Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 1 november 2022, houdende regels omtrent de verstrekking van bijdragen ten behoeve van projecten op het gebied van water en bodem (Bijdrageregeling water en bodem Noord-Brabant)

Geldend van 26-09-2024 t/m heden

Intitulé

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 1 november 2022, houdende regels omtrent de verstrekking van bijdragen ten behoeve van projecten op het gebied van water en bodem (Bijdrageregeling water en bodem Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Gelet op artikel 2 van de Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;

Overwegende dat op 3 december 2021 het Regionaal Water en Bodem Programma 2022-2027 door Provinciale Staten is vastgesteld en Deltafondsmiddelen ter beschikking zullen worden gesteld vanuit de Minister van Infrastructuur en Waterstaat ter stimulering van het nemen van maatregelen in het kader van de tweede fase van het Deltaprogramma zoetwater;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten een bijdrageregeling wenst vast te stellen om maatregelen te stimuleren die bijdragen aan de doelstellingen van genoemde programma’s;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

§ 1 Uitvoeren Kader Richtlijn Water en Deltaplan Hoge Zandgronden

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

deelproject: onderdeel van een project dat afgebakend is in de tijd en gericht is op een specifiek eindresultaat;

Deltaplan Hoge Zandgronden (DHZ): regionale uitwerking van het Deltaprogramma Zoetwater voor de zandgronden in Zuid-Nederland met als doel de zandgronden in Noord-Brabant weerbaar te maken tegen watertekort;

Kaderrichtlijn water (KRW): zijnde richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid, PB EU L 327/1;

Kentallen: gemiddelde waarde per activiteit die waterschappen gebruiken om de uitvoeringskosten te ramen;

natte natuurparel: hydrologisch gevoelig gebied, dat vanwege specifieke omstandigheden van bodem en water hoge natuurwaarden vertegenwoordigt als opgenomen en begrensd in het Natuurbeheerplan van de provincie Noord-Brabant;

Natuurbeheerplan: plan als bedoeld in artikel 1.2 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016;

Natuurnetwerk Brabant: samenhangend netwerk van natuurgebieden, dat van nationaal en internationaal belang is en het veiligstellen van ecosystemen als doel heeft als opgenomen en begrensd in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant;

opdrachtgeversoverleg WS-PNB: ambtelijk opdrachtgeversoverleg, dat minimaal tweemaal per jaar bijeenkomt waarbij in elk geval de programmering en de voortgang per beheergebied wordt besproken;

project: activiteit of samenhangend geheel van activiteiten die afgebakend zijn in de tijd en gericht zijn op een specifiek eindresultaat;

Regionaal Water en Bodem Programma 2022-2027 (RWP): zijnde het water- en bodembeleid van de provincie Noord-Brabant voor de periode 2022-2027, vastgesteld door Provinciale Staten Noord-Brabant op 3 december 2021;

verwerving: verkrijging van het recht van eigendom of het recht van erfpacht door middel van koop of ruil.

Artikel 1.2 Doelgroep

Een bijdrage op grond van deze regeling kan worden aangevraagd door waterschap Aa en Maas, Brabantse Delta, de Dommel en Rivierenland.

Artikel 1.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor een bijdrage

Een bijdrage kan worden verstrekt voor projecten gericht op de volgende activiteiten:

  • a.

    verdrogingsbestrijding;

  • b.

    beek- en kreekherstel;

  • c.

    opheffen van knelpunten vismigratie;

  • d.

    klimaatadaptiemaatregelen ten behoeve van het verminderen van wateroverlast in bebouwd gebied;

  • e.

    klimaatrobuuste watersystemen;

  • f.

    efficiënt watergebruik;

  • g.

    ruimtelijke adaptatie.

