming van de as in die zin dat de as dient te worden verstrooid, als het grafrecht niet wordt verlengd en niet tijdig voor afloop een andere bestemming kenbaar is gemaakt.

  • 6.

    Dubbelgraven worden uitgegeven voor een gelijke termijn vanaf eenzelfde datum en kunnen alleen gelijktijdig verlengd worden voor eenzelfde termijn. Bij een bijzetting waarbij de resterende termijn minder is dan de vereiste wettelijke grafrust van 10 jaar dienen de beide rechten gelijktijdig verlengd te worden met een gelijke termijn.

Artikel 18. Keldergraven

  • 1.

    Het college stelt bij nader vast te stellen regels voorwaarden aan het oprichten van nieuwe keldergraven.

  • 2.

    Het college stelt bij nader vast te stellen regels voorwaarden aan het gebruik van bestaande keldergraven.

  • 3.

    Het college stelt bij nader vast te stellen regels voorwaarden voor het wijzigen of intrekken van de vergunning voor reeds bestaande keldergraven.

  • 4.

    Voor het oprichten van een keldergraf is een vergunning vereist.

Artikel 19. Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon. Het college verbindt via nadere regels voorwaarden aan wie het grafrecht kan worden overgeschreven.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, als de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Als de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven of als de asbus met zijn/haar resten in het graf dient te worden bijgezet, moet het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand worden gedaan. Het college verbindt via nadere regels voorwaarden aan wie het grafrecht kan worden overgeschreven.

  • 3.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een graf dat inmiddels is geruimd.

  • 4.

    De rechthebbende en/of belanghebbende is verplicht om zijn/haar adresgegevens aan de administratie van de begraafplaats op te geven, alsmede de wijziging van hun adres.

Artikel 20. Vervallen grafrechten

  • 1.

    Het grafrecht vervalt:

    • a.

      door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;

    • b.

      als de rechthebbende afstand doet van het recht;

    • c.

      als de rechthebbende van een particulier graf is overleden en het recht niet binnen zes maanden is overgeschreven;

    • d.

      als de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2.

    Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      als de betaling van het grafrecht ondanks een aanmaning niet binnen zes maanden na aanvang van die termijn is gedaan;

    • b.

      als de rechthebbende ondanks een aanmaning in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      als de rechthebbende ondanks een aanmaning niet binnen een jaar overgaat tot herstel van een graf dat in verval is.

  • 3.

    Onder in verval zijnde graven wordt verstaan:

    • a.

      breuk van het monument;

    • b.

      een verzakking van het monument van meer dan 10 cm;

    • c.

      het onleesbaar afgesleten zijn van teksten;

    • d.

      beplanting buiten de toegestane afmetingen (groeiend boven de toegestane hoogte en buiten de grafafmeting);

    • e.

      omgevallen monumenten, dan wel monumenten die (deels) beschadigd zijn geraakt;

    • f.

      graven die een risico vormen voor de veiligheid van medewerkers en bezoekers van de begraafplaats (ondeugdelijke constructies volgens huidige richtlijnen).

  • 4.

    In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b, c en d en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.

Artikel 21 Afstand doen van graven

De rechthebbende kan schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particulier graf, ongebruikte graven inbegrepen. Hier staat geen vergoeding tegenover.

Hoofdstuk 5. GRAFBEDEKKINGEN EN GEDENKPLATEN URNENNIS

Artikel 22. Melding en vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het plaatsen van een grafbedekking dient een schriftelijke melding te worden gedaan bij de beheerder.

  • 2.

    De rechthebbende van een particulier graf dient de melding voor het hebben van een grafbedekking in.

  • 3.

    Het college stelt nadere regels vast omtrent de afmetingen, wijze van indienen van de melding, de aard en de wijze van aanbrengen.

  • 4.

    Het college gaat akkoord met de melding als aan onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

    • a.

      voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;

    • b.

      de grafbedekking geen afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen voldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking deugdelijk is;

    • e.

      de grafbedekking of het opschrift niet aanstootgevend is;

    • f.

      aan de financiële verplichtingen behorend bij de uitgifte van een graf is voldaan.

  • 5.

    Voor plaatsing van een grafbedekking en gedenkmonument is altijd een schriftelijke melding vooraf aan de beheerder vereist en vervolgens toestemming van de beheerder voor het tijdstip van en handelwijze bij plaatsing.

  • 6.

    Het college kan in speciale situaties de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen voor een grafbedenking en gedenkteken dat afwijkt van de voorwaarden van de gestelde nadere regels.

  • 7.

    Het college kan bij nadere regels het plaatsingsrecht regelen voor gedenkplaatjes bij algemene gedenkplaatsen.

  • 8.

    Als niet wordt voldaan aan de regels of aan de voorwaarden van de vergunning, kan de grafbedekking worden verwijderd en vervalt deze aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 23. Aansprakelijkheid

  • 1.

    Het plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking gebeurt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende op een particulier graf of de belanghebbende van een algemeen graf.

  • 2.

    Al hetgeen wat op het graf, in een urnennis en op de gedenkplaats geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende/gebruiker van het betreffende graf, urnennis of plaats te zijn aangebracht.

Artikel 24. Onderhoud door houder van de gemeente

  • 1.

    Het college voorziet slechts in het algemeen onderhoud van de begraafplaats. Dit betreft het onderhouden van de wegen en paden, bomen, algemeen groen en algemene voorzieningen zoals de watertappunten.

  • 2.

    Dit gebeurt tegen betaling door de rechthebbende of gebruiker van het daarvoor, volgens de verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten in de gemeente Rhenen, verschuldigde bedrag. Het college stelt nadere regels omtrent de onderhoudsbijdrage.

  • 3.

    De beheerder van de begraafplaats is gerechtigd om altijd, zonder toestemming van de eigenaar van de grafbedekking, overhangend groen van graven en beplanting die buiten en boven de toegestane maximale hoogte uitreikt, te snoeien of te verwijderen, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op een vergoeding.

Artikel 25. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  • 1.

    Het plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking gebeurt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker van het graf.

  • 2.

    De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Het college stelt nadere regels vast omtrent een nadere specificering en de wijze van onderhouden.

  • 3.

    Als de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan de beheerder de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de belanghebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 5.

    Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn als de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van de beheerder het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of als de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

  • 6.

    Schade als gevolg van brand, vandalisme, vorst, storm, bliksem, wateroverlast en andere van buiten komende oorzaken, is voor rekening van de rechthebbende of gebruiker.

Artikel 26. Grafbeplanting

  • 1.

    Niet-blijvende beplanting op een graf die, naar oordeel van de beheerder, in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op een vergoeding.

  • 2.

    Het college stelt nadere regels vast omtrent de aard, de afmetingen en de wijze van aanbrengen van grafbeplanting.

Artikel 27. Tijdelijke verwijdering grafbedekking

  • 1.

    Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve van de begraving van een overledene of de bijzetting van een asbus in het particulier graf geschiedt namens de rechthebbende en is voor rekening en risico van de rechthebbende.

  • 2.

    Een rechthebbende en eigenaar van een grafbedekking is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen door de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk worden verwijderd en herplaatst, als dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

  • 3.

    Een rechthebbende en eigenaar van een grafbedekking is verplicht te gedogen dat tijdelijk grond op een graf geplaatst wordt, als dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

Artikel 28. Verwijdering grafbedekking en gedenkplaat urnennis na verstrijken van de termijn

  • 1.

    De begraafplaatsbeheerder verwijdert na het verstrijken van de termijn van uitgifte de staande grafsteen van het graf of de gedenkplaat voor de urnennis.

  • 2.

    Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking of gedenksteen maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf-/gebruiksrecht afloopt per brief aan de rechthebbende of gebruiker bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of gebruiker niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking of gedenkplaat gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking of gedenkplaat zal worden verwijderd door middel van een bij het graf of urnennis te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

  • 3.

    Als de grafbedekking of gedenkplaat bij afloop van de graf-/gebruiksrechtentermijn niet verwijderd is, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4.

    Voorafgaande de verwijdering van de grafbedekking of gedenkplaat is melding aan en toestemming van de beheerder nodig over het tijdstip en wijze van verwijdering.

  • 5.

    Het college stelt nadere regels omtrent de verwijdering van de grafbedekking of gedenkplaat.

Artikel 29. Voorwerpen op en rond graven

  • 1.

    Het is niet toegestaan om losse voorwerpen te plaatsen achter en in de nabijheid van graven.

  • 2.

    Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijven de op de graven bevestigde voorwerpen ter beschikking van de eigenaar van de grafbedekking.

  • 3.

    Na afloop van het grafrecht of het gebruik, vervalt het recht op deze voorwerpen aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

Hoofdstuk 6. RUIMEN VAN GRAVEN EN URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 30. Ruimen, bezorgen van overblijfselen en as

  • 1.

    De beheerder zorgt ervoor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en de bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 2.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van overledenen worden begraven in het op de begraafplaats aanwezige verzamelgraf.

  • 3.

    De aanwezige asbussen in een graf en nis worden na afloop van het grafrecht/gebruikstermijn verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats. De verstrooiing vindt ambtshalve plaats, op een door de beheerder te bepalen tijdstip en plaats, zonder kennisgeving aan en buiten aanwezigheid van nabestaanden.

  • 4.

    De rechthebbende op een particulier graf of de gebruiker van een algemeen graf waarvan de rechten nog niet verlopen zijn kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te brengen voor crematie of herbegraving elders.

  • 5.

    Het college stelt nadere regels vast over het ruimen, samenvoegen, schudden, opgraven, bezorgen van overblijfselen en as.

Hoofdstuk 7. IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN BIJZONDERE GRAFBEDEKKING

Artikel 31. Lijst historische graven

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Van de in het eerste lid bedoelde lijst wordt aantekening gemaakt in het grafregister.

  • 3.

    Voordat tot ruiming van graven wordt overgegaan, onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de in het eerste lid bedoelde lijst te worden bijgeschreven.

  • 4.

    Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk 8. INRICHTING VAN HET REGISTER

Artikel 32. Voorschriften

  • 1.

    De administratie bevat een openbaar register van diegenen die zijn begraven of waarvan de as is bezorgd. In dit register worden de naam, de geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.

  • 2.

    De administratie houdt gegevens bij van alle rechthebbenden en gebruikers, alsmede belanghebbenden van de graven en urnennissen, met hun namen en adressen. Dit dossier is niet openbaar doch de gegevens van rechthebbenden en gebruikers kunnen worden verstrekt aan derden, als hun belangen dit rechtvaardigen.

  • 3.

    De rechthebbenden van particuliere graven, gebruikers van algemene graven en urnennissen en eigenaren van grafbedekkingen voor zover niet de rechthebbende of gebruiker van het graf, zijn verplicht de wijziging van hun NAW-gegevens binnen een maand aan de administratie van de begraafplaats door te geven.

  • 4.

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder en medewerker begraafplaatsadministratie.

Hoofdstuk 9. SLOTBEPALINGEN

Artikel 33. Beslissingsbevoegdheid

Het college kan in bijzondere gevallen van deze verordening afwijken als een belanghebbende een onvoorzien en onredelijk nadeel zou lijden door toepassing van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 34. Intrekking oude regeling

De Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Rhenen 2010 vastgesteld op 14 december 2010, wordt ingetrokken.

Artikel. 35. Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten die het college heeft genomen volgens de ‘Beheersverordening begraafplaats gemeente Rhenen 2010’ gelden als besluiten genomen volgens deze verordening.

  • 2.

    Heeft u een vergunningaanvraag ingediend voordat deze nieuwe verordening ingaat en is daarop nog niet besloten, dan wordt de aanvraag beoordeeld op basis van de ‘Beheersverordening begraafplaats gemeente Rhenen 2010’.

Artikel 36. Strafbepaling

Overtreding van enige bepaling van deze verordening of van een krachtens enige bepaling van deze verordening gegeven voorschrift wordt, voor zover niet reeds bij of krachtens de wet strafbaar gesteld, gestraft met een geldboete van de eerste categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 37. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2023.

Artikel 38. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ”Beheerverordening begraafplaatsen gemeente Rhenen 2023”;

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 november 2022

De raadsgriffier De voorzitter

Drs. K. Koopman Drs. J.A. van der Pas