Subsidieregeling Noodsteun culturele instellingen 2022 ( coronaschade circulaires 2021 )

1. De aanvrager is een lokale cultuurinstelling of organisatie die culturele activiteiten uitvoeren met rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht, die als gevolg van de COVID-19 maatregelen en/of derving door de corona-nafase inkomsten ziet wegvallen.

2. De aanvrager is een culturele instelling of organisatie die culturele activiteiten uitvoert en die een actieve en substantiële bijdrage levert aan de gemeentelijke beleidsdoelen op het gebied van cultuur.

3. De aanvrager heeft minimaal drie jaar achter elkaar een subsidie van de gemeente ontvangen.

4. De aanvrager maakt, waar mogelijk, gebruik van vangnetregelingen, die door bijvoorbeeld het Rijk of koepelorganisaties in het leven zijn of worden geroepen.

5. De aanvrager heef niet-noodzakelijke uitgaven en/of variabele kosten maximaal teruggebracht en waar mogelijk getracht inkomsten te vermeerderen.

6. De aanvrager heeft ondanks het bepaalde in de leden 4 en 5, een continuïteits- en/of liquiditeitsprobleem als gevolg van de COVID-19 maatregelen en/of derving door de corona-nafase.

7. De aanvrager heeft geen winstoogmerk met het geheel aan activiteiten die het algemeen belang dienen. Winst uit commerciële taken van de aanvrager komen ten goede aan de kernactiviteit van de instelling of organisatie.

1. Afwijkend van artikel 7 van de Algemene Subsidieverordening Vlaardingen 2011 kan de subsidie worden aangevraagd tot en met 10 december 2022.

2. De aanvragen moeten in ieder geval bevatten:

• -

  de oorspronkelijke jaarbegroting voor 2022;

• -

  een bijgestelde jaarbegroting voor 2022;

• -

  een toelichting op de bijgestelde begroting voor 2022, waaruit blijkt welke wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting zijn toe te schrijven aan de COVID-maatregelen en/of derving door de corona-nafase , en waaruit blijkt welke maatregelen de aanvrager heeft genomen om het exploitatietekort te beperken;

• -

  indien van toepassing: een opgave waaruit blijkt van welke generieke steunmaatregelen de aanvrager gebruik heeft gemaakt.

1. De hoogte van het totale beschikbare bedrag voor culturele instellingen en organisaties is € 256.167,-.

2. De subsidie aan de aanvrager bedraagt maximaal de netto schade van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 als gevolg van de COVID-19 maatregelen en/of derving door de corona-nafase.

3. De subsidie wordt onder de aanvragers, die voldoen aan de eisen van de artikelen 2 en 4 van deze regeling, verdeeld naar rato op basis van de hoogte van de netto schade.

1. Onverminderd de verplichtingen van hoofdstuk 7 van de Algemene Subsidieverordening Vlaardingen 2011, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

• a.

  de subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan een steekproefcontrole door het college om te beoordelen of de subsidie terecht is verstrekt;

• b.

  de subsidieontvanger is verplicht aanspraak te maken op steunmaatregelen van het Rijk en/of fondsen waarvoor de subsidieontvanger tijdens de looptijd van de subsidie in aanmerking komt.

1. De subsidieontvanger dient uiterlijk op 1 juni 2023 een aanvraag tot subsidievaststelling in.

2. De aanvraag tot subsidievaststelling bevat in ieder geval:

• a.

  een overzicht van de inkomsten en uitgaven over 2022;

• b.

  een beschrijving van de afwijkingen t.o.v. van de bijgestelde begroting 2022 als bedoeld bij artikel 4 lid 2 van deze regeling;

• c.

  een toelichting waaruit blijkt welke maatregelen de subsidieontvanger heeft genomen om het exploitatietekort zo veel mogelijk te verkleinen;

• d.

  een toelichting waaruit blijkt op welke aanvullende steunmaatregelen de subsidieontvanger een beroep heeft gedaan;

• e.

  indien de subsidie meer dan € 50.000,- bedraagt: een accountantsverklaring.

1. Deze nadere regels treden in werking op de dag na die waarop zij zijn bekend gemaakt en werken terug tot 1 januari 2022.

2. Deze regeling vervalt op 31 december 2022.