Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR683002
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR683002/1
Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant 3 oktober 2022 houdende regels omtrent treasury (Treasurystatuut Noord-Brabant 2022)
Geldend van 02-11-2022 t/m heden
Intitulé
Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant 3 oktober 2022 houdende regels omtrent treasury (Treasurystatuut Noord-Brabant 2022)Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2.1 van de Verordening treasury Noord-Brabant 2021;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten voor de inrichting en tenuitvoerlegging van een adequaat werkende treasuryfunctie een treasurystatuut wensen vast te stellen;
Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregel:
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripbepalingen
In dit treasurystatuut wordt verstaan onder:
beleggen: uitzetten van middelen in de vorm van een obligatie, onderhandse lening, deposito of stand op een rekeningcourant;
Beleggingscommissie: Beleggingscommissie als bedoeld in bijlage 6, behorende bij dit treasurystatuut;
debiteurenlimiet: maximale omvang van een uitzetting per aanvrager als percentage van het toegewezen vermogen aan de immunisatieportefeuille;
derivaten: financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde;
dividend - en rentereserve: reservering op de balans met als doel een jaar op jaar stabiele begroting te bewerkstelligen;
due diligence: onderzoek naar en analyse van de economische, juridische, fiscale en financiële omstandigheden en de integere bedrijfsvoering van een entiteit of onderneming;
Expected Loss: methode die wordt gebruikt om te berekenen wat het voorgecalculeerd risico is van een individuele belegging of kredietverstrekking van de immunisatieportefeuille;
immunisatieportefeuille: portefeuille van beleggingen met als doel jaarlijks een vaste inkomensstroom te realiseren ten behoeve van de begroting;
investeren: uitzetten van middelen in de vorm van het participeren in eigen vermogen, het verkrijgen van eigendom van roerende en onroerende zaken of het deelnemen in fondsen;
krediet verstrekken: uitzetten van middelen in de vorm van een lening;
liquiditeitsplanning: overzicht van de verwachte ontvangsten en uitgaven van de provincie voor een bepaalde periode;
onderhandse lening: lening aan een decentrale overheid waarop de provincie geen financieel toezicht houdt;
overige financiële middelen: alle financiële middelen van de provincie die niet zijn toegewezen aan de immunisatieportefeuille;
rendementsrisico: risico dat in enig jaar onvoldoende rendement wordt gemaakt voor de dekking van de begrotingsuitgaven;
risicobudget: maximale bedrag dat met een bepaalde waarschijnlijkheid verloren mag gaan in een bepaalde tijd;
risicohouding: mate waarin de provincie bereid is risico’s te lopen om haar doelstellingen te realiseren;
Ruddo: Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden;
treasuryfunctie: alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen en de financiële posities;
Team Immunisatieportefeuille: Team Immunisatieportefeuille als bedoeld in bijlage 5, behorende bij dit treasurystatuut;
Team Treasury: Team Treasury als bedoeld in bijlage 5, behorende bij dit treasurystatuut;
Treasury Commitee: Treasury Committee als bedoeld in bijlage 6, behorende bij dit treasurystatuut;
uitzettingen: bedragen die zijn uitgeleend, geïnvesteerd of belegd;
Value at Risk: methode die wordt gebruikt om te berekenen wat het potentieel verlies is voor uitzettingen in een bepaalde periode;
vermogensrisico: risico op een duurzame waardevermindering op het ingezette vermogen bij investeringen, kredieten of beleggingen;
wet fido: Wet financiering decentrale overheden.
Paragraaf 2 Immunisatieportefeuille
Artikel 2.1 Uitgangspunten beleid immunisatieportefeuille
Met betrekking tot de immunisatieportefeuille nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:
- a.
de immunisatieportefeuille is een afgescheiden deel van het vermogen en wordt ingezet om bij te dragen aan de realisatie van de publieke taak;
- b.
de uitzettingen geschieden tegen marktconforme condities;
- c.
er wordt een debiteurenlimiet van 10% gehanteerd, met uitzondering van de uitzettingen in de schatkist.
Artikel 2.2 Uitgangspunten uitzetten van middelen via een belegging
Met betrekking tot de het uitzetten van middelen, via een belegging in de immunisatieportefeuille, nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:
- a.
de maximale looptijd van een belegging is 30 jaar;
- b.
er worden geen middelen via een belegging uitgezet bij een artikel 12-gemeente als bedoeld in artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet of een gemeente die onder preventief toezicht staat;
- c.
bij het uitzetten van de middelen via een belegging worden de meest kostenefficiënte instrumenten toegepast, waarbij ook de kosten voor het interne beheer in overweging worden genomen;
- d.
het uitzetten van de middelen via een belegging voldoet te allen tijde aan het gedefinieerde risicobeleid en de gedefinieerde risicobudgetten, zoals opgenomen in paragraaf 4.
Artikel 2.3 Kader voor uitzetten van middelen via een belegging
-
1. Gedeputeerde Staten stellen het kader van het beoogde rendement en het beoogde volume van een beleggingsvoorstel vast:
- a.
op basis van een voorstel van het Treasury Commitee;
- b.
dat is afgestemd met Team Treasury; en
- c.
waarover de Beleggingscommissie advies heeft uitgebracht.
- a.
-
2. Gedeputeerde Staten besluiten over de beleggingsvoorstellen.
Artikel 2.4 Beoordeling aanvraag krediet of investering
Gedeputeerde Staten beoordelen op basis van een advies van Team Immunisatieportefeuille of een aanvraag voor een krediet of investering initieel passend is binnen de kaders en uitgangspunten van de inzet van middelen vanuit de immunisatieportefeuille.
Artikel 2.5 Beoordeling krediet- of investeringsvoorstel
-
1. Gedeputeerde Staten leggen het krediet- of investeringsvoorstel ter beoordeling voor aan een adviescommisie ingesteld op grond van artikel 82 van de Provinciewet nadat de stappen, opgenomen in bijlage 1 behorende bij dit treasurystatuut, zijn doorlopen waarna de adviescommissie de voorstellen beoordeelt op basis van het risicoprofiel, rendement en de bedrijfseconomische gegoedheid.
