Besluit van de raad van de gemeente Velsen tot vaststelling van de Verordening participatie en uitdaagrecht Velsen 2022 Verordening participatie en uitdaagrecht gemeente Velsen 2022

Geldend van 01-11-2022 t/m heden

Intitulé

Besluit van de raad van de gemeente Velsen tot vaststelling van de Verordening participatie en uitdaagrecht Velsen 2022 Verordening participatie en uitdaagrecht gemeente Velsen 2022

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Inleiding

Deze verordening is gebaseerd op het beleidskader participatie Velsen 2022-2026. Het uitdaagrecht is na vaststelling van dit beleidskader verder uitgewerkt en in maart 2022 als ‘notitie uitdaagrecht Velsen’ vastgesteld door de gemeenteraad.

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

- Bestuursorgaan: De gemeenteraad, de burgemeester of het college van burgemeester en wethouders. Ieder vanuit zijn eigen bestuurlijke bevoegdheden;

− Beleidsvoornemen: voornemen van een bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van gemeentelijk beleid;

− Participatie: betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid;

− Uitdaagrecht: het recht van bewoners en maatschappelijke partijen om een verzoek bij het bestuursorgaan in te dienen om de feitelijke uitvoering van een gemeentelijke taak over te nemen. Dit als zij denken deze taak beter, met meer maatschappelijke meerwaarde en/ of goedkoper uit te kunnen voeren dan de gemeente.

Paragraaf 2. Participatie

Artikel 2. Onderwerp van participatie

1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of participatie wordt toegepast.

2. Participatie wordt altijd toegepast als de wet daartoe verplicht.

3. Er is geen participatie mogelijk:

a. Ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

b. Als participatie bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

c. Als sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

d. Inzake de vaststelling van de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

e. Als de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat participatie niet kan worden afgewacht;

f. Als het belang van participatie niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 3. Procedure participatie

1. Op participatie is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

2. Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere participatieprocedure vaststellen. Hierbij kan geheel of gedeeltelijk worden afgeweken van procedure 3.4 van de Awb.

a. Voor participatieprocedures op beleidsvoornemens binnen het sociaal domein geldt tevens een afzonderlijke Verordening waarin de werkwijze van de Participatieraad Velsen is opgenomen: Participatie Sociaal Domein 2018.

3. Indien er een andere participatieprocedure wordt toegepast, neemt het bestuursorgaan over in ieder geval de volgende onderwerpen vooraf een besluit;

a. Doel van participatie (waarom vindt er participatie plaats);

b. Het onderwerp (waarover vindt participatie plaats);

c. Niveau van participatie/ mate van invloed (raadplegen, samen maken of samen beslissen);

d. De kaders waarbinnen het proces plaatsvindt (inhoudelijk, financieel);

e. Manier waarop het bestuursorgaan over deze kaders vooraf communiceert;

f. Manier waarop en tijdvak waarin ingezetenen en belanghebbenden hun inbreng kunnen leveren;

g. Manier waarop democratische waarden in de participatieprocedure worden gewaarborgd;

h. Een begroting van de kosten.

Artikel 4. Eindverslag participatie

1. Ter afronding van de participatie maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

2. Het eindverslag bevat in ieder geval;

a. Een overzicht van de gevolgde participatieprocedure;

b. Inzicht in welke doelgroepen actief benaderd zijn;

c. Een weergave van de belangen die tijdens de participatieprocedure mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

d. Een reactie op deze belangen waarbij wordt aangegeven hoe deze zijn afgewogen en welke punten al dan niet worden overgenomen;

e. Een evaluatie van het gevolgde proces waarbij o.a. gekeken wordt naar het democratisch proces en de tevredenheid van de deelnemers.

3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar en informeert actief diegenen die deel hebben genomen aan het participatieproces.

Paragraaf 3. Uitdaagrecht

Artikel 5. Onderwerp van uitdaagrecht

1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen gemeentelijke taken of hierop uitdaagrecht wordt toegepast.

2. Het bestuursorgaan wijst bewoners en/of, maatschappelijke organisaties en/of ondernemers uit Velsen actief op het van toepassing zijn van het uitdaagrecht.

3. Overname van de uitvoering van de volgende taken is niet mogelijk:

a. Als het een lopend uitvoeringstraject of ondergeschikte herzieningen daarvan betreft;

b. Als het uitdaagrecht bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

c. Als sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

d. Inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

e. Als de opdrachtwaarde boven de Europese drempelwaarde uitkomt;

f. Als de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat het benutten van het uitdaagrecht niet kan worden afgewacht;

g. Als het belang van het uitdaagrecht niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 6. Procedure uitdaagrecht

1. Een verzoek met betrekking tot het uitdaagrecht wordt bij het bestuursorgaan ingediend en omvat in ieder geval de volgende onderdelen:

a. Omschrijving van de gemeentelijke taak die de verzoeker wil overnemen;

b. Uitleg waarom of hoe de verzoeker deze taak beter en goedkoper kan uitvoeren;

c. Duidelijkheid over de betrokkenheid, kennis of ervaring van de verzoeker;

d. Indicatie van het draagvlak onder belanghebbende ingezetenen;

e. Indicatie van de kosten die aan de uitvoering van de taak verbonden zijn;

f. Omschrijving van de manier waarop de verzoeker met de gemeente wil samenwerken of ondersteuning nodig heeft;

g. Inzicht in hoe de kwaliteit en de uitvoering van de taak op de langere termijn kan worden gewaarborgd.

2. Het bestuursorgaan beslist binnen 8 weken op het verzoek. Het bestuursorgaan kan deze termijn met maximaal 4 weken verdagen.

3. Als het verzoek wordt ingewilligd, voorziet het bestuursorgaan de verzoeker van gepaste ondersteuning naar het oordeel van het bestuursorgaan.

4. Het bestuursorgaan maakt met de verzoekers afspraken over het proces, het resultaat, het budget, de verantwoording, kwaliteitsbewaking, de looptijd en de ambtelijke ondersteuning van de gemeente.

5. Het bestuursorgaan maakt het besluit ten aanzien van een binnengekomen verzoek binnen veertien dagen openbaar.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 7 . Evaluatie en monitoring verordening participatie en uitdaagrecht

1. De uitvoering van de verordening participatie en uitdaagrecht wordt in 2024 geëvalueerd en daarna eenmaal per 3 jaar

2. Burgemeester en wethouders zenden jaarlijks aan de raad een monitorverslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.

3. Ten behoeve van dit monitorverslag verzamelen burgemeester en wethouders systematisch informatie over:

a. Het aantal participatieprocessen;

b. De onderwerpen waarbij participatie van toepassing is geweest;

c. De evaluaties van de participatieprocessen waarbij aandacht is voor de kwaliteit van de participatie en voor de betrokkenheid van specifieke belangengroepen zoals jongeren, ouderen, migranten, visueel en lichamelijk gehandicapten etc.;

d. De rol van buurt- en wijkgerichte organisaties;

e. De rol van belangenorganisaties;

f. De consequenties voor de ambtelijke organisatie

e. Een advies ter verbetering van participatieprocessen

4. De ervaringen en resultaten van het uitdaagrecht maken deel uit van de driejaarlijkse evaluatie van deze verordening.

Artikel 8. Intrekking oude regeling

De inspraak- en samenspraakverordening Velsen 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 9. Relaties met andere verordeningen

Deze verordening staat in relatie tot de volgende gemeentelijke verordeningen:

a. Verordening Burgerinitiatief (01-11-2010)

b. Referendumverordening 2017 (02-02-2018)

c. Verordening Participatie Sociaal Domein 2018 (01-04-2018)

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking daags na publicatie.

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening participatie en uitdaagrecht gemeente Velsen 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 oktober 2022.

De voorzitter,

De griffier,