Regeling vervallen per 01-11-2023

Mandaatbesluit heffingsambtenaar inzake legesheffing aan het hoofd van de afdeling Infrastructuur

Geldend van 16-11-2022 t/m 31-10-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Mandaatbesluit heffingsambtenaar inzake legesheffing aan het hoofd van de afdeling Infrastructuur

MANDAATBESLUIT HEFFINGSAMBTENAAR INZAKE LEGESHEFFING AAN HET HOOFD VAN DE AFDELING INFRASTRUCTUUR

De provincieambtenaar belast met de heffing van provinciale belastingen van de provincie Flevoland,

Overwegende dat,

op grond van de legesverordening Flevoland voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning c.q. ontheffing, leges wordt geheven en in bij deze legesverordening bepaalde gevallen kan worden teruggegeven;

de bevoegdheid om leges te heffen in artikel 227a, tweede lid onderdeel b van de Provinciewet is toegekend aan de provincieambtenaar belast met de heffing van provinciale belastingen, waartoe ook de leges worden gerekend;

gedeputeerde staten, de heffingsambtenaar hebben aangewezen als provincieambtenaar belast met de heffing van provinciale belastingen;

het uit een oogpunt van efficiency gewenst is dat de heffingsambtenaar aan het hoofd van de afdeling infrastructuur de bevoegdheid mandateert om namens hem leges te heffen en in bij de legesverordening bepaalde gevallen terug te geven;

gelet op het bepaalde in afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUITEN:

Vast te stellen ‘Mandaatbesluit heffingsambtenaar inzake legesheffing aan het hoofd van de afdeling Infrastructuur’

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder;

    • a.

      Heffingsambtenaar: de door gedeputeerde staten aangewezen provincieambtenaar belast met de heffing van provinciale belastingen als bedoeld in artikel 227a, tweede lid, onderdeel b van de Provinciewet;

    • b.

      Mandaat; de bevoegdheid om in naam van de heffingsambtenaar leges te heffen voor het op grond van het Algemeen mandaatbesluit in behandeling nemen van ingediende aanvragen om vergunning c.q. ontheffing en in bij de legesverordening bepaalde gevallen terug te geven;

Artikel 2. Mandaat

  • 1. De heffingsambtenaar verleent aan het hoofd van de afdeling Infrastructuur de bevoegdheid om namens hem de in de legesverordening genoemde leges te heffen voor het op grond van het algemeen mandaatbesluit in behandeling nemen van ingediende aanvragen om een vergunning c.q. ontheffing en in bij de legesverordening bepaalde gevallen terug te geven.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde mandaat omvat zowel de bevoegdheid om het besluit tot het heffen c.q. teruggeven van leges te nemen als de bevoegdheid om dit besluit voor te bereiden en de met de voorbereiding samenhangende correspondentie te ondertekenen.

Artikel 3. Vervanging

In geval van afwezigheid van het hoofd van de afdeling infrastructuur kan het mandaat worden uitgeoefend door diens formele plaatsvervanger in de functie van bureauhoofd.

Artikel 4. Voorwaarden mandaat

Het hoofd van de afdeling Infrastructuur houdt zich bij de uitoefening van het aan hem verleende mandaat aan relevante wet- en regelgeving.

Artikel 5. Verantwoording

Het hoofd van de afdeling Infrastructuur brengt ieder jaar schriftelijk verslag uit aan de heffingsambtenaar over het door hem uitgeoefende mandaat en het door hem verleende ondermandaat, waarbij aandacht wordt besteed aan aantallen, (financiële) risico’s en rechtmatigheid.

Artikel 6. Ondertekening

Uit de ondertekening van uitgaande stukken waarop het mandaat betrekking heeft, moet blijken dat het namens de heffingsambtenaar is genomen.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met terugwerkende kracht per 1 januari 2021 onder gelijktijdige intrekking van het op 1 november 2019 in werking getreden besluit Mandaatbesluit heffingsambtenaar inzake legesheffing door het hoofd van de afdeling infrastructuur

Artikel 8. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als ‘Mandaatbesluit heffingsambtenaar inzake heffing leges aan het hoofd van de afdeling Infrastructuur’.

Ondertekening

Aldus besloten,

27 oktober 2022

De heffingsambtenaar

H. Bult