-
2. Na de positieve beoordeling door de adviescommissie leggen Gedeputeerde Staten het krediet- of investeringsvoorstel ter advies voor aan het Treasury Committee.
Artikel 2.6 Kredietbeheer
Met betrekking tot kredietbeheer nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:
- a.
de inning van vorderingen op derden is centraal georganiseerd;
- b.
naast het bewaken van de tijdige en volledige betaling wordt gemonitord of de geldnemer voldoet aan de specifieke voorwaarden uit de kredietovereenkomst en aanverwante documentatie;
- c.
het niet voldoen aan de voorwaarden in de kredietovereenkomst en aanverwante documentatie kan aanleiding zijn om in contact te treden met de geldnemer en zo nodig aanvullende afspraken te maken in het kader van het kredietbeheer;
- d.
indien wordt geconstateerd dat de kredietnemer kampt met betalingsproblemen of betalingsachterstanden, leidt dit tot een aangepaste inschatting van de financiële risico’s en een aangepaste risicoclassificering binnen het risicomanagement.
Artikel 2.7 Soorten kredieten
-
1. Gedeputeerde Staten verstrekken kredieten aan zowel publieke als private partijen.
-
2. De kredietverstrekking kan de volgende kredieten betreffen:
- a.
senior leningen;
- b.
achtergestelde leningen;
- c.
converteerbare leningen;
- d.
achtergestelde converteerbare leningen, al dan niet met verliesabsorptie of afschrijvings-mechanisme;
- e.
kasgeldleningen;
- f.
revolverende kredietfaciliteit.
- a.
-
3. Er wordt met de volgende aflossingsvormen op kredieten gewerkt:
- a.
bullet;
- b.
lineair;
- c.
annuïtair;
- d.
perpetueel;
- e.
ballon.
- a.
-
4. Combinaties van de aflosvormen of maatwerk aflosschema’s zijn mogelijk.
-
5. Converteerbare leningen en achtergestelde converteerbare leningen worden alleen verleend aan verbonden partijen als bedoeld in artikel 1, onder b, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.
Artikel 2.8 Zekerheden met betrekking tot kredieten
Met betrekking tot het verkrijgen van zekerheden nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:
- a.
het verkrijgen van zekerheden is geen absolute voorwaarde voor het verstrekken van een krediet, maar heeft wel de voorkeur;
- b.
bij iedere aanvraag voor een krediet worden eventuele zekerheden als onderdeel van het maatwerk per uitzetting meegenomen;
- c.
per krediet wordt bepaald in hoeverre het verkrijgen van zekerheden mogelijk en wenselijk is;
- d.
bij het beoordelen van het financiële risico, het rentepercentage en het rendement van een krediet wordt het effect van deze zekerheden meegenomen;
- e.
indien sprake is van het verstrekken van zekerheden, is de daadwerkelijke formele vestiging van de zekerheden een opschortende voorwaarde voor het verstrekken van een krediet.
Artikel 2.9 Kaders en risicolimieten krediet- en investeringsbeleid
-
1. Gedeputeerde Staten evalueren en herijken jaarlijks de kaders en risicolimieten, vanwege het jaarlijks vaststellen van het risicobudget voor de immunisatieportefeuille door Provinciale Staten.
-
2. Gedeputeerde Staten betrekken de uitkomsten van de jaarlijkse evaluatie en herijking van de kaders en risicolimieten bij het beoordelen van de toereikendheid van de hoogte van het risicobudget.
-
3. Gedeputeerde Staten laten de jaarlijkse evaluatie en herijking van de kaders en risicolimieten uitvoeren door Team Immunisatieportefeuille, in afstemming met de treasurer.
-
4. Gedeputeerde Staten stellen de kaders en risicolimieten van het kredietbeleid vast:
- a.
op basis van een voorstel van Team Immunisatieportefeuille;
- b.
dat is afgestemd met de treasurer; en
- c.
waarover het Treasury Committee advies heeft uitgebracht.
- a.
Paragraaf 3 Overige financiële middelen
Artikel 3.1 Uitgangspunten beleid overige financiële middelen
Met betrekking tot de overige financiële middelen nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:
- a.
de middelen die vallen onder overige financiële middelen worden alleen via een belegging uitgezet;
- b.
de looptijd van de beleggingen wordt afgestemd op de liquiditeitsplanning van de provincie, waarbij alle inkomsten en uitgaven zijn geraamd tot minimaal 10 jaar vooruit met als doel het zo goed mogelijk matchen van toekomstige inkomsten en uitgaven;
- c.
de maximale looptijd van een belegging is 30 jaar;
- d.
er worden geen middelen via een belegging uitgezet bij een artikel 12-gemeente als bedoeld in artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet of een gemeente die onder preventief toezicht staat;
- e.
bij het uitzetten van de middelen via een belegging worden de meest kostenefficiënte instrumenten toegepast, waarbij ook de kosten voor het interne beheer in overweging worden genomen;
- f.
het uitzetten van de middelen via een belegging voldoet te allen tijde aan het gedefinieerde risicobeleid, zoals opgenomen in artikel 4.8;
- g.
het behaalde rendement van de overige financiële middelen wordt toegewezen aan de immunisatieportefeuille;
- h.
besluitvorming geschiedt conform artikel 2.3.
Artikel 3.2 Het aantrekken van financiële middelen
Met betrekking tot het aantrekken van financiële middelen nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:
- a.
zolang er voldoende liquide middelen beschikbaar zijn, wordt er geen externe financiering aangetrokken;
- b.
het aantrekken van financiële middelen vindt uitsluitend plaats ter uitoefening van de publieke taak;
- c.
het aantrekken van financiële middelen geschiedt tegen marktconforme condities, waarbij meerdere partijen benaderd worden voor een offerte.
Artikel 3.3 Kader voor het aantrekken van financiële middelen
-
1. Gedeputeerde Staten stellen het kader van het beoogde rentepercentage en het beoogde volume van een financieringsvoorstel vast:
- a.
op basis van een voorstel van het Treasury Commitee;
- b.
dat is afgestemd met Team Treasury; en
- c.
waarover de Beleggingscommissie advies heeft uitgebracht.
- a.
-
2. Gedeputeerde Staten besluiten over een financieringsvoorstel.
Artikel 3.4 De inzet van derivaten
-
1. Met betrekking tot de inzet van derivaten nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:
- a.
speculatief handelen in derivaten, zonder dat er sprake is van bestaande of toekomstige financiële risico’s, wordt niet toegestaan;
- b.
derivaten worden op marktconforme basis afgesloten door het opvragen van tarieven bij meerdere partijen.
- a.
-
3. Alle voorstellen waarbij mogelijk derivaten zijn betrokken, inclusief een risicoparagraaf, worden ter goedkeuring aangeboden aan Gedeputeerde Staten, waarbij deze voorstellen vooraf door Team Treasury ter advisering worden aangeboden via de Beleggingscommissie aan het Treasury Committee.
Paragraaf 4 Beheersing van de risico’s
Artikel 4.1 Methodiek voor het kwantificeren van de financiële risico’s
Gedeputeerde Staten passen voor het kwanitifcieren van de financiële risico’s de volgende berekingsmethodieken toe:
- a.
voor kredieten en beleggingen: Expected Loss en Value at Risk;
- b.
voor investeringen: Value at Risk;
Artikel 4.2 Soorten risico’s immunisatieportefeuille
Gedeputeerde Staten onderscheiden, op het niveau van de totale immunisatieportefeuille, de volgende risico’s:
- a.
het rendementsrisico, dat wordt gedekt door de dividend– en rentereserve, waarbij:
- 1°.
Provinciale Staten jaarlijks vaststellen wat het te behalen rendement bedraagt voor het dekken van de begrotingsuitgaven in het eerstvolgende begrotingsjaar;
- 2°.
er sprake is van een tekort indien het werkelijke of verwachte rendement lager is dan het te behalen rendement;
- 1°.
- b.
het vermogensrisico, dat wordt gedekt door het risicobudget van de immunisatieportefeuille, van, bij vaststelling van dit treasurystatuut, totaal € 90 miljoen, waarbij het vermogensrisico:
- 1°.
betrekking heeft op het verlies, indien een deel van de investering verloren gaat of een lening gedeeltelijk niet wordt terugbetaald;
- 2°.
wordt bepaald op basis van Expected Loss of Value at Risk.
- 1°.
Artikel 4.3 Uitgangspunten risicometing uitzettingen immunisatieportefeuille
Met betrekking tot het risico van de immunisatieportefeuille nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:
- a.
voor iedere individuele belegging of individueel krediet wordt op voorhand een risico-inschatting gemaakt op basis van Expected Loss;
- b.
op portefeuilleniveau wordt een risicoinschatting gemaakt op basis van Value at Risk;
- c.
de risico-inschattingen hebben betrekking op de omvang van het vermogensrisico;
- d.
het totale risicobudget voor het afdekken van het vermogensrisico wordt verdeeld in drie compartimenten, te weten compartiment I, II en III;
- e.
voor ieder compartiment afzonderlijk wordt een risico-inschatting gemaakt op basis van Expected Loss of Value at Risk;
- f.
de op voorhand gemaakte risico-inschatting voor de totale portefeuille aan uitzettingen, berekend op basis van de Value at Risk methodiek, is altijd lager dan het totale risicobudget.
Artikel 4.4 Risicocompartimenten en inzet risicobudget
-
1. Gedeputeerde Staten zetten het risicobudget van de immunisatieportefeuille voor het afdekken van het vermogensrisico in volgens de volgende systematiek:
- a.
kredieten, investeringen of beleggingen met een risico-inschatting groter dan 2% van de nominale uitzetting, komen alleen in aanmerking als uitzetting, indien het risico dat boven de 2% uitstijgt voor 50% wordt afgedekt met beleidsgeld;
- b.
indien de risico-inschatting, bedoeld onder a, voor een individuele uitzetting onder de 2% ligt, wordt deze geclassificeerd als een uitzetting onder compartiment I van het risicobudget;
- c.
indien de risico-inschatting, bedoeld onder a, voor een individuele uitzetting boven de 2% ligt, of indien er sprake is van een investering, wordt deze geclassificeerd als een uitzetting onder compartiment II van het risicobudget;
- d.
compartiment III dient voor de afdekking van de overschrijdingen van risicobudgetten van compartiment I en II.
- a.
-
2. Gedeputeerde Staten leggen de jaarlijkse verdeling van het risicobudget over de drie compartimenten, in het kader van de vaststelling van de begroting, voor advies voor aan het Treasury Committee.
-
3. Gedeputeerde Staten actualiseren elk half jaar, de risico-inschattingen voor zowel de immunisatieportefeuille in totaal als voor de drie compartimenten.
Artikel 4.5 Compartiment I
-
1. Gedeputeerde Staten dekken met compartiment I het verwachte verlies, bedoeld in artikel 4.4, eerste lid, onder b, af.
-
2. Gedeputeerde Staten nemen met betrekking tot compartiment I de volgende uitgangspunten in acht:
- a.
de omvang van dit compartiment bedraagt bij vaststelling van dit treasurystatuut € 20 miljoen;
- b.
indien van toepassing, vinden afschrijvingen op het risicobudget van een uitzetting in compartiment I binnen dit compartiment plaats;
- c.
het verwachte risico op dit compartiment wordt bepaald met behulp van Expected Loss per uitzetting en Value at Risk voor het totale compartiment I;
- d.
de laagste van Expected Loss of Value at Risk is leidend voor het bepalen van de omvang van het risico en voor het benodigde deel van het totale risicobudget;
- e.
indien de Value at Risk minus de Expected Loss positief is, wordt dit meegenomen in de bepaling van de omvang van het risicobudget voor compartiment III;
- f.
indien uit de periodieke herwaardering blijkt dat de laagste van de risico-inschatting op basis van de Value at Risk of Expected Loss hoger is dan het risicobudget voor dit compartment, wordt dit compartiment tot dat niveau aangevuld vanuit het risicobudget van compartiment III.
- a.
Artikel 4.6 Compartiment II
-
1. Gedeputeerde Staten dekken met compartiment II het verwachte verlies, bedoeld in artikel 4.4, eerste lid, onder c, af.
-
2. Gedeputeerde Staten nemen met betrekking tot compartiment II de volgende uitgangspunten in acht:
- a.
de omvang van dit compartiment bedraagt bij vaststelling van dit treasurystatuut € 50 miljoen;
- b.
indien van toepassing, vinden afschrijvingen op het risicobudget van een uitzetting in compartiment II ook binnen dit compartiment plaats;
- c.
er kan besloten worden om tot maximaal 100% van het risico via dit compartiment af te dekken en daarmee geheel of gedeeltelijk af te zien of gebruik te maken van afdekking met beleidsgeld;
- d.
het verwachte risico en verlies van uitzettingen in dit compartiment wordt bepaald met behulp van Expected Loss of Value at Risk per uitzetting en Value at Risk voor het totale compartiment II;
- e.
indien uit de periodieke herwaardering blijkt dat de risico-inschatting op basis van de Value at Risk hoger is dan het risicobudget voor dit compartment, wordt dit compartiment tot dat niveau aangevuld vanuit het risicobudget van compartiment III.
- a.
Artikel 4.7 Compartiment III
-
1. Gedeputeerde Staten dekken met compartiment III de onverwachte verliezen van de totale portefeuille af, bepaald op basis van Value at Risk.
-
2. Gedeputeerde Staten nemen met betrekking tot compartiment III de volgende uitgangspunten in acht:
- a.
de omvang van dit compartiment bedraagt bij vaststelling van dit treasurystatuut € 20 miljoen;
- b.
indien uit de periodieke actualisatie blijkt dat de risico-inschattingen voor compartiment I of II hoger zijn dan de daarvoor geldende risicobudgetten, worden de risicobudgetten voor compartiment I of II tot dat niveau aangevuld vanuit het risicobudget van compartiment III.
- a.
Artikel 4.8 Risico’s uitzettingen met overige financiële middelen
-
1. Gedeputeerde Staten passen voor de overige financiële middelen de Expected Loss methodiek voor het kwantificeren van de financiële risico’s toe.
-
2. Gedeputeerde Staten houden geen risicobudget aan voor de risico’s op uitzettingen met overige financiële middelen.
Artikel 4.9 Value at Risk kredieten en beleggingen
Gedeputeerde Staten maken, bij het berekenen van de Value at Risk voor zowel individuele kredieten en beleggingen als voor de totale portefeuille van kredieten en beleggingen, gebruik van de daarvoor ontwikkelde rekentool, opgenomen in bijlage 2, behorende bij dit treasurystatuut.
Artikel 4.10 Value at Risk investeringen
Gedeputeerde Staten maken, bij het berekenen van de Value at Risk voor investeringen, gebruik van de daarvoor ontwikkelde rekentool, opgenomen in bijlage 3, behorende bij dit treasurystatuut.
Artikel 4.11 Value at Risk totale portefeuille aan uitzettingen
Gedeputeerde Staten combineren met behulp van de rekentools, opgenomen in bijlagen 2 en 3, behorende bij dit treasurystatuut, de uitkomsten van de berekeningen van de Value at Risk voor alle bestaande kredieten, investeringen en beleggingen om tot de risico-inschatting voor de totale portefeuille te komen.
Artikel 4.12 Expected Loss kredieten en beleggingen
Gedeputeerde Staten maken, bij het berekenen van het verwachte risico en mogelijke verlies voor individuele uitzettingen in de vorm van kredieten of beleggingen, gebruik van de Expected Loss methodiek, opgenomen in bijlage 4 behorende bij dit treasurystatuut.
Paragraaf 5 Governance
Artikel 5.1 De hiërarchische organisatie
De taken en verantwoordelijkheden van de hiërarchische organisatie zijn opgenomen in bijlage 5, behorende bij dit treasurystatuut.
Artikel 5.2 De functionele organisatie
De taken en verantwoordelijkheden van de functionele organisatie zijn opgenomen in bijlage 6, behorende bij dit treasurystatuut.
Paragraaf 6 Processen
Artikel 6.1 Processen treasuryactiviteiten
-
1. Met betrekking tot de processen over de treasuryactiviteiten nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:
- a.
de treasuryactiviteiten worden weergegeven in processen en beschreven in procesdocumenten;
- b.
per proces wordt een proceseigenaar benoemd die verantwoordelijk is voor:
- 1°.
de borging van een efficiënt overdrachtsmoment van het ene naar het andere proces of deelproces;
- 2°.
het actueel houden van de processen en de vastlegging daarvan in het procesdocument;
- 1°.
- c.
de processen worden uitgewerkt en vastgelegd in een procesdocument aan de hand van de volgende niveaus:
- 1°.
categorie;
- 2°.
procesgroepering;
- 3°.
activiteit;
- 4°.
taak;
- 1°.
- d.
in het procesdocument worden in ieder geval de processen, bedoeld onder c, onder 1° tot en met 3°, door de proceseigenaar in overleg met de verschillende teams uitgewerkt.
- a.
-
2. Het proces van uitzetten van middelen uit de immunisatieportefeuille in het kader van de publieke taak is als schema opgenomen in bijlage 7, behorende bij dit treasurystatuut.
Paragraaf 7 Rapportages
Artikel 7.1 Rapportages
-
1. Gedeputeerde Staten rapporteren in de jaarlijkse begroting, de jaarrekening en het jaarverslag over de uitvoering van de treasuryfunctie, waarbij ingegaan wordt op het beleid, de governance, de processen met betrekking tot beleggen, krediet verstrekken en investeren.
-
2. In de procesbeschrijvingen kunnen andere rapportages worden benoemd.
Paragraaf 8 Slotbepalingen
Artikel 8.1 Evaluatie
Gedeputeerde Staten zenden in 2026 en vervolgens telkens na vier jaar aan Provinciale Staten een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze beleidsregel in de praktijk.
Artikel 8.2 Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 8.3 Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Treasurystatuut Noord-Brabant 2022.
Ondertekening
’s-Hertogenbosch, 3 oktober 2022
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. P.J. Buijtels
Bijlage 1 behorende bij artikel 2.5 van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022
|
Stappen |
Toelichting per stap |
1. |
Aanvraag en vergelijking voorstel met beleid |
Check of aanvraag initieel past binnen de publieke taak en doelstellingen van de provincie. |
2. |
Toetsing additionaliteit en publieke taak |
- |
3. |
Due diligence |
Uitvoeren onderzoek naar de aanvrager. |
4. |
Beoordeling Business case |
Beoordeling business case (kwalitatief en kwantitatief/financieel): met daarbij in ieder geval het investeringsvoorstel tot financiering, inclusief een risicoparagraaf, een verkenning van de effecten van scenario’s en duiding van uitkomsten van de due diligence-onderzoek. |
5. |
Marktconforme pricing |
Onderbouwing marktconforme pricing met eventueel opinie en advies van externe experts. |
6. |
Risico-rendementsanalyse (“risk assessment”) immunisatieportefeuille |
Analyse risico’s business case, effect-analyse toevoegen kredietvoorstel op rendements- en risicoprofiel (-bedrag) immunisatieportefeuille. |
7. |
Toetsing op staatssteun en Wet Markt & Overheid (Wet M&O) aspecten |
- |
Bijlage 2 behorende bij artikel 4.9 van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022
Uitgangspunten berekening Value at Risk (VaR)
- •
Aantal simulaties (standaard 5.000)
- •
Betrouwbaarheidsinterval (95%)
- •
Periode in jaren (1 tot 5 jaar)
Input en output van de rekentool
Input | berekening VaR |
Output | berekening VaR |
|
|
Bijlage 3 behorende bij artikel 4.10 van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022
Uitgangspunten berekening Value at Risk (VaR)
- •
Aantal simulaties (standaard 5.000)
- •
Betrouwbaarheidsinterval (95%)
- •
Periode in jaren (1 tot 5 jaar)
Input en output van de rekentool
Input| berekening VaR |
Output | berekening VaR |
|
|
Bijlage 4 behorende bij artikel 4.12 van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022
De berekening van de ExpectedLoss gebeurt als volgt
- •
Expected Loss (EL) = PD x EaD x LGD: De verwachte verliezen op financieringsinstrumenten.
- •
Probability of default (PD): De kans dat een debiteur binnen een periode van 12 maanden failliet gaat en de verplichtingen van de uitstaande financieringsinstrumenten niet (volledig) kan nakomen.
- •
Exposure at default (EaD): Het uitstaande (restant) bedrag aan financieringsinstrumenten, inclusief de te ontvangen rente voor de komende 12 maanden.
- •
Loss Given Default (LGD): het berekende verlies in het geval een tegenpartij niet aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen.
De horizon van de Expected Loss methodiek is 12 maanden.
Bijlage 5 behorende bij artikel 5.1 van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022
Provinciale Staten |
Taken en verantwoordelijkheden |
|
Gedeputeerde Staten |
Taken en verantwoordelijkheden |
|
Team Immunisatieportefeuille |
Taken en verantwoordelijkheden |
|
|
(*) Opmerking: Het initiëren van voorstellen op het gebied van kredieten en investeringen is ook een verantwoordelijkheid van de verschillende beleidsprogramma's
Team Treasury |
Taken en verantwoordelijkheden |
|
|
Risicomanagement 2e lijn |
Taken en verantwoordelijkheden |
|
|
Risicomanagement 3e lijn |
Taken en verantwoordelijkheden |
|
|
Stuurinformatie en Administratie |
Taken en verantwoordelijkheden |
|
Deze functie valt onder het team Expertise en Control en het team Financiële Administratie, onderdeel van het programma Stuurinformatie en Administraties |
Juridische zaken |
Taken en verantwoordelijkheden |
|
Deze functie valt onder programma Bedrijfsvoering, Beleid en Advisering |
Bijlage 6 behorende bij artikel 5.2 van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022
Beleidsoverleg (*) |
||
|
||
Deelnemers Beleidsoverleg (*) |
Functie |
|
Naast de gebruikelijke deelnemers aan een Beleidsoverleg:
|
|
(*) Opmerking: Bovenstaande twee tabellen zijn een aanvulling op al bestaande governance met betrekking tot het Beleidsoverleg en de deelnemers daaraan
Beleggingscommissie |
|
|
|
Deelnemers Beleggingscommissie |
Functie |
|
|
Treasury Committee |
|
|
|
Deelnemers Treasury Committee |
Functie |
|
|
Bijlage 7 behorende bij artikel 6.1, tweede lid, van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022
Proces uitzetten van middelen (bron: 20210310 Immunisatieportefeuille procesbeschrijving)
Toelichting behorende bij het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022
I. Algemeen
Inleiding
Op grond van artikel 13 van de Financiële verordening Noord-Brabant 2020 dragen Gedeputeerde Staten zorg voor de financiële organisatie van de provincie Noord-Brabant (verder: “de provincie”). De treasuryfunctie is een onderdeel van de financiële functie binnen de provincie.
De treasuryfunctie gaat over het doelmatig en doeltreffend beheer van de financiële middelen van de provincie. Dit betreft de middelen vanuit de immunisatieportefeuille alsmede de overige financiële middelen. De kredietverlening en investeringen vanuit de immunisatieportefeuille vallen daarmee ook onder de treasuryactiviteiten. Beleidsmiddelen die rechtstreeks worden verstrekt vanuit het Ontwikkelbedrijf en eventuele andere beleidsmiddelen vallen buiten de scope van dit treasurystatuut.
Onder (de) treasury(-functie) wordt verstaan: alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen en de financiële posities.
Bij het uitvoeren van de treasuryfunctie kunnen er zowel middelen worden aangetrokken als middelen worden uitgezet. Het aantrekken van middelen dient altijd uit hoofde van de publieke taak plaats te vinden. Bij het uitzetten van middelen wordt onderscheid gemaakt tussen middelen die worden uitgezet vanuit de publieke taak en middelen die niet vanuit de publieke taak worden uitgezet.
Op 15 december 2013 zijn in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) bepalingen over het verplicht schatkistbankieren opgenomen. Hierdoor is het verplicht om middelen die niet worden ingezet voor de publieke taak in de schatkist aan te houden of om deze, in de vorm van leningen, uit te zetten aan openbare lichamen waarvan de provincie niet met het financiële toezicht is belast.
Voor de inrichting en tenuitvoerlegging van een adequaat werkende treasuryfunctie is dit treasurystatuut (hierna: het statuut) opgesteld. In dit statuut worden de verschillende beleidsonderdelen, de risicohouding, de wijze waarop wordt bestuurd en verantwoording wordt afgelegd (governance) en de hoofdprocessen beschreven.
De verplichtingen en normen waar het statuut aan dient te voldoen zijn door Provinciale Staten vastgelegd in de Verordening treasury Noord-Brabant 2021.
Treasuryjaarplan en de treasuryparagraaf
Naast het statuut wordt er jaarlijks een jaarplan opgesteld alsmede een paragraaf bij de begroting en bij de jaarrekening van de provincie:
- ■
In de treasuryparagraaf bij de begroting worden op hoofdlijnen de geplande activiteiten van de treasuryfunctie voor het komende jaar beschreven. De paragraaf is gebaseerd op de begroting. De paragraaf bij de begroting maakt onderdeel uit van de begrotingsdocumenten die door Provinciale Staten worden vastgesteld.
- ■
In het treasuryjaarplan worden de geplande activiteiten van de treasury voor het komende jaar beschreven samen met een meerjarige doorkijk. Het jaarplan en de meerjarige doorkijk worden gebaseerd op de begroting. Daarnaast zal in het jaarplan de portefeuillestrategie van de immunisatieportefeuille worden opgenomen. Het jaarplan wordt jaarlijks bij het begin van een nieuw begrotingsjaar ter vaststelling aangeboden aan Gedeputeerde Staten.
- ■
In de paragraaf bij de jaarrekening wordt de planning van het afgelopen jaar vergeleken met de realisatie van het betreffende boekjaar. De paragraaf bij de jaarrekening maakt onderdeel uit van de verantwoordingsdocumenten die door Provinciale Staten worden vastgesteld. De paragraaf bij de jaarrekening geldt ook als treasuryjaarverslag.
II. Artikelsgewijs
Artikel 2.1 Uitgangspunten beleid immunisatieportefeuille
Belangrijke doelstelling van het uitzetten van de gelden in de immunisatieportefeuille is het behalen van een doelrendement vanuit de begrotingsdoelstellingen van de provincie. Het te behalen doelrendement wordt zowel per uitzetting als voor de hele immunisatieportefeuille beoordeeld.
In de Provinciewet wordt geen definitie gegeven van de publieke taak. De bevoegdheid voor het bepalen daarvan ligt bij Provinciale Staten. Voorstellen vanuit de immunisatieportefeuille in het kader van de publieke taak worden daarom voorgelegd aan Provinciale Staten om daar hun wensen en bedenkingen op te kunnen geven.
Artikel 2.4 Beoordeling aanvraag krediet of investering
Uitgangspunt bij de beoordeling van aanvragen is dat alle aanvragen voor uitzettingen uniek zijn en bij de beoordeling (van de financiële risico’s) om maatwerk vragen. Alle aanvragen worden vanaf de initiële beoordeling tot aan de goedkeuring zo veel mogelijk op een vergelijkbare manier en op basis van vooraf bepaalde procedures beoordeeld en behandeld. De beoordeling en besluitvorming over iedere uitzetting vindt plaats op basis van een integrale afweging van alle relevante aspecten, zowel kwantitatief als kwalitatief en is mede gebaseerd op de professionele opinie van de betrokken medewerkers, afdelingen en gremia.
De kaders en uitgangspunten zoals vastgelegd in dit treasurystatuut zijn leidend bij de beoordeling van uitzettingen. In voorkomende gevallen kan daarvan gemotiveerd worden afgeweken.
Alle kenmerken en modaliteiten tezamen van een potentiële uitzetting vertalen zich in het financiële risico van een uitzetting. Dit financiële risico maakt onderdeel uit van de totaalbeoordeling van de uitzetting en het daarbij behorende beheer. Het financiële risico van een uitzetting omvat dus alle eventuele afwijkingen van de algemene kaders en uitgangspunten.
Artikel 2.5 Beoordeling krediet- of investeringsvoorstel
Het voorstel en transactiestructurering wordt uitgewerkt door het Team Immunisatieportefeuille. Het voorstel wordt getoetst aan een aantal criteria, waaronder staatssteun, additionaliteit aan de markt, Wet Markt & Overheid, MVO en het vastgesteld norm- of doelrendement van de provincie. Zie hiervoor bijlage 1.
Aangezien de kredietverlening plaatsvindt onder de publieke taak, worden staatsteun- en WMO-aspecten specifiek betrokken bij het bepalen van de marktconforme rente (of garantiepremie) van het krediet. Hiervoor wordt een gestandaardiseerde procedure gehanteerd om te komen tot een risico inschatting en - op basis van voornoemde risico inschatting - pricing van het krediet.
Artikel 2.6 Kredietbeheer
De wijze van invordering is vastgelegd in het ‘Debiteurenbeleid provincie Noord-Brabant 2020’.
Artikel 3.1 Uitgangspunten beleid overige financiële middelen
Onder overige financiële middelen worden de beschikbare liquiditeiten verstaan die kunnen worden uitgezet door Team Treasury uit hoofde van een efficiënt middelenbeheer. Dit zijn middelen die niet zijn toegewezen aan de immunisatieportefeuille. Het rendement dat wordt behaald komt ten goede aan de immunisatieportefeuille.
De beschikbaarheid van deze middelen wordt naar hoogte van het bedrag en de looptijd van de uitzetting middels een liquiditeitsplanning inzichtelijk gemaakt.
Artikel 3.4 De inzet van derivaten
Door het ministerie van Financiën is in de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) nader uitgewerkt wanneer en onder welke voorwaarden het gebruik van derivaten wettelijk is toegestaan.
Artikel 4.1 Methodiek voor het kwantificeren van de financiële risico’s
Voor het toepassen van de methodiek voor het kwantificeren van de financiële risico’s en daarvoor ontwikkelde modellen, is een gedegen analyse van de business case of aanvraag (per individuele uitzetting) noodzakelijk.
De benodigde input voor de berekening van het risico van de uitzettingen komt tot stand op basis van een professionele opinie, vanuit de bevindingen uit de analyse van de beoordeelde businesscase of aanvraag.
Op basis van deze analyse kan de risicobeoordelingsmethodiek worden gevuld met een inschatting van onder meer het rendement en de risico’s. De kwaliteit van de analyse van de businesscase bepaalt de kwaliteit van de input in de risicoberekeningsmethodiek en daarmee ook de kwaliteit van de uitkomsten daarvan.
Voor het kwantificeren van de financiële risico’s worden de berekeningsmethodieken Expected Loss en Value at Risk (VaR) toegepast.
Voor een toelichting op de Expected Loss methodiek wordt verwezen naar bijlage 4.
De Value at Risk (VaR) methodiek wordt gebruikt om de omvang van het financiële risico, risicolimieten en de daarvoor benodigde buffers te bepalen en bewaken.
De VaR methodiek geeft antwoord op de vraag: "Hoe groot kan het verlies worden?" In statistische termen geeft VaR de volgende informatie: "Met waarschijnlijkheid α zal het verlies in periode T niet groter zijn dan V euro's". 1
De VaR-methode berekent, op basis van een betrouwbaarheidsinterval en voor een bepaalde periode, wat de verwachtingswaarde van het verlies is dat kan optreden, daarbij gebruikmakend van een zogenaamde ‘Monte Carlo simulatie’.
Monte Carlo-simulatie is een econometrische rekentechniek waarbij scenario’s van mogelijke risicofactoren en rendementen van uitzettingen vele malen worden gesimuleerd om de uitkomsten van financiële risico’s te bepalen.
Artikel 4.2 Soorten risico’s immunisatieportefeuille
De risicohouding is het startpunt bij het uitzetten van middelen vanuit de immunisatieportefeuille en de overige financiële middelen. De risicohouding heeft betrekking op de mate waarin de provincie bereid is risico’s te lopen om haar doelstellingen te realiseren. Bij het bepalen van een risicohouding is het tevens van belang te bepalen in welke mate deze risico’s ook daadwerkelijk kunnen worden opgevangen. Provinciale Staten bepalen de risicohouding van de provincie, waarbij de provincie ten principale risicomijdend is.
Deze risicomijdende houding van de provincie wordt vertaald in een meetbare eenheid. Hiervoor wordt de term risicobudget gebruikt. Een risicobudget is het maximale bedrag dat met een bepaalde waarschijnlijkheid verloren mag gaan in een bepaalde tijd, ofwel het bedrag dat de provincie aan verliezen kan en/of wil tolereren binnen een bepaalde tijd. De vaststelling van het risicobudget vindt plaats door Provinciale Staten en is een vast onderdeel bij de vaststelling van de jaarlijkse begroting.
Het risicobudget is de centrale referentie en risicolimiet bij het risicomanagement. Het risico van de gehele immunisatieportefeuille (beleggingen, investeringen en kredieten) mag op voorhand op enig moment niet hoger zijn dan het door Provinciale Staten vastgestelde risicobudget.
De doelstelling van het risicomanagement van de immunisatieportefeuille is het bewaken van de voor de provincie gewenste balans tussen rendement en risico van de uitzettingen.
De te bewaken kaders van het risicomanagement zijn:
- ■
100% nominale revolverendheid (abstraherend van kosten);
- ■
risicobudget = risicolimiet;
- ■
vastgesteld streefrendement.
Artikel 5.1 De hiërarchische organisatie
De inrichting van de risicomanagementfunctie draagt bij aan een effectieve en integrale risicobeheersing en een versterking van het risicobewustzijn (risicocultuur) en de benodigde functiescheiding op dit gebied.
In bijlage 5 zijn de taken en verantwoordelijkheden van de hiërarchische organisatie opgenomen, waaronder het risicomanagement.
Risicomanagement 1e lijn
De 1e is lijn verantwoordelijk voor de reguliere bedrijfsvoering en besluitvorming.
Door de opzet van de governance wordt de benodigde functiescheiding tussen front- en back-office en de interne controle gerealiseerd. Tevens is er een functiescheiding tussen het initiëren van uitzettingen (kredietverstrekking en investeringen) en het beheer hiervan in de immunisatieportefeuille.
Risicomanagement 2e lijn
De 2e lijn risicomanager dient op een onafhankelijke wijze risico’s te identificeren, meten, monitoren en rapporteren. Het betreft hier de risico’s die in de 1e lijn worden aangegaan. Daarnaast stelt de de 2e lijn risicomanager de risicomethodologie vast en ontwikkelt en evalueert de gehanteerde risicomodellen. De 2e lijn risicomanager verstrekt informatie aan Gedeputeerde Staten. De 2e lijn risicomanager heeft een directe escalatielijn naar Gedeputeerde Staten en is lid van de Investeringscommissie. Daarnaast ondersteunt de 2e lijn risicomanager Gedeputeerde Staten bij de invulling van de risicohouding.
Risicomanagement 3e lijn
Het 3e lijn risicomanagement dient op een onafhankelijke wijze te controleren of het samenspel tussen de 1e en 2e lijn risicomanagement soepel verloopt. Het 3e lijn risicomanagement zal daar een oordeel over geven en zal mogelijkheden tot verbetering geven. De 3e lijn risicomanager rapporteert periodiek aan Provinciale Staten over de effectiviteit van het risicomanagementbeleid en de risicomanagement processen.
Risicomanagement 4e lijn
Het 4e lijn risicomanagement is de externe audit. De onafhanlijke externe audit zal een oordeel over het geheel geven en zal eventuele mogelijkheden tot verbetering geven.
Artikel 5.2 De functionele organisatie
Binnen de functionele organisatie zijn door Gedeputeerde Staten een Treasury Committee, een Beleggingscommissie en een Investeringscommissie ingesteld. Eveneens wordt binnen de functionele organisatie aangesloten op de bestaande Beleidsoverleggen. Een Beleidsoverleg wordt gebruikt om een bepaalde taak of deeltaak te verrichten ten behoeve van de doelen van de immunisatieportefeuille.
In bijlage 6 zijn de taken en verantwoordelijkheden van de functionele organisatie opgenomen. Hieronder worden de verschillende onderdelen van de functionele organisatie nader toegelicht.
Beleidsoverleg
Het Beleidsoverleg is een bestuurlijk overleg. Binnen de provincie heeft elke gedeputeerde zijn eigen Beleidsoverleg. Een aanvraag betreft een beleidsthema ten behoeve van de publieke taak en bevat altijd een financiële onderbouwing. Dat betekent dat een aanvraag altijd minimaal in twee Beleidsoverleggen ter beoordeling dient te worden aangeboden. Indien het beleidsthema en Financiën onder dezelfde gedeputeerde vallen, zal de aanvraag ook in het beleidsoverleg van de eerste vervanger van de portefeuillehouder worden aangeboden. Indien één of meer Beleidsoverleggen negatief oordeelt/oordelen dient er een besluit te worden genomen. De standaardwerkwijze van de provincie wordt aangehouden met betrekking tot beoordeling en goedkeuring van een GS-dossier.
Adviescommissie
Een adviescommissie is een materiedeskundige commissie van de provincie en toetst of een voorstel tot kredietverstrekking of investering voldoet aan de gestelde voorwaarden zoals vastgelegd in het krediet– of investeringsbeleid van de immunisatieportefeuille en beoordeelt de voorgestelde transactie op haar individuele merites voor wat betreft krediet– en investeringswaardigheid.
Beleggingscommissie
De Beleggingscommissie is een materiedeskundige commissie van de provincie. De Beleggingscommissie adviseert over de inrichting en onderhoud van de beleggingen, zowel in de immunisatieportefeuille als ten behoeve van het uitzetten van de overige financiële middelen. De Beleggingscommissie houdt rekening met de doelstellingen en een bepaalde risicograad. De Beleggingscommissie adviseert het Treasury Committee. Vertegenwoordiger(s) van de ambtelijke treasury organisatie van de provincie, de externe beleggingsadviseur van de provincie en de externe vermogensbeheerder van de provincie nemen deel aan de besprekingen in de Beleggingscommissie.
TreasuryCommittee
De taak van het Treasury Committee is om Gedeputeerde Staten te adviseren over het treasurybeleid en toezicht te houden op de uitvoering ervan. De deelnemers van het Treasury Committee zijn afkomstig uit de bestuurlijke en de ambtelijke organisatie van de provincie inclusief een externe adviseur. Het Treasury Committee adviseert op basis van consensus.
Vanuit de bestuurlijke organisatie zijn de portefeuillehouder Financiën en een extra vertegenwoordiger vanuit Gedeputeerde Staten lid van het Treasury Committee. Zij analyseren in hoeverre de voorstellen aansluiten bij de financiële en inhoudelijke doelstelling van de provincie en toetsen of de voorstellen passen binnen de geformuleerde kaders.
Vanuit de ambtelijke organisatie zijn de directeur die belast is met bedrijfsvoering, de programmamanager Slimme Financiering en Participaties – die verantwoordelijk is voor een deel van de opgave inzake de immunisatieportefeuille – en de treasurer lid van het Treasury Committee.
De treasurer is verantwoordelijk voor het portefeuillebeheer van de immunisatieportefeuille en het beheer van de overige financiële middelen. De externe treasuryadviseur zorgt voor de benodigde aanvullende specifieke kennis. De externe accountant van de provincie neemt deel aan het Treasury Committee in de rol van controleur, niet als formeel lid, en toetst of de financiële strategie, zoals beschreven in de Verordening treasury en dit treasurystatuut, en de uitvoering daarvan past binnen het financiële beleid van de provincie zoals vastgesteld door Provinciale Staten en de geldende wettelijke kaders.
De verslagen van de Treasury Committee vergaderingen worden vertrouwelijk ter inzage gelegd voor de leden van Provinciale Staten. Na elke vergadering van het Treasury Committee zal ook een openbaar communiqué worden opgesteld waarin de besproken onderwerpen worden genoemd en de adviezen die het Treasury Committee hierover heeft gegeven.
Artikel 6.1 Processen treasuryactiviteiten
In bijlage 7 is een schema opgenomen van het besluitvormingsproces voor het uitzetten van middelen in de categorieën krediet verstrekken en investeren vanuit de immunisatieportefeuille. Voor deze twee categorieën is specifiek een proces ontwikkeld omdat op grond van artikel 2 van de Wet Fido dit soort uitzettingen een publiek karakter dienen te hebben.
Het betreft hier de inzet van financiële instrumenten met een hoge mate van maatwerk. In het besluitvormingsproces dient zowel de beleidsmatige als de financiële kant te worden meegenomen om uiteindelijk tot verstrekking te kunnen overgaan. Om tot besluitvorming te komen dient een zorgvuldig proces te worden doorlopen.
Een proces is een reeks van activiteiten die input omzetten in resultaten, waaronder: taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, risico’s en controls.
Toelichting op de niveaus:
- a.
categorie: verzameling procesgroeperingen;
- b.
procesgroepering: groepering van logisch bij elkaar horende processen;
- c.
activiteit: overzicht van taken die worden uitgevoerd bij het uitvoeren van een activiteit binnen een proces;
- d.
taak: indien relevant worden fijnmazige stappen en handelingen, op het niveau werkinstructies, uitgewerkt.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. P.J. Buijtels
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl