Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR683549
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR683549/1
Regeling vervallen per 01-01-2024
Verordening parkeerbelastingen 2023
Geldend van 01-01-2023 t/m 31-12-2023
Intitulé
Verordening parkeerbelastingen 2023De raad van de gemeente Enschede;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 september 2022, gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2023;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen Enschede 2023 (Verordening parkeerbelastingen Enschede 2023).
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
het RVV 1990: het reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stbl. 459;
- b.
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
- c.
motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in art. 1 van het RVV 1990;
- d.
houder: degene die naar de omstandigheden beoordeeld als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven. Of in de gevallen dat een bedrijf of leasemaatschappij als kentekenhouder een schriftelijke verklaring afgeeft waaruit blijkt dat de aanvrager dagelijks bestuurder is van het voertuig;
- e.
parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
- f.
parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur;
- g.
centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de Gemeente Enschede een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel.
- h.
gereserveerd;
- i.
gereserveerd;
- j.
belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die 1) is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, of 2) gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;
- k.
vergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/ of belanghebbendenplaatsen;
- l.
vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;
- m.
zone: een gebied binnen een tariefgebied, waar met een vergunning op een parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaats mag worden geparkeerd zoals aangegeven op de kaart, welke als bijlage 1 in deze verordening is opgenomen;
- n.
;
- -
jaar: een (kalender)jaar;
- -
maand: een aaneengesloten periode welke begint op een zekere datumaanduiding van de dag van een kalendermaand en welke eindigt op dezelfde datumaanduiding van de dag in de volgende kalendermaand;
- -
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen welke begint op maandag en eindigt op zondag;
- -
werkweek: een aaneengesloten periode van vijf dagen welke begint op maandag en eindigt op vrijdag.
- -
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt.
- -
- o.
autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder.
- p.
autodateplaats: een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodate.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam “parkeerbelastingen” worden de volgende belastingen geheven:
- a.
een belasting terzake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
- b.
een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.
Artikel 3 Belastingplicht
-
1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
-
2. Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
- a.
degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
- b.
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:
- I.
als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was: niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;
- II.
als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
- I.
- a.
-
3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op grond van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
-
4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.
Artikel 4 Vrijstellingen
-
1. De belastingen worden niet geheven voor het parkeren van een mobiele onderzoeksunit die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor welk onderzoek op grond van die wet vergunning is verleend.
-
2. De belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van een motorvoertuig waarin een geldige gehandicaptenkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) duidelijk zichtbaar is aangebracht.
Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak.
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 6 Wijze van heffing
-
1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
-
2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en ontheffing naar tijdsgelang
-
1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.
-
2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
-
3. Indien een vergunning met een geldigheidsduur van één (kalender)jaar in de loop van het jaar wordt ingetrokken, wordt naar evenredigheid restitutie van het parkeergeld verleend over het aantal maanden waarin van de vergunning geen gebruik meer wordt gemaakt.
Artikel 8 Termijnen van betaling
-
1. De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij aanvang van het parkeren.
-
2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.
-
3. De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend;
-
4. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.
Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Artikel 10 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling
-
1. Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag terzake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het motorvoertuig ook een wielklem worden aangebracht.
-
2. Het college van burgemeester en wethouders wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.
-
3. Indien na het aanbrengen van de wielklem vierentwintig uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.
Artikel 11 Kosten
-
1. De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 72,90. De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem bedragen € 70,00.
-
2. De kosten voor de overbrenging en bewaring bedragen € 148,75 (inclusief BTW).
-
3. Voor de eerste zeven dagen van bewaring worden boven de in het derde lid bedoelde kosten geen kosten in rekening gebracht. Vanaf de achtste dag bedragen de kosten voor bewaring € 2,38 (inclusief BTW) per dag.
-
4. De bedragen van de ingevolge het tweede en derde lid in rekening te brengen kosten worden bij een voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld.
Artikel 12 Kwijtschelding
Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 13 Hardheidsclausule en uitzonderingen
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van dit besluit naar zijn oordeel leidt tot te verstrekkende of onaanvaardbare gevolgen voor de betrokkene(n), ten gunste van de aanvrager af te wijken. Deze bevoegdheid is tevens doorgelegd naar het Afdelingshoofd Parkeerbedrijf om af te wijken van de regelgeving vermeld in de Parkeerverordening, de Parkeerbelastingverordening in die gevallen dat:
- a.
strikte toepassing van die regelgeving voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met die regelgeving te dienen doelen, dan wel;
- b.
leidt tot onbillijkheden van overwegende aard, welke zich bij de toepassing van de parkeerbelastingverordening mochten voordoen.
Artikel 14 Overgangsrecht
-
1. De ‘Verordening Parkeerbelastingen 2022 van 9 november 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, lid 2, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, lid 2, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 15 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2023.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
Artikel 16 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening Parkeerbelastingen 2023’.
Ondertekening
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 oktober 2022.
De Griffier, de Voorzitter
R.M. Jongedijk R.W. Bleker
Bijlage 1: Plattegrond behorend bij de Verordening Parkeerbelastingen 2023
Behoort bij raadsbesluit van 24 oktober 2022.
De griffier van de gemeente Enschede,
Bijlage 2 onderbouwing kosten behorende bij raadsvoorstel inzake de “Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen 2023”.
Kosten begrepen in de naheffingsaanslag
Artikel 2, eerste lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen is van toepassing bij het bepalen van de kosten begrepen in de naheffingsaanslag en luidt als volgt: "De gemeentelijke kosten ter zake van het opleggen van een naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 234, zesde lid, van de wet kunnen ten hoogste bestaan uit de volgende componenten, voor zover deze rechtstreeks voortvloeien uit de inning van niet betaalde parkeerbelastingen: vaste informatieverwerkingskosten, variabele informatieverwerkingskosten, kosten van afschrijving, kosten van interest, personeelskosten en overheadkosten, welke ten hoogste 50 procent van de personeelskosten mogen bedragen."
Gemeenteraad stelt kosten naheffingsaanslag vast
Artikel 2, tweede lid van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen is van toepassing bij het bepalen van de kosten begrepen in de naheffingsaanslag en luidt als volgt: "Op basis van een raming van het jaarlijkse totaal van deze kosten stelt de raad, in verhouding tot het geraamde jaarlijkse aantal aaneengesloten parkeerperioden binnen een kalenderdag waarover wordt nageheven, het bedrag vast dat per nageheven aaneengesloten parkeerperiode binnen een kalenderdag aan de belastingschuldige in rekening wordt gebracht."
Maximaal bedrag aan kosten naheffingsaanslag
Op grond van artikel 3, eerste lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen is het bedrag aan kosten in de naheffingsaanslag gemaximeerd.
Kostenbegroting Enschede 2023
In de gemeente Enschede bedragen in 2023 de kosten, die genoemd worden in artikel 2, eerste lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen:
Maximale kosten naheffingsaanslag |
2023 |
Informatie/verwerkingskosten |
|
Opleggen parkeerbelasting |
739.081 |
Invordering- en beroepschriften parkeerbelasting |
427.460 |
Overhead |
411.537 |
Kosten handterminals |
26.168 |
Totaal |
1.604.246 |
Begroot aantal naheffingen |
15.000 |
Door te berekenen per aanslag |
106,95 |
Kosten naheffingsaanslag Enschede 2023
Gelet op het door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgestelde maximumtarief ( Staatscourant 2022-0000344703) en de begrootte kosten - is dit maximumbedrag in de Verordening Parkeerbelastingen 2023 opgenomen.
