Verordening financiële en materiele gelijkstelling onderwijs gemeente Delft 2022

Geldend van 06-10-2022 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 15-08-2022

Intitulé

Verordening financiële en materiele gelijkstelling onderwijs gemeente Delft 2022

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    Aanvullende voorziening: een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld en die kan bestaan uit subsidieverlening of feitelijke beschikbaarstelling;

  • -

    ASV: algemene subsidieverordening gemeente Delft;

  • -

    Basisschool: een school waar basisonderwijs wordt gegeven, niet zijnde een speciale school voor basisonderwijs;

  • -

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft;

  • -

    Feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het college waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

  • -

    Schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voor zover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;

  • -

    School voor speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

  • -

    School voor voortgezet onderwijs: een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • -

    School voor voortgezet speciaal onderwijs: een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

  • -

    Speciale school voor basisonderwijs: een school waar basisonderwijs wordt gegeven aan kinderen voor wie vaststaat dat overwegend een zodanige orthopedagogische en orthodidactische benadering aangewezen is, dat zij althans gedurende enige tijd op een speciale school voor basisonderwijs moeten worden opgevangen;

  • -

    Voorziening: een voorziening zoals bedoeld in deze verordening en die kan bestaan uit subsidieverlening of feitelijke beschikbaarstelling.

Artikel 1.2 Reikwijdte

Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van voorzieningen en aanvullende voorzieningen aan schoolbesturen.

Artikel 1.3 Toepassing Algemene subsidieverordening

  • 1. De ASV is van toepassing op deze verordening voor zover het betreft een voorziening of aanvullende voorziening in de vorm van subsidie.

  • 2. Het college is bevoegd in de regeling van een voorziening of aanvullende voorziening af te wijken van de ASV en van deze verordening, als daaraan vasthouden voor de aanvraag of verstrekking van een voorziening gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 1.4 Subsidieplafond, verdelingsregels en begrotingsvoorbehoud

  • 1. Het college kan voor een voorziening of aanvullende voorziening een subsidieplafond vaststellen en bepalen hoe het beschikbare geld wordt verdeeld.

  • 2. Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

  • 3. Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, wordt zij verleend onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat voldoende gelden door de raad beschikbaar worden gesteld.

  • 4. De gemeenteraad kan jaarlijks bepalen dat op een of meerdere voorzieningen indexering wordt toegepast en bepaalt daarbij het percentage.

Artikel 1.5 Voorschotten

  • 1. Een voorschot op de subsidie bedraagt ten hoogste 100% van het verleende subsidiebedrag.

  • 2. Voorschotten voor activiteiten waarvoor een subsidie van € 100.000,- of meer wordt verleend, worden per kwartaal betaald.

  • 3. Voor subsidies onder de € 100.000,- wordt in de verleningsbeschikking bepaald in welke termijnen het voorschot wordt betaald.

Artikel 1.6 Aanvullende voorziening

  • 1. Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een aanvullende voorziening.

  • 2. Het college stelt de toekenningscriteria vast waaraan een schoolbestuur moet voldoen om in aanmerking te komen voor een aanvullende voorziening.

  • 3. Na bekrachtiging van de aanvullende voorziening door de gemeenteraad of na verloop van een periode van 12 weken na vaststelling van de aanvullende voorziening door het college, wordt de aanvullende voorziening van rechtswege omgezet in een voorziening onder deze verordening.

Hoofdstuk 2 Feitelijke beschikbaarstelling

Artikel 2.1 Inhoud en procedure

  • 1. Het schoolbestuur dat een voorziening in natura aanvraagt, dient de aanvraag daartoe in voor de in de betreffende voorziening bepaalde datum. Een uiterste indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven.

  • 2. De aanvraag vermeldt:

    • a.

      naam en adres van het schoolbestuur;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de gewenste voorziening;

    • d.

      de naam van de school en de onderwijssoort; en

    • e.

      een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.

  • 3. In de voorziening kunnen aanvullende eisen worden gesteld.

Artikel 2.2 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag binnen acht weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

  • 2. Het college kan de termijn van acht weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van acht weken hiervan door het college schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geeft het college de reden voor de verlenging aan.

Artikel 2.3 Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde op grond van deze verordening.

Artikel 3.2 Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 3.3 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1. De verordening kan worden aangehaald als: Verordening financiële en materiele gelijkstelling onderwijs gemeente Delft 2022.

