Regionaal terrassenbeleid

Geldend van 18-10-2022 t/m heden

Intitulé

Regionaal terrassenbeleid

van de gemeenten Gulpen -Wittem, Vaals en Margraten

Inleiding

Terrassen in de gemeenten Gulpen-Wittem, Margraten en Vaals en met name in de centra van de kernen van de gemeenten leveren een bijdrage aan de recreatieve kwaliteit van de gemeenten. Voorwaarde is wel dat de terrassen zelf aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. Terrassen bepalen immers mede het beeld van de openbare ruimte.

Daarnaast is duidelijke normstelling noodzakelijk ten behoeve van het woon- en leefkwaliteit in de gemeenten. Terrassen kunnen namelijk ook hinder en overlast veroorzaken. Zowel het voorkomen van overlast als het streven van de gemeenten om de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren, alsmede het verduidelijken van de regelgeving, zijn aanleiding om goede afspraken te maken over de eisen die aan terrassen moeten worden gesteld.

Tenslotte mag van de gemeenten ook een zakelijke benadering verwacht worden daar waar het gaat om commercieel gebruik van de openbare ruimte. Weliswaar verlevendigen terrassen met name in de centra van de kernen van de gemeenten het straatbeeld, maar tegelijkertijd is er sprake van een uitbreiding van het vloeroppervlak van het horecabedrijf, waardoor de openbare publieke ruimte tijdelijk verandert in een privaat commercieel gebruik.

De gemeenten Gulpen-Wittem, Margraten en Vaals werken samen o.a. op het gebied van toerisme en vitaliteit van de kernen. De gemeenten hebben het voorliggende terrassenbeleid dan ook gezamenlijk voorbereid. In vele gevallen is het beleid dan ook van toepassing, in specifieke gevallen zal door de gemeenten maatwerk moeten worden geleverd.

Tevens is er naar gestreefd de regelgeving beperkt te houden. In het kader van de deregulering is het aantal voorwaarden beperkt gebleven. Beperkte regelgeving geeft de exploitant ruimte om naar eigen inzicht te handelen. Aan de andere zijde kan vrijheid van regelgeving betekenen dat het gewenste doel, kwaliteit van de omgeving, wordt aangetast. Vooralsnog is er vertrouwen dat het gewenste resultaat toch wordt bereikt, en indien dit niet het geval is zullen aanvullende voorwaarden nodig zijn.

Doel en uitgangspunten

2.1 Doel

Het doel van het terrassenbeleid is helderheid te geven in beleid, regelgeving, uitvoering en handhaving, teneinde de kwaliteit van de leefomgeving te bevorderen.

2.2 Uitgangspunten

Het wel of niet toestaan van een terras is afhankelijk van de ruimte, het gebruik of de functie van een gebied. De volgende uitgangspunten dienen te worden gehanteerd:

  • 1.

    Het bewerkstelligen van een goede doorstroming van voetgangers, rolstoelgebruikers, voetgangers met kinderwagens en overige daarmee gelijk te stellen gebruikers, verzorgend en bevoorradend verkeer en calamiteitenverkeer;

  • 2.

    Er mag geen hinder of overlast ontstaan:

    • -

      geluidhinder voor bewoners in de omgeving;

    • -

      belemmering van winkelend publiek en overige gebruikers van de weg;

    • -

      belemmering van de toegang tot woningen en andere gebouwen;

    • -

      belemmering van de toegang en etalages van winkels;

    • -

      belemmering van de (nood)uitgang van een horecapand waartoe het terras behoort.

  • 1.

    Het terras moet zo mogelijk een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit en mag de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kwaliteit niet verstoren.

De uitgangspunten leiden tot een aantal concrete voorwaarden, waaraan een terras moet voldoen. De voorwaarden zijn opgenomen in hoofdstuk 5 van deze nota.

In het kader van de voorkoming c.q. bestrijding van de verstoring van de openbare orde dient een onderscheid gemaakt te worden tussen horecabedrijven gelegen in het centrum waar min of meer sprake is van een concentratie van horecabedrijven, horecagelegenheden in woonwijken c.q. straten met in hoofdzaak een woonfunctie en horecagelegenheden in het buitengebied.

