Beleidsregels voor kamerverhuur

Geldend van 07-10-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor kamerverhuur

1. INLEIDING

A. AANLEIDING VOOR DEZE BELEIDSREGELS

Op 25 april 2013 heeft de gemeente Veenendaal het “Beleid en regels voor kamerverhuur, woningsplitsing, samenvoeging en onttrekking van woonruimten” vastgesteld. Het beleid uit 2013 is verouderd en kan niet meer toegepast worden omdat wetgeving waar in dat beleid naar gerefereerd wordt niet meer van toepassing is. Daarnaast is er door de vaststelling van het bestemmingsplan Parapluplan 2020 behoefte aan nieuw beleid omdat in dat bestemmingsplan kamerbewoning wordt uitgesloten tenzij er voldaan wordt aan het vigerende kamerbewoningsbeleid.

Naast voorgaande wordt ook gemerkt dat de woningmarkt in Veenendaal de laatste jaren veranderd is. Er is een groeiende vraag naar woonruimte in de vorm van kamerbewoning. Hierbij wordt ook gemerkt dat een groot deel van deze vraag bestaat uit de huisvesting van arbeidsmigranten. De trend is dan ook dat uitzendorganisaties woningen opkopen en vervolgens ombouwen om als kamerverhuurpand aan te bieden. Hierbij gaat het veelal om de goedkopere woningen (tot € 250.000) die gesitueerd zijn in de oudere woonwijken. Door het groeiende aanbod van kamerverhuurpanden wordt gemerkt dat er ook een groeiend aantal klachten van omwonenden ontvangen worden. Omwonenden zien de vestiging van een kamerverhuurpand in de straat (al dan niet terecht) vaak als een bedreiging en vragen de gemeente regulerend op te treden. Vaak wordt overlast gevreesd die samenhangt met een andere leefstijl van de kamerbewoners zoals bijvoorbeeld een ander dagritme, minder betrokkenheid bij de buurt en parkeeroverlast.

Deze nota gaat over beleidsregels voor de huisvesting van meer dan één huishouden in één woning. In Veenendaal geldt sinds de vaststelling van het bestemmingsplan Parapluplan 2020 (25 juni 2020) dat een woning door maximaal één huishouden bewoond mag worden. In het bestemmingsplan Parapluplan 2020 is een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor de huisvesting van meer dan één huishouden in een woning. Als voorwaarde voor deze afwijkingsmogelijkheid is aangegeven dat voldaan dient te worden aan het beleid voor kamerverhuur zoals deze geldt ten tijde van de indiening van de aanvraag.

Door het toepassen van deze beleidsregels kan onder voorwaarden afgeweken worden van de regels die sinds 25 juni 2020 (of indien Woongebieden 2018 onder het bestemmingsplan Parapluplan 2020 ligt, sinds 20 september 2018) gelden voor de huisvesting van maximaal één huishouden per woning.

Ook zijn er beleidsregels opgesteld voor de vestiging van een kamerverhuurpand anders dan in een woning. Hierbij kan gedacht worden aan de vestiging van een kamerverhuurpand in een voormalig bedrijfsgebouw. Ook hiervoor zijn regels opgenomen waaraan een aanvraag in ieder geval dient te voldoen. Voor een kamerverhuurpand anders dan in een woning is geen afwijkingsmogelijkheid opgenomen in de bestemmingsplannen. Hiervoor zal gebruik gemaakt moeten worden van de kruimelgevallenregeling of van een herziening van het vigerende bestemmingsplan.

B. VRAAGSTELLING

De gemeente wil dat iedere inwoner van de gemeente Veenendaal fatsoenlijk en verantwoord wordt gehuisvest. Tegelijkertijd wil de gemeente de belangen van de omgeving zoveel mogelijk waarborgen en de eventuele nadelige effecten waar mogelijk beperken. Ook wordt gepoogd de woningvoorraad voor starters te beschermen. Met deze beleidsregels wordt getracht duidelijkheid te scheppen in welke gevallen kamerbewoning kan worden toegestaan.

De centrale vraag die bepalend is voor dit beleidskader luidt dan ook:

“Hoe zorgen wij ervoor dat bij het faciliteren van huisvesting in de vorm van kamerbewoning de leefbaarheid gewaarborgd wordt en blijft”.

2. INHOUDELIJK

A. DEFINITIES

  • 1.

    Gebouw

    Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijke met wanden omsloten ruimte vormt.

  • 2.

    Hoofdbewoner

    De eigenaar of hoofdhuurder van de gehele woning die maximaal één huishouden vormt en zelf woonachtig is in de woning.

  • 3.

    Hoofdingang

    De belangrijkste entree van een gebouw op straatniveau zonder eerst door een andere entree naar binnen gegaan te zijn.

  • 4.

    Hospitant

    Een huishouden die een of meer kamers in haar eigen woning (niet zijnde huurwoning) ter beschikking stelt aan een inwoner anders dan onderdeel uitmakende van zijn/haar eigen huishouden en die zelf woonachtig is in de woning.

  • 5.

    Gebruiksoppervlakte

    Gebruiksoppervlakte de vloeroppervlakte die wordt gemeten vanaf 1,5 meter hoogte. Alle ruimte onder 1,5 meter behoort niet toe aan gebruiksoppervlakte;

  • 6.

    Gemeenschappelijke voorzieningen

    Onder gemeenschappelijke voorzieningen wordt enkel verstaan keuken, badkamer en toilet.

  • 7.

    Huishouden

    Een persoon of een groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van een onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.

    Jurisprudentie definitie huishouden:

    (Raad van State 8 november 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3017)

    De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State lijkt te zeggen dat vriendengroepen en seizoenarbeiders niet behoren tot één huishouden:

    ‘De nadere invulling van het begrip "huishouden" blijkt uit de vragenlijst die het college heeft gebruikt bij de controles op het park. De lijst bevat de vraag of de bewoners collega’s van elkaar zijn, of zij een affectieve relatie met elkaar hebben dan wel dat zij een andere relatie hebben. Uit de toelichting van het college ter zitting van de Afdeling blijkt dat het college het niet noodzakelijk acht dat de bewoners een affectieve relatie met elkaar hebben, om te kunnen spreken van een huishouden. Het college heeft ter zitting van de Afdeling toegelicht dat indien de bewoners aangeven dat zij familie van elkaar zijn, het college aanneemt dat de bewoners samen één huishouden vormen. Naar het oordeel van de Afdeling heeft het college zich op het standpunt kunnen stellen dat seizoenarbeiders die met elkaar in een zomerhuis verblijven en geen affectieve of familiaire band met elkaar hebben, alsmede op hun hoofdverblijf niet samenwonen, niet als één huishouden kunnen worden gekenmerkt wegens het ontbreken van de verbondenheid en continuïteit, als bedoeld in de omschrijving van het college. Voorts heeft het college zich op het standpunt kunnen stellen dat vriendengroepen in de regel ook niet aan die criteria voldoen.’

  • 8.

    Inwoning

    Het niet zelfstandig inwonen in een woning. De hospitant van de woning is de hoofdbewoner. Hierbij is er sprake van gezamenlijk gebruik van minimaal twee of meer gemeenschappelijke voorzieningen (gebruik keuken, toilet en/of badkamer). Daarnaast maken zowel de hospitant als de inwoner gebruik van dezelfde toegang van de woning. Bewoning van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk is niet toegestaan.

  • 9.

    Kamerverhuurpand/Kamerverhuurwoning

    Een gebouw of een deel van een gebouw met twee of meer kamerverhuureenheden, niet vallend onder het begrip logiesgebouw en/of logiesverblijf als bedoeld in het Bouwbesluit, dat als hoofdverblijf apart bewoond kan worden anders dan door één huishouden. Hierbij is er sprake van gezamenlijk gebruik van minimaal twee of meer gemeenschappelijke voorzieningen (gebruik keuken, toilet en/of badkamer). Anders dan bij inwoning is de eigenaar van de woning zelf niet woonachtig in de woning.

  • 10.

    Woning

    Een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting in een zelfstandige woning van maximaal 1 huishouden.

  • 11.

    Zelfstandige woning

    Een woning met eigen toegang, eigen keuken en eigen toilet en/of badkamer.

B. BESTAANDE REGELS VOOR DE HUISVESTING VAN MEER DAN ÉÉN HUISHOUDEN IN EEN WONING

In de standaardregels voor bestemmingsplannen van de gemeente Veenendaal is een gebruiksverbod opgenomen voor het bewonen van woningen door meer dan één huishouden.

Het gebruiksverbod is als volgt opgenomen: “Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor: het bewonen van een woning door meer dan 1 zelfstandig huishouden waaronder kamerbewoning”.

Naast het gebruiksverbod bevatten de standaardregels voor bestemmingsplannen een afwijkingsmogelijkheid van het gebruiksverbod. Deze luidt: “Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken voor het bewonen van een woning door meerdere huishoudens ten behoeve van kamerbewoning, onder de voorwaarde dat wordt voldaan aan het beleid voor kamerverhuur zoals geldt voor het gebied ten tijde van de indiening van de aanvraag.”

Het beleid uit 2013 kan niet meer toegepast worden omdat dit beleid zich baseert op de huisvestingsverordening van de gemeente Veenendaal (opgesteld in WERV verband). Deze huisvestingsverordening is niet meer van toepassing. Op 17 september 2020 is de nieuwe huisvestingsverordening vastgesteld. Op 1 oktober 2020 is deze in werking getreden. Daarmee is er op dit moment geen beleid waaraan een afwijking voor het bewonen van een woning door meer huishoudens getoetst kan worden.

C. NIEUWE REGELS VOOR DE HUISVESTING VAN MEER DAN ÉÉN HUISHOUDEN IN EEN WONING

Huisvesting van meer dan één huishouden in een woning op basis van inwoning

(hierna te noemen: inwoning)

Regels:

  • -

    de hospitant is zelf woonachtig in de woning waar de inwoning plaatsvindt;

  • -

    de woning is geen huurwoning;

  • -

    bewoning van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk is niet toegestaan;

  • -

    minimaal 50% van de woonruimte, niet meegerekend gedeelde voorzieningen, wordt exclusief door de hospitant zelf gebruikt,

  • -

    per woning mogen maximaal 2 kamers verhuurd worden op basis van inwoning;

  • -

    per woning mogen maximaal 2 personen worden gehuisvest op basis van inwoning,

  • -

    minimaal twee of meer gemeenschappelijke voorzieningen worden gedeeld;

  • -

    de hospitant alsook de inwoner maakt gebruik van dezelfde toegang van de woning, er is geen separate ingang

  • -

    de inwoningsituatie voldoet aan de brand- en bouwtechnische eisen conform het Bouwbesluit 2012 of diens rechtsopvolger;

  • -

    de huisvesting mag enkel plaatsvinden in het hoofdgebouw; wonen in een bijbehorend bouwwerk is niet toegestaan.

Huisvesting van meer dan één huishouden in een woning op basis van kamerverhuurpand

(hierna te noemen: kamerverhuurwoning)

Regels:

  • -

    de realisatie van een kamerverhuurwoning mag nooit leiden tot het insluiten van een woning met twee kamerverhuurwoningen;

  • -

    de realisatie van een kamerverhuurwoning mag nooit direct grenzen aan een andere kamerverhuurwoning;

  • -

    kamerverhuurwoningen mogen niet gerealiseerd worden in woningen met een gedeelde hoofdingang;

  • -

    per kamerverhuurwoning mogen maximaal 3 kamers verhuurd worden;

  • -

    per kamerverhuurwoning mogen maximaal 3 personen gehuisvest worden;

  • -

    per persoon is ten minste 12 m2 ongedeelde gebruiksoppervlakte (GBO) aanwezig;

  • -

    de huisvesting mag enkel plaatsvinden in het hoofdgebouw, wonen in een bijbehorend bouwwerk is niet toegestaan;

  • -

    een kamerverhuurwoning voldoet aan de brand- en bouwtechnische eisen conform van het Bouwbesluit 2012 of diens rechtsopvolger;

  • -

    kamerverhuurwoningen in het buitengebied of op bedrijventerreinen zijn niet toegestaan, hierbij worden het buitengebied en de bedrijventerreinen gehanteerd zoals verderop in dit document is aangeven in figuur 1 “Verdeling buitengebied/bedrijventerrein/woonwijken Veenendaal”;

  • -

    per kamerverhuurwoning wordt een huishoudelijk reglement opgesteld met daarin sowieso opgenomen op welke wijze wordt omgegaan met:

    • a.

      parkeren;

    • b.

      geluidsoverlast;

    • c.

      onderhoud en/of het veroorzaken van zwerfafval;

    • d.

      overmatig alcohol- en/of drugsgebruik.

  • Dit huishoudelijk reglement geldt voor huurders, gebruikers en/of hun bezoekers.

  • -

    per kamerverhuurwoning wordt een beheerder aangesteld, deze beheerder zal 24/7 bereikbaar moeten zijn voor de bewoners maar ook voor de omwonenden van de kamerverhuurwoning.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1, Verdeling buitengebied/bedrijventerrein/woonwijken Veenendaal

D. REGELS VOOR KAMERVERHUURPAND ANDERS DAN IN EEN WONING

In de aanleiding wordt al aangegeven dat er groeiende vraag is naar woonruimte in de vorm van kamerbewoning. Hierbij wordt aangegeven dat een groot deel van de vraag bestaat uit de huisvesting van arbeidsmigranten. Soms zijn voormalige bedrijfspanden ideaal voor het omzetten naar een kamerverhuurpand. Omdat het hier niet gaat om woningen zijn er speciale regels van toepassing. Deze vorm van kamerverhuur wordt vanaf hier kamerverhuurpand genoemd.

Regels:

  • -

    kamerverhuurpanden zijn enkel toegestaan op bedrijventerreinen, zie figuur 1;

  • -

    er zijn maximaal 3 initiatieven toegestaan voor kamerverhuurpanden;

  • -

    een kamerverhuurpand betreft een zelfstandig functionerend gebouw;

  • -

    in totaal mogen maximaal 600 kamers verdeeld worden over de 3 initiatieven met een maximum van 1 initiatief per bedrijventerrein waarbij de bedrijventerreinen zijn opgesplitst in: Het Ambacht, De Batterijen, De Compagnie, De Compagnie-Oost, De Faktorij, Nijverkamp en De Vendel;

  • -

    per initiatief moeten minimaal 50 kamers en mogen maximaal 250 kamers verhuurd worden, waarbij het totaal van 600 kamers (verdeeld over 3 initiatieven) niet mag worden overschreden;

  • -

    huisvesting van kamerverhuurpanden moeten minimaal voldoen aan het keurmerk SNF (Stichting Normering Flexwonen);

  • -

    huisvesting van kamerverhuurpanden moet, indien het gaat om de huisvesting van werknemers, een aantoonbare bijdrage leveren aan de behoefte aan huisvesting voor werknemers waarvan de meerderheid in de gemeente Veenendaal werkzaam is;

  • -

    het kamerverhuurpand voldoet aan de brand- en bouwtechnische eisen conform hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit 2012 of diens rechtsopvolger;

  • -

    omliggende functies mogen niet in uitbreidingsmogelijkheden worden beperkt;

  • -

    kamerverhuurpanden zijn qua aard en inrichting niet geschikt voor kinderen of gezinnen. Het is dan ook niet toegestaan gezinnen/huishoudens met kinderen op dergelijke locaties te huisvesten;

  • -

    een aanvraag voor kamerverhuurpanden moet voldoen aan de parkeernorm conform het meest recente parkeerbeleid van de gemeente Veenendaal;

  • -

    per kamerverhuurpand wordt een huishoudelijk reglement opgesteld met daarin sowieso opgenomen op welke wijze wordt omgegaan met:

    • a.

      parkeren;

    • b.

      geluidsoverlast;

    • c.

      onderhoud en/of het veroorzaken van zwerfafval;

    • d.

      overmatig alcohol- en/of drugsgebruik.

  • Dit huishoudelijk reglement geldt voor huurders, gebruikers en/of hun bezoekers;

  • -

    per kamerverhuurpand wordt een beheerder aangesteld, deze beheerder zal 24/7 bereikbaar moeten zijn voor zowel de bewoners als voor de omwonenden van het kamerverhuurpand.

E. ALGEMENE VERPLICHTING IN DE VERGUNNING

Registratie van de huurders is noodzakelijk om de gemeentelijke belastingen te kunnen innen en om te weten wie zich waar zou kunnen bevinden als er een calamiteit is of het gebied geëvacueerd moet worden. In de voorwaarden van de omgevingsvergunning zal als voorwaarde worden opgenomen dat de registratie van huurders verplicht is.

Op basis van artikel 2.19 lid 1 van de Wet basisregistratie personen dienen personen die langer dan 4 maanden in Nederland verblijven ingeschreven te worden in de BRP. Voor wie korter in Nederland verblijft, is er de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Arbeidsmigranten die in ons land aankomen, registreren zich daar, en krijgen dan een Burgerservicenummer, wat nodig is om in Nederland te kunnen werken en loon te kunnen ontvangen.

Registratie van de huurders die niet ingeschreven staan in het BRP gebeurt via een nachtregister dat ter plaatse aanwezig is. In dit nachtregister moet ten minste worden geregistreerd: personalia, contactgegevens, datum aanvang huisvesting, datum beëindiging huisvesting. Registratie geschiedt conform artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister van de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). Voor het exploiteren van een verblijf met overnachting binnen de gemeente wordt voor personen die niet staan ingeschreven in de basisregistratie personen (BRP) van de gemeente Veenendaal een aanslag toeristenbelasting opgelegd. Het gaat om een verblijf waar een vergoeding tegenover staat, in welke vorm dan ook. Deze belasting wordt geheven bij degene die de gelegenheid tot verblijf biedt. Deze kan de belasting verhalen op degene voor wie de belasting wordt opgelegd. Ook voor niet-recreatieve overnachtingen kan een aanslag toeristenbelasting worden opgelegd.

Bibob-toets

Omgevingsvergunningen voor kamerverhuurwoningen en kamerverhuurpanden worden altijd getoetst aan de Wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur (bibob) conform het vigerende Bibob-beleid.

Parkeren

Kamerverhuur is enkel mogelijk indien kan worden voldaan aan het geldend parkeerbeleid. Elke aanvraag zal worden getoetst aan het parkeerbeleid dat geldt op het moment van indiening van de aanvraag.

3. INVOERING BELEIDSREGELS

A. BELEIDSREGELS EN HUISVESTINGSVERORDENING

Invoering

Dit beleid krijgt rechtskracht als het college deze notitie vaststelt en publiceert. De dag na publicatie van het beleid treedt het beleid in werking. Met deze beleidsregels wordt een nadere invulling gegeven aan datgene wat door de raad in de huisvestingsverordening aan regels is opgenomen. Daarnaast komt het beleid “Beleid en regels voor kamerverhuur, woningsplitsing, samenvoeging en onttrekking van woonruimten” van 25 april 2013 te vervallen. Deze beleidsregels komen hiervoor in de plaats.

Dit beleid leidt tot gewijzigde voorwaarden ten opzichte van het beleid van 25 april 2013. De locaties die conform dit beleid uit 2013 zijn vergund, vallen onder het overgangsrecht. Dit geldt ook voor diegene die aantoonbaar kunnen maken dat zij een woning op legale wijze als kamers hebben verhuurd. Op 23 februari 2022 heeft in de Rijnpost een artikel gestaan over het conceptbeleid en de daarbij behorende inzagetermijn. Van 24 februari 2022 tot en met 6 april 2022 heeft het conceptbeleid ter inzage gelegen. Tijdens deze periode is geïnventariseerd welke situaties onder het overgangsrecht vallen. Onder 3.G zijn de locaties die vallen onder het overgangsrecht weergegeven.

Voor alle nieuwe aanvragen moet aan voorliggend beleid getoetst worden.

B. VERGUNNINGVEREISTEN

Voor de afwijking van de huisvesting van meer dan één huishouden in een woning moet een omgevingsvergunning aangevraagd worden conform artikel 2.12 lid 1 sub a onder 1° van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht). Deze procedure is ook bekend onder de noemer binnenplanse afwijkingsmogelijkheid.

Voor de afwijking ten behoeve van kamerverhuurpanden moet een omgevingsvergunning conform artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2° Wabo worden aangevraagd. Deze procedure is ook bekend onder de noemer buitenplanse afwijkingsmogelijkheid of kruimelgevallenregeling. Het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor de gewenste locatie behoort ook tot de mogelijkheden.

Indien gedurende de beleidsperiode het vergunningstelsel wijzigt dan geldende gewijzigde regels.

C. INTREKKINGSGRONDEN

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Veenendaal zijn bevoegd een omgevingsvergunning voor de huisvesting van meer dan één huishouden in een woning in te trekken indien een vergunninghouder de aan het besluit verbonden voorwaarden en/of voorschriften niet nakomt. Ook kan worden overgegaan tot intrekken van de omgevingsvergunning indien voor het college vaststaat dat het redelijkerwijs kan aannemen dat handhaving van het besluit zal leiden tot verstoring van de openbare orde, veiligheid of gezondheid. Daarnaast kan een verstoring van een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van de woning waarop de afwijking toeziet ook leiden tot intrekking van de vergunning.

Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal trekt een vergunning niet in zonder de vergunninghouder in de gelegenheid te stellen om maatregelen te treffen.

D. DEKKING MIDDELS LEGES

De kosten voor een aanvraag om omgevingsvergunning voor de realisatie van kamerverhuur op basis van voorgaande regels worden gedekt door de leges.

E. AFWIJKEN VAN BELEIDSREGELS

Deze beleidsregels zijn in beginsel bindend voor het bestuur. Artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat het college van burgemeester en wethouders handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Afwijken van de beleidsregel is doorgaans alleen aanvaardbaar als de belangen van de aanvrager of belanghebbenden wegens bijzondere omstandigheden onevenredig worden geschaad of andere zwaarwegende belangen in het geding zijn. Dit moet echter te allen tijde gemotiveerd worden.

F. TOEZICHT EN HANDHAVING

Wanneer gebouwen, bevattende woonruimte, zonder geldige vergunning worden gebruikt kamerbewoning of gebruikt worden in strijd met de vergunningsvoorwaarden, kan de gemeente handhavend optreden. De gemeente kan een last onder dwangsom of bestuursdwang opleggen, de vergunning intrekken en indien noodzakelijke een bestuurlijke boete opleggen. Voorafgaand aan een dergelijke maatregel wordt de eigenaar op de hoogte gesteld van de strijdige situatie.

Wanneer woonruimten op grond van de planologische regelgeving zonder de benodigde vergunning worden gebruikt voor kamerbewoning is er sprake van een illegale situatie. Het komt voor rekening en risico van de eigenaar van de woonruimte dat niet eerder een vergunning is aangevraagd. Wanneer dan ook ter legalisering alsnog een vergunning wordt aangevraagd, dan wordt die aanvraag getoetst aan de regels en voorwaarden die gelden op het moment van de aanvraag. Dit kan - als de aanvraag wordt afgewezen - betekenen dat situaties die mogelijk al jarenlang illegaal aanwezig zijn, alsnog moeten worden beëindigd.

G. OVERGANGSRECHT

Naar aanleiding van de inzageperiode en inventarisatie aan de hand van reeds bekende verhuursituaties is een overzicht gemaakt van locaties die vallen onder het overgangsrecht. Voor alle overgangsrecht situaties geldt dat het aantal kamers dat valt onder het overgangsrecht het aantal is dat in de laatste legale situatie aanwezig was en waarvan de verhuur niet langer dan 1 jaar onderbroken is geweest. Voor deze kamers hoeft geen nieuwe vergunning aan te vragen. Wijzigingen in vormen van verhuur of het toevoegen van extra kamers is niet zondermeer toegestaan. Hiervoor dient een separate afweging gemaakt te worden. Mocht een kamer gedurende 1 jaar niet verhuurd zijn dan valt deze niet meer onder het overgangsrecht. Wanneer na 1 jaar opnieuw kamers verhuurd worden, dient een vergunning aangevraagd te worden en zal de aanvraag getoetst worden aan voorliggend beleid.

Adressen:

Beatrixstraat 67-4 // 6

De Smalle Zijde 31 // 7 kamers

Hollandia 18 // 4 kamers

Jan Steenlaan 29-1 // 2 kamers

Jan Steenlaan 29-2 // 2 kamers

Jan Steenlaan 73a // 2 kamers

Kerkewijk 48 // 5 kamers

Klaas Katerstraat 3A // 6 kamers

1e Melmseweg 10 // 18 kamers

Mulderslaan 54 // 8 kamers

Nieuweweg 140 -142 // 9 kamers

Parallelweg 7 // 5 kamers

Parallelweg 30a // 5 kamer

Prins Bernhardlaan 20 // 9 kamers

Prins Bernhardlaan 62A // 3 kamers

Prins Bernhardlaan 64 // 5 kamers

Prins Bernhardlaan 68A // 4 kamers

Schrijverspark 67 // 5 kamers 

Stationssingel 2 // 6 kamers

Stationssingel 4 // 5 kamers

Stationsstraat 16 // 6 kamers

Tweespan 16 // 4 kamers

Valleistraat 69 // 8 kamers

Zandstraat 56a // 5 kamers 

Zandstraat 105 op verdieping // 4 kamers   

H. PUBLICATIE

Alle verleende vergunningen worden gepubliceerd op www.overheid.nl. Via de website van de gemeente Veenendaal zijn de vergunningen beschikbaar.

I. CITEERTITEL

Deze beleidsregels kunnen vanaf inwerkingtreding worden aangehaald als “Beleidsregels voor kamerverhuur”.

J. INWERKINGTREDING

De “Beleidsregels voor kamerverhuur” worden gepubliceerd op donderdag 6 oktober 2022 en treden in werking met ingang van vrijdag 7 oktober 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouder van Veenendaal op 27 september 2022.

Mevrouw drs. S.M. Deelstra

Gemeentesecretaris

De heer K.J.G Kats

Burgemeester