Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR683739
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR683739/1
Regeling vervallen per 01-01-2024
Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Huizen 2023
Geldend van 19-11-2022 t/m 31-12-2023
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Huizen 2023De raad van de gemeente Huizen;
in vergadering bijeen op 3 november 2022;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d. 13 september 2022;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet, alsmede de beheersverordening begraafplaatsen gemeente Huizen;
b e s l u i t :
vast te stellen:
Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Huizen 2023
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
begraafplaats(en): de begraafplaats(en) Ceintuurbaan en Naarderstraat;
- b.
graf: een zandgraf of een keldergraf;
- c.
grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;
- d.
asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
- e.
urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;
- f.
particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- -
het doen begraven en begraven houden van lijken;
- -
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- -
het doen verstrooien van as;
- -
- g.
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
- h.
particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- -
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- -
het doen verstrooien van as;
- -
- i.
algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;
- j.
particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- k.
particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;
- l.
verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;
- m.
particuliere verstrooiingsplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om daarop as te doen verstrooien;
- n.
grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats.
Artikel 2. Belastbaar feit
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
Artikel 3. Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 5. Belastingjaar
-
1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
-
2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.
Artikel 6. Wijze van heffing
-
1. De onderhoudsrechten, bedoeld in 11.1 tot en met 11.5 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.
-
2. Andere rechten dan die bedoeld in 11.1 tot en met 11.5 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende nota waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de nota aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
-
1. De onderhoudsrechten, bedoeld in 11.1 tot en met 11.5 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 11.1 tot en met 11.5 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 11.1 tot en met 11.5 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten dan die bedoeld in 11.1 tot en met 11.5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 9. Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, moeten de rechten, bedoeld in 11.1 tot en met 11.5 van de tarieventabel, worden betaald in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
-
2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later.
-
3. Andere rechten dan die bedoeld in 11.1 tot en met 11.5 van de tarieventabel moeten binnen drie maanden na dagtekening van de nota worden betaald.
-
4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10. Kwijtschelding
Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 12. Overgangsrecht
-
1. De Verordening Grafrechten 2022, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 1 november 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 13. Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
Artikel 14. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten Huizen 2023.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 november 2022.
De griffier,
J. Veenstra
De voorzitter,
N. Meijer
Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten Huizen 2023
Hoofdstuk 1 - Huur- / kooprechten
1. |
Voor het uitsluitend recht tot het begraven van stoffelijke overschotten in een particulier graf voor een periode van 20 jaar wordt geheven: |
|
1.1 |
voor een oppervlakte benodigd voor een enkel graf |
€ 1.696,00 |
1.2 |