  • 2. De verordening treedt de dag na bekendmaking in werking en werkt terug tot en met 15 augustus 2022, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening financiële en materiele gelijkstelling onderwijs gemeente Delft 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 september 2022.

,burgemeester.

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

,plv.griffier.

A.I. de Boer

Bijlagen:

Voorziening 1 In stand houden nevenvestiging (voortgezet) speciaal onderwijs

I Aanduiding van de voorziening

De voorziening betreft een financiële bijdrage aan schoolbesturen voor het in stand

kunnen houden van een nevenvestiging voor (voortgezet) speciaal onderwijsinstelling in Delft, waarbij een zelfstandige nevenvestiging niet (volledig) kan worden gefinancierd met de beschikbaar gestelde middelen vanuit het Rijk, onder voorwaarde dat de hoofdvestiging buiten de gemeente Delft gevestigd is.

II Indieningsdatum

Jaarlijks, voor 1 oktober.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

Per kalenderjaar

IV Doelgroep en toekenningscriteria

IVa Schoolsoort

Scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

De voorziening kan uitsluitend worden aangevraagd door schoolbesturen waarvan een nevenvestiging in Delft en de hoofdvestiging in een andere gemeente staat voor de kosten van die nevenvestiging.

IVb Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening:

  • 1.

    De betreffende nevenvestiging fungeert als een zelfstandige eenheid waar onderwijs wordt gegeven aan de groepen 1 tot en met 8 in SO en/of aan leerlingen tussen 12 en 20 jaar in VSO;

  • 2.

    Er moet sprake zijn van een nevenvestiging die –zonder onderhavige voorziening - financieel niet in stand kan worden gehouden met de Rijksmiddelen die beschikbaar zijn; en

  • 3.

    Het aantal leerlingen van de nevenvestiging bedraagt 50 of meer.

V Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Het bedrag van de subsidieverlening is gelijk aan het vaste bedrag per school voor een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs, die een schoolbestuur per hoofdvestiging van het Rijk ontvangt. Dit bedrag bestaat tot en met 2022 uit de posten: Directietoeslag, Personele Bekostiging (PB) en Materiele bekostiging(MI).

  • 2.

    Bij de aanvraag van de voorziening dient de begroting van de nevenvestiging te worden aangeleverd, inclusief een onderbouwde specificatie van de hoogte en besteding van het vaste bedrag dat de hoofdvestiging ontvangt vanuit het Rijk.

  • 3.

    De subsidie kan worden aangewend voor de kosten van instandhouding van de nevenvestiging voor zover doelmatig en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie.

  • 4.

    Wanneer de ingediende gegevens daartoe aanleiding geven, kan de subsidie lager vastgesteld worden en kan een uitbetaald voorschot worden teruggevorderd.

Voorziening 2 Subsidie vakleerkracht bewegingsonderwijs

I Aanduiding van de voorziening

De voorziening betreft een tegemoetkoming in de kosten voor het aanstellen van een bevoegde vakleerkracht ten behoeve van het bewegingsonderwijs.

De gemeente Delft vindt het bewegingsonderwijs in het primair onderwijs belangrijk. Het doel van deze voorziening is dat op de scholen voor primair onderwijs aan de leerlingen vanaf groep 3 minimaal 90 minuten (1,5 klokuur) per week bewegingsonderwijs wordt gegeven door een bevoegde vakleerkracht bewegingsonderwijs.

II Indieningsdatum

Jaarlijks, voor 1 oktober.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

Per kalenderjaar.

IV Doelgroep en toekenningscriteria

IVa Schoolsoort

Basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs.

IVb Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening:

De school dient aan de volgende voorwaarden te voldoen:

  • 1.

    Het bewegingsonderwijs maakt deel uit van een breed pakket aan bewegingsactiviteiten;

  • 2.

    De school biedt ten minste twee lesuren x 45 minuten=1,5 klokuur per week bewegingsonderwijs aan voor leerlingen van groep 3 tot en met groep 8;

  • 3.

    Het bewegingsonderwijs wordt door een bevoegde vakleerkracht bewegingsonderwijs gegeven; en

  • 4.

    De school werkt mee aan stages bewegingsonderwijs.

V Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie van een school voor basisonderwijs wordt berekend op basis van het aantal groepen leerlingen van groep 3 tot en met groep 8 vermenigvuldigd met 1,5 klokuur. Het tarief van een klokuur is op 1 januari 2023 vastgesteld op € 775,=.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie voor een speciale school voor basisonderwijs wordt op basis van het aantal groepen leerlingen van groep 3 tot en met groep 8 vermenigvuldigd met 2,25 klokuur. Het tarief van een klokuur is op 1 januari 2023 vastgesteld op € 775,=.

  • 3.

    Het college stelt jaarlijks voor 1 juli het aantal groepen bewegingsonderwijs vast, waarvoor een school in het daaropvolgende kalenderjaar voor subsidie in aanmerking kan komen.

  • 4.

    Grondslag voor de berekening van het aantal groepen is het aantal leerlingen van groep 3 tot en met groep 8 dat op 1 februari van het lopende kalenderjaar ingeschreven staan op de school. Voor de berekening van één groep wordt uitgegaan van een gemiddelde groepsgrootte van 25 leerlingen.

Voorziening 3 Prestatiesubsidie schoolwerkweken

I Aanduiding van de voorziening

De voorziening betreft een bijdrage in de kosten van schoolwerkweken voor scholen voor speciaal onderwijs en speciale scholen voor basisonderwijs in Delft.

II Indieningsdatum

Jaarlijks, voor 1 oktober.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

Per kalenderjaar.

IV Doelgroep en toekenningscriteria

IVa Schoolsoort

Scholen voor speciaal onderwijs en speciale scholen voor basisonderwijs

IVb Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening:

De schoolwerkweek heeft een duur van ten minste drie dagen.

V Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt € 18,09 per leerling die aan een schoolwerkweek deelneemt.

Voorziening 4 Onderwijsachterstandenbeleid

I Aanduiding van de voorziening

De voorziening betreft activiteiten die gericht zijn op het voorkomen dan wel terugdringen van onderwijsachterstanden bij Delftse basisschoolleerlingen.

II Indieningsdatum

Jaarlijks, voor 1 oktober.

III Tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend

Per kalenderjaar.

IV Doelgroep en toekenningscriteria

IVa Schoolsoort

Basisscholen die drie achtereenvolgende jaren een achterstandsscore van minimaal 100 hebben, volgens de door het CBS ontwikkelde onderwijsachterstandenindicator en op grond daarvan worden aangemerkt als OAB-school.

IVb Criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening:

Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor activiteiten die gericht zijn op de ontwikkeling, coördinatie, uitvoering en/of kwaliteitsverbetering van activiteiten die aanvullend zijn op het aanbod vroegschoolse educatie in Delft, en die bijdragen aan het voorkomen dan wel terugdringen van onderwijsachterstanden bij Delftse basisschoolleerlingen en die bij aanvraag voldoen aan artikel V.

V Doorlopende verplichtingen

De school voldoet aan de voorwaarden en doorlopende verplichtingen die voortvloeien uit de uit de OAB-VVE samenwerkingsafspraken en het gemeentelijke beleid. Dit betreft in het bijzonder:

  • -

    De school voert een actief ouderbetrokkenheidsbeleid;

  • -

    De school maakt gebruik een systeem waarin de kindontwikkeling wordt gevolgd;

  • -

    Scholen registreren welke leerlingen een VVE-indicatie hebben bij het inschrijven van de leerling door dit aan ouders te vragen;

  • -

    Er vindt een warme overdracht plaats van VVE-peuters naar een (OAB) school;

  • -

    De school vormt samen met een VVE-kinderopvang organisatie een cluster en gebruikt bij voorkeur hetzelfde VVE-programma;

  • -

    Er vindt jaarlijks minimaal één keer afstemming plaats over één of meerdere van de volgende onderwerpen:

    • doorstroom van doelgroepkinderen van voor- naar een vroegschool;

      Als doelgroepkinderen deelnemen aan VVE op een voorschool is het belangrijk dat ze zoveel mogelijk doorstromen naar een school met VVE-aanbod;

    • Afstemming van het pedagogisch klimaat en het educatief handelen tussen de voor- en de vroegschool;

    • Afstemming over de wijze waarop de ouderparticipatie wordt gestimuleerd op de voor- en vroegschool; en

    • Afstemming van de wijze waarop de zorg en de begeleiding zijn ingericht op de voor- en de vroegschool; en

  • -

    De school rapporteert jaarlijks aan de gemeente:

    • Hoeveel VVE-geïndiceerde kleuters een groei hebben doorgemaakt die gelijk is aan de leeftijdsgroei;

    • Hoeveel VVE-geïndiceerde kleuters een groei hebben doorgemaakt die groter is dan de leeftijdsgroei;

    • Hoeveel VVE-geïndiceerde kleuters een groei hebben doorgemaakt die kleiner is dan de leeftijdsgroei; en

    • Hoeveel VVE-geïndiceerde kleuters met een achterstand op mondelinge taal naar groep 3 van het basisonderwijs gaan.

VI Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt voor iedere OAB-school:

    • a.

      Jaarlijks een basisbedrag ad € 20.000,--.

    • b.

      Voor het kalenderjaar 2023 eenmalig een extra bedrag van € 28.000,--.

  • 2.

    Daarnaast wordt per schoolbestuur voor de basisschool met de hoogste achterstandsscore, berekend op grond van de door het CBS ontwikkelde onderwijsachterstandenindicator:

    • a.

      Jaarlijks een toeslag per kleutergroep verstrekt van € 21.000,-- per jaar, ten behoeve van extra personele inzet; en

    • b.

      Voor het kalenderjaar 2023 eenmalig een extra toeslag van:

      • o

        € 12.250,-- voor de groepen 1 en 2;

      • o

        € 24.500,-- voor de groepen 3.

Voorziening 5 Subsidie loopbaanoriëntatie en begeleiding

I Aanduiding van de voorziening

Loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) voor VMBO-scholen basisberoepsgerichte leerweg (BB) en kaderberoepsgerichte leerweg (KB) Delft.

II Indieningsdatum

Jaarlijks voor 1 oktober.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

Per kalenderjaar.

IV Toekenningscriteria

IVa Schoolsoort

Scholen voor voortgezet onderwijs van het type voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs

IVb Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een vmbo in aanmerking komt voor een voorziening:

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor LOB ten behoeve van leerlingen die de basisberoepsgerichte leerweg (BB) of kaderberoepsgerichte leerweg (KB) volgen;

  • 2.

    Scholen mogen samenwerken bij het verzorgen van LOB;

  • 3.

    Indien in samenwerking LOB activiteiten worden georganiseerd treedt één schoolbestuur voor VMBO op als penvoerder voor deze voorziening.

V Hoogte van de subsidie

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de redelijke kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten.

VI Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond bedraagt € 60.000 per kalenderjaar.

  • 2.

    Indien de aangevraagde subsidie het subsidieplafond overstijgt wordt het beschikbaar bedrag verdeeld op basis van het aantal leerlingen VMBO basisberoepsgerichte leerweg (BB) en kaderberoepsgerichte leerweg kader (KB) op 1 februari van het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd. Per VMBO-locatie is dan maximaal beschikbaar: € 60.000 gedeeld door het totaal aantal leerlingen in BB en KB x het aantal leerlingen per vmbo KB of BB locatie.

  • 3.

    Het college kan het subsidieplafond wijzigen.

Voorziening 6 Voorzieningen in natura

De volgende voorzieningen worden 'in natura' beschikbaar gesteld:

1. Natuur- en milieueducatie

In aansluiting op de kerndoelen voor milieu- en natuuronderwijs (NME) kunnen de leerlingen van een basisschool, een speciale school voor basisonderwijs en een school voor speciaal onderwijs kennismaken met verschillende natuur- en milieuthema’s (duurzaamheid). De NME wordt in opdracht van de gemeente uitgevoerd door duurzaamheidscentrum de Papaver.

Voorwaarden:

  • De school verleent op verzoek van de gemeente medewerking aan rapportages en evaluaties;

  • Voor sommige producten geldt een maximum. Toewijzing is dan op volgorde van inschrijving, waar dit van toepassing is wordt dit gecommuniceerd via de website van Papaver;

  • Voor sommige producten geldt een eigen bijdrage. Waar dit van toepassing is wordt dit gecommuniceerd via de website van Papaver.

2. Schoolzwemmen

Doel van schoolzwemmen is naast het beweegaspect ook het bevorderen van veiligheid.

Schoolzwemmen inclusief noodzakelijk busvervoer geldt voor locaties van Onderwijsachterstanden scholen (OAB)-scholen basisonderwijs, de scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs voor zover niet wordt beschikt over een eigen zwembad.

De voorziening omvat:

  • Deelname van leerlingen in groep 4 van het basisonderwijs aan schoolzwemmen;

  • Deelname van leerlingen in groep 5 of hoger ten behoeve van het behalen van het zwemdiploma A;

  • Deelname van leerlingen in het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs vanaf 6 jaar; en

  • Het schoolzwemmen wordt aangeboden gedurende maximaal 40 weken per jaar x maximaal 45 minuten, of maximaal 20 weken x maximaal 60 minuten.

Eigen bijdrage

Op deze voorziening is een eigen bijdrage van toepassing ter hoogte van de rijksbijdrage die de speciaal basisonderwijs school en speciaal onderwijsschool ontvangt voor schoolzwemmen. Voor de locaties van de OAB-scholen in het regulier basisonderwijs is deze rijksbijdrage niet van toepassing. Deze eigen bijdrage wordt jaarlijks door de gemeente gefactureerd omstreeks de maand september.

In principe wordt naar het zwembad gelopen. Busvervoer wordt aangeboden als de afstand tussen school en zwembad (volgens een verkeersveilige route) groter is dan 1,5 kilometer.

De scholen werken mee aan het tijdig verstrekken van de gevraagde gegevens voor de organisatie van een volgend schooljaar en aan de jaarlijkse evaluatie van de werking van het protocol schoolzwemmen.

3. Logopedie, ziekteverzuimonderzoeken en zorgstructuur

De centrale doelstelling van de schoollogopedie is het vroegtijdig signaleren van problemen bij kinderen van 5 jaar op het gebied van spraak, taal, stem en gehoor. Concreet gaat het hier om het screenen van alle 5-jarigen (groep 2).

Ziekteverzuimonderzoek wordt, op verzoek van de school of leerplicht, uitgevoerd bij leerlingen die veel verzuimen wegens zorgwekkend of opvallend frequent ziekteverzuim. Hierdoor kunnen leerachterstanden ontstaan, worden ontwikkelingsmogelijkheden van leerlingen beperkt en kan verzuim zelfs leiden tot schooluitval. Nader onderzoek is nodig om de reden van het verzuim te achterhalen. Ouders worden hierbij betrokken.

De gemeente Delft zet in het kader van passend onderwijs jeugdprofessionals in om de verbinding tussen de zorginfrastructuur in het onderwijs en de gemeentelijke zorgstructuur te borgen. De jeugdprofessionals zijn onderdeel van het jeugdteam dat werkt vanuit Delft Support en zij werken outreachend op de scholen.

4. Combinatiefunctionarissen

Combinatiefunctionarissen (voorheen buurtsportcoaches) ondersteunen sportverenigingen bij het aanbieden van meer beweeg/cultuur/leefstijlactiviteiten op scholen en maken daarover afspraken met de scholen. Zij stemmen met scholen af hoe zij voor-, tussentijds,- en naschools beweegaanbod kunnen (helpen) faciliteren. Hiervoor heeft de gemeente in totaal 2 fte combinatiefunctionarissen beschikbaar gesteld. Er wordt zoveel mogelijk voortgebouwd op de activiteiten van de combinatiefunctionarissen. Het formele werkgeverschap ligt voor het deel sport/bewegen/leefstijl bij Haaglanden Beweegt.

5. Schoolverkeersexamen

Scholen worden in staat gesteld met leerlingen van groep 7 van het basisonderwijs deel te nemen aan het schoolverkeersexamen. Dit onder de voorwaarde dat de school bij het praktisch gedeelte van het verkeersexamen de betrokken leerkracht inzet voor het tijdige vertrek en het goede verloop bij de startlocatie en daarnaast minimaal drie volwassen vrijwilligers aanlevert die de kinderen langs de route beoordelen.

6. Kunst en cultuureducatie

Kunst- en cultuureducatie is onderdeel van het lesprogramma van kinderen op de basisschool. Kinderen hebben gelijke kansen om zich cultureel en creatief te ontwikkelen. Op de basisschool maken kinderen in een doorgaande leerlijn vanaf de basisschool tot en met het voortgezet onderwijs kennis met de verschillende cultuurdisciplines en met cultureel erfgoed. Er is ruimte voor de ontwikkeling van creatieve vaardigheden en aandacht voor de cultuurhistorische context, via het Delftse cultureel erfgoed.

Voorwaarden:

De school verleent op verzoek van de gemeente medewerking aan rapportages en evaluaties.

Toelichting Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Delft 2022

Algemeen

Deze verordening is een instrument om een gericht aanvullend (financieel) beleid te voeren met betrekking tot personele en materiële voorzieningen voor zowel het openbaar als het bijzonder onderwijs. Gemeentelijke uitgaven komen zo alleen terecht bij scholen die daar, gezien de omstandigheden, ook daadwerkelijk behoefte aan hebben.

De verordening bepaalt welke voorzieningen ter beschikking worden gesteld en op welke gronden scholen hiervoor in aanmerking kunnen komen. De verordening borgt daarbij dat geen onderscheid wordt gemaakt tussen openbare en bijzondere scholen als wettelijk vereist ( artikel 140 WPO; artikel 134 WEC; artikel 96g WVO).

Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie

De aanleiding voor deze nieuwe FIMA is de vereenvoudiging bekostiging primair onderwijs per 2023. De rekensystematiek van sommige voorzieningen en de looptijd wijzigt hierdoor. Dit geeft ons de gelegenheid om ook technische wijzigingen in de FIMA door te voeren:

  • -

    voorzieningen die in de praktijk al niet meer werden verstrekt omdat de looptijd verlopen is zijn geschrapt;

  • -

    de voorzieningen zijn uniformer geformuleerd en zoveel mogelijk in lijn gebracht met de Algemene Subsidie Verordening;

  • -

    de voorziening onderwijsachterstandenbeleid voor scholen en de voorziening in stand houden nevenvestiging (voortgezet) speciaal onderwijs is onder de FIMA geplaatst.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1.1 Begripsbepaling

In dit artikel zijn een aantal definities opgenomen. Er is geen definitie opgenomen van subsidie. Wat onder een subsidie moet worden verstaan, is omschreven in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: wet). Kenmerken van een subsidie zijn dat er aanspraak is op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.

Artikel 1.6 Aanvullende voorziening

De meeste voorzieningen onder deze verordening zijn aangehecht als bijlage aan deze verordening. Een enkele voorziening wordt als aparte subsidieregeling vormgegeven maar heeft voor de scholen wel deze verordening als grondslag. Dat is de voorziening, in de vorm van een subsidie ook open staat voor instellingen die geen school zijn.

Voorziening 2 Subsidie vakleerkracht bewegingsonderwijs

Deze voorziening betreft een tegemoetkoming in de kosten voor het aanstellen van een vakleerkracht ten behoeve van het bewegingsonderwijs. De vereenvoudiging bekostiging primair onderwijs heeft een tweetal consequenties:

  • 1.

    De huidige berekeningssytematiek van gemiddelde personeelslast (GPL) is niet meer toepasbaar. Uitgangspunt voor de nieuwe berekeningswijze is het aantal groepen bewegingsonderwijs (groep 3-8) en het aantal klokuren bewegingsonderwijs. Dit is in lijn met de bepaling van de lokalen bewegingsonderwijs in de verordening onderwijshuisvesting. Bij het bepalen van het klokuurtarief is de gemeente uitgegaan van het principe dat de nieuwe bekostigingssystematiek kostenneutraal geschied. In de praktijk betekent dit een minimaal verschil bedrag per schoolbestuur en een andere verdeling van het totaalbedrag over de scholen binnen het betreffende bestuur.

  • 2.

    De looptijd wijzigt van schooljaar naar kalenderjaar vanaf 2023.

Voor schooljaar 2021/2022 hebben de scholen subsidie ontvangen t/m juli 2022. Er bestaat nog aanspraak op 5/12 deel van het subsidiebedrag voor 2022. De gemeente zorgt voor een juiste afhandeling hiervan met de scholen.

Voorziening 3 Prestatiesubsidie schoolwerkweken

Dit betreft een bijdrage in de kosten van schoolwerkweken voor scholen voor speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs in Delft. De aanvraagtermijn is hiervan gewijzigd naar vóór 1 oktober.

Voorziening 4 Onderwijsachterstandenbeleid

Het onderdeel subsidie aan OAB-scholen in de subsidieregeling onderwijsachterstandenbeleid en voorschoolse voorzieningen gemeente Delft wordt uit die subsidieregeling gehaald en onder de FIMA gebracht.

Voorziening 6 Voorzieningen in natura

Toelichting bij ziekteverzuimonderzoek: Scholen kunnen gebruik maken van ziekteverzuimonderzoeken bij zorgwekkend of opvallend frequent ziekteverzuim via de JGZ. Doel is het voorkomen van schooluitval en het bieden van passend onderwijs.

Toelichting bij combinatiefunctionarissen: Inzet van de combinatiefunctionarissen richt zich op sport/bewegen/leefstijl aanbod. Het aanbod op cultuur wordt op een andere wijze vormgegeven.