Bomenverordening gemeente Hoeksche Waard 2022

Geldend van 27-10-2022 t/m heden

Intitulé

Bomenverordening gemeente Hoeksche Waard 2022

De raad van gemeente Hoeksche Waard;

Gelezen het voorstel van het college, d.d. 5 juli 2022;

Besluit vast te stellen de

Bomenverordening gemeente Hoeksche Waard 2022

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

  • a. Boom:

    Een houtachtig, opgaand gewas met een diameter van de stam van minimaal 10 centimeter, gemeten op 130 cm hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de omtrek van de dikste stam.

  • b. Houtopstand:

    Eén of meer bomen, hakhout of een houtwal met de onder sub a genoemde minimale diameter.

  • c. Hakhout:

    Eén of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen.

  • d. Houtwal:

    Een houtwal is een aarden wal begroeid met bomen en struiken, die een lijnvormig element in een landschap vormt.

  • e. Beschermwaardige houtopstand:

    Houtopstand die geplaatst is op de bomenlijst als bedoeld in artikel 3.

  • f. Waardevolle boom:

    Waardevolle bomen voldoen aan tenminste één van onderstaande beoordelingscriteria (een nadere toelichting hierop wordt beschreven in bijlage 1):

    • a.

      de natuurwaarde van de houtopstand;

    • b.

      de landschappelijke waarde van de houtopstand;

    • c.

      de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon;

    • d.

      de beeldbepalende waarde van de houtopstand;

    • e.

      de cultuurhistorische waarde van de houtopstand;

    • f.

      de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand.

  • g. Monumentale boom, geregistreerd in het Landelijk Register van Monumentale Bomen van de Bomenstichting op basis van drie voorwaarden:

    • De boom is minimaal 80 jaar oud;

    • De boom is voldoende gezond en heeft een levensverwachting van minimaal 10 jaar;

    • De boom voldoet aan minimaal één van de volgende criteria:

      • -

        Beeldbepalend voor de omgeving;

      • -

        Cultuurhistorisch waardevol: standplaats is een belangrijke plek in de (lokale) geschiedenis;

      • -

        Dendrologisch waardevol: hier is sprake van een zeldzame soort of variëteit;

      • -

        Natuurwetenschappelijk of ecologisch waardevol: moederboom, waardboom voor bijzondere flora en/of fauna;

      • -

        Zeldzaamheidswaarde: boom heeft een bijzondere omvang, hoogte, leeftijd of is anderszins opvallend in provinciaal of landelijk perspectief.

  • h. Bomenlijst

    Lijst van alle beschermwaardige houtopstanden. Onder de voorwaarde van afgifte van een omgevingsvergunning kunnen deze bomen worden gekapt, meer dan 20% worden gesnoeid of verplant.

  • i. Vellen:

    Rooien, kappen, verplanten, de eerste keer kandelaberen, snoei van meer dan 20% van het wortelgestel, het verrichten van boven- of ondergrondse handelingen die ernstige beschadiging, ontsiering of de dood van de houtopstand tot gevolg kunnen hebben.

  • j. Kandelaberen:

    Het meer dan 20% gelijkmatig weghalen van de takken die de kroon van een boom vormen.

  • k. Knotten:

    Periodiek geheel of gedeeltelijk verwijderen van uitgelopen takhout tot op de oude snoeiplaats.

  • l. Boomwaarde:

    De waarde van een boom, uitgedrukt in euro’s, volgens de boomwaarde-indextabel van de door het college vast te stellen Compensatie KapitaalsWaarde Bomen (CKWB) Handboek Bomen:

    Dit betreft een publicatie van het Norminstituut Bomen, waarvan steeds de meest recente versie van toepassing is, tenzij anders vermeld.

  • m. Bomen Effect Analyse (BEA):

    Een beoordeling van de kwaliteit en de (beleids)status van de binnen de BEA opgenomen boom/bomen en de vraag welke invloed de beoogde (bouw)plannen of werkzaamheden hebben op deze bomen. In het BEA-rapport (advies) moet tevens worden opgenomen welke gerichte beschermende maatregelen, randvoorwaarden en eventuele projectaanpassingen noodzakelijk zijn om de boom/bomen duurzaam te handhaven.

  • n. Boomveiligheidscontrole (BVC):

    Het uitvoeren van een visuele boomcontrole ter beoordeling van de veiligheid van bomen in relatie tot de directe omgeving, inclusief de bijbehorende registratie.

Artikel 2: Zorgplicht

  • 1. Om aan de zorgplicht, gericht op het vermijden van onveilige situaties en schades (“maatschappelijke betamende zorgvuldigheid”, art. 6:162 lid 2 BW) te voldoen, worden er periodiek systematische boomveiligheidscontroles uitgevoerd.

  • 2. Deze inspecties en de bevindingen daarvan worden geregistreerd in het gemeentelijk boombeheersysteem.

  • 3. Op basis van deze boomveiligheidscontroles voert de gemeente maatregelen uit aan bomen, als dat nodig is om bomen veilig te handhaven en schades te voorkomen.

Artikel 3: Bomenlijst

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders stelt periodiek een Bomenlijst vast.

    Deze lijst bevat de volgende bomen:

    • Alle gemeentelijke bomen;

    • Particuliere, waardevolle bomenbinnende bebouwde kom -> geïnventariseerd aan de hand van de beoordelingscriteria voor waardevolle bomen.

    • Particuliere, monumentaleenpotentieelmonumentale bomen binnenenbuiten de bebouwde kom, geregistreerd in het Landelijk Register van Monumentale Bomen van de Bomenstichting;

    • Publieke,monumentaleenpotentieelmonumentalebomenbuitende bebouwde kom, geregistreerd in het Landelijk Register van Monumentale Bomen van de Bomenstichting

      (bomen in eigendom van andere overheden.)

Artikel 4: Compensatie KapitaalsWaarde Bomen (CKWB)

  • 1. De gemeenteraad stelt de vergoeding vast om de boomwaarde te compenseren.

  • 2. De boomwaarde conform de CKWB is de basis voor een mogelijke financiële compensatie bij kap.

Artikel 5: Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden

  • 1. Het is verboden om zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag houtopstanden te vellen of te doen vellen die vermeld staan op de gemeentelijke Bomenlijst, zoals genoemd in artikel 3, lid 1.

  • 2. Het is verboden om zonder melding bij de Provincie houtopstanden te vellen of te doen vellen die vallen onder de Wet Natuurbescherming, indien:

    • De houtopstand buiten de ‘bebouwde kom Wet natuurbescherming’ ligt;

    • De houtopstand groter is dan 10 are (1.000 m2) of indien het om één of meer bomen gaat in een rijbeplanting van meer dan 20 bomen.

    Dit geldt zowel voor gemeentelijke, publieke als private houtopstanden.

    Een aanvraag voor een gemeentelijke omgevingsvergunning kap is in dergelijke gevallen niet nodig; er wordt dan door de Omgevingsdienst een herplantplicht opgelegd.

  • 3. Het in het eerste lid gesteld verbod is niet van toepassing voor:

    • a.

      Houtopstanden die moeten worden geveld vanwege een plantenziekte (bijv. iepziekte);

    • b.

      Het vellen van een houtopstand in verband met veiligheid, wanneer een boom is afgekeurd tijdens een boomveiligheidsinspectie, zodanig dat kap noodzakelijk is om de veiligheid te waarborgen;

    • c.

      Bomen, die nagenoeg of helemaal afgestorven zijn;

    • d.

      Het periodiek knotten of kandelaberen als noodzakelijke beheermaatregel bij knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen ter uitvoering van het reguliere onderhoud.

  • 4. De omgevingsvergunning voor het vellen van een monumentale boom op de bomenlijst wordt geweigerd, tenzij er sprake is van zeer zwaarwegende redenen, bijvoorbeeld omwille van de veiligheid. Verplanten heeft dan alsnog de voorkeur bij zeer zwaarwegende redenen. De omgevingsvergunning voor het vellen van waardevolle bomen op de bomenlijst kan geweigerd worden op grond van de beoordelingscriteria voor waardevolle bomen (artikel 1 lid f), tenzij de belangenafweging goed is gemotiveerd.

  • 5. Het bevoegd gezag kan in de omgevingsvergunning een herplantplicht of een financiële compensatie opleggen waarbij voor het laatste de boomwaarde conform de CKWB in principe geldt als uitgangspunt.

  • 6. Bij het opleggen van een financiële compensatie (CKWB) kan maatwerk worden toegepast. Bijvoorbeeld als er binnen een project sprake is van overwegend sociale woningbouw en waarbij de opgelegde CKWB de verkoopwaarde van huizen onevenredig zwaar zou belasten.

Artikel 6: Herplant-/instandhoudingsplicht bij ruimtelijke ontwikkeling

  • 1. Voor te verwijderen bomen in het kader van ontwikkeling/woningbouw dienen er in de (anterieure) overeenkomsten afspraken gemaakt te worden over duurzaam behoud van waardevolle/monumentale bomen binnen het nieuwe plan en/of compensatie door middel van verplanten of herplant met een duurzaam perspectief en/of door vergoeding van de boomwaarde conform de gemeentelijke CKWB.

Artikel 7: Fysieke bescherming van bestaande bomen bij ruimtelijke ontwikkeling of werkzaamheden

  • 1. Hierbij is een Bomen Effect Analyse vereist, die de gevolgen van de werkzaamheden voor de bomen objectief en gemotiveerd beschrijft.

    Bomen dienen tijdens werkzaamheden beschermd te worden volgens de voorschriften van het Handboek Bomen. Bij beschadiging van bomen kan het bevoegd gezag een herplantplicht of een financiële compensatie opleggen volgens de gemeentelijke CKWB.

Artikel 8: Afstand tot de erfgrenslijn

  • 1. De afstand van bomen tot de erfgrens zoals bedoeld in artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing voor zover het bomen, heggen en heesters betreft die gemeentelijk eigendom zijn en aangeplant zijn op gemeentelijke grond binnen de wettelijke afstand tot de erfgrens. De afstand tot de erfgrens voor gemeentelijke bomen, heggen en heesters is vastgesteld op nihil.

  • 2. De afstand tot de erfgrens zoals bedoeld in artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek wordt wel zoveel mogelijk gerespecteerd bij nieuwe aanplant van gemeentelijk groen.

Artikel 9: Molenbiotopen

  • 1. Het college kan besluiten om géén omgevingsvergunning af te geven voor kap, kandelaberen of op een andere manier drastische snoei binnen een molenbiotoop voor:

    • -

      Waardevolle en (potentieel) monumentale gemeentelijke bomen;

    • -

      Waardevolle en (potentieel) monumentale particuliere bomen;

    • -

      (Potentieel) monumentale publieke bomen van andere overheden.

  • 2. Bij nieuwe ontwerpen, innovaties en renovaties wordt actief geanticipeerd op het verbeteren van de molenbiotoop door nieuw aan te planten groen daar op aan te passen.

Artikel 10: Bomen en overlast

  • 1. Vormen van hinder, onlosmakelijk gekoppeld aan bomen, zoals bladval, bloesem, pollen, zaden, vallende vruchten, schaduw, verminderd uitzicht, wortelopdruk, aanwezige fauna e.d., veroorzaakt door gemeentelijke houtopstanden, hebben als uitgangspunt dat om deze redenen geen omgevingsvergunning voor kap of kandelaberen afgegeven wordt of dat de houtopstanden op een andere manier drastisch gesnoeid worden. Een redelijke mate van hinder wordt verondersteld geduld te worden, omdat gemeentelijk groen het algemeen belang dient. Hier kan echter van afgeweken worden door een goed gemotiveerde belangenafweging.

  • 2. Te plaatsen of al aanwezige zonnepanelen zijn geen reden om bomen te snoeien of te vellen. Om deze reden kan een kapvergunning worden geweigerd.

Artikel 11: Bescherming gemeentelijke houtopstand

  • 1. Het is verboden om houtopstanden, die gemeentelijk eigendom zijn:

    • a.

      Te beschadigen, te bekladden of te beplakken;

    • b.

      Daaraan snoeiwerk te verrichten, behoudens door de gemeente opgedragen boomverzorgende taken.

  • 2. Het is verboden om één of meer voorwerpen in of aan een publieke houtopstand aan te brengen of anderszins te bevestigen zonder toestemming van burgemeester en wethouders.

Artikel 12: Instandhoudingsplicht van gemeentelijke houtopstanden

  • 1. Indien een gemeentelijke houtopstand zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gedaan, kunnen burgemeester en wethouders de verplichting opleggen tot herplant aan de dader, overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn, en/of op een andere wijze compensatie te verlangen. Hier geldt het waardebepalingsmodel van de CKWB.

  • 2. Wordt een verplichting zoals bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen. Herplant geschiedt volgens het gemeentelijk boombeleid respectievelijk de inrichtingseisen voor de openbare ruimte zoals die zijn vastgelegd in het Handboek Openbare Ruimte (HOR).

Artikel 13: Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als “Bomenverordening gemeente Hoeksche Waard 2022”.

  • 2. Zij treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking.

  • 3. Op de vergunningsaanvragen die zijn ingediend vóór het in lid 2 van dit artikel genoemde tijdstip van inwerkingtreding en waarop nog niet is beslist op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, wordt beslist op basis van deze verordening.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de raad van de Hoeksche Waard,

gehouden op 11 oktober 2022,

G. de Schipper-Tinga

Griffier

Ch.B. Aptroot

Voorzitter

Bijlage 1: Beoordelingscriteria voor waardevolle bomen, toelichting

  • A

    de natuurwaarde van de houtopstand

    • Drachtplant voor bijen en andere insecten; tijdens de bloei produceert de bloesem van deze boom nectar en stuifmeel;

    • Voedselplant voor vogels en/of kleine zoogdieren; deze boom produceert voedsel voor vogels en/of kleine zoogdieren;

    • Holtes aanwezig in de stam van de boom en daardoor een potentiële verblijfplaats voor dieren;

    • De boom maakt deel uit van een natuurgebied.

  • B

    de landschappelijke waarde van de houtopstand

    • De boom maakt deel uit van een boomstructuur of landschapsbeeld;

    • De boom is opgenomen in het Groenstructuurplan;

    • Inheemse soort; de boom komt van oorsprong voor in de HW;

    • Ingeburgerde soort; de boom wordt in toenemende mate aangeplant;

    • De boomsoort is een kenmerkend onderdeel van de natuur in de HW.

  • C

    de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon

    • De boom maakt deel uit van een boomstructuur;

    • De boom is markant solitair zichtbaar;

    • De boom is lokaal herkenbaar en draagt bij aan een karakteristieke structuur in de kernen.

  • D

    de beeldbepalende waarde van de houtopstand

    • De boom is van de eerste of tweede grootte;

    • De boom is markant solitair zichtbaar vanaf de openbare weg;

    • De boom heeft een bijzondere bladkleur (bijv. rood, bont, geel);

    • Groeivorm is afwijkend van de reguliere vorm (bijv. treur, zuil);

    • De boom heeft zijn natuurlijke habitus (niet gesnoeid en heeft de ruimte);

    • De boom draagt bij aan het straatbeeld;

    • De boom is de dikste of enige van zijn soort in de Hoeksche Waard;

    • De boom is de dikste of enige van zijn soort in de dorpskern;

    • Weghalen zou een gemis zijn vanwege hoogte, omvang, vorm, leeftijd, soort.

  • E

    de cultuurhistorische waarde van de houtopstand

    • De boom is geplant ter gelegenheid van een bijzondere gebeurtenis (herdenkingsboom);

    • Oude boom, verbonden met een historisch gebouw of historische plek (boom bij kerk, begraafplaats, landgoed, museum);

    • Uit de leeftijd, plantlocatie, snoeiwijze blijkt dat de boom oorspronkelijk is geplant voor een (historisch) nut of plaatselijk gebruik (leibomen bij boerderijen, bomen als windvanger, bomen ter bescherming);

    • De boom is verbonden met de geschiedenis van een locatie.

  • F

    de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand

    • De boom is onlosmakelijk verbonden met een groep, rij of laan; verwijdering van de boom tast de structuur aan;

    • De resterende houtopstanden zullen negatief beïnvloed worden door het weghalen van een element.