Subsidieregeling Sterke Sportclubs

Ondertekening

Bijlage: Subsidieregeling Sterke Sportclubs

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

• a.

  Agenda sporten en bewegen: de agenda sporten en bewegen 2019-2022, die een aantal overkoepelende uitgangspunten op het gebied van sportstimulering verbindt en verenigt die zijn vastgesteld in het sportbeleid 2019-2022, het coalitieakkoord 2018 - 2022: ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’ en de sportvisie 2025 ‘De Sportieve Stad’;

• b.

  ASA 2013: algemene subsidieverordening Amsterdam 2013;

• c.

  basiseisen voor sociale veiligheid: alle trainers en begeleiders die met jeugd tot en met 17 jaar of andere kwetsbare groepen werken, hebben een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en hebben de gedragscode sociale veiligheid ondertekend en er is een vertrouwenscontactpersoon (VCP) aangesteld bekend gemaakt onder de sporters;

• d.

  sportclub: een organisatie die structureel amateursport aanbiedt aan Amsterdamse burgers en/of waarvan de activiteiten zich afspelen op het grondgebied van de gemeente Amsterdam of op een locatie die eigendom is van de gemeente Amsterdam en die is ingeschreven in de Kamer van Koophandel met een SBI-code zoals genoemd in de bijlage bij deze subsidieregeling;

• e.

  zelfstandig opererend: opererend met een exploitatiebegroting waaruit onafhankelijkheid van gemeentelijke subsidie of andere gemeentelijke ondersteuning blijkt;

• f.

  structureel: sporters gaan een vorm van lidmaatschap aan met de sportclub waarbij zij zich voor een periode van ten minste 12 weken achter elkaar verbinden.

Artikel 2 Toepasselijkheid ASA 2013

De ASA 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 3 Doel subsidieregeling

Het doel van deze subsidieregeling is sportclubs in staat te stellen zichzelf duurzaam te versterken op de thema’s het op orde brengen van de ‘basis’, het vergroten van de bestuurskracht en het versterken van het technisch kader.

Artikel 4 Hoogte van de subsidie en subsidiabele activiteiten

• 1.

  Het college kan een eenmalige subsidie verlenen aan sportclubs van maximaal €5.000 per aanvraag ten behoeve van activiteiten die beogen:

  • a.

    De ‘basis’ van de sportclub op orde te brengen;

  • b.

    De bestuurskracht van de sportclub te vergroten; of

  • c.

    Het technisch kader van de sportclub te versterken.

• 2.

  Eén aanvraag kan meerdere activiteiten behelzen.

• 3.

  Een sportclub kan meer aanvragen indienen tot het maximum van €5.000 per sportclub per kalenderjaar bereikt is.

Artikel 5 Subsidieplafond

Het college stelt voor de activiteiten volgens deze subsidieregeling het subsidieplafond vast op €400.000.

Artikel 6 Verdeelsleutel subsidieplafond

De volledige subsidieaanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst.

Artikel 7 De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een zelfstandig opererende sportclub, waarbij geldt dat sportclubs die niet de rechtsvorm vereniging of stichting hebben slechts subsidie kunnen aanvragen indien een of meer van de volgende criteria van toepassing is:

• a.

  het sportaanbod van de aanvrager zich richt op een groep Amsterdammers die gemiddeld minder sport en beweegt ten opzichte van het Amsterdamse gemiddelde zoals beschreven in de agenda sporten en bewegen, zijnde senioren 65+, mensen met een handicap, jeugd (in de leeftijd 2 tot en met 17 jaar) levend in een huishouden met een inkomen lager of gelijk aan 120% van het sociaal minimum, statushouders of vluchtelingen, kwetsbare jeugd (in de leeftijd 2 tot en met 23 jaar);

• b.

  bij de aanvrager Amsterdammers met gebruikmaking van SV Jeugd (het Jeugdfonds Sport en Stadspas Sport) of het Senioren Sportfonds kunnen sporten;

• c.

  de aanvrager actief meewerkt in gemeentelijke programma’s die ten doen hebben het realiseren van maatschappelijke doelen zoals genoemd in de agenda sporten en bewegen.

Artikel 8 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

• a.

  een activiteitenplan waarin per activiteit wordt aangegeven hoe de activiteit bijdraagt aan het doel van de regeling; en

• b.

  een begroting van de kosten van de uitvoering van elke afzonderlijke activiteit.

Artikel 9 Aanvraagtermijn subsidie

Een aanvraag kan vanaf twee dagen na publicatie van deze regeling op 10 oktober 2022 tot en met 31 december 2022 worden ingediend.

Artikel 10 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 9, tweede lid, van de ASA 2013 kan het college besluiten een subsidie geheel of gedeeltelijk te weigeren als:

• a.

  de activiteit naar het oordeel van het college onvoldoende bijdraagt aan het doel van deze subsidieregeling en/of niet in overeenstemming is met gemeentelijk beleid; of

• b.

  de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd al is gestart of heeft plaatsgevonden; of

• c.

  voor de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd subsidie of financiering op grond van een andere regeling mogelijk is; of

• d.

  uit het financieel jaarverslag 2021 blijkt dat de aanvrager de activiteiten zonder subsidie zelf kan bekostigen,

• e.

  er voor uitvoering van de activiteit een hogere prijs wordt gerekend dan die door het college redelijk wordt geacht.

Artikel 11 Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, dient de aanvrager:

• a.

  te voldoen aan de basiseisen voor sociale veiligheid, tenzij de aanvraag ziet op een activiteit die juist beoogt te gaan voldoen aan de basiseisen voor sociale veiligheid; en

• b.

  mee te werken aan het meten van de effecten van deze regeling.

Artikel 12 Verantwoording subsidie

De subsidie wordt direct vastgesteld.

Artikel 13 Looptijd regeling

Deze regeling treedt in werking met ingang van 26 september 2022 en vervalt van rechtswege nadat de laatste subsidie die op basis van deze regeling is vastgesteld of zoveel eerder zodra het subsidieplafond is bereikt, maar in ieder geval op 31 maart 2023.

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Sterke Sportclubs.

Bijlage – SBI-codes

8551 Sport- en recreatieonderwijs 85.51

85519 Overig sport- en recreatieonderwijs 85.51.9

9311 Sportaccommodaties 93.11

93111 Zwembaden 93.11.1

93112 Sporthallen, sportzalen en gymzalen 93.11.2

93113 Sportvelden 93.11.3

93119 Overige sportaccommodaties 93.11.9

9312 Buitensport 93.12

93121 Veldvoetbal 93.12.1

93122 Veldsport in teamverband (geen voetbal) 93.12.2

93123 Atletiek 93.12.3

93124 Tennis 93.12.4

93125 Paardensport en maneges 93.12.5

93126 Wielersport 93.12.6

93127 Auto- en motorsport 93.12.7

93128 Wintersport 93.12.8

93129 Overige buitensport 93.12.9

9314 Binnensport 93.14

93141 Individuele zaalsport 93.14.1

93142 Zaalsport in teamverband 93.14.2

93143 Kracht- en vechtsport 93.14.3

93144 Bowlen, kegelen, biljarten e.d. 93.14.4

93145 Denksport 93.14.5

93149 Overige binnensport en omnisport 93.14.9

9315 Watersport 93.15

93151 Zwem- en onderwatersport 93.15.1

93152 Roei-, kano-, zeil- en surfsport e.d. 93.15.2

9319 Overige sportactiviteiten 93.19

93192 Hengelsport 93.19.2

93196 Overkoepelende organen en samenwerkings- en adviesorganen op het gebied van sport 93.19.6

93199 Overige sportactiviteiten (rest) 93.19.9

Toelichting bij de subsidieregeling

Deze toelichting maakt onderdeel uit van de Subsidieregeling Sterke Sportclubs.

Toelichting bij artikel 3: Doel subsidieregeling

Verenigd sporten is waardevol en belangrijk voor een vitale samenleving. Sterke sportclubs zijn in staat (meer) Amsterdammers structureel aan het sporten en bewegen te krijgen en houden. Daarnaast vervullen sterke sportclubs een grote maatschappelijke rol in de stad. Ze bieden Amsterdammers een sociaal veilige omgeving en maken de wijk leefbaarder. We streven naar zoveel mogelijk van deze ‘gouden partners’ in de stad, waar de basis op orde is en waar plezier en ontwikkeling hoog in het vaandel staan. Clubs die midden in de samenleving staan en die oog hebben voor de veranderende behoeftes van huidige en toekomstige sporters. Daarom investeert gemeente Amsterdam in het vermogen van clubs om zelfstandig, duurzaam te ontwikkelen naar sterkere organisaties. Deze regeling heeft ten doel sportclubs financieel in staat te stellen zichzelf duurzaam te versterken.

Toelichting bij artikel 4: Hoogte van de subsidie en subsidiabele activiteiten

Activiteiten waarvoor subsidie kan worden aangevraagd moeten beogen de ‘basis’ van de sportclub op orde te brengen, de bestuurskracht van de sportclub te vergroten of het technisch kader van de sportclub te versterken. In de aanvraag dient de sportclub duidelijk te maken aan welke van deze drie thema’s de activiteit beoogt bij te dragen. Hieronder geven wij voorbeelden van activiteiten die beogen bij te dragen aan een van de thema’s, maar het staat sportclubs vrij een aanvraag te doen voor een andere activiteit dan de genoemde.

Op orde brengen van de ‘basis’

• a.

  het voldoen aan de drie gemeentelijke basiseisen voor sociale veiligheid: het opstellen en introduceren van gedragsregels, een VOG beleid en/of vertrouwenscontactpersoon;

• b.

  het verbeteren van de sportcultuur;

• c.

  verenigingsmanagement;

• d.

  vrijwilligerscoördinatie;

• e.

  het aantrekken of behouden van vrijwilligers;

• f.

  het inhuren of aanstellen van een juridische of financiële expert;

• g.

  het aantrekken of behouden van sporters;

• h.

  het gebruik van communicatiemiddelen;

• i.

  het promoten en vergroten van de bekendheid en vindbaarheid van het sportaanbod;

• j.

  het verhogen van de ouderbetrokkenheid;

• k.

  het opstarten van structureel sportaanbod voor een nieuwe doelgroep;

• l.

  het opstarten van structureel sportaanbod op een nieuwe locatie voor zover dat aanbod nog niet in de buurt aanwezig is en van toegevoegde waarde is voor de buurt of stad;

• m.

  het vergroten van de sociale toegankelijkheid;

• n.

  het wegwerken van de wachtlijst.

Vergroten van de bestuurskracht

• a.

  ontwikkelen van de individuele bestuursleden;

• b.

  ontwikkelen van het team van bestuursleden;

• c.

  ontwikkelen van de visie of strategie;

• d.

  het delen van kennis en kunde met andere sportclubs;

• e.

  het inhuren van procesbegeleiding of andere begeleiding.

Versterken technisch kader

• a.

  het aantrekken of begeleiden van trainers en coaches;

• b.

  het verbeteren van de sporttechnische of EHB(S)O kwaliteiten van trainers en coaches;

• c.

  het verbeteren van de pedagogische en didactische kwaliteiten van trainers en coaches.

Toelichting bij artikel 10: Weigeringsgronden

De aanvraag kan onder andere worden geweigerd als voor de activiteit een andere financieringsmogelijk bestaat, zoals via de subsidieregeling sociale basis, de subsidieregeling gehandicaptensport of een andere gemeentelijke subsidieregeling.

Voor sportclubs zijn voor de uitvoering van activiteiten op de thema’s van deze regeling veel interventies beschikbaar, zowel binnen als buiten Amsterdam. Denk aan opleidingen, cursussen of workshops, maar ook aan buurtsportcoaches, clubkadercoaches, sportpedagogen of andere thema experts. Een aantal van deze activiteiten kan aan sportclubs in Amsterdam beschikbaar worden gesteld via door de gemeente in 2022 reeds gesubsidieerde of ingekochte partners dan wel via reeds voor 2022 beschikbare financiële middelen vanuit het Nationale Sportakkoord. Indien een aanvraag een dergelijke activiteit omvat, kunnen wij de aanvraag weigeren onder verwijzing naar een van deze mogelijkheden. De gemeente hanteert een beleid dat er op gericht is de middelen in te zetten waar ze nodig zijn. Daarom wordt getoetst aan de hand van het jaarverslag of de aanvrager voldoende middelen heeft om de activiteiten zelf te betalen. Reserveringen in de begroting voor 1/3 regeling en onderhoud, vervanging van materiaal enz telt hierin niet mee.

Toelichting bij artikel 11: Aanvullende verplichtingen

Basiseisen sociale veiligheid

Vanaf 1 januari 2022 moeten alle sportclubs die een samenwerking/relatie met de gemeente Amsterdam hebben, voldoen aan de basisregels. De basiseisen zijn ingevoerd om grensoverschrijdend gedrag tegen te gaan. Het gebruik maken van een gemeentelijke subsidieregeling zoals deze regeling valt onder een samenwerking. Dat betekent dat een aanvrager moet voldoen aan de volgende basiseisen:

• a.

  alle trainers en begeleiders die met jeugd tot en met 17 jaar of andere kwetsbare groepen werken, hebben een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG);

• b.

  alle trainers en begeleiders ondertekenen de gedragscode sociale veiligheid; en

• c.

  de sportclub heeft een vertrouwenscontactpersoon (VCP) aangesteld en heeft deze bekend gemaakt onder haar leden.

Niet alle sportclubs voldoen al aan de basiseisen. Naast andere ondersteuningsmogelijkheden die de gemeente aan sportclubs biedt zodat ze wel kunnen gaan voldoen aan de basiseisen, is een activiteit die beoogt de basiseisen op orde te brengen een subsidiabele activiteit onder deze regeling. Indien een sportclub een dergelijke aanvraag doet, geldt de aanvullende verplichting van het voldoen aan de basiseisen logischerwijs niet.