voor een oppervlakte benodigd voor een dubbel graf |
€ 3.392,00 |
1.3 |
voor een kindergraf |
€ 848,00 |
|
|
|
2. |
Voor iedere 10-jarige verlenging van het in het eerste lid vermelde recht wordt geheven: |
|
2.1 |
voor een enkel graf |
€ 848,00 |
2.2 |
voor een dubbel graf |
€ 1.696,00 |
2.3 |
voor een kindergraf |
€ 424,00 |
|
|
|
3 |
Voor een verlenging als bedoeld in de beheersverordening Begraafplaatsen gemeente Huizen wordt per jaar geheven: |
|
3.1 |
voor een enkel graf |
€ 84,80 |
3.2 |
voor een dubbel graf |
€ 169,60 |
3.3 |
voor een kindergraf |
€ 42,40 |
|
|
|
4 |
Voor het recht tot het begraven van één stoffelijk overschot in een algemeen graf voor een periode van 15 jaar wordt geheven: |
|
4.1 |
indien het een kindergraf betreft |
€ 172,35 |
4.2 |
in alle overige gevallen |
€ 561,55 |
|
|
|
5 |
Voor het uitsluitend recht tot het plaatsen van maximaal twee urnen in een urnennis of het bijzetten van maximaal 4 urnen in particulier urnengraf: |
|
5.1 |
voor een periode van 10 jaar |
€ 1.398,45 |
5.2 |
voor elke vijfjarige verlenging van dit recht |
€ 554,95 |
5.3 |
voor het bijzetten van een urn in een reeds uitgegeven nis |
€ 143,60 |
5.4 |
voor het bijzetten van een asbus in een uitgegeven (urnen)graf |
€ 316,95 |
5.5 |
voor het opgraven van een asbus uit een uitgegeven (urnen)graf |
€ 422,60 |
5.6 |
voor het ruimen van een particulier urnengraf wordt geheven |
€ 517,75 |
5.7 |
voor het verstrooien van as uit één asbus, op een hiervoor bestemde plaats |
€ 139,45 |
|
|
|
|
Nadere bepalingen: |
|
5.8 |
Voor het bijzetten van de as van een doodgeboren of binnen drie maanden na de geboorte overleden tweeling, drieling enz. mits de as in één asbus wordt geborgen, wordt slechts eenmaal recht geheven. |
|
5.9 |
Voor het bijzetten van de as van kinderen die beneden de leeftijd van drie maanden zijn overleden waarvan de as met die van de moeder wordt geborgen in één asbus, wordt geen recht geheven. |
|
5.10 |
De toeslag voor het bijzetten van een asbus op buitengewone uren, te weten: voor 09.30 en na 15.30 uur gedurende werkdagen, het bijzetten op zaterdag en bijzondere dagen wordt, tenzij dit door de burgemeester in het belang der openbare orde of gezondheid mocht zijn gelast, verhoogd tot 50% boven het reguliere tarief. |
|
|
|
|
|
In- en overschrijvingsrechten |
|
6. |
Voor het inschrijven of overboeken van graven wordt voor iedere inschrijving of overboeking het in de Wet op de lijkbezorging genoemde maximum recht geheven van |
€ 17,35 |
Hoofdstuk 2 - Begraven
7 |
Voor het begraven van een stoffelijk overschot wordt geheven: |
|
7.1 |
voor een persoon van 12 jaar en daarboven |
€ 1.701,90 |
7.2 |
voor een kind van 1 jaar en daarboven doch beneden 12 jaar |
€ 1.361,40 |
7.3 |
voor een kind beneden 1 jaar of doodgeboren |
€ 1.021,05 |
|
Nadere bepalingen |
|
7.4 |
Voor het begraven van stoffelijke overschotten van een doodgeboren of binnen drie maanden na de geboorte overleden tweeling, drieling enz. mits dit in dezelfde kist geschiedt, wordt slechts eenmaal het recht geheven. |
|
7.5 |
Voor het begraven van stoffelijke overschotten van kinderen die beneden de leeftijd van drie maanden zijn overleden en die in één kist met hun moeder worden begraven wordt geen recht geheven. |
|
7.6 |
De toeslag voor het begraven van een stoffelijk overschot c.q. bijzetten van een asbus op buitengewone uren, te weten: voor 09.30 en na 15.30 uur gedurende werkdagen, het begraven op zaterdag en bijzondere dagen wordt tenzij dit door de burgemeester in het belang der openbare orde of gezondheid mocht zijn gelast, verhoogd tot 50% boven het reguliere tarief. |
|
|
|
|
|
Op en herbegraven |
|
8 |
Voor het opgraven van een stoffelijk overschot, tenzij dit plaatsheeft op rechterlijk gezag, wordt geheven: |
|
8.1 |
voor het stoffelijk overschot van een persoon 12 jaar en daarboven |
€ 1.056,90 |
8.2 |
voor het stoffelijk overschot van een persoon van 1 tot 12 jaar |
€ 845,75 |
8.3 |
voor het opgraven tot 1 jaar of doodgeboren |
€ 697,55 |
|
|
|
9 |
Voor het herbegraven van een opgegraven stoffelijk overschot wordt, tenzij de opgraving op rechterlijk gezag heeft plaatsgehad, het recht volgens artikel 7.1 tot en met 7.6 van deze tabel geheven. |
|
9.1 |
Voor het ruimen van een particulier graf ( excl. begraven), wordt geheven |
