Beleidsregel zonne-energie voor beschermde monumenten en monumentale bouwwerken in de gemeente Alphen aan den Rijn 2022

Geldend van 10-11-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel zonne-energie voor beschermde monumenten en monumentale bouwwerken in de gemeente Alphen aan den Rijn 2022

Burgemeester en wethouders van Gemeente Alphen aan den Rijn, gelet op de artikelen 4:81, 4:82 en 4.48 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 2.1 lid 1 onder f en 2.2 lid 1 onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, overwegende dat:

  • burgemeester en wethouders op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd zijn tot het vaststellen van een beleidsregel, in het kader van de bevoegdheid om omgevingsvergunningen te verlenen;

  • burgemeester en wethouders met de toepassing van de artikelen in deze beleidsregel een toetsingskader hebben bij aanvragen voor een omgevingsvergunning voor zonnepanelen op monumenten en monumentale bouwwerken en tevens richtlijnen bieden voor eigenaren van deze monumenten en overige monumentale bouwwerken die voornemens zijn zonnepanelen op daken te plaatsen;

  • het gewenst is ter invulling van hun beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen voor de afweging van de belangen van eigenaren en het algemeen belang van instandhouding van beschermde monumenten en monumentale bouwwerken en de beeldkwaliteit van deze gebouwen;

  • bij de toepassing van deze beleidsregel de advieslijn voor zonnepanelen op rijksmonumenten van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed uit 2020 is betrokken;

besluiten vast te stellen de volgende beleidsregel zonne-energie voor beschermde monumenten en monumentale bouwwerken in de gemeente Alphen aan den Rijn 2022.

Artikel 1 Definities

Deze beleidsregel verstaat onder:

  • Beschermde monumenten: monumenten die door de gemeente zijn aangewezen op grond van de Erfgoedverordening of door het rijk zijn aangewezen op grond van de Erfgoedwet.

  • Monumentale bouwwerken: cultuurhistorische waardevolle bouwwerken met een zeer hoge cultuurhistorische waardering, door de gemeente met de dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie-Bouwwerken-Monumentaal aangeduid in het bestemmingsplan of beheersverordening Cultuurhistorie.

  • Zonnepanelen: installaties die worden aangebracht voor het opwekken van zonne-energie op daken, waaronder ook andere vormen voor zonne-energie, inclusief de bijbehorende leidingen en bedrading.

Artikel 2 Doel

Deze beleidsregel heeft als doel regels vast te stellen voor de afweging van de belangen van eigenaren en het algemeen belang van instandhouding van beschermde monumenten en monumentale bouwwerken en de beeldkwaliteit van deze gebouwen bij plaatsing van zonnepanelen op daken.

Artikel 3 Afbakening

Deze beleidsregel is van toepassing op beschermde monumenten en monumentale bouwwerken volgens de definities vermeld in artikel 1.

Artikel 4 Plaatsing reversibel

Zonnepanelen op het dakvlak van beschermde monumenten en monumentale bouwwerken worden reversibel geplaatst.

Artikel 5 Handhaven dakbedekking

De bestaande onderliggende dakbedekking blijven gehandhaafd.

Artikel 6 Plaatsing uit het zicht

Zonnepanelen kunnen op beschermde monumenten en monumentale bouwwerken altijd worden geplaatst op een dakvlak dat niet vanaf de openbare weg in het zicht ligt. Voor beschermde monumenten en monumentale bouwwerken is plaatsing op niet zichtbare dakvlakken mogelijk als ze in een aaneengesloten vlak worden gelegd.

Artikel 7 Aanvullende voorwaarden bij plaatsing in het zicht

  • a. Indien de zonnepanelen in afwijking van artikel 6 in het zicht vanaf de openbare weg worden geplaatst, als plaatsing uit het zicht niet mogelijk is, gelden de volgende aanvullende kwalitatieve voorwaarden:

    • 1.

      De zonnepanelen worden in een aaneengesloten vlak gelegd, met een regelmatige rangschikking voldoende vrijgehouden van de dakranden en hoekkepers en rekening houdend met de totale compositie van het dakvlak.

    • 2.

      De kleur van de panelen en profielen zijn zoveel mogelijk afgestemd op de kleuren van de dakvlakken, zonder hinderlijke patronen of opvallende randen.

    • 3.

      Voor beschermde monumenten en monumentale bouwwerken is bij repeterende woonblokken en -rijen een uniforme plaatsing en kleur vereist.

    • 4.

      Maximaliseren van de opbrengst (aantal panelen of keuze dakvlak) gaat niet ten koste van de beeldkwaliteit of cultuurhistorische waarden.

  • b. In aanvulling op sub a onder 4 is voor Rijksmonumenten aanvullende toetsing aan de advieslijn van de RCE (zoals opgenomen in de bijlage) mogelijk voor plaatsing van zonnepanelen die in het zicht vanaf de openbare weg zijn gelegen.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Voor wat betreft de toepassing zijn burgemeester en wethouders bevoegd om af te wijken van deze regeling, vooral wanneer deze voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. In het algemeen kan een beroep op de hardheidsclausule worden gedaan indien er bijzondere omstandigheden worden aangevoerd die tot medewerking in afwijking van het beleid noodzaken en er geen redelijke alternatieven bestaan om hierin te voorzien.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregel zonne-energie voor beschermde monumenten en monumentale bouwwerken gemeente Alphen aan den Rijn 2022’.

Bijlage 1 Advieslijn voor zonnepanelen op rijksmonumenten, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (2020)

afbeelding binnen de regeling

Advieslijn RCE 27 mei 2020

Betreft: Standpunt Zonnepanelen op rijksmonumenten

Samenvatting

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) past zijn adviesbeleid aan voor PV-systemen (zonnepanelen) op monumenten. Doel is om monumenteneigenaren meer mogelijkheden te geven om gebruik te maken van PV-systemen (zonnepanelen) bij de verduurzaming van hun monument.

Bij rijksmonumenten wordt positief geadviseerd over pv-panelen die uit het zicht liggen, geen aantasting vormen van waardevolle onderdelen en zorgvuldig op het dak worden aangebracht.

Op plaatsen waar PV-systemen in het zicht worden voorgesteld, is voortaan niet langer zichtbaarheid het beslissende criterium, maar de mate waarin het beeld van het monument en zijn omgeving wordt verstoord. Daardoor kan vaker positief geadviseerd worden over PV- systemen die zichtbaar zijn vanaf publiek toegankelijk gebied, als er op of bij het monument geen andere mogelijkheden zijn.

Een van de voorwaarden voor een positief advies voor PV-systemen in het zicht is een zorgvuldig afgewogen ontwerp. Er zal ook geen sprake mogen zijn van een ernstige visuele verstoring. Voor bijzondere daken, voor monumenten in beschermde stads- en dorpsgezichten, historische buitenplaatsen en complexen gelden specifieke uitgangspunten. De mogelijkheden voor PV-panelen zijn daar beperkter.

De advieslijn is hieronder toegelicht en wordt tevens verwerkt in nieuwe edities van de brochures die de RCE maakt over dit onderwerp en die te vinden zijn op de website.

Toelichting

Bijdragen monumenten aan energiebesparing en -opwekking

De energietransitie die nodig is tegen de opwarming van de aarde kent twee kanten: zoveel mogelijk energie besparen en schone, duurzame energie opwekken. De installaties die nodig zijn om duurzame energie op te wekken, moeten een plek krijgen in onze leefomgeving. Zonne-energie installaties met PV-cellen op en bij gebouwen spelen hierin een belangrijke rol, vooral in de vorm van zonnepanelen. Hier ligt een grote opgave.

Ook bij monumenten doet zich de vraag voor of het mogelijk is hier PV- systemen aan te brengen. In het klimaatakkoord is namelijk afgesproken dat monumenten een substantiële bijdrage leveren aan energiebesparing en hernieuwbare energieopwekking. De maatregelen die daarvoor nodig zijn, hebben zowel gevolgen voor de constructie en opbouw van monumenten als voor het aanzicht.

Deze notitie bevat de uitgangspunten die de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed hanteert bij de advisering over het aanbrengen van PV- systemen op en bij rijksmonumenten ten behoeve van elektriciteitsopwekking. Zonnepanelen zijn het bekendste voorbeeld, maar er bestaan ook zonneleien of zonnepannen.

Monumenten verduurzamen is zoeken naar de balans

Het verduurzamen van een monument is ook in het belang van het behoud ervan. Verduurzaming draagt namelijk bij aan het toekomstig gebruik: dankzij zorgvuldig gerealiseerde duurzaamheidsaanpassingen blijft het monument functioneel en behoudt het zijn vastgoedwaarde. Bij de ingrepen die nodig zijn voor verduurzaming, is het altijd zoeken naar een balans. Wat is er mogelijk zonder de monumentale waarden

(het aanzicht en het historische materiaal) te veel aan te tasten? Om die afweging goed te kunnen maken, is het belangrijk om naar de totale energetische situatie van een gebouw te kijken. Wat is de huidige situatie? Wat is er mogelijk om het energieverbruik omlaag te brengen? Welke mogelijkheden zijn er voor energieopwekking op en bij het gebouw? Zijn er mogelijkheden op de gebouwen in de omgeving, bijvoorbeeld via een postcoderoossysteem? Met het antwoord op deze vragen kan een afweging gemaakt worden welke maatregelen passend zijn.

Monumentale waarden in het geding

Gebouwde rijksmonumenten hebben een bijzondere betekenis voor de samenleving. Deze ligt aan de ene kant in hun ouderdom en zeldzaamheid: het zijn bronnen over ons verleden, onder andere dankzij het historische materiaal en de technieken waarmee ze zijn opgericht (bouwhistorische waarden). Daarnaast zijn deze gebouwen vertrouwde en gewaardeerde onderdelen van onze leefomgeving. Door hun historische aanzicht, ontwerp en/of bijzondere materiaal zijn ze vaak de ankerpunten en smaakmakers van de leefomgeving (visuele waarden).

Bij de vraag of een zonne-energie installatie verenigbaar is met de monumentale waarden van een rijksmonument spelen zowel die bouwhistorische als visuele waarden een belangrijke rol.

Deze advieslijn bevat de algemene uitgangspunten waarmee de RCE zonne-energie installaties beoordeelt. Omgaan met monumenten is echter altijd maatwerk. Het kan daarom voorkomen dat in bijzondere gevallen PV-systemen juist wel of toch niet mogelijk blijken vanwege de beperkte of grotere gevolgen voor de monumentale waarden. De RCE zal het aanbrengen van zonne-energie installaties blijven monitoren en als nodig het adviesbeleid actualiseren.

Bouwhistorische waarden

Als het voor het plaatsen van de installatie nodig is om het dak te versterken of andere aanpassingen te doen in het monument, zal per geval beoordeeld worden of dit passend is vanuit monumentenzorg. De werkzaamheden mogen niet leiden tot onevenredige schade aan het historische materiaal en de constructie van het pand.

Technisch gezien gelden bij het aanbrengen van PV-systemen op een monument in veel gevallen dezelfde aandachtspunten als bij een niet- monument: de dakconstructie moet de installatie goed kunnen dragen.

Bij het plaatsen van PV-systemen op een monument is het belangrijk om extra aandacht te besteden aan brandveiligheid. Het plaatsen van de installatie dient te gebeuren door een vakspecialist om een verhoogd brandrisico te voorkomen. De oorzaak van brand bij een zonne-energie installatie is namelijk vaak het gevolg van onzorgvuldige aansluitingen.

In pannen of leien geïntegreerde zonnecellen

Er bestaan systemen, waarbij PV-cellen in dakpannen of dakleien geïntegreerd worden. Bij deze systemen wordt de bestaande dakbedekking verwijderd. Verwijdering van de bestaande dakbedekking voor het plaatsen van PV-cellen is bij monumenten ongewenst. Het behoud van de historische dakbedekking is uitgangspunt. Als de dakbedekking om technische redenen vervangen moet worden, wordt geadviseerd om deze in vorm en materiaal identiek te vervangen. De op dit moment leverbare zonnepannen en –leien kunnen hier (nog?) niet aan voldoen. Bovendien is de opbrengst laag en is er een te groot verschil in levensduur tussen de PV-cellen en de dragers: bij PV-cellen is die gemiddeld 15 à 30 jaar, terwijl een lei- of pandekking 80 tot 100 jaar of langer meegaat. Innovatieve ontwikkelingen kunnen aanleiding zijn om het standpunt over geïntegreerde zonnecellen te wijzigen. Als de dakbedekking op dit moment al niet meer van monumentale waarde is, kunnen er in specifieke gevallen meer mogelijkheden zijn.

Visuele waarden

Historische daken dragen veel bij aan het karakteristieke beeld van monumenten en dat van historische steden, dorpen en cultuurlandschappen. De dakbedekking in de vorm van bijvoorbeeld pannen, zink, leien of lood speelt hierbij een belangrijke rol. Het aanbrengen van PV-systemen betekent vaak een aantasting van dit beeld. Die aantasting van het beeld is dan ook het meest genoemde bezwaar tegen PV-systemen op monumenten. Om deze reden is het wenselijk om de PV-systemen op een monument zoveel mogelijk uit het zicht te plaatsen. Zo worden de visuele waarden van het monument zo min mogelijk aangetast. Niet bij alle monumenten is de aantasting door zichtbare PV-systemen overigens even groot: bij sommige industriële monumenten is het vanwege de technische uitstraling van het gebouw best mogelijk om PV-systemen in het zicht aan te brengen zonder grote visuele verstoring.

Uit of in het zicht

Het maakt bij een monument dus nogal uit of PV-systemen in het zicht zijn of niet. Wat wil dat zeggen “in het zicht”? Dat wil zeggen dat de installatie (panelen en eventuele andere onderdelen) zichtbaar is vanuit de publiek toegankelijke omgeving. Is dat niet het geval (de PV-systemen zijn niet of nauwelijks zichtbaar vanuit publiek toegankelijk gebied) en zijn de technische en bouwhistorische aspecten voldoende gezekerd (zie hierboven), dan zal de Rijksdienst positief adviseren over de plaatsing van PV-systemen. Er gelden enkele randvoorwaarden: historische dakopbouwen en andere elementen op het dak (schoorstenen, dakkapellen, decoraties, et cetera) blijven behouden en de panelen worden zorgvuldig aangebracht.

Het in het zicht plaatsen van PV-systemen op een monument heeft niet de voorkeur, maar als alternatieven (andere plaatsen op het erf of het dak, geen mogelijkheden op gebouwen in de omgeving, andere vormen van energie opwekken) ontbreken, is het in menig geval wel denkbaar indien het zorgvuldig wordt gedaan. Het plaatsen van PV-systemen in het zicht vraagt altijd om een zorgvuldig ontwerp zodat er geen sprake is van een onevenredige aantasting van monumentale waarden in de vorm van een ernstige visuele verstoring en/of schade aan bouwhistorische waarden/materiaal.

Het Rijksadvies en het gemeentelijk beleid

De mate waarin er sprake is van een visuele verstoring door de plaatsing van PV-systemen zal op iedere plek anders zijn. Dit hangt niet alleen af van het monument, maar ook van de omgeving van het monument.

Gemeenten zijn in Nederland verantwoordelijk voor de omgevingskwaliteit. Veel gemeenten hebben beleid opgesteld voor het toepassen van PV-systemen op monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten. Gemeenten nemen een advies van de Rijksdienst mee bij de beoordeling van een vergunningaanvraag. Daar betrekken ze ook het advies van de eigen monumentencommissie bij. De mogelijkheden op basis van het gemeentelijk beleid kunnen daarom anders zijn dan het advies van de Rijksdienst. Eigenaren van monumenten die denken over het plaatsen van een PV-systeem wordt daarom altijd aangeraden om contact op te nemen met de gemeente.

Voorwaarden voor een positief advies

Voor een positief advies door de Rijksdienst over PV-systemen in het zicht zijn er enkele randvoorwaarden:

  • 1.

    Alternatieven elders op het perceel of uit het zicht zijn afgewogen en leveren geen rendabele installatie op.

  • 2.

    De energieopwekking is ten bate van het eigen (monumentale) pand en er wordt geen cultuurhistorisch waardevol groen gekapt om de bezonning te verbeteren.

  • 3.

    Er is een zorgvuldig ontworpen plan voor het aanbrengen van de PV-systemen, zodat er geen sprake is van een onevenredige visuele verstoring van het monument of zijn omgeving. Dit blijkt onder meer uit:

    • a.

      historische dakelementen of opbouwen (schoorstenen, dakkappellen, decoraties, et cetera) worden behouden;

    • b.

      de panelen worden in een rechthoekig en regelmatig geordend plan gelegd (legplan) dat ondergeschikt blijft aan de hoofdvorm van het dak en de daarop aanwezige elementen;

    • c.

      de panelen hebben een zoveel mogelijk op de aard en kleur van het dak afgestemde kleur, zonder hinderlijke patronen of opvallende randen;

    • d.

      maximeren van de opbrengst (aantal panelen of keuze dakvlak) mag niet ten koste gaan van de monumentale waarden;

    • e.

      op bijzondere daken, binnen beschermde stads- en dorpsgezichten, bij gebouwen van een als complex aangewezen monument en historische buitenplaatsen gelden aparte uitgangspunten. Zie hieronder bij Bijzondere gevallen.

Bijzondere gevallen

In de volgende gevallen is er sprake van bijzondere situatie die vraagt om extra aandacht, naast het hierboven genoemde.

1. Bijzondere daken

Op daken met een bijzondere vorm of afwerking is het plaatsen van PV- systemen in principe ongewenst. Dit betreft bijvoorbeeld ronde, spitse of veelhoekige daken, daken met een bijzonder decoratief patroon of daken van bijzondere materialen, zoals zeldzame dakpannen, sommige leien daken, de meeste daken van riet, koper, zink of lood.

2. Bijzondere ligging: beschermde stads- en dorpsgezichten

Beschermde stads- en dorpsgezichten vormen historische ensembles van een stedenbouwkundige of landschappelijk geheel met historische bebouwing. Rijksmonumenten zijn daarin vaak belangrijk. Als het gemeentelijk beleid dit mogelijk maakt, is de Rijksdienst positief over PV- systemen op daken die vanuit de openbaar toegankelijke ruimte niet zichtbaar zijn. PV-systemen die in het zicht liggen worden bij voorkeur vermeden.

Voor gebouwen die een belangrijke rol spelen in het aanzicht van een beschermd gezicht, adviseert de Rijksdienst negatief over PV-systemen in het zicht. Het gaat dan bijvoorbeeld om gebouwen in het zicht die boven de gemiddelde bouwmassa uitsteken, gebouwen die gelegen zijn in de zichtlijnen van bijvoorbeeld straten of grachten of die deel uitmaken van een historische pleinwand. Dit geldt ook voor binnenplaatsen of -tuinen van rijksmonumenten of rijksmonumentale complexen.

3. Bijzondere ligging: van rijkswege aangewezen historische buitenplaats, gebouwen waarvan ook de tuinaanleg de status van rijksmonument heeft of die onderdeel zijn van een als complex aangewezen monument. Beschermde buitenplaatsen en gebouwen met een historische tuinaanleg vormen bijzondere complexen van groen- en gebouwd erfgoed. De oorspronkelijke aanleg en/of de in der loop der tijd gegroeide situatie heeft bijna altijd een zeer hoge beeld- en ontwerpkwaliteit. Zichtassen spelen er bovendien een belangrijke rol. Zichtbare zonne-energie installaties op de hoofdgebouwen en in de zichtassen van deze ensembles zijn ongewenst.

Voor PV-systemen op ondergeschikte gebouwen geldt dat zij niet in een zichtas of op een in het oog vallend plek mogen liggen en niet goed zichtbaar mogen zijn vanuit de historische tuin of parkaanleg. Ook bij inpassing van zonnepanelen in de groenaanleg geldt dat deze geen visuele verstoring van het beeld mogen opleveren.

Bij monumenten die onderdeel zijn van een complexbescherming, waarbij meerdere gebouwen of objecten als monument zijn aangewezen, geldt dat de PV-panelen geen verstoring van het ensemblebeeld mogen betekenen.

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) geeft advies over de gevolgen van wijzigingsplannen vanuit het oogpunt van monumentenzorg. De gemeente maakt de uiteindelijke afweging of een vergunning wordt verleend en betrekt daarbij het advies van de RCE. De RCE adviseert daarom altijd om vroegtijdig met de gemeente over plannen te spreken.

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 Infographic Zonnepanelen op erfgoed

afbeelding binnen de regeling

Toelichting bij de beleidsregel zonne-energie voor beschermde monumenten en monumentale bouwwerken in de gemeente Alphen aan den Rijn 2022

Algemeen

De richtlijnen in deze beleidsregel beogen om, met respect voor de historische kwaliteiten van de kernen binnen de gemeente Alphen aan den Rijn, zo stevig mogelijk invulling te geven aan de doelstellingen van de routekaart ‘Verduurzaming monumenten’ die onderdeel is van het Klimaatakkoord.

Ook beoogt deze beleidsregel om een eenduidig en begrijpelijk kader aan inwoners en eigenaren te bieden en criteria die voor toetsing en vergunningverlening eenvoudig en efficiënt toe te passen zijn. De toetsing door het bevoegd gezag (burgemeester en wethouders) en de advisering door een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige inzake cultuurhistorie, blijft, binnen deze criteria, altijd maatwerk.

Vanwege het relatief tijdelijke en reversibele karakter van de zonnepanelen is vooral de visuele impact ervan maatgevend. De voorwaarden zijn opgesteld om de monumentale beeldkwaliteit te waarborgen.

Zonnepanelen in het algemeen zijn toegestaan indien ze voldoen aan de kwalitatieve voorwaarden zoals genoemd vanaf artikel 4. Bij aanvragen voor een omgevingsvergunning, dus ook voor zonnepanelen, wordt een advies van een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige inzake cultuurhistorie gevraagd.

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) hanteert sinds 2020 de genoemde advieslijn voor zonnepanelen op rijksmonumenten. De advieslijn is gericht op gemeenten, die omgevingsvergunningen voor deze panden kunnen verstrekken. De inhoud van de advieslijn is mede bepalend voor het gemeentelijk beleid. De advieslijn is van toegevoegde waarde bij toetsing van de mogelijkheden voor zonnepanelen en zijn ook bruikbaar voor gemeentelijk monumenten. Bij toetsing zal de gemeente de advieslijn zoveel mogelijk volgen. Dat geldt met name voor gebouwen met een bijzondere dakbedekking, bijzondere ligging en bijzondere complexen.

Burgemeester en wethouders beoordelen aanvragen voor het plaatsen van zonnepanelen op beschermde monumenten en monumentale bouwwerken aan de hand van de criteria genoemd in de artikelen 4 tot en met 8.

Artikelsgewijs

Artikel 4 Plaatsing reversibel

Plaatsing van zonnepanelen, zonneboilers, bijbehorende installaties e.d. is reversibel, hieronder wordt verstaan dat plaatsing mogelijk is zonder blijvende schade aan de onderliggende dakconstructie en -bedekking of verlies aan cultuurhistorische waarden.

Artikel 5 Handhaven dakbedekking

Behoud van de bestaande dakbedekking is vereist, zeker indien de dakbedekking architectonische, architectuur- of bouwhistorische waarde heeft. Uitgangspunt, ook in de advieslijn van de RCE, is dat bij vervanging gelijkwaardige dakbedekking wordt toegepast.

Vervanging door materialen met ingebouwd zonnecellen (PV) heeft als nadeel dat deze dakbedekking een relatief geringe levensduur heeft, en daarom in de meeste gevallen geen goede oplossing is.

Artikel 6 Plaatsing uit het zicht

Ook voor zonnepanelen die niet in het zicht worden geplaatst geldt de eis dat deze aaneengesloten op het dakvlak worden gelegd, bij hellende dakvlakken op voldoende afstand van de nok en hoekkepers.

Artikel 7 Voorwaarden bij plaatsing in het zicht

  • a.

    Indien de zonnepanelen niet uit het zicht vanaf de openbare weg kunnen worden geplaatst, gelden kwalitatieve voorwaarden die betrekking hebben op:

    • 1.

      Rangschikking, compositie op het dak, rekening houdend met bestaande dakvensters, dakkapellen, schoorstenen e.d.

    • 2.

      De kleur van zonnepanelen en installaties die in het zicht worden geplaatst wordt zoveel mogelijk afgestemd op de kleur van de dakbedekking. In overleg zijn uitzonderingen mogelijk, zoals vanuit kostenoverwegingen.

    • 3.

      Bij repeterende woonblokken en -rijen is ten behoeve van de beeldkwaliteit een uniforme plaatsing en kleur vereist. Een eerste vergunde positionering van zonnepanelen is dan leidend voor de rest van het blok of de rij.

    • 4.

      Maximaliseren van de opbrengst (aantal panelen of keuze dakvlak) mag niet ten koste gaan van de beeldkwaliteit of monumentale waarden: het aantal zonnepanelen moet worden afgestemd op de mogelijkheden voor plaatsing op de dakvlakken, zonder dat de dakbedekking voor een groot deel aan het zicht wordt onttrokken.

  • b.

    In aanvulling op de kwalitatieve voorwaarden als benoemd onder a, wordt in geval van plaatsing van zonnepanelen op Rijksmonumenten (in het zicht vanaf de openbare weg), tevens getoetst aan de Advieslijn van de RCE, zoals opgenomen in bijlage 1, teneinde de beeldkwaliteit van deze panden te behouden.

Artikel 8 Hardheidsclausule - afwijken van de criteria

In het geval van bijzondere ontwerpen en bij de innovatie van de verduurzaming van monumenten of monumentale bouwwerken zijn afwijkingen van de bovenstaande punten mogelijk.

Meer informatie over het opwekken van elektriciteit bij monumenten / monumentale bouwwerken of historische gebouwen?

Zie www.cultureelerfgoed.nl/duurzaam.

Overzicht bijlagen, behorend bij ‘Beleidsregel zonne-energie voor beschermde monumenten en monumentale bouwwerken gemeente Alphen aan den Rijn 2022’: