Openstellingsbesluit ‘‘LEADER: paragraaf 6 voorbereiding voor het oprichten van een Lokale actiegroep (LAG) en het opstellen van een lokale ontwikkelingsstrategie (LOS) onder het Nationaal Strategisch Plan (NSP)’

Geldend van 26-10-2022 t/m heden

Intitulé

Openstellingsbesluit ‘‘LEADER: paragraaf 6 voorbereiding voor het oprichten van een Lokale actiegroep (LAG) en het opstellen van een lokale ontwikkelingsstrategie (LOS) onder het Nationaal Strategisch Plan (NSP)’

Gelet op artikel 1.3 van de Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2022 Provincie Limburg (POP3), hierna te noemen “Verordening”, besluiten Gedeputeerden Staten van Limburg ‘LEADER: paragraaf 6 voorbereiding voor het oprichten van een Lokale actiegroep (LAG) en het opstellen van een lokale ontwikkelingsstrategie (LOS) onder het Nationaal Strategisch Plan (NSP), hierna te noemen “Paragraaf 6 LEADER,” onder Hoofdstuk 3 LEADER onder volgende nadere regels open te stellen.

  • I.

    Het subsidieplafond bedraagt € 60.000,- (100% Provinciale middelen).

  • II.

    Aanvragen voor subsidie kunnen uitsluitend worden ingediend door middel van gebruikmaking van het op de website van de Provincie Limburg beschikbaar gestelde aanvraagformulier. Dit aanvraagformulier kan tezamen met de gevraagde bijlagen per e-mail of post worden verzonden naar GS.

  • III.

    Aanvragen voor subsidie kunnen worden ingediend vanaf 26 oktober 2022 tot en met 7 december 2022. Een subsidieaanvraag dient uiterlijk 7 december 2022 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten. De subsidieaanvraag wordt afgewezen indien deze buiten de openstellingsperiode wordt ingediend.

  • IV.

    In de bijlage zijn de nadere regels opgenomen die voor dit openstellingsbesluit gelden.

  • V.

    Dit openstellingsbesluit treedt in werking op 26 oktober 2022 tot einde POP3 periode, met dien verstande dat het zijn werking behoudt op de aanvragen die gedaan zijn tijdens de openstellingsperiode.

Bijlage: Nadere regels Openstelling ‘Paragraaf 6 LEADER’

Artikel 1 Begripsomschrijving

Met “Verordening” wordt bedoeld: de vigerende Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2022 Provincie Limburg (POP3).

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op zowel:

    • a.

      het vormen van een LAG in het kader van LEADER, zoals opgenomen in VO (EU) 2021/1060 voor de periode 2023 tot en met 2027; alsmede

    • b.

      het schrijven van een LOS in het kader van LEADER, zoals opgenomen in VO (EU) 2021/1060 voor de periode 2023 tot en met 2027.

Artikel 3 Aanvrager

Subsidie wordt verstrekt aan de penvoerder van een nieuw op te richten LAG.

Artikel 4 Subsidiabele kosten

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

    • a.

      alle aantoonbare noodzakelijke en realistische kosten voor het oprichten van een LAG;

    • b.

      alle aantoonbare noodzakelijke en realistische kosten voor het opstellen van een LOS.

  • 2. Niet subsidiabel zijn kosten voor:

    • a.

      leges;

    • b.

      vergunningen;

    • c.

      onvoorziene uitgaven;

    • d.

      consumptieve uitgaven.

  • 3. In afwijking van artikel 1.12, tweede lid, van de Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2022 Provincie Limburg (POP3) zijn de kosten genoemd onder het eerste lid subsidiabel indien gemaakt of geleverd vanaf 1 januari 2022.

Artikel 5 Hoogte subsidie

  • 1. Conform artikel 3.2.4 van de Verordening bedraagt de subsidie maximaal 100% van de totale subsidiabele kosten.

  • 2. Op grond van artikel 1.3, vierde lid, aanhef en onder g van de Verordening bedraagt de subsidie voor de activiteiten zoals genoemd in artikel 2 maximaal € 30.000,00 per aanvraag.

Artikel 6 Samenstelling subsidieplafond

In afwijking van artikel 1.4, eerste lid van de Verordening bestaat de in deze regeling opgenomen subsidie voor 100% uit provinciale middelen.

Artikel 7 Aanvraag

Conform artikel 1.7, eerste lid, van de Verordening dient voor de aanvraag het op de website beschikbaar gestelde aanvraagformulier gehanteerd te worden waarin het onder a tot en met k genoemde is opgenomen:

  • a.

    een omschrijving van aanvrager en eventuele medeaanvragers;

  • b.

    een omschrijving van de afbakening van het beoogde gebied;

  • c.

    een omschrijving van de visie voor het beoogde gebied;

  • d.

    een omschrijving van de meerwaarde van de LEADER werkwijze voor de visie en het gebied;

  • e.

    een omschrijving van de aansluiting van de thema’s in de visie op de doelen van het NSP, zoals genoemd in artikel 3.6.6, eerste lid, onder c van de Verordening;

  • f.

    een omschrijving van de beoogde aansluiting van de visie op het beleid van provincie en gemeente of waterschap;

  • g.

    een overzicht van het netwerk van de aanvrager;

  • h.

    een overzicht van de beoogde deelnemende partijen;

  • i.

    een overzicht van de beoogde initiatieven;

  • j.

    een procesplan waarmee aangetoond wordt dat de aanvrager in staat is tot het oprichten van

  • a.

    een Lokale actiegroep en het opstellen van een LOS;

  • k.

    een planning en onderbouwde begroting van de activiteiten.

Artikel 8 Voorwaarden

  • 1. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3.6.1 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan alle onderstaande voorwaarden:

    • a.

      Conform Artikel 1.3, derde 3, onder e, van de Verordening heeft de activiteit betrekking op één van de volgende gebieden:

      • i.

        Zuid-Limburg (de gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals, Valkenburg aan de Geul, Beek, Sittard-Geleen, Stein, Beekdaelen, Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld en Voerendaal), waarbij aangrenzende gebieden kunnen aansluiten;

      • ii.

        Weerterland (de gemeenten Weert, Nederweert en Leudal), waarbij aangrenzende gebieden kunnen aansluiten;

      • iii.

        Het gebied van de gemeenten Bergen, Gennep, Mook en Middelaar, waarbij aangrenzende gebieden kunnen aansluiten.

    • b.

      kernen met meer dan 30.000 inwoners maken geen onderdeel uit van de op te stellen LOS;

    • c.

      de (op te stellen) LOS heeft betrekking op de aan LEADER gekoppelde doelen in het NSP. De conceptversie van het NSP volgend, dient de LOS betrekking te hebben op een of meer van de volgende doelen:

      • i.

        het bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering, onder meer door de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en meer koolstof vast te leggen, en duurzame energie te bevorderen;

      • ii.

        het bevorderen van de duurzame ontwikkeling en het efficiënte beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht, onder meer door de afhankelijkheid van chemische middelen te verkleinen;

      • iii.

        het bijdragen tot het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, tot versterking van ecosysteemdiensten en tot de instandhouding van habitats en landschappen;

      • iv.

        het bevorderen van de werkgelegenheid, groei, gendergelijkheid, waaronder deelname van vrouwen in het boerenbedrijf, sociale inclusie en lokale ontwikkeling in plattelandsgebieden, ook in de circulaire bio-economie en de duurzame bosbouw.

  • 2. Indien de nog op te stellen LOS betrekking heeft op het in eerste lid, sub c, onder iv, genoemde doel, dan dient deze, conform de conceptversie van het NSP, ook betrekking te hebben op een of meer van de volgende doelen:

    • a.

      het stimuleren van een aantrekkelijk platteland voor wonen en recreëren;

    • b.

      het creëren van een aantrekkelijk ondernemers- en werkklimaat voor een divers palet aan passende agrarische en niet-agrarische bedrijven of activiteiten;

    • c.

      het verbeteren van de positie van de landbouwers in de waardeketen.

Artikel 9 Rangschikking

  • 1. Gedeputeerde Staten maken voor het bepalen van de onderlinge rangschikking als bedoeld in artikel 1.15 en 1.15a van de Verordening voor de verdeling van de subsidie een afweging tussen de volledig ingediende aanvragen op basis van de volgende selectiecriteria:

    • a.

      de diversiteit van beoogde deelnemende partijen aan de beoogde Lokale actiegroep waarmee aangetoond kan worden dat er voldoende draagvlak is voor deelname aan LEADER in het NSP;

    • b.

      de kwaliteit van het procesplan waarmee aangetoond kan worden dat de aanvrager in staat is tot het opstellen van een LOS en het oprichten van een Lokale actiegroep;

    • c.

      de mate waarin de thema’s uit de aangedragen visie bijdragen aan de doelen, zoals genoemd in artikel 8 eerste lid, onder c, en het tweede lid;

    • d.

      de mate waarin de thema’s uit de aangedragen visie bijdragen aan de doelen van provincie en gemeente of waterschap.

      Scoretabel Selectiecriterium

      Te behalen punten

      Te behalen minimumscore

      a

      Diversiteit van beoogde deelnemende partijen

      0 - 3

      Ten minste 1 punt per criterium en minimaal 8 punten van de in totaal te behalen maximaal 12 punten

      b

      Kwaliteit van het procesplan

      0 – 3

      c

      Mate waarin thema’s bijdragen aan de NSP doelen

      0 – 3

      d

      Mate waarin thema’s bijdragen aan de doelen van provincie, gemeente of waterschap

      0 - 3

  • 2. Het totaal aantal benodigde punten om in aanmerking te komen voor een subsidie binnen deze openstelling bedraagt minimaal 8, waarbij voor alle criteria een minimale score van 1 punt is vereist (zie bovenstaande tabel).

  • 3. Het totaal aantal punten wordt berekend door de som te nemen van de punten behaald voor ieder afzonderlijk selectiecriterium zoals genoemd in de scoretabel onder a tot en met d, waarbij in afwijking van artikel 1.15a, tweede lid van de Verordening per beoordelingscriterium maximaal 3 punten kan worden behaald.

  • 4. In afwijking artikel 1.15a, derde lid van de Verordening wordt per criterium geen wegingsfactor toegepast.

  • 5. Indien de procedure genoemd onder het tweede lid leidt tot overschrijding van het subsidieplafond, worden de subsidieaanvragen gerangschikt op basis van het behaald aantal punten, waarbij de aanvraag met de hoogste score eerst voor de subsidie in aanmerking komt totdat het subsidieplafond is bereikt.

  • 6. Indien 2 of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben verkregen en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de eventueel toe te kennen maximale subsidie het subsidieplafond overstijgt, wordt door middel van loting bepaald welke aanvraag als eerste wordt gehonoreerd. De loting zal worden uitgevoerd door een beëdigd notaris.

Artikel 10 Weigeringsgronden

  • 1. Aanvragen dienen naast het voldoen aan de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 8, een minimumscore van 8 punten te behalen om voor subsidie in aanmerking te komen. Indien er minder dan 8 punten worden behaald, dan wordt de aanvraag om subsidie afgewezen.

  • 2. Aanvragen dienen voor alle criteria een minimale score van 1 punt te behalen. Indien op minimaal één criterium minder dan 1 punt wordt behaald, dan wordt de aanvraag om subsidie afgewezen.

Artikel 11 Uitvoeringstermijn en afronding

  • 1. De uiterlijke termijn waarbinnen het project dient te zijn afgerond is 1 april 2023.

  • 2. De uiterlijke termijn voor het indienen van het vaststellingsverzoek is 1 juli 2023.

Artikel 12 Verplichtingen

In afwijking van artikel 1.17 van de Verordening zijn de volgende verplichtingen van toepassing:

  • a.

    de subsidieontvanger vormt een (voorlopige) Lokale actiegroep (LAG) waarvan de deelnemers een goede afspiegeling zijn van de (diversiteit) aan inwoners, betrokken partijen en belangen in een gebied;

  • b.

    de opgestelde LOS wordt ingediend bij de openstelling voor, of oproep tot, nieuwe LEADER gebieden in het NSP ten behoeve van de selectie van de LEADER-gebieden voor de periode 2023-2027;

  • c.

    er wordt een administratie gevoerd die de informatie bevat die nodig is voor een juist inzicht in de realisatie van de gesubsidieerde activiteiten en voor een juiste subsidieverstrekking, hetgeen inhoudt dat alle uitgaven in de administratie zijn vastgelegd met bijbehorende bewijsstukken;

  • d.

    de subsidieverstrekker wordt onverwijld schriftelijk geïnformeerd indien de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 4 oktober 2022.

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. E.G.M. Roemer

secretaris

dhr. T.H.C. Schulpen

Toelichting Nadere regels ‘Paragraaf 6 LEADER’

Algemeen: LEADER

Op 1 januari 2023 start het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en de Nederlandse invulling daarvan, het Nationaal Strategisch Plan (NSP). LEADER is één van de interventies die in het NSP wordt ingezet. Het is een verplicht onderdeel binnen het NSP, tenminste 5% van het totale ELFPO-budget (Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling) dient via LEADER te worden besteed.

Ondanks de Engelstalige connotatie die het woord LEADER mogelijk met zich meebrengt, vindt het woord haar oorsprong in het Frans. Het is de afkorting voor Liaison Entre Actions de Développement de l’Économie Rurale. Vrij vertaald, betekent dit “het verband tussen verschillende acties ten behoeve van ontwikkeling van de plattelandseconomie”. Anders gezegd, is LEADER een vanuit de gemeenschap geleide, lokale ontwikkeling welke beoogt bij te dragen aan de plaatselijke ontwikkeling van plattelandsgebieden.

LEADER wordt gekenmerkt door een bottom-up werkwijze, waarin Lokale actiegroepen (LAG's) zich organiseren en vanuit een gebiedsproces een ontwikkelstrategie voor hun gebied opstellen. De Lokale actiegroep voert de lokale ontwikkelingsstrategieën (LOS) vervolgens uit door onder meer het toekennen van subsidies aan initiatieven/ projecten uit de regio. Bovenstaande werkwijze is in de horizontale Europese verordening vastgelegd (EU VO 2021/1060). LEADER richt zich op verschillende doelen binnen het NSP: doel H (brede plattelandsontwikkeling), doel D (Klimaatverandering en duurzame energie), doel E (Efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht) en doel F (Bescherming van de biodiversiteit). Naar verwachting zal minimaal 20% van het LEADER budget onder het NSP besteed moeten worden aan doelstelling H, en minimaal 20% aan doelstelling D,E en F tezamen.

De Lokale actiegroep (LAG) vervult een belangrijke rol in het behalen van deze doelstellingen. In elk LEADER gebied leidt een LAG de plaatselijke ontwikkeling van het plattelandsgebied. Een LAG doet dit aan de hand van de Lokale Ontwikkelingsstrategie (LOS). Hierin staan onder meer selectiecriteria, waarmee projecten worden beoordeeld om in aanmerking te komen voor een LEADER-subsidie. In de loop van 2023 vindt hiervoor de zogenaamde Open Call voor LEADER gebieden in het NSP plaats. Zodra hierover meer over bekend is, vindt u deze informatie op deze pagina.

Thans bereiden wij ons voor op LEADER in het NSP. Een drietal gebieden in de provincie Limburg krijgt daarbij de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor het oprichten van een LAG en het schrijven van een LOS. De subsidie bedraagt maximaal € 30.000,-. Later in 2022 volgt een oproep voor het indienen van een LOS. U kunt ook een LOS schrijven en indienen zonder gebruik te maken van de financiering waar deze openstelling over gaat. Het is dus niet verplicht om deze subsidie aan te vragen om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie voor de uitvoering van LEADER projecten onder het NSP. Maakt u wel gebruik van deze financiering, dan verplicht u zich tot het oprichten van een (voorlopige) LAG en het schrijven en indienen van een LOS. Het is nog niet definitief bekend wanneer de LOS ingediend moet worden bij Gedeputeerde Staten, al kunt u er voorlopig vanuit gaan dat de LOS niet voor het einde van 2022 ingediend hoeft te zijn. Deze onduidelijk bestaat omdat de aan het NSP onderliggende Verordening nog niet definitief is.

Let op: indien u een LOS gaat schrijven zonder gebruik te maken van deze voorbereidende subsidie, breng de provincie dan hiervan op de hoogte in verband met de nodige provinciale cofinanciering voor de uitvoering.

Voor wie

Voor iedereen die een Lokale actiegroep op wilt richten en met ondersteuning een Lokale ontwikkelingsstrategie op wilt stellen in het kader van LEADER, zoals opgenomen in VO (EU) 2021/1060 voor de periode 2023 tot en met 2027. U kunt een aanvraag indienen als penvoerder van een nieuw op te richten LAG. U bent als penvoerder één van de deelnemers in het (voorziene) samenwerkingsverband (de LAG) en kunt daarbij optreden als rechtspersoon of natuurlijk persoon.

Openstelling POP3

De Verordening betreft een Europees kader voor plattelandsontwikkeling. Deze Verordening is gebaseerd op de zogenoemde transitieperiode van POP3, waarbij, in afwachting van de uitwerking van het nieuwe Europese landbouwbeleid (GLB) de vorige POP3 Verordening met twee jaar is verlengd. Vandaar dat men ook wel naar deze periode refereert als POP3+. De aanvankelijke POP3 Verordening voorzag niet in de oprichting van een LAG en het schrijven van een LOS ter voorbereiding op het NSP. Om toch subsidie te kunnen verlenen voor het oprichten van de LAG en opstellen van de LOS ter voorbereiding van LEADER onder het NSP, is de Verordening naar aanleiding van een op 4 oktober 2022 door GS genomen besluit aangepast. De aanpassing behelsde het toevoegen van paragraaf 6 aan Hoofdstuk 3 LEADER. De Verordening is te vinden op: https://www.limburg.nl/loket/subsidies/actuele-subsidies/subsidieregelingen-0/@1837/subsidieverordening/.

Om tot subsidiëring van projecten en aanvragen over te kunnen gaan, maakt de Provincie gebruik van openstellingsbesluiten. Het openstellingsbesluit ‘‘LEADER: paragraaf 6 voorbereiding voor het oprichten van een Lokale actiegroep (LAG) en het opstellen van een LOS onder het NSP’ is één van de openstellingsbesluiten, op basis waarvan middelen kunnen worden aangevraagd.

Subsidieplafond

Het subsidieplafond bestaat voor 100% uit provinciale middelen en heeft een omvang van € 60.000,- De verwachting is dat hiermee twee tot drie aanvragen gehonoreerd kunnen worden met een respectievelijke omvang aan subsidie van € 20.000,- tot € 30.000,- elk.

Subsidiabele kosten

Subsidie wordt verstrekt voor noodzakelijke en realistische kosten voor het oprichten van een LAG en opstellen van een LOS. De aanvrager dient, in de aanvraag, aannemelijk te maken dat de kosten realistisch en noodzakelijk zijn. Dit betekent dat alle (gemaakte) kosten een bijdrage leveren aan het vormen van een LAG of het opstellen van een LOS. De relatie tussen de kosten enerzijds en het vormen van de LAG en/of opstellen van de LOS anderzijds, dient aannemelijk te zijn, danwel aannemelijk te worden gemaakt door de aanvrager. Kosten voor bijeenkomsten met potentiele LAG-leden die uiteindelijk geen onderdeel van de LAG vormen, worden als subsidiabel beschouwd. Het is immers niet altijd op voorhand duidelijk of een bijeenkomst met potentiele deelnemers aan de LAG tot daadwerkelijke interesse en deelnamebereidheid van deze deelnemers leidt.

Het NSP

Het Nationaal Strategisch Plan (NSP) is de Nederlandse invulling van het nieuwe gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) dat 1 januari 2023 van start gaat. LEADER is een verplicht onderdeel binnen het NSP, en minimaal 5% van de middelen van het totale ELFPO-budget (Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling) dient via LEADER te worden besteed. Op dit moment is het NSP nog niet definitief, en moet onder andere nog worden goedgekeurd door de Europese Commissie. Wel bestaat er een conceptversie. Het feit dat het NSP nog niet definitief is, heeft twee belangrijke complicaties voor deze openstelling: 1) het is nog niet zeker of de doelen die voor LEADER benoemd worden in de conceptversie van het NSP op identieke wijze in het uiteindelijke NSP worden opgenomen; 2) de verordening (die ten grondslag zal liggen aan zowel de oproep tot het indienen van een LOS, als de oproep tot het indienen van LEADER projecten onder het NSP) is ook nog niet definitief. Dit betekent dat er nog sprake is van enige onzekerheid en wij nog geen uitsluitsel kunnen geven over de definitieve voorwaarden die aan de LOS verbonden zullen worden. In deze openstelling hebben wij informatie opgenomen zoals deze vermeld staat in de conceptversie van het NSP. Zo krijgt u alvast een idee wat een LOS beoogt en uit welke onderdelen deze dient te bestaan. Ook onderstaande informatie over de LAG en LOS is gebaseerd op de conceptversie van het NSP en lopende POP3 periode.

De LAG

Een LAG is een Lokale actiegroep als bedoeld in artikel 34 van Vo (EG) nr. 1303/2013. De taken van plaatselijke actiegroepen omvatten mogelijk:

  • a.

    de opbouw van capaciteit van plaatselijke actoren om concrete acties te ontwikkelen en uit te voeren met inbegrip van het bevorderen van hun vaardigheden op het gebied van projectbeheer;

  • b.

    de opstelling van een niet-discriminerende en transparante selectieprocedure en van objectieve criteria voor de selectie van concrete acties, waardoor belangenconflicten worden vermeden. Er wordt gewaarborgd dat bij selectiebeslissingen ten minste 50 % van de stemmen afkomstig is van partners die geen overheidsinstanties zijn en een selectie volgens schriftelijke procedure mogelijk wordt gemaakt;

  • c.

    het zorgen voor samenhang tussen de strategie en de vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkelingen bij de selectie van concrete acties, door aan die acties prioriteit toe te kennen naargelang de bijdrage die zij leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen en streefdoelen van die strategie;

  • d.

    de ontvangst en beoordeling van steunaanvragen;

  • e.

    de selectie van concrete acties en de vaststelling van de steunbedragen alsmede, in voorkomend geval, de voorlegging van voorstellen aan de instantie die verantwoordelijk is voor de definitieve verificatie van de subsidiabiliteit voorafgaand aan de goedkeuring;

  • f.

    het toezicht op de uitvoering van de vanuit de gemeenschap geleide strategie voor lokale ontwikkeling en van de ondersteunde concrete acties en de uitvoering van specifieke evaluatiewerkzaamheden in verband met die strategie.

De leden van een LAG dienen een goede afspiegeling te zijn van de (diversiteit aan) inwoners, betrokken actoren en belangen in een gebied. Het is niet de bedoeling dat één belangengroep (meer dan) de helft van de LAG-leden uitmaakt. Actoren vanuit het lokaal bestuur (bijvoorbeeld vanuit gemeenten) worden verwacht deel te nemen aan de LAG, maar mogen niet meer dan 50% van de leden uitmaken.

De LOS

Een Lokale ontwikkelingsstrategie (LOS) is een vanuit de gemeenschap geleide plaatselijke ontwikkelingsstrategie als bedoeld in artikel 33 van Vo (EG) nr. 1303/2013. Door het aanvragen van deze subsidie, verplicht u zich tot het schrijven en indienen van een LOS wanneer uw aanvraag gehonoreerd wordt. Aan welke voorwaarden deze LOS exact moet voldoen, wordt op een later moment via deze website bekend gemaakt. Er kan nu nog geen zekerheid worden gegeven over de voorwaarden en samenstelling inzake de LOS, omdat de onderliggende Verordening nog niet definitief is en voor de afronding afhankelijk is van het nieuw, en volgens planning in september, in te dienen Nationaal Strategisch Plan (NSP).

Het is op dit moment echter aannemelijk dat een LOS dient te bestaan uit verschillende elementen:

  • a.

    een beschrijving en afbakening van het gebied en de populatie waarop de strategie betrekking heeft;

  • b.

    een analyse van de ontwikkelingsbehoeften en mogelijkheden van het gebied, met een analyse van de sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen;

  • c.

    een beschrijving van de strategie en de doelstellingen ervan, met meetbare streefdoelen voor outputs of resultaten;

  • d.

    een beschrijving van het proces om de gemeenschap bij de ontwikkeling en uitvoering van de strategie te betrekken;

  • e.

    een actieplan waaruit blijkt hoe de doelstellingen in acties worden omgezet;

  • f.

    een beschrijving van de beheer-, evaluatie- en toezichtregelingen van de strategie;

  • g.

    een beschrijving van het financiële plan van de strategie.

Toepassingsgebied

De activiteit heeft betrekking op één van de volgende gebieden:

  • i.

    Zuid-Limburg (de gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals, Valkenburg aan de Geul, Beek, Sittard-Geleen, Stein, Beekdaelen, Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld en Voerendaal), waarbij aangrenzende gebieden kunnen aansluiten;

  • ii.

    Weerterland (de gemeenten Weert, Nederweert en Leudal), waarbij aangrenzende gebieden kunnen aansluiten;

  • iii.

    Het gebied van de gemeenten Bergen, Gennep, Mook en Middelaar, waarbij aangrenzende gebieden kunnen aansluiten.

afbeelding binnen de regeling

In lijn met de EU verordening 1303/2013, kunnen kernen met meer dan 30.000 inwoners geen onderdeel uitmaken van de op te stellen LOS. Dit betekent dat enkele stedelijke centra in Limburg (zoals de stedelijke gebieden van Maastricht, Weert, Venlo, Roermond, Sittard, Geleen en Heerlen, zie de bruin gemarkeerde gebieden in onderstaande figuur) niet via de LOS bedient kunnen worden. Echter, in de uitvoeringsfase, waarin subsidie verstrekt zal worden aan projecten die passen binnen de LOS, bestaat wel de mogelijkheid om de samenwerking met deze stedelijke kernen aan te gaan.

afbeelding binnen de regeling

Ieder LEADER gebied omvat meerdere gemeentes en het gebied is begrensd als een logische eenheid qua fysiografie, identiteit, beleefde of georganiseerde samenhang, uitdagingen, of gemeenschappelijkheid. Een aangrenzend gebied is het gemeentelijke, geografische gebied grenzend aan de onder i-iii genoemde gemeenten. Actoren vanuit het gemeentelijk gebied Roerdalen kunnen aansluiten bij het gebied Weerterland.

Tendersystematiek

Subsidieaanvragen kunnen slechts in een beperkte periode worden ingediend. Op de sluitingsdatum van de tender moet alle inhoudelijke informatie (dus ook alle verplichte bijlagen en een duidelijke toelichting op de begroting) die bij een aanvraag hoort, ontvangen zijn. Deze sluitingsdatum wordt strikt gehanteerd. Als de aanvraag minimaal tien werkdagen voor de sluitingsdatum wordt ontvangen, wordt de aanvraag gecontroleerd op volledigheid van verplichte bijlagen. Na de sluitingsdatum is aanvullen van de aanvraag niet meer mogelijk. Een ambtelijke commissie gaat vervolgens de aanvragen beoordelen aan de hand van de beschikbare informatie.

Met behulp van selectiecriteria (zie onderstaande tabel) worden de aanvragen gerangschikt. Het kan voorkomen dat vanwege het subsidieplafond niet alle aanvragen gehonoreerd kunnen worden. De aanvragen met de meeste punten worden als eerst gehonoreerd. Het totaal aantal benodigde punten voor subsidiëring van de activiteit bedraagt minimaal 8, waarbij voor alle criteria een minimale score van 1 punt is vereist.

Selectiecriterium

Score

Uitleg

a Diversiteit van beoogde deelnemende partijen

0

Zeer slecht tot slecht; wanneer de diversiteit van de beoogde deelnemende partijen in het betreffende gebied zeer gering tot gering is. Bijvoorbeeld wanneer in een gebied met zeer veel diversiteit in belangengroepen slechts twee of drie belangengroepen deelnemen.

1

Matig tot voldoende; wanneer de diversiteit van de beoogde deelnemende partijen in het betreffende gebied matig tot voldoende is. Bijvoorbeeld wanneer in een gebied met zeer veel diversiteit in belangengroepen minder dan de helft van de belangengroepen deelneemt.

2

Ruim voldoende tot goed; wanneer de diversiteit van de beoogde deelnemende partijen in het betreffende gebied ruim voldoende tot goed is. Bijvoorbeeld wanneer in een gebied met zeer veel diversiteit in belangengroepen iets meer dan de helft van de belangengroepen deelneemt.

3

Zeer goed tot uitmuntend; wanneer de diversiteit van de beoogde deelnemende partijen in het betreffende gebied ruim zeer goed tot uitmuntend is. Bijvoorbeeld wanneer in een gebied met zeer veel diversiteit in belangengroepen bijna alle belangengroepen deelnemen.

b Kwaliteit van het procesplan

0

Zeer slecht tot slecht; wanneer de kwaliteit van het procesplan van zeer slechte tot slechte kwaliteit is. Bijvoorbeeld wanneer het procesplan niet, niet realistisch, of zeer summier ingaat op de wijze waarop het gebied wordt betrokken en de belangen van het gebied worden bediend.

1

Matig tot voldoende; wanneer de kwaliteit van het procesplan van matige tot voldoende kwaliteit is. Bijvoorbeeld wanneer in het procesplan alleen op hoofdlijnen schetst op welke wijze wordt ingegaan op de wijze waarop het gebied wordt betrokken en de belangen van het gebied worden bediend.

2

Ruim voldoende tot goed; wanneer de kwaliteit van het procesplan van ruim voldoende tot goede kwaliteit is. Bijvoorbeeld wanneer in het procesplan aan de hand van stappen wordt geschetst op welke wijze het gebied wordt betrokken en de belangen van het gebied worden bediend.

3

Zeer goed tot uitmuntend; wanneer de kwaliteit van het procesplan van zeer goede tot uitmuntende kwaliteit is. Bijvoorbeeld wanneer in het procesplan een uitgewerkt stappenplan is opgenomen waarin duidelijk wordt op welke wijze het gebied wordt betrokken en de belangen van het gebied worden bediend.

c Mate waarin thema’s bijdragen aan de NSP doelen

0

Zeer slecht tot slecht; wanneer het plan in zeer geringe tot geringe mate bijdraagt aan de NSP doelen. Bijvoorbeeld wanneer van geen of slechts één van de thema’s is beschreven op welke wijze deze bijdraagt aan slechts één NSP doel.

1

Matig tot voldoende; wanneer het plan in matige tot voldoende mate bijdraagt aan de NSP doelen. Bijvoorbeeld wanneer wordt beschreven op welke wijze enkele van de genoemde thema’s bijdragen aan ten minste twee NSP doelen.

2

Ruim voldoende tot goed; wanneer het plan in ruim voldoende tot goede mate bijdraagt aan de NSP doelen. Bijvoorbeeld wanneer wordt beschreven op welke wijze de meerderheid van de genoemde thema’s bijdraagt aan ten minste drie doelen.

3

Zeer goed tot uitmuntend; wanneer het plan in zeer goede tot uitmuntende mate bijdraagt aan de NSP doelen. Bijvoorbeeld wanneer alle genoemde thema’s in belangrijke mate bijdragen aan ten minste drie NSP doelen, waarbij ook een bijdrage wordt beschreven aan het vierde NSP doel.

d Mate waarin thema’s bijdragen aan de doelen van provincie, gemeente of waterschap

0

Zeer slecht tot slecht; wanneer de bijdrage aan de doelen van provincie en gemeente of waterschap zeer slecht tot slecht is. Bijvoorbeeld wanneer van geen of slechts één van de thema’s is beschreven op welke wijze deze bijdraagt aan de doelen van provincie en gemeente of waterschap.

1

Matig tot voldoende; wanneer de bijdrage aan de doelen van provincie en gemeente of matig tot voldoende is. Bijvoorbeeld wanneer wordt beschreven op welke wijze enkele van de genoemde thema’s bijdragen aan de doelen van provincie en gemeente of waterschap.

2

Ruim voldoende tot goed; wanneer de bijdrage aan de doelen van provincie en gemeente of waterschap ruim voldoende tot goed is. Bijvoorbeeld wanneer wordt beschreven op welke wijze de meerderheid van de genoemde thema’s bijdraagt aan de doelen van provincie en gemeente of waterschap.

3

Zeer goed tot uitmuntend; wanneer de bijdrage aan de doelen van provincie en gemeente of waterschap zeer goed tot uitmuntend is. Bijvoorbeeld wanneer alle genoemde thema’s bijdragen aan de doelen van provincie en gemeente of waterschap.

Aanvraag

Conform artikel 1.3, vierde lid, onderdeel h, van de Verordening zal voor de aanvraag zoals vermeld in artikel 1.7, tweede lid, onderdeel f, van de Verordening het op de website https://www.limburg.nl/loket/subsidies/actuele-subsidies/subsidieregelingen-0/@1837/subsidieverordening/, beschikbaar gestelde aanvraagformulier gehanteerd dienen te worden. In dit aanvraagformulier staan tevens de bijlagen genoemd die aangeleverd dienen te worden.

Het formulier en de bijlagen dienen te worden verzonden naar het adres: Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht. Een aanvraag kan ook per e-mail worden ingediend uitsluitend naar: postbus@prvlimburg.nl.