Artikel 1.4 Weigeringsgronden

Een bijdrage wordt geweigerd:

  • a.

    indien en voor zover voor activiteiten in het project reeds een subsidie of bijdrage is verstrekt op grond van deze of een andere provinciale regeling;

  • b.

    indien voor het project reeds een subsidie of bijdrage is verstrekt uit het Deltafonds, anders dan op grond van de Tijdelijke regeling stimuleren maatregelen tweede fase Deltaprogramma zoetwater;

  • c.

    indien de aangevraagde bijdrage minder bedraagt dan € 125.000.

Artikel 1.5 Vereisten voor een bijdrage

  • 1. Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      het project is gericht op een van de activiteiten, bedoeld in artikel 1.3, en voldoet aan de vereisten zoals nader gespecificeerd in bijlage 1;

    • b.

      het project betreft:

      • 1°.

        uitvoering van projecten als bedoeld in artikel 1.3, inclusief bijbehorende voorbereiding, planvorming en onderzoek;

      • 2°.

        onderzoek gericht op projecten als bedoeld in artikel 1.3, onder e tot en met g, mits gericht op innovaties die opschaalbaar of breed toepasbaar zijn;

    • c.

      het project dient opgenomen te zijn in de projectenlijst in bijlage 2;

    • d.

      aan de aanvraag ligt een projectplan ten grondslag, opgesteld conform het door Gedeputeerde Staten ter beschikking gestelde format, waarin in ieder geval is opgenomen:

      • 1°.

        op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

      • 2°.

        het doel van het project;

      • 3°.

        het startmoment en verdere planning van het project;

      • 4°.

        dat het project uiterlijk op 31 december 2027 kan worden afgerond, blijkend uit een realistische planning;

      • 5°.

        dat de subsidieaanvrager zorgdraagt voor communicatie over het project, blijkend uit een beschrijving van de communicatieaanpak;

      • 6°.

        een sluitende en realistische begroting;

      • 7°.

        een overzicht van de liquiditeitsprognose van de aanvrager gedurende de looptijd van het project.

  • 2. Onverminderd het eerste lid, worden projecten als bedoeld in artikel 1.3, onder e tot en met g, uitgevoerd binnen het DHZ-gebied, bedoeld in bijlage 3.

  • 3. Onverminderd voorgaande leden, gelden voor grondverwerving de volgende vereisten:

    • a.

      De grond is gelegen buiten het Natuurnetwerk Brabant;

    • b.

      De grondverwerving is noodzakelijk om uitvoeringsmaatregelen onder deze paragraaf te kunnen treffen;

    • c.

      De grond wordt verworven tegen een marktconforme prijs.

Artikel 1.6 Kosten die in aanmerking komen voor een bijdrage

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de bijdrage komen de volgende kosten voor een bijdrage in aanmerking:

  • a.

    kosten voor onderzoek, voorbereiding, planvorming en uitvoering;

  • b.

    kosten voor communicatie ter vergroting van het draagvlak voor het project en ter verbreding en verspreiding van de resultaten van het project;

  • c.

    kosten voor verwerving van grond;

  • d.

    kosten voor nadeelcompensatie aan derden, betaald door het waterschap, in verband met:

    • 1°.

      landbouwkundige opbrengstvermindering door natschade als gevolg van vernattingsmaatregelen;

    • 2°.

      schade aan bebouwing als gevolg van vernattingsmaatregelen;

    • 3°.

      structurele waardevermindering van grond van derden als gevolg van de betreffende uitvoeringsmaatregel, waar een kwalitatieve verplichting is opgelegd;

  • e.

    kosten voor aanleg en inrichting van monitoring;

  • f.

    kosten voor het opstellen van een accountantsverklaring, indien noodzakelijk voor het vaststellen van de bijdrage.

Artikel 1.7 Kosten die niet in aanmerking komen voor een bijdrage

In afwijking van artikel 1.6 komen de volgende kosten niet voor een bijdrage in aanmerking:

  • a.

    kosten gemaakt voor 1 januari 2015 voor projecten als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel a tot en met d;

  • b.

    kosten gemaakt voor 1 januari 2022 voor projecten als bedoeld in artikel 1.3, onder e tot en met g;

  • c.

    kosten voor het opstellen van een milieueffectrapport voor planvorming;

  • d.

    kosten van regulier beheer en onderhoud;

  • e.

    kosten die reeds gedekt worden uit andere middelen;

  • f.

    kosten van rente, bankdiensten, financieringen, gerechtelijke procedures, verzekeringspremies, boetes of sancties;

  • g.

    kosten voor de aankoop van gebouwen of machines;

  • h.

    kosten voor de aankoop van dierrechten, stikstofrechten of fosfaatrechten;

  • i.

    verrekenbare btw;

  • j.

    interne bedrijfskosten van de bijdrageontvanger, tenzij:

    • 1°.

      het extra arbeids- en personeelsuren betreft;

    • 2°.

      deze direct toerekenbaar zijn aan concrete projecten als bedoeld in artikel 1.3 onder a tot en met d;

    • 3°.

      deze gemaakt zijn na 1 januari 2022.

Artikel 1.8 Vereisten aanvraag bijdrage

  • 1. Een aanvraag voor een bijdrage wordt ingediend:

    • a.

      van 14 november 2022 tot en met 29 december 2023;

    • b.

      van 1 oktober 2024 tot en met 23 januari 2025.

  • 2. Een aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier.

Artikel 1.9 Bijdrageplafond

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen het bijdrageplafond voor de periode, genoemd in artikel 1.8, eerste lid, onder a,

    • a.

      voor projecten als bedoeld in artikel 1.3, onder a tot en met d, vast op:

      • 1°.

        € 30.170.715 voor bijdragen aan het Waterschap Aa en Maas;

      • 2°.

        € 3.198.373 voor bijdragen aan het Waterschap Dommel;

      • 3°.

        € 5.803.703 voor bijdragen aan het Waterschap Brabantse Delta;

      • 4°.

        € 362.500 voor bijdragen aan het Waterschap Rivierenland;

    • b.

      voor projecten als bedoeld in artikel 1.3, onder e, vast op:

      • 1°.

        € 1.600.000 voor bijdragen aan het Waterschap Aa en Maas;

      • 2°.

        € 1.600.000 voor bijdragen aan het Waterschap Dommel;

      • 3°.

        € 1.600.000 voor bijdragen aan het Waterschap Brabantse Delta;

      • 4°.

        € 170.000 voor bijdragen aan het Waterschap Rivierenland;

    • c.

      voor projecten als bedoeld in artikel 1.3, onder f tot en met h , vast op:

      • 1°.

        € 4.932.800 voor bijdragen aan het Waterschap Aa en Maas;

      • 2°.

        € 4.501.180 voor bijdragen aan het Waterschap Dommel;

      • 3°.

        € 1.788.140 voor bijdragen aan het Waterschap Brabantse Delta;

      • 4°.

        € 0 voor bijdragen aan het Waterschap Rivierenland.

  • 2. Gedeputeerde Staten stellen het bijdrageplafond voor de periode, genoemd in artikel 1.8, eerste lid, onder b,

    • a.

      voor projecten als bedoeld in artikel 1.3, onder a tot en met c, vast op:

      • 1°.

        € 6.669.334 voor bijdragen aan het Waterschap Aa en Maas;

      • 2°.

        € 1.509.375 voor bijdragen aan het Waterschap Dommel;

      • 3°.

        € 3.162.144 voor bijdragen aan het Waterschap Brabantse Delta;

      • 4°.

        € 419.157 voor bijdragen aan het Waterschap Rivierenland;

    • b.

      voor projecten als bedoeld in artikel 1.3, onder d, vast op:

      • 1°.

        € 0 voor bijdragen aan het Waterschap Aa en Maas;

      • 2°.

        € 500.186 voor bijdragen aan het Waterschap Dommel;

      • 3°.

        € 0 voor bijdragen aan het Waterschap Brabantse Delta;

      • 4°.

        € 170.000 voor bijdragen aan het Waterschap Rivierenland;

    • c.

      voor projecten als bedoeld in artikel 1.3, onder e tot en met g , vast op:

      • 1°.

        € 4.932.802 voor bijdragen aan het Waterschap Aa en Maas;

      • 2°.

        € 5.314.964 voor bijdragen aan het Waterschap Dommel;

      • 3°.

        € 2.139.180 voor bijdragen aan het Waterschap Brabantse Delta;

      • 4°.

        € 0 voor bijdragen aan het Waterschap Rivierenland.

Artikel 1.10 Hoogte van de bijdrage en verdelingswijze plafond

  • 1. De hoogte van de bijdrage betreft het bedrag opgenomen in bijlage 2.

  • 2. De bijdragen worden verdeeld overeenkomstig bijlage 2.

Artikel 1.11 Verplichtingen van de bijdrageontvanger

De bijdrageontvanger:

  • a.

    rondt het project uiterlijk 31 december 2027 af;

  • b.

    voert het project conform het projectplan, bedoeld in artikel 1.5, eerste lid, onder d, uit;

  • c.

    vermeldt in de publicaties over het project dat deze mede mogelijk wordt gemaakt met financiële steun van de provincie Noord-Brabant;

  • d.

    neemt minimaal tweemaal per jaar deel aan het opdrachtgeversoverleg WS-PNB teneinde programmering en voortgang te bespreken;

  • e.

    overlegt jaarlijks een door middel van een bestuursverklaring geaccordeerd voortgangsverslag conform het door Gedeputeerde Staten ter beschikking gestelde format, waarin uitgevoerde deelprojecten worden gereed gemeld;

  • f.

    houdt de resultaten van de activiteiten die tot stand zijn gekomen met een provinciale bijdrage tenminste 10 jaar na vaststelling van de bijdrage in stand.

Artikel 1.12 Verantwoording

De bijdrageontvanger toont bij de aanvraag tot vaststelling aan dat de activiteiten waarvoor de bijdrage is verleend, zijn verricht en dat aan de bijdrage verbonden verplichtingen is voldaan door middel van:

  • a.

    een activiteitenverslag;

  • b.

    een urenverantwoording per deelproject indien er sprake is van extra capaciteit zoals bedoeld in artikel 1.7, onder j;

  • c.

    een door middel van een bestuursverklaring geaccordeerde eindverantwoording conform het door Gedeputeerde Staten ter beschikking gesteld format;

  • d.

    voor projecten als bedoeld in artikel 1.3, onder e tot en met g, die zijn gereed gemeld: een ingevuld en door een accountant gecontroleerd begrotings- en verantwoordingsformat, conform het door Gedeputeerde Staten ter beschikking gestelde format.

Artikel 1.13 Bevoorschotting en betaling

  • 1. Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 100% van het verleende bijdragebedrag.

  • 2. De termijnen van het voorschot worden bij de verlening van de bijdrage bepaald op basis van de liquiditeitsbehoefte van de bijdrageontvanger.

Artikel 1.14 Vaststelling

De bijdrage wordt verleend en op aanvraag vastgesteld op grond van artikel 13, onder c, van de Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant.

Artikel 1.15 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden uiterlijk 2024 aan Provinciale Staten een verslag over de doeltreffendheid en effecten van deze regeling in de praktijk.

§ 2 Realisatie klimaatrobuuste beeklandschappen in pilotgebieden

Artikel 2.1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

project: activiteit of samenhangend geheel van activiteiten die afgebakend zijn in de tijd en gericht op een specifiek eindresultaat;

Regionaal water en bodem programma 2022-2027: water- en bodembeleid van de provincie Noord-Brabant voor de periode 2022-2027, vastgesteld door Provinciale Staten Noord-Brabant op 3 december 2021.

Artikel 2.2 Doelgroep

Een bijdrage op grond van deze regeling kan worden aangevraagd door het waterschap Brabantse Delta.

Artikel 2.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor een bijdrage

Een bijdrage kan worden verstrekt voor projecten gericht op de realisatie van een klimaatrobuust beeklandschap in een van de volgende pilotgebieden:

  • a.

    Aa of Weerijs;

  • b.

    Noordoost-Brabant;

  • c.

    Warmbeek-Tongelreep.

Artikel 2.4 Weigeringsgronden

Een bijdrage wordt geweigerd indien:

  • a.

    voor het project reeds subsidie dan wel een bijdrage is verstrekt op grond van deze of een andere provinciale regeling;

  • b.

    de aanvrager reeds wettelijk verplicht is de maatregelen uit het project te treffen.

Artikel 2.5 Vereisten voor een bijdrage

Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project wordt uitgevoerd in een van de pilotgebieden, bedoeld in artikel 2.3;

  • b.

    het project is gericht op de realisatie van een klimaatrobuust beeklandschap;

  • c.

    het project is opgenomen in bijlage 4 bij deze regeling;

  • d.

    het project sluit aan bij de handelingsprincipes voor een robuust watersysteem uit het Regionaal Water en Bodem Programma;

  • e.

    het project kan uiterlijk 31 december 2027 worden afgerond, blijkend uit een realistische planning.

Artikel 2.6 Vereisten aanvraag bijdrage

Een aanvraag voor een bijdrage:

  • a.

    wordt ingediend van 23 januari 2023 tot en met 20 december 2023;

  • b.

    wordt ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier;

  • c.

    bevat een projectplan waarin in ieder geval is opgenomen:

    • 1°.

      op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

    • 2°.

      een sluitende en realistische begroting met een kostenraming en dekkingsplan.

Artikel 2.7 Bijdrageplafond en verdelingswijze

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen het bijdrageplafond voor de periode, genoemd in artikel 2.6, onder a, vast op € 500.000.

  • 2. De bijdragen worden verdeeld overeenkomstig bijlage 4 bij deze regeling.

Artikel 2.8 Hoogte van de bijdrage

De hoogte van de bijdrage betreft het bedrag per project, opgenomen in bijlage 4 bij deze regeling.

Artikel 2.9 Verplichtingen van de bijdrageontvanger

De bijdrageontvanger:

  • a.

    rondt het project uiterlijk 31 december 2027 af;

  • b.

    overlegt jaarlijks een voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van het project meer dan twaalf maanden bedraagt;

  • c.

    zorgt ervoor dat, indien door of namens hem een publicatie wordt gedaan met betrekking tot de te financieren activiteit, in die publicatie wordt vermeld dat de activiteit geheel of gedeeltelijk met financiële steun van de provincie Noord-Brabant is of wordt gerealiseerd.

Artikel 2.10 Verantwoording

De bijdrageontvanger toont bij de aanvraag tot vaststelling van de bijdrage aan dat de activiteiten waarvoor de bijdrage is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag.

Artikel 2.11 Bevoorschotting en betaling

  • 1. Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 100% van het verleende bijdragebedrag.

  • 2. Het voorschot wordt in een keer betaald.

Artikel 2.12 Wijze van verstrekken

De bijdrage wordt verleend en op aanvraag vastgesteld op grond van artikel 12, onder c, van de Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant.

Artikel 2.13 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden uiterlijk 2024 aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en doeltreffendheid van deze regeling in de praktijk.

§ 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3.2 Terinzagelegging

Deze regeling zal in het Provinciaal Blad worden geplaatst.

Artikel 3.3 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Bijdrageregeling water en bodem Noord-Brabant.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 1 november 2022

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

Mr. I.R. Adema

de secretaris,

Drs. P.J. Buijtels

Bijlage 1 behorende bij artikel 1.5, eerste lid, onder a, van de Bijdrageregeling water en bodem Noord-Brabant

  • a.

    Verdrogingsbestrijding

    • Het project moet gericht zijn op het realiseren van hydrologisch herstel van het Natuurnetwerk Noord-Brabant.

    • De aanpak is gericht op de totale omvang van het watersysteem waarvan de natte natuurparel afhankelijk is, waarbij het streven is om alle maatregelen te treffen die nodig zijn voor volledig hydrologisch herstel van de natuurtypen.

    • De N2000-habitattypen en de natuurtypen zoals vastgelegd op de provinciale ambitiekaart en de hydrologische randvoorwaarden van die natuurtypen zijn leidend.

  • b.

    Beek- en kreekherstel

    • Beek- en kreekherstel (waaronder de realisatie van natuurvriendelijke oevers) omvat maatregelen die gericht zijn op het herstel van beken en kreken, zodat die beken bijdragen aan een klimaatrobuust watersysteem dat ecologisch goed functioneert en waar de schade door droogte en wateroverlast acceptabel is.

    • Het project is gericht op behoud, herstel en ontwikkeling van beken en kreken die in het RWP zijn aangemerkt als:

      • °

        KRW-oppervlaktewaterlichaam, of

      • °

        Overige wateren met de functie waternatuur of functie verweven.

    • Bij beek- en kreekherstel staat het behalen van de KRW-doelen voorop, waarbij in de uitvoering rekening wordt gehouden met de andere functies van het watersysteem.

    • Beek- en kreekherstel vindt plaats conform de HOW-systematiek (Handreiking Ontwikkeling Waterlopen).

    • Maatregelen met betrekking tot natuurvriendelijke oevers zijn gericht op kleinere waterlopen, zodat die waterlopen bijdragen aan een klimaatrobuust watersysteem dat ecologisch goed functioneert en waar de schade door droogte en wateroverlast acceptabel is.

  • c.

    Opheffen knelpunten vismigratie:

    • Het project moet gericht zijn op het opheffen van barrières voor vismigratie, zodat vissen onbelemmerd kunnen migreren binnen en tussen leef- en paaigebieden t.b.v. een gezonde vispopulatie;

    • Het project wordt uitgevoerd in beken en kreken die in het RWP zijn aangemerkt als:

      • °

        KRW-oppervlaktewaterlichaam;

      • °

        Overige wateren met de functie waternatuur of de functie verweven.

    • Primair doel is het opheffen van barrières voor vismigratie, waarbij er daarnaast een optimale landschappelijke en ecologische inpassing nagestreefd wordt;

    • Uitvoering vindt plaats conform Handreiking Vispassages Noord-Brabant (Brabantse Waterschappen, 2013).

  • d.

    Klimaatadaptatiemaatregelen t.b.v. verminderen wateroverlast bebouwd gebied

    • De maatregelen zijn gericht op het verminderen van wateroverlast in het bebouwde gebied, inclusief de overgangszone stad-ommeland.

  • e.

    Klimaatrobuuste watersystemen

    • Projecten betreffen:

      • °

        Optimalisatie operationeel peilbeheer in hoofdsysteem van regionale waterbeheerders

      • °

        Klimaatrobuuste inrichting regionaal systeem zoals beekherstel en herprofilering leggerwaterlopen

      • °

        Conservering op perceelniveau:

        • Sloten dempen

        • Sloten verondiepen of afdammen

        • Greppels afsluitbaar maken

        • Duikers verhogen

        • Plaatsen stuwen detailwaterlopen

        • Aanleg infiltratiegreppel

        • Beperken oppervlakkige afstroming

        • Aanleg regelbare drainage

      • °

        Herinrichting stedelijk gebied

        • Afkoppelen verhard oppervlak naar bergings- of infiltratie voorziening

        • Groenblauwe structuren en klimaatrobuust inrichten openbare ruimte in bestaand of nieuw stedelijk gebied

        • Waterpartijen afvoerloos maken

        • Ontstenen publiek verhard oppervlak.

  • f.

    Efficiënt watergebruik

    • Projecten zijn gericht op:

      • °

        verbeteren bodemstructuur;

      • °

        investeringen in gerichte watergeefsystemen;

      • °

        water (lokaal) opvangen en opslaan als voorraad voor droge perioden en opvangen van piekafvoeren (bijv. bassins);

      • °

        planvorming en bedrijfsgerichte stimuleringsplannen voor klimaatadaptatie;

      • °

        besparen drinkwater; of

      • °

        hergebruik water.

  • g.

    Ruimtelijke adaptatie

    • Projecten zijn gericht op het aanpassen van grondgebruik, door:

      • °

        het veranderen van de functie naar ruimte voor water; of

      • °

        het vergroten van waterbeschikbaarheid, door het omzetten van naaldbos in heide of loofbos ten behoeve van het NNB.

Bijlage 2 behorende bij artikel 1.5, eerste lid, onder c, van de Bijdrageregeling water en bodem Noord-Brabant

Waterschap Aa en Maas

 

Naam van het (deel)project

KRW

Max. 50% kosten

DPRA*

Max. 50% kosten

DHZ DF**

Max. 25% kosten

DHZ PNB

Max. 37,5% kosten

1.

NVO het Ven

Ja

Nee

Nee

Nee

2.

Aanvoer Boekel Overlast Elsendorp

Nee

Nee

Ja

Ja

3.

Maashorst

Nee

Nee

Ja

Ja

4.

EVZ Leijgraaf het Schoor

Ja

Nee

Nee

Nee

5.

NVO Hertogswetering

Ja

Nee

Nee

Nee

6.

NVO Voordijk

Ja

Nee

Nee

Nee

7.

NNP Wijboschbroek

Ja

Nee

Nee

Nee

8.

Uitvoeringsprogramma waterconservering

Nee

Nee

Ja

Ja

9.

Afronding beekherstel Peelseloop Benedenloop, incl. 4 vismigratie knelpunten

Ja

Nee

Nee

Nee

10.

Parallelloop

Nee

Nee

Nee

Ja

11.

Eykenlust, Aadal Noord

Ja

Nee

Nee

Nee

12.

Aanpassing Astense Aa t.b.v. wateraanvoer Noordervaart

Nee

Nee

Ja

Ja

13.

Maatregelen Astense Aa de Berken

Ja

Nee

Nee

Nee

14.

Beekontwikkeling Sint Jansbeek

Ja

Nee

Ja

Nee

15.

Groene punt

Ja

Nee

Ja

Nee

16.

NVO de nieuwe vliet

Ja

Nee

Nee

Nee

17.

Aadal zuid restopgave

Ja

Nee

Nee

Nee

18.

NVO Leijgraaf Dintherse hoek

Ja

Nee

Nee

Nee

19.

Clusterproject vismigratie

Ja

Nee

Nee

Nee

 

Hoogte van de maximale bijdrage

€ 6.669.334

€ 0

€3.200.000

€ 1.732.802

* DPRA = Deltaplan ruimtelijke adaptatie

** DF = deltafondsmiddelen uit de tijdelijke regeling stimuleren maatregelen tweede fase Deltaprogramma zoetwater vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Waterschap Brabantse Delta

 

Naam van het (deel)project

KRW

Max 50% kosten

DPRA*

Max 50% kosten

DHZ DF**

Max 25% kosten

DHZ PNB

Max 37,5% kosten

1.

Uitvoering gebiedsinrichting Cruijslandse Kreken (fase 2)

Ja

Nee

Nee

Nee

2.

Noordrand Midden west

Ja

Nee

Nee

Nee

3.

Beekherstel landgoed Leyvennen Goirle

Ja

Nee

Ja

Nee

4.

Beekherstel Tilburg west - bosperceel

Nee

Nee

Ja

Ja

5.

Beekherstel Tilburg west - Gilzerbaan

Nee

Nee

Ja

Ja

6.

Waterberging Gilzewouwerbeek en ontwikkeling Wouwervallei

Nee

Nee

Ja

Ja

7.

Realiseren waterconservering Oosteind Pannenhoef

Nee

Nee

Ja

Ja

8.

Beekherstel Batoniahoeve Galdersche Beek

Nee

Nee

Ja

Ja

9.

Stuwen in A-watergangen

Nee

Nee

Ja

Ja

10.

NNP Rooskensdonk

Ja

Nee

Nee

Nee

11.

Maatregelen voor klimaatadaptatie

Nee

Nee

Ja

Ja

12.

Waterbeheermaatregelen, waterconservering Wildertse Arm

Nee

Nee

Ja

Ja

 

Hoogte van de maximale bijdrage

€ 3.162.144

€ 0

€ 1.306.450

€ 832.730

* DPRA = Deltaplan ruimtelijke adaptatie

** DF = deltafondsmiddelen uit de tijdelijke regeling stimuleren maatregelen tweede fase Deltaprogramma zoetwater vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Waterschap De Dommel

 

Naam van het (deel)project

KRW

Max 50% kosten

DPRA*

Max 50% kosten

DHZ DF**

Max 25% kosten

DHZ PNB

Max 37,5% kosten

1.

Opwettense watermolen – automatiseren stuw

Nee

Nee

Ja

Ja

2.

Klimaatbuffer Brouwersweijer

Nee

Nee

Ja

Ja

3.

Klimaatbuffer Spoordonk

Nee

Nee

Ja

Ja

4.

Betere bodem voor en door Melkkoeien 2.0

Nee

Nee

Ja

Ja

5.

Beekse Waterloop zuid

Ja

Nee

Ja

Nee

6.

De Ruiting Landgoed Vughts

Nee

Nee

Ja

Ja

7.

Groote Waterloop

Ja

Nee

Nee

Nee

8.

Uitvoeringsprogramma Dommeldal

Ja

Nee

Nee

Nee

9.

Weergraaf nabij NNP Buulderbroek

Ja

Nee

Nee

Nee

10.

Ruijsbossche Waterloop

Ja

Nee

Nee

Nee

11.

Bruggerijt

Ja

Nee

Ja

Nee

12.

Bovenlopen Groote Beerze

Ja

Nee

Nee

Nee

13.

NNP Vaderland

Ja

Nee

Nee

Nee

14.

NNP Geelders

Ja

Nee

Nee

Nee

15.

Automatiseren stuwen, 4e tranche

Nee

Nee

Ja

Ja

 

Hoogte van de maximale bijdrage

€ 1.509.375

€ 500.186

€ 3.733.629

€ 1.581.335

* DPRA = Deltaplan ruimtelijke adaptatie

** DF = deltafondsmiddelen uit de tijdelijke regeling stimuleren maatregelen tweede fase Deltaprogramma zoetwater vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Waterschap Rivierenland

 

Naam van het (deel)project

KRW

Max 50% kosten

DPRA*

Max 50% kosten

1.

Vismigratie gemaal Altena

Ja

Nee

2.

Brug bij Babyloniër Broek

Nee

Ja

 

Hoogte van de maximale bijdrage

€ 419.157

€ 170.000

* DPRA = Deltaplan ruimtelijke adaptatie

Bijlage 3 behorende bij artikel 1.5, tweede lid, van de Bijdrageregeling water en programma Noord-Brabant

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 4 behorende bij de artikelen 2.5, onder b, 2.7 en 2.8 van de Bijdrageregeling water en bodem Noord-Brabant

projecten

hoogte bijdrage

aanvrager

Project Water in Balans

€ 500.000

Waterschap Brabantse Delta