Voor terrassen tijdens evenementen wordt verwezen naar hoofdstuk 8 van deze nota.

3 Juridisch kader

3.1 Algemene Plaatselijke Verordening

De grondslag voor het al of niet verstrekken van een terrasvergunning is gelegen in artikel 2.3.1.2, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Dit artikel bepaalt: “In afwijking van het bepaalde in artikel 2.1.5.1 van de APV beslist de burgemeester in geval van een vergunningaanvraag die betrekking heeft op een of meer bij het horecabedrijf behorende terrassen voor zover deze zich op de weg bevinden over de ingebruikneming van die weg ten behoeve van het terras”.

Volgens het bepaalde in artikel 2.3.1.2, tweede lid, van de APV kan de vergunning worden geweigerd indien:

  • a.

    Het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan;

  • b.

    Dat gebruik een belemmering kan worden voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

Artikel 2.3.1.1, derde lid, van de APV geeft de begripsomschrijving van terras: “Een terras in de zin van deze paragraaf is een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden gedronken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid en/of verstrekt”.

Het tweede lid van artikel 2.3.1.1 van de APV zegt dat onder horecabedrijf als bedoeld in het eerste lid mede wordt verstaan “een bij dit bedrijf behorend terras en de andere aanhorigheden”.

In enkele gevallen kan een terrasvergunning vergeven worden op grond van artikel 2.1.5.1 van de APV. Deze situatie doet zich voor indien het geen horecabedrijf betreft. Bijvoorbeeld een bakker die een terras bij de winkel wenst te exploiteren.

3.2 Sluitingstijden terras

Artikel 2.3.1.4, tweede lid, van de APV geeft de burgemeester de bevoegdheid om door middel van een vergunningsvoorschrift andere sluitingstijden vast te stellen voor een tot een horecabedrijf behorend terras. Indien voor het terras geen andere sluitingstijden zijn vastgesteld gelden de sluitingstijden zoals opgenomen in artikel 2.3.1.4 van de APV. De sluitingsbepalingen van een horecabedrijf betreffen namelijk alle gedeelten van de inrichting, waarin de eigenlijke horecawerk¬zaamheden worden uitgeoefend: een op het trottoir gesitueerd terras behoort ook tot de inrichting, maar de zich boven de inrichting bevindende woning van de houder niet. Ook sportkantines, sociëteiten, clublokalen, verenigingsgebouwen en dergelijke zijn als inrichting aan te merken.

Ten aanzien van het tijdstip van de sluiting van terrassen gelden verschillende regiemes in de drie gemeenten, zoals er ook drie verschillende regimes gelden voor de sluitingsuren van de horecagelegenheden. Voorgesteld wordt dan ook geen gezamenlijke eindtijd te hanteren voor de terrassen, maar de gemeenten de vrijheid te laten zelf de openingstijden van het terras te laten bepalen.

3.3 Drank- en Horecawet (verder te noemen DHW)

In de DHW van 1 november 2000 is expliciet bepaald dat een terras een onderdeel is van het horecabedrijf. Het is om deze reden dat een terras ook moet worden vermeld op de drank- en horecavergunning (artikel 29, eerste lid, van de DHW). Alle terrassen moeten op de vergunning worden vermeld.

Hoewel het terras is toegevoegd als onderdeel van een inrichting, zijn gemeenten ook onder de nieuwe DHW bevoegd naar eigen inzicht een terrassenbeleid op te stellen of bepalingen over terrassen in de APV op te nemen.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:

  • inpandige terrassen (de zogenaamde binnenterrassen);

  • terrassen in de openlucht op particuliere grond;

  • terrassen op de openbare weg.

Voor alle terrassen, indien er alcohol wordt verstrekt, is een drank- en horecavergunning vereist. De gemeente moet de vergunning afgeven, indien de aanvrager aan de gestelde eisen voldoet:

  • Een terras krijgt slechts vergunning, indien het in de onmiddellijke nabijheid ligt van een horecalokaliteit. Het terras moet bedienbaar zijn.

  • Ook voor buitenterrassen (op particuliere grond) en overdekte terrassen in winkelcentra geldt dat een vergunning slechts kan worden verleend, indien deze in de onmiddellijke nabijheid van een horecalokaliteit zijn gelegen.

  • Voor terrassen op een openbare weg geldt dat alleen een vergunning verstrekt mag worden waar dit door het college van burgemeester en wethouders nadrukkelijk is toegestaan (artikel 11 van de DHW). Gemeenten kunnen deze aanvragen tevens toetsen aan bijvoorbeeld een terrassenbeleid.

3.4 Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen

In tegenstelling tot het besluit horecabedrijven milieubeheer bevat het thans van kracht zijnde Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen géén specifieke paragraaf meer met terrasvoorschriften. Dat wil zeggen dat de algemene voorschriften betreffende geluidhinder en indirecte hinder ook van toepassing zijn op de terrassen. Zo zal binnen de geluidsgrenzen geen levende muziek op het terras mogelijk zijn. Alleen via de zgn. ontheffingenregeling is dit een aantal malen per jaar mogelijk. Overigens wordt het stemgeluid van terrasbezoekers buiten beschouwing gelaten, voor zover het terras aan de straatzijde en niet op een binnenplaats is gesitueerd. Ook moet de ondernemer zodanige maatregelen treffen dat hinder, veroorzaakt door komende en vertrekkende bezoekers, wordt voorkomen dan wel zoveel mogelijk wordt beperkt.

Voor het overige is het wel mogelijk dat het college van burgemeester en wethouders nadere eisen stelt op het gebied van geluidhinder en indirecte hinder. Zo kunnen nadere eisen worden gesteld ten aanzien van:

  • de periode van openstelling van het terras;

  • de situering van het terras;

  • het in acht nemen van gedragsregels, waaronder regels ten aanzien van komende en gaande bezoekers.

HOOFDSTUK WEG 4 Locaties

Para 1 weg

In het kader van de voorkoming c.q. bestrijding van de verstoring van de openbare orde en het nadelig beïnvloeden van de woon- en leefsituatie dient, bij het wel of niet verlenen van een terrasvergunning en het verbinden van voorschriften aan een terrasvergunning, een onderscheid gemaakt te worden tussen terrassen op eigen grond en terrassen op gemeentegrond.

Terras op eigen grond

Indien het terras is gesitueerd op eigen grond wordt er geen vergunning op grond van de APV verleend. Het terras maakt, indien er alcohol wordt verstrekt, immers, gelet op de definities in de APV en de DHW, onderdeel uit van de horeca-inrichting en staat als zodanig vermeld op de drank- en horecavergunning.

Terras op gemeentegrond

Indien het terras is gesitueerd op gemeentegrond dient voor het terras een afzonderlijke vergunning op grond van de APV te worden verleend. Dit in verband met het feit dat het hier gaat om gebruik van een perceel in strijd met de bestemming (openbare weg) en de mogelijke wijzigingen die daar in kunnen optreden.

Alle terrassen op gemeentegrond dienen te voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld in dit terrassenbeleid.

HOOFDSTUK WEG 5 Voorwaarden

Para 1 weg

Zoals in de inleiding genoemd, wordt er naar gestreefd het doel te bereiken met een beperkt aantal voorwaarden. Deze ontwikkeling past binnen de dereguleringsgedachte. Mochten de voorwaarden niet toereikend zijn, dan dient uiteraard op basis van een evaluatie aanpassing plaats te vinden.

In de nieuwe situatie worden terrasvergunningen verleend voor drie jaren. Terrassen mogen worden opgesteld als regel direct aansluitend aan de voorgevel en bij wijze van uitzondering, alleen indien de omstandigheden zulks toelaten, aan de zijgevel van de inrichting ten behoeve waarvan de vergunning wordt gevraagd. De vergunninghouder moet er garant voor staan dat te allen tijde voldoende ongehinderde doorgang ten behoeve van voetgangers beschikbaar is langs het terras.

Vergunningen voor terrassen op pleinen en/of pleinvormige verruimingen in een straat worden slechts verstrekt aan inrichtingen indien de terraslocatie gelegen is recht tegenover of ter hoogte van de gevel van de inrichting dan wel in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting en er vanuit de inrichting ongehinderd zicht is op de gang van zaken op het betreffende terras. Uiteraard kan, daar waar in één gebied meerdere aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten terrassen zijn, door de betrokken ondernemers in overleg met de gemeente een totaalplan worden opgesteld.

Indien een terrasvergunning wordt verleend, geschiedt dat onder de volgende voorwaarden:

5.1 Periode

1. De openingstijden van de terrassen zijn gelijk aan die van de inrichting, maar nooit later dan 01.00 uur.

5.2 Afmetingen

  • 1.

    Het terras is niet breder dan de gevelbreedte van het pand ten behoeve waarvan het terras wordt geëxploiteerd.

  • 2.

    Voetgangers en overige verkeersdeelnemers mogen geen last ondervinden van het terras. Derhalve dient er een ongehinderde doorgang van minimaal 1,50 meter gegarandeerd te worden.

  • 3.

    Het terras dient een veilige afstand tot de trottoirband te garanderen.

  • 4.

    Een ongehinderde doorgang moet gegarandeerd zijn voor hulpverleningsdiensten.

  • 5.

    Brandkranen en vluchtroutes moeten vrij toegankelijk zijn.

5.2 Inrichting

  • 1.

    De inrichting van een terras kan bestaan uit stoelen, tafels, parasols, verlichting, verwarming,reclameborden, terrasschermen en bloembakken c.q. hekjes. Alles dient demontabel te zijn.

  • 2.

    Er mogen geen kunststof tafels en stoelen als terrasmeubilair worden gebruikt behoudens van naturelkleurig kunststof riet of rotan. Bij vervanging van het bestaande meubilair dient het nieuwe meubilair in overeenstemming met het bepaalde in dit lid te worden gebracht.

  • 3.

    Staantafels zijn niet toegestaan, behoudens bij evenementen.

  • 4.

    De hoogte van de terrasschotten mag maximaal 1,00 meter bedragen. In afwijking hiervan mogen terrasschotten 1,50 meter hoog zijn onder voorwaarde dat deze vanaf 1,00 meter tot 1,50 meter volledig transparant zijn.

  • 5.

    Terrasschotten mogen niet in een richting parallel aan de weg of de bebouwing worden geplaatst en niet op terrassen die niet direct grenzen aan de betreffende inrichting.

  • 6.

    Parasols hebben een (tijdelijke seizoensgebonden) semi-permanent karakter en blijven als afzonderlijke elementen herkenbaar, zijn inklapbaar en mogen niet in de grond verankerd zijn, tenzij daarvoor een bouwvergunning is verstrekt.

  • 7.

    Er mogen geen tappunten zijn op een terras, behoudens bij evenementen.

  • 8.

    Aanprijsborden mogen maximaal 1,00 meter hoog en 0,80 meter breed zijn. Ze moeten binnen de grenzen van het terras worden geplaatst.

  • 9.

    Bestek- of serveerkasten of computerterminals mogen enkel geplaatst worden binnen de grenzen van het terras.

  • 10.

    Het terrasmeubilair dient ordelijk te worden geplaatst en in goede staat van onderhoud te worden gehouden.

5.4 Opruimen

  • 1.

    Indien het terrasmeubilair gedurende langere tijd (langer dan 6 weken) niet wordt gebruikt moet het meubilair geheel opgeruimd en verwijderd worden.

  • 2.

    Het schoonmaken van het terras als ook het opruimen van zwerfvuil in de directe nabijheid dient dagelijks door de exploitant c.q. de vergunninghouder te geschieden.

5.5 Nutswerkzaamheden

1. Indien de gemeente of een nutsbedrijf werkzaamheden moet uitvoeren aan of onder de bestrating, is de gemeente niet aansprakelijk voor mogelijke schade in verband met het afbreken en opbouwen van het terras en een mogelijk verminderde omzet.

5.6 Overig

  • 1.

    Bediening van een staand publiek op het terras is niet toegestaan, behoudens met evenementen.

  • 2.

    Het ten gehore brengen van muziek is niet toegestaan. De voorschriften zoals bepaald in het besluit Horeca, Sport en Recreatie-inrichtingen zijn van toepassing.

5.7 Onvoorziene situaties

  • 1.

    In alle gevallen waarin bovengenoemde voorschriften niet voorzien, beslist de Burgemeester.

HOOFDSTUK WEG 6 Kosten

Para 1 weg

De kosten die verbonden zijn aan een vergunning zijn legeskosten ingevolge de Legesverordening en, indien het terras is gesitueerd op gemeentegrond, de kosten die verband houden met de “huur” van de grond van de gemeente. Daartoe wordt een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten.

Aangezien de aantrekkelijkheid van de terrassen, lees de economische waarde van de terrassen voor de ondernemer, verschillend is wordt voorgesteld in de privaatrechtelijke overeenkomst uit te gaan van drie categorieën van de economische waarde. Voor een terras wordt uitgegaan van een basisbedrag van € 5,00 per m². Indien een terras gelegen is op een toeristisch economische toplocatie dan geldt een verhoogd tarief van € 9,00 per m². Terrassen gelegen in de buitengebieden met een beperkte toeristische economische waarde maken gebruik van een tarief van € 3,00 per m². Terrassen gelegen op eigen terrein betalen uiteraard geen tarief. De toeristisch economische waarden dienen bepaald te worden voor het gehele gebied van de drie gemeenten, dus niet de eigen gemeente is het referentiekader,maar het totale gebied van de drie gemeenten.

Per gemeente is een gebiedsindeling gemaakt van de economische waarden van terrassen. Het betreft de economische waarden in het gebied van de drie gemeenten.

HOOFDSTUK WEG 7 Vergunningsprocedure

Para 1 weg

Een vergunningaanvraag geschiedt door middel van een aanvraagformulier vergezeld van:

  • ­ Een kopie van de geldige drank- en horecavergunning voor de inrichting, indien alcohol wordt verstrekt op het terras;

  • ­ Een plattegrond van het gewenste terras op de schaal 1:100.

Indien een aanvraag wordt ingediend, die qua locatie, oppervlakte of inrichting afwijkt van het bepaalde in dit terrassenbeleid wordt alleen in geval van bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van het bevoegde bestuursorgaan, een dergelijke aanvraag gehonoreerd.

HOOFDSTUK WEG 8 Evenementen

Para 1 weg

Bij het organiseren en houden van evenementen kan zich de situatie voordoen dat een gesitueerd terras (gevel- dan wel pleinterras) een belemmering vormt. De burgemeester bepaalt wanneer er sprake is van belemmering in het kader van de openbare orde en de (verkeers)veiligheid. In een dergelijk geval dient het genot van het terras gedurende de duur van het evenement te worden opgeschort.

HOOFDSTUK WEG 9 Toezicht

Para 1 weg

Op de naleving van de voorschriften verbonden aan een terrasvergunning wordt toegezien door toezichthouders van de gemeente. Daarnaast is bepaald dat eenieder verplicht is aan een toezichthouder binnen de door hem gestelde termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.

9.1 Sancties

Niet naleving van de voorschriften dan wel overtreding van de APV kan aanleiding zijn tot het toepassen van bestuursrechtelijke sancties. Doel hiervan is de overtreder te bewegen de onrechtmatige situatie te beëindigen, de gevolgen te beperken of herhaling van de overtreding te voorkomen.

Afhankelijk van de situatie zal voorafgaande aan deze sanctie eerst een verzoek door de toezichthouder worden gedaan de overtreding op te heffen. Hierna kunnen de genoemde sancties volgen. Daarnaast kan door de Politie proces-verbaal worden opgemaakt indien er zonder vergunning een terras is gerealiseerd.

10 Inwerkingtreding en overgangsrecht

Para 1 weg

Dit terrassenbeleid zal in werking treden op 1 maart 2005.

Ondertekening