Tarieventabel, behorende bij de Verordening Parkeerbelastingen 2023
I De parkeerbelasting voor het parkeren van een motorvoertuig bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, lid a en geldend voor de tariefgebieden A, B en C op de bij deze tabel behorende plattegrond, bedraagt: |
Tariefgebied A: |
Tariefgebied B: |
Tariefgebied C: |
Per uur: |
€ 3,30 |
€ 3,30 |
|
Per twee uur middels een krasvergunning: |
n.v.t. |
€ 3,30 |
|
Uitsluitend bij de parkeerapparatuur-plaatsen Boulevard 1945 Noordzijde, Boulevard 1945 Zuidzijde, Wilhelminaterrein, Veenplein en Wenninkterrein geldt een maximum per dag van: |
€ 16,50 |
€ 16,50 |
|
Bij een parkeerapparatuurplaats, voorzien van een parkeermeter aangeduid als dag-parkeerplaats geldt een tarief per dag van: |
|
|
€ 5,00 |
II De parkeerbelasting voor een parkeervergunning, als bedoeld in artikel 2 lid b van de Verordening Parkeerbelastingen 2023 en geldend voor de gebieden A en B op de bij deze tabel behorende plattegrond, bedraagt per jaar: |
Tariefgebied A: |
Tariefgebied B: |
Tariefgebied C: |
a. Voor een bewonersvergunning, voor één zone, als bedoeld in Afdeling II, artikel C, van de Parkeerverordening: |
€ 249,00 |
€ 78,00 |
|
b. Voor een zakelijke vergunning, voor twee zones, als bedoeld in Afdeling II, artikel D van de Parkeerverordening: |
€ 689,00 |
€ 172,00 |
|
c. Voor een zakelijke vergunning, voor twee zones, als bedoeld in Afdeling II, artikel D van de Parkeerverordening, geldig van maandag tot en met vrijdag: |
€ 586,00 |
n.v.t. |
|
d. Voor een marktparkeervergunning, als bedoeld in Afdeling II, artikel E, voor specifieke aangewezen parkeerplaatsen: |
|
||
* per kalenderjaar voor voertuigen korter dan 6 meter |
€ 46,00 |
€ 46,00 |
|
* per kalenderjaar voor voertuigen van 6 meter en langer |
€ 92,00 |
€ 92,00 |
|
e. Voor een bewonersvergunning met plaatsgarantie, bewerkstelligd door middel van een parkeerbeugel of slagboom, als bedoeld in Afdeling II, artikel C, van de Parkeerverordening: |
€ 533,00 |
n.v.t. |
|
f. Voor een zakelijke vergunning, onder vermelding van de bedrijfsnaam, bewerkstelligd door middel van een parkeerbeugel of slagboom, als bedoeld in Afdeling II, artikel D van de Parkeerverordening: |
€ 961,00 |
n.v.t. |
|
g. Voor een bezoekersvergunning voor een zone als bedoeld in Afdeling II, artikel C, tweede lid van de Parkeerverordening: |
n.v.t. |
€ 78,00 |
|
h. Voor een zakelijke bezoekersvergunning onder vermelding van de bedrijfsnaam voor twee zones als bedoeld in Afdeling II, artikel D tweede lid, van de Parkeerverordening: |
n.v.t. |
€ 172,00 |
|
i. Voor een bezoekers kras vergunning voor een zone als bedoeld in afdeling II, artikel C, tweede lid, en voor een maximum als bedoeld in Afdeling II, artikel C, van de Parkeerverordening * per 10 stuks à 3,30 per stuk |
n.v.t. |
€ 33,00 |
|
j. Voor een tijdelijke verhuisvergunning als bedoeld in afdeling II, artikel C, vijfde lid van de Parkeerverordening per dag en per week |
€ 3,30 / € 23,10 |
€ 1,23 / € 8,60 |
|
III De parkeerbelasting voor een vergunning geldig voor alle parkeerapparatuurplaatsen en belanghebbendenplaatsen in de tariefgebieden A en B bedraagt : |
Tariefgebied A: |
Tariefgebied B: |
|
Passe-partoutvergunning als bedoeld in Afdeling II, artikel E eerste lid van de Parkeerverordening per jaar en per maand |
€ 1023,00 / € 83,00 |
||
Nutsvergunning: bedrijfsauto’s (geldig: hele week) als bedoeld in Afdeling II, artikel E, tweede lid van de Parkeerverordening |
€ 365,00 |
||
Overheidsvergunning: Bedrijfsauto’s van de Gemeente Enschede (geldig: werkweek) als bedoeld in afdeling II, artikel E derde lid, van de Parkeerverordening |
€ 332,00 |
||
Autodate vergunning |
€ 365,00 |
€ 172,00 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl