Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR682973
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR682973/1
Regeling vervallen per 08-11-2023
Nadere regels subsidie leefbaarheidsfonds Midden-Groningen 2023
Geldend van 01-11-2022 t/m 07-11-2023
Intitulé
Nadere regels subsidie leefbaarheidsfonds Midden-Groningen 2023Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;
gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Midden-Groningen 2019;
Besluit de Nadere regels subsidie leefbaarheidsfonds gemeente Midden-Groningen 2023 vast te stellen.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
aanvrager: een individu, groep of organisatie als bedoeld in artikel 4;
- b.
ASV: de Algemene subsidieverordening Midden-Groningen 2019;
- c.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;
- d.
duurzaam gebruiksgoed: gebruiksgoederen die tijdens het verbruik niet onmiddellijk verloren gaan en voor meerdere activiteiten kunnen worden ingezet;
- e.
leefbaarheid: de sociale en culturele leefkwaliteit binnen de gemeente Midden-Groningen op het gebied van zorg, sport en beweging, cultuur en verenigingsleven.
- f.
subsidieplafond: het plafond als bedoeld in artikel 4:22 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 2 Toepassingsbereik
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
Artikel 3 Activiteiten
- 1.
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor concrete activiteiten die een bijdrage leveren aan het behoud of de verbetering van de leefbaarheid, waaronder verstaan de sociale en culturele leefkwaliteit van inwoners of hun organisaties en het bevorderen van het meedoen van kwetsbare inwoners aan de samenleving in de gemeente Midden-Groningen.
- 2.
Subsidiabele activiteiten als bedoeld in het eerste lid worden gecategoriseerd in:
- a.
kleine, informele activiteiten die primair zijn gericht op bewoners van 1 of hooguit enkele straten. Een pleinfeest, buurtbarbecue of gelijksoortige activiteiten die worden georganiseerd voor en door buren, vallen hieronder;
- b.
activiteiten die primair zijn gericht op meerdere straten of 1 buurt, maar niet gericht op een volledige wijk of volledig dorp;
- c.
activiteiten die primair gericht zijn op 1 wijk of dorp. Een activiteit van een jeugdhonk of (sport)vereniging die gericht is op de eigen leden of het werven van leden en activiteiten die naar hun aard in vele dorpen of wijken worden georganiseerd, waaronder sinterklaasintochten en nieuwjaarsvieringen, vallen hieronder;
- d.
activiteiten die gericht zijn op meerdere wijken of meerdere dorpen, of activiteiten die een bovengemeentelijke uitstraling hebben. Voorbeelden van dergelijke activiteiten zijn jaarmarkten, festivals, sporttoernooien met een bovendorpse of -wijkse uitstraling en sportactiviteiten die door meerdere sportverenigingen worden georganiseerd.
- a.
- 3.
In afwijking van het eerste lid is subsidie mogelijk voor het uitgeven van publicaties. Dit betreft jubileumpublicaties van organisaties gevestigd in de gemeente Midden-Groningen, publicaties met verhalen en/of gedichten van inwoners van de gemeente Midden-Groningen en publicaties die primair handelen over de gemeente Midden-Groningen.
- 4.
Activiteiten als bedoeld in het tweede lid, aanhef en onderdelen a en b, zijn toegankelijk voor alle bewoners van de straat of hooguit enkele straten, respectievelijk de buurt waarvoor de activiteit wordt georganiseerd.
- 5.
Activiteiten als bedoeld in het tweede lid, aanhef en onderdeel c zijn toegankelijk voor alle leden van de organiserende vereniging dan wel alle inwoners van het dorp of de wijk waarvoor de activiteit wordt georganiseerd.
- 6.
Activiteiten als bedoeld in het tweede lid, aanhef en onderdeel d zijn toegankelijk voor alle geïnteresseerden.
- 7.
Het is toegestaan om voor deelname aan een activiteit bij deelnemers een vergoeding in rekening te brengen.
Artikel 4 Doelgroep
De doelgroep bestaat uit individuen, groepen en organisaties die een activiteit als bedoeld in artikel 3 organiseren op het grondgebied van de gemeente Midden-Groningen. Het is hierbij niet van belang of deze individuen, groepen en organisaties in de gemeente Midden-Groningen zijn gevestigd.
Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
- 1.
Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.
- 2.
De volgende kosten zijn niet subsidiabel:
- a.
door de gemeente Midden-Groningen opgelegde belastingen of leges;
- b.
kosten voor eten, drinken en genotsmiddelen, met uitzondering van kosten voor eten en drinken die rechtstreeks verband houden met de activiteiten en kosten voor thee en koffie. Alcoholhoudende dranken worden niet gesubsidieerd;
- c.
ureninzet van personen die betrokken zijn bij de organisatie van de activiteit.
- a.
- 3.
Duurzame gebruiksgoederen worden enkel gesubsidieerd als de aanvrager aannemelijk maakt dat hij deze voor toekomstige activiteiten als bedoeld in artikel 3 zal gebruiken en de kosten naar het oordeel van het college als redelijk worden beoordeeld.
- 4.
Niet-gespecificeerde kosten bedragen ten hoogste 5% van de subsidie. Het betreft de post onvoorzien, de post diversen of een vergelijkbare kostenpost. Artikel 14 is voor deze kosten van overeenkomstige toepassing.
- 5.
Kosten voor een aandenken aan de activiteit of prijzen voor deelnemers bedragen ten hoogste 10% van de subsidie.
Artikel 6 Hoogte van de subsidie
- 1.
Een subsidie bedraagt maximaal:
- a.
€ 100,- voor een activiteit als bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdeel a;
- b.
€ 500,- voor een activiteit als bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdeel b;
- c.
€ 1.000,- voor een activiteit als bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdeel c;
- d.
€ 2.000,- voor een activiteit als bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdeel d;
- e.
€ 500 voor het uitgeven van een publicatie als bedoeld in artikel 3, derde lid.
- a.
- 2.
Als het tekort op de begroting voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdelen b, c of d lager is dan het betreffende maximum als bedoeld in het eerste lid, bedraagt de subsidie het lagere bedrag.
- 3.
Een aanvrager kan meerdere keren een subsidie ontvangen voor verschillende activiteiten. De maximale jaarlijkse subsidie per aanvrager is € 4.000.
Artikel 7 Berekening van uren, uniforme kostenbegrippen
Dit artikel is niet van toepassing.
Artikel 8 Wijze van verdeling
- 1.
Van het in de begroting voor deze regeling beschikbaar gestelde bedrag wordt 15% toegekend aan tijdvak 1, 10% aan tijdvak 2, 25% aan tijdvak 3, 15% aan tijdvak 4, 25% aan tijdvak 5 en 10% aan tijdvak 6.
- 2.
Als aan het einde van een tijdvak het subsidieplafond niet is bereikt, wordt het resterende bedrag toegevoegd aan de beschikbare middelen van het daaropvolgende tijdvak, met uitzondering van de middelen die resteren na tijdvak 6.
- 3.
De tijdvakken als bedoeld in het eerste lid zijn de volgende:
- a.
tijdvak 1: 1 januari tot en met 28 februari, of in het geval van een schrikkeljaar, 29 februari;
- b.
tijdvak 2: 1 maart tot en met 30 april;
- c.
tijdvak 3: 1 mei tot en met 30 juni;
- d.
tijdvak 4: 1 juli tot en met 31 augustus;
- e.
tijdvak 5: 1 september tot en met 31 oktober;
- f.
tijdvak 6: 1 november tot en met 31 december.
- a.
- 4.
Voor de beoordeling in welk tijdvak een aanvraag valt, is de datum waarop de activiteit plaatsvindt bepalend.
- 5.
Als het geheel van de subsidiabele kosten tijdens een tijdvak hoger is dan het subsidieplafond en eventuele resterende middelen uit één of meerdere voorgaande tijdvakken, wordt – in het geval een of meerdere aanvragers meerdere subsidieverzoeken heeft ingediend – alleen het subsidieverzoek met het hoogste subsidiabele bedrag per aanvrager toegekend. Mochten er vervolgens middelen resteren, dan worden deze naar rato verdeeld over de subsidiabele subsidieverzoeken van aanvragers die meerdere aanvragen hebben ingediend.
- 6.
Als na toepassing van het vijfde lid het geheel van de subsidiabele kosten tijdens een tijdvak hoger is dan het subsidieplafond en eventuele resterende middelen uit één of meerdere voorgaande tijdvakken, vindt toekenning van subsidie naar rato plaats.
Artikel 9 Aanvraag
- 1.
Een aanvraag geschiedt met een voor het leefbaarheidsfonds vastgesteld aanvraagformulier.
- 2.
Artikel 6, tweede lid, aanhef en onderdelen d en e en artikel 6, derde lid van de ASV zijn niet van toepassing op deze regeling.
- 3.
In afwijking van artikel 6, tweede lid, aanhef en onderdeel c van de ASV verstrekt de aanvrager een eenvoudig kosten- en batenoverzicht van de activiteit waaruit het tekort op de begroting blijkt.
- 4.
Naast hetgeen genoemd in artikel 6 van de ASV en het derde lid van dit artikel wordt de aanvraag voorzien van:
- a.
de hoogte van het te vragen subsidiebedrag;
- b.
een omschrijving waaruit het doel en de noodzaak van de activiteit blijkt in relatie tot het doel van deze Nadere regels zoals verwoord in artikel 3, eerste lid.
- a.
Artikel 10 Aanvraagtermijn
- 1.
In afwijking van artikel 7, derde lid van de ASV wordt een aanvraag om subsidie voor activiteiten die plaatsvinden in:
- a.
tijdvak 1 ingediend vanaf 7 november 2022 tot en met 21 november 2022;
- b.
tijdvak 2 ingediend vanaf 19 december 2022 tot en met 2 januari 2023;
- c.
tijdvak 3 ingediend vanaf 20 februari 2023 tot en met 6 maart 2023;
- d.
tijdvak 4 ingediend vanaf 24 april 2023 tot en met 8 mei 2023;
- e.
tijdvak 5 ingediend vanaf 23 juni 2023 tot en met 7 juli 2023;
- f.
tijdvak 6 ingediend vanaf 28 augustus 2023 tot en met 11 september 2023.
- a.
- 2.
Aanvragen die buiten de aanvraagtermijn worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.
Artikel 11 Beslistermijn
- 1.
In afwijking van artikel 8, tweede lid van de ASV worden aanvragen verzameld tot het verstrijken van de indieningstermijn. Na het verstrijken van de indieningstermijn beslist het college binnen 6 weken vanaf de datum waarop de indieningstermijn verstreken is.
- 2.
Indien de aanvraag niet compleet is, krijgt de aanvrager een hersteltermijn van 2 weken om de aanvraag compleet te maken. Indien de aanvrager dit nalaat, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.
Artikel 12 Aanvullende weigeringsgronden
Overeenkomstig artikel 9, derde lid, aanhef en onderdeel f van de ASV kan subsidieverlening worden geweigerd als:
- a.
voor de activiteit meer dan eenmaal per tijdvak subsidie van de gemeente Midden-Groningen is ontvangen;
- b.
de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met het algemeen belang of belang van openbare orde, volksgezondheid, veiligheid en milieuhygiëne;
- c.
de activiteit een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap heeft;
- d.
aannemelijk is dat de activiteit ook zonder subsidie zonder belangrijke vertraging zou worden uitgevoerd;
- e.
de kosten naar het oordeel van het college niet in verhouding staan met de activiteit;
- f.
de activiteit op een vergelijkbare wijze door een commerciële partij wordt aangeboden.
Artikel 13 Verplichtingen
Niet van toepassing.
Artikel 14 Verantwoording
- 1.
In afwijking van artikel 10 van de ASV worden subsidies tot € 500 vrijgesteld van verantwoording.
- 2.
In afwijking van artikel 10 van de ASV dient de subsidieontvanger van subsidies voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdelen c en d uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in.
- 3.
De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan en een overzicht van de gemaakte kosten.
- 4.
In afwijking van artikel 10 van de ASV toont een aanvrager, indien het college dit wenst, door middel van facturen aan welke kosten zijn gemaakt.
Artikel 15 Aantonen verrichtingen tussen € 5.000 en € 50.000
Dit artikel is niet van toepassing.
Artikel 16 Eindverantwoording van subsidies van meer dan € 50.000
Dit artikel is niet van toepassing.
Artikel 17 Subsidievaststelling
- 1.
In afwijking van artikel 13 van de ASV worden subsidies tot € 500 direct door het college verleend en vastgesteld.
- 2.
In afwijking van artikel 13 van de ASV worden subsidies voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdelen c en d binnen 13 weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling vastgesteld. Deze termijn kan eenmaal voor ten hoogste 8 weken worden verdaagd.
- 3.
Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in artikel 14, tweede lid is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kunnen zij overgaan tot ambtshalve vaststelling.
Artikel 18 Bevoorschotting en betaling in gedeelten
- 1.
Als het toegekende subsidiebedrag € 500 of meer bedraagt, wordt bij de subsidieverlening een voorschot verstrekt van 80% van de toegekende subsidie.
- 2.
Na een verzoek tot vaststelling van de subsidie stelt het college vast welke subsidiabele kosten werkelijk zijn gemaakt. De subsidie wordt vastgesteld ter hoogte van deze werkelijk gemaakte subsidiabele kosten met als maximum het maximumbedrag van de toegekende subsidie.
Artikel 19 Hardheidsclausule
Het college kan, in bijzondere gevallen, een of meerdere artikelen van de ASV en deze nadere regels buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 4 en 9 van de ASV, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Toepassingen van deze hardheidsclausule worden gemotiveerd in de besluiten.
Artikel 20 Slotbepaling
- 1.
De toelichting bij artikel 8, vijfde en zesde lid van deze nadere regels maakt integraal onderdeel uit van deze nadere regels.
- 2.
Deze nadere regels worden aangehaald als Nadere regels subsidie leefbaarheidsfonds Midden-Groningen 2023.
- 3.
Deze nadere regels treden in werking op de dag na bekendmaking en per die datum worden de Nadere regels subsidie leefbaarheidsfonds Midden-Groningen 2022 ingetrokken.
- 4.
De Nadere regels subsidie leefbaarheidsfonds Midden-Groningen 2022 blijven van toepassing op subsidieactiviteiten die in 2022 plaatsvonden.
Ondertekening
Aldus vastgesteld op 25 oktober 2022
Burgemeester
Gemeentesecretaris
Toelichting bij artikel 8, vijfde en zesde lid van de Nadere regels subsidie leefbaarheidsfonds Midden-Groningen 2023
Subsidies voor het leefbaarheidsfonds worden toegekend aan iedere aanvrager die tijdig een aanvraag in heeft gediend en aan de voorwaarden voldoet. Per tijdvak is een bedrag beschikbaar (artikel 8, eerste lid). Bedragen die resteren van eerdere tijdvakken, worden aan de beschikbare middelen toegevoegd (artikel 8, tweede lid). Als blijkt dat het totaalbedrag van subsidiabele aanvragen hoger is dan de beschikbare middelen, worden de beschikbare middelen als volgt verdeeld:
Stap 1: meerdere aanvragen door dezelfde aanvrager
Hebben één of meerdere aanvragers meerdere subsidiabele aanvragen ingediend? Dan wordt van deze aanvrager(s) de aanvraag met het hoogste subsidiabele bedrag in aanmerking genomen.
- a.
Zijn er vervolgens middelen over? Dan worden de resterende subsidiabele aanvragen van de hierboven bedoelde aanvrager(s) naar rato toegekend volgens de systematiek die staat beschreven in stap 2. Het naar rato toekennen van de resterende aanvragen volgt uit artikel 8, vijfde lid.
- b.
Worden de beschikbare middelen vervolgens niet overschreden, maar zijn er evenmin resterende middelen? Dan worden de resterende subsidiabele aanvragen van de hierboven bedoelde aanvrager(s) afgewezen op grond van artikel 8, vijfde lid.
- c.
Worden de beschikbare middelen ook overschreden als van elke unieke aanvrager één subsidiabele aanvraag zou worden toegekend? Dan wordt voor al deze aanvragen stap 2 toegepast. De overige subsidiabele aanvragen van aanvrager(s) die meer dan één subsidiabele aanvraag hebben ingediend, worden afgewezen op grond van artikel 8, vijfde lid.
Beleidsmatige onderbouwing van stap 1
Het leefbaarheidsfonds beoogt om een zo divers mogelijk aanbod van activiteiten te stimuleren die de leefbaarheid ten goede komen. Het is in het belang van deze diversiteit om zoveel mogelijk verschillende activiteiten van verschillende aanvragers in staat te stellen doorgang te vinden. Het is daarom niet onbillijk om voorrang te geven aan activiteiten van unieke aanvragers.
Stap 2: toekennen naar rato
Als na toepassing van stap 1 het subsidiabele bedrag nog altijd hoger is dan de beschikbare middelen, worden de beschikbare middelen naar rato verdeeld over de aanvragers. Iedere aanvrager ontvangt een bedrag dat overeenkomt met het aandeel van zijn aanvraag binnen het totaal van aanvragen tijdens het desbetreffende tijdvak. Hieronder staat een voorbeeld:
Aanvrager A vraagt € 2.000,- aan, aanvrager B € 2.000,-, aanvrager C € 1.500,-, aanvrager D € 1.000,- en aanvrager E € 500,-. Het totaalbedrag aan aanvragen bedraagt € 7.000,-. Er is echter € 6.000,- aan middelen beschikbaar. Het subsidiebedrag dat aanvragers A en B aanvragen, is in beide gevallen 28,57% van het totaalbedrag. Aanvrager C vraagt 21,43% van het totaalbedrag, aanvrager D 14,29% en aanvrager E 7,14%. Aanvragers A en B krijgen een subsidie toegekend van 28,57% van € 6.000,-. Dit is € 1.714,20. Aanvrager C krijgt € 1.285,80 toegekend, aanvrager D € 857,40 en aanvrager E € 428,40. In tabel 1 staat deze uitleg schematisch weergegeven.
Tabel 1: voorbeeld van een verdeling naar rato als het aangevraagde subsidiebedrag de beschikbare middelen overschrijdt
Aangevraagd subsidiebedrag |
Percentage van aangevraagd subsidiebedrag |
Verdeling van beschikbare middelen naar rato |
|
Aanvrager A |
€ 2.000,- |
28,57% |
€ 1.714,20,- (28,57% van € 6.000,-) |
Aanvrager B |
€ 2.000,- |
28,57% |
€ 1.714,20,- (28,57% van € 6.000,-) |
Aanvrager C |
€ 1.500,- |
21,43% |
€ 1.285,80,- (21,43% van € 6.000,-) |
Aanvrager D |
€ 1.000,- |
14,29% |
€ 857,40,- (14,29% van € 6.000,-) |
Aanvrager E |
€ 500,- |
7,14% |
€ 428,40 (7,14% van € 6.000,-) |
Totaal |
€ 7.000,- |
100% |
€ 6.000,- |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl