Nadere regel Meerkosten Covid-19 Jeugdwet en WMO

Geldend van 14-10-2022 t/m heden

Intitulé

Nadere regel Meerkosten Covid-19 Jeugdwet en WMO

Het college van de gemeente Etten-Leur, in zijn vergadering van 19 juli 2022:

Overwegende:

  • -

    Dat de rijksoverheid de gemeenten financiële middelen beschikbaar heeft gesteld om de extra kosten die zorgaanbieders Jeugdwet en WMO hebben i.v.m. met COVID-19 te compenseren;

  • -

    Dat 9 West-Brabantse gemeenten hebben besloten daartoe, ook met het oogmerk om de administratieve lasten voor zowel gemeenten als zorgaanbieders zo veel mogelijk te bepreken, de wens hebben uitgesproken intensief samen te werken;

  • -

    Dat het uitgangspunt hierbij is dat zorgaanbieders die contracten hebben met één, meerdere of alle gemeenten, slechts bij een loket een verzoek tot compensatie kunnen indienen;

  • -

    Dat gemeenten in een fonds de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen door hebben gestort en ook maximaal die bijdragen willen vergoeden;

  • -

    Dat de gemeente Roosendaal is verzocht zorg te dragen voor een adequate verdeling van deze middelen op basis van vooraf gezamenlijk vaststelde spelregels;

  • -

    Overeenkomstig de regeling Meerkosten COVID-19 Jeugdwet en WMO zoals die ook voor 2020 is vastgesteld nu de regeling voor 2021-2022 vast te stellen;

  • -

    Dat daartoe alle betrokken gemeenten de navolgende nadere regeling Meerkosten Covid-19 Jeugdwet en WMO hebben vastgesteld;

  • -

    Dat de gemeenten de uitvoering van de regeling integraal hebben gedelegeerd aan de gemeente Roosendaal.

gelet op artikel 3, artikel 6 vierde lid, artikel 7 derde lid, artikel 8 tweede lid, artikel 9 lid 2 onder f van de Algemene subsidieverordening gemeente Etten-Leur,

BESLUIT

vast te stellen de :

Nadere regel Meerkosten Covid-19 Jeugdwet en WMO

Artikel 1. Beleidsdoel

Het vergoeden van de meerkosten voor zorgorganisaties en professionals, werkzaam binnen het gebied van een van de deelnemende gemeenten, welke meerkosten direct voortkomen uit het volgen van de richtlijnen van het RIVM als gevolg van de coronacrisis vallende onder de Jeugdwet en de WMO.

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten

De meerkosten, niet zijnde omzetderving, zoals genoemd onder artikel 1, gemaakt in de periode 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 en de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022, die aantoonbaar, proportioneel, doelmatig en exclusief zijn.

Artikel 3. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend aangevraagd door en verstrekt aan de aanbieder. Indien er sprake is van een hoofdaannemer, dan wel de penvoerder, dient respectievelijk die hoofdaannemer of penvoerder de subsidie aan te vragen en wordt de subsidie aan hen verleend.

Artikel 4. Aanvullende weigeringsgronden

Aanvullend op artikel 9 lid 2f van de Algemene subsidieverordening zal de subsidie in ieder geval geweigerd worden indien er sprake is van:

  • 1.

    Hogere overheadkosten van aanbieders.

  • 2.

    Vergoeding van niet-geleverde zorg (valt onder continuïteit van financiering).

  • 3.

    Alternatieve levering van zorg (valt onder continuïteit van financiering).

  • 4.

    Uitgestelde vraag van noodzakelijke zorg (valt onder effecten na corona).

  • 5.

    Een hogere vraag naar zorg of maatschappelijke voorzieningen die niet een direct gevolg is van de coronamaatregelen.

Artikel 5. Aanvraag

In aanvulling op de in artikel 6 lid 2 van de Algemene subsidieverordening genoemde gegevens, moet gebruik gemaakt worden van het beschikbare format zoals dat beschikbaar gesteld wordt en moeten er bewijsstukken meegezonden worden die direct inzicht geven in de gemaakte meerkosten in de periode 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 en de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022.

Artikel 6. Bepaling subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie is overeenkomstig de hoogte van de aanvraag echter nooit hoger dan het subsidieplafond.

  • 2. Het subsidieplafond is het bedrag dat door het Rijk totaal aan de 9 samenwerkende gemeenten ter beschikking is gesteld voor meerkosten Jeugdwet en WMO bij de septembercirculaire 2021 en aanvulling daarop bij de decembercirculaire 2021 en voor wat betreft subsidiejaar 2022 de circulaire die daarover nog wordt vastgesteld door het ministerie, waarbij aangevuld dat Jeugdwet en WMO beiden een eigen budget hebben en beiden hun eigen plafond. Het beschikbare plafond wordt verminderd met de meerkosten van de landelijk gecontracteerde zorgfuncties . Deze zullen eerst vergoed worden, waarna het resterende beschikbare plafond wordt benut voor de subsidieverstrekking.

  • 3. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van categorieën, zoals genoemd in artikel 7, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt. De categorie die dan niet meer volledig vergoed kan worden, zal dan naar rato van de totale aanvragen van die categorie vergoed worden.

  • 4. Indien uiteindelijk blijkt dat het subsidieplafond bij de één (Jeugdwet of de WMO) niet bereikt wordt na het beoordelen en afhandelen van de aanvragen, dan zal het beschikbare bedrag tot het subsidieplafond worden ingezet bij de andere.

Artikel 7. Volgorde kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Het college zal de subsidie voor meerkosten Jeugdwet verstrekken op vaste, limitatieve, volgorde zoals hieronder beschreven:

    • a.

      Beschermingsmiddelen, inclusief de kosten voor zelftesten voor zorgpersoneel en vaccinatiekosten;

    • b.

      Personele kosten;

    • c.

      Quarantaine opvang;

    • d.

      Huur locaties;

    • e.

      Extra inzet eigen personeel;

    • f.

      Arbo kosten;

    • g.

      Alternatieve zorgverlening;

    • h.

      Extra vervoerskosten;

    • i.

      Overige meerkosten;

  • 2. Het college zal de subsidie voor meerkosten WMO verstrekken op vaste, limitatieve, volgorde zoals hieronder beschreven:

    • a.

      Beschermingsmiddelen, inclusief de kosten voor zelftesten voor zorgpersoneel en vaccinatiekosten;

    • b.

      Personele kosten;

    • c.

      Huur locaties;

    • d.

      Extra vervoerskosten;

    • e.

      Extra inzet eigen personeel;

    • f.

      Quarantaine opvang;

    • g.

      Alternatieve zorgverlening;

    • h.

      Arbo kosten;

    • i.

      Overige meerkosten.

  • 3. De meerkosten kunnen alleen ingediend worden voor Jeugdwet of WMO. Dubbel ingediende meerkosten zullen niet in behandeling worden genomen. Indien een factuur bestemd is voor zowel de Jeugdwet als de WMO als voor een andere regeling waarbij de gemeente niet betrokken is, kan deze gesplitst worden naar rato van het aandeel omzet Jeugdwet en WMO (en/of andere regeling).

  • 4. Minderkosten die te relateren zijn aan de geleverde zorg worden verrekend met de meerkosten. Meerkosten op het ene onderdeel van zorgverlening, dienen verrekend te worden met minderkosten op andere onderdelen van de zorgverlening. Een en ander zoals verder uitgewerkt in de instructie van het i-sociaal domein.

Artikel 8. Afwikkeling aanvraag

  • 1. De ontvangst, beoordeling en beslissing op de aanvraag subsidie wordt door het college gedelegeerd aan het college van de gemeente Roosendaal, evenals het behandelen van bezwaar en beroep.

  • 2. In afwijking van artikel 7 van de Algemene subsidieverordening moet de subsidie aangevraagd worden

    • Voor de periode 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 moet de subsidie uiterlijk 14 november 2022 aangevraagd worden;

    • Voor de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 kan de subsidie vanaf 3 april 2023 tot uiterlijk 15 mei 2023 worden aangevraagd.

  • 3. In afwijking van artikel 8 van de Algemene subsidieverordening beslist de gemeente Roosendaal binnen 6 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 4. De subsidie wordt door de gemeente Roosendaal direct vastgesteld.

Artikel 9 Intrekking

De Nadere regel Meerkosten Covid-19 Jeugdwet en WMO, vastgesteld op 16 februari 2021, wordt ingetrokken.

Artikel 10. Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking op 1 oktober 2022.

Artikel 11. Citeertitel

Deze nadere regel worden aangehaald als: “Nadere regel Meerkosten Covid-19 Jeugdwet en WMO 2021-2022”

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van het college, gehouden op 19 juli 2022.

De secretaris,

Dhr. drs. C. Smits

……………………,

De burgemeester,

Mw. dr. M.W.M. de Vries

…………………..,

Toelichting Nadere regel Meerkosten Covid-19 Jeugdwet en WMO

Algemeen

De VNG en het Rijk hebben afspraken gemaakt over het bieden van financiële zekerheid en ruimte aan zorgorganisaties en professionals. Dit is nodig om zorgorganisaties en professionals, in deze uitzonderlijke tijden, een uiterste inspanning te kunnen laten verrichten om het coronavirus maximaal te controleren, kwetsbare mensen te beschermen en goede zorg te verlenen voor diegenen die dit nodig hebben.

De verlening van zorg en ondersteuning leidt soms tot meerkosten als gevolg van de coronacrisis, in het bijzonder door het volgen van de richtlijnen van het RIVM. De meerkosten die direct voortkomen uit het volgen van deze maatregelen zullen vergoed worden. Het is van belang deze meerkosten op een eenvoudige manier in beeld te brengen.

Deze regeling is een uitwerking van de landelijke afspraken. Deze regeling is vastgesteld overeenkomstig de regeling Meerkosten Covid-19 Jeugdwet en WMO, zoals die ook voor 2020 is vastgesteld en uitgevoerd.

Overwegingen

De gemeenten Bergen op Zoom, Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Zundert zijn een samenwerking aangegaan om de meerkosten Covid-19 voor de Jeugdwet en de WMO gezamenlijk te regelen. Hiervoor is besloten de Rijksbijdragen voor de meerkosten in een gezamenlijk fonds over te brengen, waaruit de aanvragen subsidie voor de hele regio zullen worden voldaan. Daarnaast is de gemeente Roosendaal aangewezen om voor de 9 gemeenten de aanvragen te zullen behandelen.

Artikel 1. Beleidsdoel

De meerkostenregeling geldt voor zorgorganisaties en professionals. Hierbij is aangesloten bij de landelijke regeling. Ook PGB, jeugdbescherming en jeugdreclassering valt hieronder.

Het doel is om directe meerkosten te vergoeden die voortvloeien uit het volgen van de richtlijnen van het RIVM inzake Covid-19 in de periode 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 en de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022. De kosten moeten ook daadwerkelijk in die perioden gemaakt zijn.

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten

Spreekt voor zich, behoeft geen toelichting. Het gaat hier in ieder geval niet om de omzetderving en/of omzetgarantie. Hiervoor geldt een andere regeling.

Artikel 3. Doelgroep

Zie ook de toelichting bij artikel 1. Is er sprake van zorgcombinaties, dan dient de hoofdaannemer dan wel de penvoerder de aanvraag in.

Artikel 4. Aanvullende weigeringsgronden

Hierbij wordt aangesloten bij de landelijke regeling.

Artikel 5. Aanvraag

Op de website van de gemeente Roosendaal is het aanvraagformulier te downloaden. Dit formulier kan dan volledig ingevuld gestuurd worden aan de gemeente Roosendaal, voorzien van bewijsstukken waaruit direct de meerkosten blijken.

Artikel 6. Bepaling subsidiehoogte

Voor deze regeling geldt een subsidieplafond. Dit betekent dat er een maximaal bedrag ter beschikking is voor de aanvragen. Dit plafond is het bedrag dat de gemeente ontvangt als compensatie van het Rijk. De hoogte van de compensatie van het Rijk is bepaald bij de septembercirculaire 2021 en de decembercirculaire 2021 en de nog te publiceren circulaires voor 2022.

Deze middelen worden volledig beschikbaar gesteld voor de regeling.

Het restant wordt vervolgens gebruikt om de overige meerkosten te voldoen, waarbij geldt dat zodra het plafond bereikt is, er geen subsidie meer verstrekt wordt.

Voor de Jeugdwet en de WMO zijn er gescheiden budgetten en gescheiden subsidieplafonds. Hierbij wordt wel opgemerkt dat indien bij één van beiden het subsidieplafond nog niet bereikt is indien alle aanvragen behandeld zijn, het nog resterende bedrag tot aan het plafond overgeheveld wordt naar de ander.

De kosten die voor subsidie in aanmerking komen, zijn limitatief opgesomd in artikel 7. De volgorde is ook dwingend voorgeschreven. Dit betekent dat eerst kostenpost a vergoed zal worden, dan pas kostenpost b enz. tot het plafond bereikt is. Indien er voor een bepaalde kostensoort niet voldoende subsidie meer beschikbaar is om de totale kostenpost te voldoen, dan zal er naar rato over de aanvragen verdeeld gaan worden.

Bij de aanvragen wordt door de gemeente uitgegaan van jaaromzetcijfers die de zorginstanties en zorgprofessionals hebben ingediend bij de gemeenten.

Artikel 7. Volgorde kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De volgorde van vergoeding van meerkosten is dwingendrechtelijk en limitatief bepaald in dit artikel. Hierbij is opgemerkt dat de Jeugdwet en de WMO beiden een andere volgorde hanteren voor vergoeding.

Indien bij controle blijkt dat er meerkosten dubbel ingediend worden, zullen de aanvragen voor deze kosten buiten behandeling worden gesteld.

Bij het hebben van maar 1 factuur voor meerkosten zowel voor de Jeugdwet als voor de WMO als eventueel voor een andere regeling waarbij de gemeente niet betrokken is, mag deze gesplitst worden op grond van het aandeel Jeugdwet en WMO in de omzetcijfers.

Anders dan in de regeling voor 2020 worden de minderkosten meegenomen in de subsidiebeoordeling. Dit is lijn met de landelijke afspraken vanuit het i-sociaal domein. Zie daarvoor: https://www.vgn.nl/system/files/2021-03/format-registratie-meerkosten-2021-jeugdwet-en-wmo-versie_1%20%281%29.pdf

Artikel 8. Afwikkeling aanvraag

Het college heeft besloten de totale behandeling van de aanvraag, inclusief bezwaar en beroep, bij het college van de gemeente Roosendaal te leggen.

De rest van het artikel spreekt voor zich.

Artikel 9. Intrekking oude regeling

Spreekt voor zich, behoeft geen toelichting.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Spreekt voor zich, behoeft geen toelichting

Artikel 11. Citeertitel

Spreekt voor zich, behoeft geen toelichting.