€ 1.585,55 |
9.2 |
Voor het schudden van een particulier graf (incl. begraven), wordt geheven |
€ 1.902,00 |
9.3 |
De toeslag voor het schudden van een stoffelijk overschot op buitengewone uren, te weten: voor 09.30 en 15.30 uur gedurende werkdagen, het schudden op zaterdag en bijzondere dagen wordt, tenzij dit door de burgemeester in het belang der openbare orde of gezondheid mocht zijn gelast, verhoogd tot 50% boven het reguliere tarief. |
|
|
|
|
10 |
Voor het verkrijgen van een ontheffing van het verbod tot het plaatsen van een gedenkteken wordt een recht geheven van: |
€ 71,65 |
Hoofdstuk 3 - Onderhoudsrechten
11 |
Voor het van gemeentewege schoonhouden van een graf(steen), het onderhoud en het aanzien van de begraafplaats in het algemeen alsmede de zorg voor beplantingen, een en ander zoals vermeld in de beheersverordening begraafplaatsen gemeente Huizen, wordt per jaar geheven: |
|
11.1 |
voor een particulier graf: |
€ 178,90 |
11.2 |
voor een particulier kindergraf |
€ 59,10 |
11.3 |
voor een urnennis |
€ 59,10 |
11.4 |
voor een urnengraf |
€ 59,10 |
11.5 |
voor een algemeen graf |
€ 59,10 |
11.6 |
Nadere bepaling |
|
11.7 |
Wanneer gedenktekens en/of beplantingen een grotere oppervlakte dan één graf beslaan, dan wordt voor elke grafruimte extra waarover het gedenkteken en/of de beplanting zich uitstrekt, de helft van het in 11.1 genoemde tarief geheven. |
|
Hoofdstuk 4 - Afkoop onderhoudsrechten
12 |
De onder 11 bedoelde rechten kunnen na voorafgaande kennisgeving aan burgemeester en wethouders op de volgende wijze worden afgekocht: |
|
12.1 |
Bij de uitgifte indien het een particulier graf betreft, uitgegeven voor een termijn van 20 jaar, door betaling van het 20-voud daarvan; |
|
12.2 |
Bij de uitgifte indien het een algemeen graf betreft, uitgegeven voor een termijn van 15 jaar, door betaling van het 15-voud daarvan; |
|
12.3 |
Indien het een verlenging betreft, met 10 jaar of het veelvoud daarvan zoals aangegeven in de beheersverordening begraafplaatsen gemeente Huizen door betaling van het 10-voud of het veelvoud daarvan. |
|
12.4 |
Bij de uitgifte indien het een urnennis en urnengraf betreft, uitgegeven voor 10 jaar als bedoeld in beheersverordening begraafplaatsen gemeente Huizen, door betaling van het 10-voud daarvan. |
|
12.5 |
Indien het een verlenging betreft, met 5 jaar of een veelvoud daarvan zoals aangegeven in de beheersverordening begraafplaatsen gemeente Huizen door betaling van het 5-voud of het veelvoud daarvan. |
|
12.6 |
Tussentijdse afkoop, door betaling van de nog resterende jaren van onderhoud. |
|
12.7 |
Indien conform de beheersverordening begraafplaatsen gemeente Huizen, een verlenging plaatsvindt van de uitgifte van een particulier graf, dient voor dezelfde verlengingstermijn het uitsluitend recht tot begraven ineens te worden voldaan, alsmede het verschuldigde onderhoudsrecht door afkoop dan wel verlenging van de jaarlijks te betalen aanslag. |
|
12.8 |
De hoogte van de verschuldigde rechten is voor het uitsluitend recht tot het begraven gerelateerd aan de genoemde tarieven in 3.1. tot en met 3.3 van deze tabel. Met dien verstande dat de berekening van de hoogte van de verschuldigde rechten wordt gerelateerd aan het aantal jaren dat met de verlenging is gemoeid. |
|
12.9 |
De hoogte van de verschuldigde rechten is voor de onderhoudsrechten gerelateerd aan de genoemde tarieven in 11.1 tot en met 11.5 van deze tabel. Met dien verstande dat de berekening van de hoogte van de verschuldigde rechten wordt gerelateerd aan het aantal jaren dat met de verlenging is gemoeid. |
|
Hoofdstuk 5 - Schouwen van lijken
13 |
Voor het doen schouwen van een stoffelijk overschot door een gemeentelijke lijkschouwer op andere dan na te noemen dagen en tijden wordt geheven een recht van |
€ 42,65 |
13.1 |
Voor het doen schouwen van een stoffelijk overschot door een gemeentelijke lijkschouwer op werkdagen tussen 20.00 en 8.00 uur, tussen vrijdag 18.00 uur en maandag 8.00 uur, tussen 20.00 uur op de dag, voorafgaande aan een erkende christelijke feestdag of andere erkende feest- of herdenkingsdag en 8.00 uur van de dag volgende op een feest- of herdenkingsdag wordt geheven een recht van |
€ 82,30 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl