Aanwijzingsbesluit gemeentelijke functionarissen gemeente Dalfsen

Geldend van 27-05-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Aanwijzingsbesluit gemeentelijke functionarissen gemeente Dalfsen

Het College van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Dalfsen;

Gelezen het voorstel van de eenheid Bedrijfsvoering, nummer Z/22/671851;

Gelet op Titel 5.2 en Afdeling 10.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht en de in dit besluit opgenomen bijzondere wettelijke voorschriften;

Get op de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren die per 1 januari 2020 in werking is getreden;

b e s l u i t:

vast te stellen het “Aanwijzingsbesluit gemeentelijke functionarissen gemeente Dalfsen

Aanwijzingsbesluit gemeentelijke functionarissen gemeente Dalfsen

Artikel 1

Het college van burgemeester en wethouders wijst aan:

  • 1.

    Als secretaris op grond van artikel 102 van de Gemeentewet: de persoon die voor de gemeente Dalfsen de functie van gemeentesecretaris bekleedt;

  • 2.

    Als loco-secretaris op grond van artikel 106 van de Gemeentewet: de personen, die voor de gemeente Dalfsen de functie van domeinmanager of concerncontroller bekleden, met de opdracht aan deze loco-secretarissen om in geval van afwezigheid van de gemeentesecretaris onderling te regelen wie in voorkomend geval daadwerkelijk als loco-secretaris optreedt;

  • 3.

    Als gemeentearchivaris op grond van artikel 32, derde lid van de Archiefwet 1995: de gemeentesecretaris / algemeen directeur;

  • 4.

    Als heffingsambtenaar op grond van artikel 231, tweede lid, onderdeel b., van de Gemeentewet, voor de heffing van de volgende belastingen: Baatbelasting, Leges, Lijkbezorgingsrechten , Precariobelasting (hoofdstuk 3 en 4 van de tarieventabel), Rioolaansluitingsrecht: de Adviseur belastingen en fiscaliteiten;

  • 5.

    Als invorderingsambtenaar op grond van in artikel 231, tweede lid, onderdeel c., van de Gemeentewet: de Allround medewerker financiën

  • 6.

    Als medewerkers belastingen op grond van artikel 231, tweede lid, onderdeel d., van de Gemeentewet:

    • a.

      De medewerker domein Dienstverlening (adviseur belastingen en fiscaliteiten);

    • b.

      De medewerker domein Dienstverlening (adviseur GEO-informatie: adviseur IV en allround medewerker documentatie en informatie: medewerker gegevens II);

    • c.

      De teamleider financiën;

    • d.

      De teamleider(s) van de domeinen Dienstverlening, Ruimte en Samenleving;

    • e.

      De medewerker domein Dienstverlening (Medewerker Beleidsuitvoering II, III en IV);

    • f.

      De medewerker domein Ruimte, medewerker Verkeer en Vervoer (medewerker beleidsuitvoering III);

    • g.

      De medewerker KCC (Medewerker Publiek III);

    • h.

      De medewerker Burgerzaken frontoffice (Medewerker Publiek II);

    • i.

      De medewerker KCC backoffice burgerzaken (medewerker gegevens III);

    • j.

      De medewerker domein Samenleving (medewerker publiek I);

    • k.

      De medewerker Boete, terugvordering en verhaal (medewerker beleidsuitvoering III);

  • 7.

    Als functionaris gegevensbescherming op grond van artikel 37 van de Algemene verordening gegevensbescherming, artikel 36 Wet politiegegevens en artikel 26f Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens: degene die de functie heeft als toezichthouder op de toepassing en naleving van de Algemene verordening gegevensbescherming, Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, Wet politiegegevens en Besluit politiegegevens: de Medewerker Gegevens III (Functionaris Gegevensbescherming);

  • 8.

    Als toezichthouder op grond van artikel 5.11 Algemene wet bestuursrecht, artikel 16, eerste lid Leerplichtwet 1969 en artikel 6, zevende lid Wet politiegegevens de volgende medewerker(s) van het domein Samenleving: de Medewerker Beleidsuitvoering II (medewerker leerplicht/BOA);

  • 9.

    Als toezichthouder op grond van artikel 5.11 Algemene wet bestuursrecht, artikel 18.6 Omgevingswet, artikel 5.1 en 5.10 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 7.1 Wet ruimtelijke ordening, artikel 92 Woningwet, artikel 18.1a Wet milieubeheer, artikel 4.2 Wet BRP, Wet veiligheidsregio’s, artikel 8.3 Erfgoedwet, Bouwverordening gemeente Dalfsen 2009, artikel 6.2 Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Dalfsen, artikel 6, zevende lid Wet politiegegevens:

    • a.

      de volgende medewerker(s) van de domeinen Ruimte en Dienstverlening: de Medewerker Handhaving I (medewerker handhaving), de Medewerker Handhaving II (toezichthouder/handhaver bouw en medewerker handhaving) en de Medewerker Handhaving III (buitengewoon opsporingsambtenaar als toezichthouder);

    • b.

      de algemene opsporingsambtenaren van de politie als bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering;

  • 10.

    Als secretaris van de bezwaarschriftencommissie op grond van artikel 4 van de Verordening commissie bezwaarschriften 2022, de volgende medewerker(s) van het domein Dienstverlening: de Adviseur III (juridisch adviseur team Algemeen Juridische Zaken);

  • 11.

    Als klachtencoördinator op grond van artikel 1, sub g., van de Verordening klachtbehandeling gemeente Dalfsen, de volgende medewerker(s) van het domein Dienstverlening: de Adviseur III (juridisch adviseur team Algemeen Juridische Zaken).

  • 12

    Als toezichthouder op grond van artikel 4.2 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI): de Medewerker toezicht IV.

Artikel 2

De burgemeester wijst aan:

  • 1.

    Als toezichthouder op grond van artikel 6.2 van de Algemene plaatselijke verordening Dalfsen:

    • a.

      de volgende medewerker(s) van de domeinen Ruimte en Dienstverlening: de Medewerker Handhaving I (medewerker handhaving), de Medewerker Handhaving II (toezichthouder/handhaver bouw en medewerker handhaving) en de Medewerker Handhaving III (buitengewoon opsporingsambtenaar als toezichthouder);

    • b.

      de algemene opsporingsambtenaren van de politie als bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering;

  • 2.

    Als toezichthouder op grond van artikel 41, eerste lid, onder b., van de Alcoholwet:

    • a.

      de volgende medewerker(s) van het domein Dienstverlening: de Medewerker Handhaving III (buitengewoon opsporingsambtenaar als toezichthouder);

    • b.

      de algemene opsporingsambtenaren van de politie als bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering;

Artikel 3

Een aanwijzing eindigt van rechtswege met ingang van de datum waarop de uitoefening van de betreffende functie geen onderdeel meer uitmaakt van de werkzaamheden van de betreffende functionaris;

Artikel 4 Slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als ‘Aanwijzingsbesluit gemeentelijke functionarissen gemeente Dalfsen’.

  • 2.

    Het ‘aanwijzingsbesluit (loco-)gemeentesecretaris als secretaris als bedoeld in artikel 102 Gemeentewet’, het ‘Besluit aanwijzing heffingsambtenaar, invorderingsambtenaar en medewerkers belastingen’, en het ‘Aanwijzingsbesluit politie als toezichthouder APV’, worden bij de inwerkingtreding van deze regeling ingetrokken.

  • 3.

    De onder de werking van de in het voorgaande lid genoemde aanwijzingsbesluiten genomen besluiten en verrichte feitelijke handelingen en rechtshandelingen blijven van kracht en behouden hun werking.

  • 4.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2020.

  • 5.

    De eerste wijziging treedt per 1 september 2023 in werking.

Ondertekening

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Dalfsen, ieder voor zover het de eigen bevoegdheden betreft.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen,

de burgemeester, de gemeentesecretaris / algemeen directeur,

drs. E. van Lente H.J. van der Woude

de burgemeester van Dalfsen,

drs. E. van Lente