Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR681872
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR681872/1
Regeling vervallen per 04-04-2023
Besluit van de directeur DCMR, houdende ondermandaat inzake uitvoering van VTH-taken voor Wabo BRZO- en RIE4-bedrijven provincie Zeeland 2022
Geldend van 01-10-2022 t/m 03-04-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-05-2022
Intitulé
Besluit van de directeur DCMR, houdende ondermandaat inzake uitvoering van VTH-taken voor Wabo BRZO- en RIE4-bedrijven provincie Zeeland 2022Ondermandaatbesluit van de directeur DCMR inzake uitvoering van VTH-taken voor Wabo BRZO- en RIE4-bedrijven provincie Zeeland 2022.
De directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond,
- •
Gelet op het Besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 10 mei 2022, nummer 145703, tot wijziging van het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland voor de DCMR Milieudienst Rijnmond 2014, Provinciaal Blad nr. 5528 van 12 mei 2022;
- •
Gelet op afdeling 10 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4, zevende lid van de Instructie voor de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond 2019;
BESLUIT
Artikel 1: Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
College: het college van gedeputeerde staten;
Directeur DCMR: de directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond;
Provincie: de provincie Zeeland;
Ondermandaat: de bevoegdheid om in naam van het college van gedeputeerde staten besluiten, in de zin van artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht te nemen;
Ondermachtiging: de bevoegdheid om in naam van het college van gedeputeerde staten handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
Artikel 2: Ondermandaat
- 1.
Aan de leidinggevenden van de DCMR wordt ondermandaat verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende ondermandaatlijst.
- 2.
Het ondermandaat heeft uitsluitend betrekking op taken, genoemd in de ondermandaatlijst behorende bij dit besluit, op het gebied van het omgevingsrecht (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de in artikel 51 van deze wet genoemde weten, de Wet open overheid en de Algemene wet bestuursrecht) ten aanzien van de BRZO- en RIE4-inrichtingen binnen het geografisch gebied van de provincie Zeeland.
- 3.
De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, behelzen niet de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaarschriften, het intrekken van een vergunning dan wel de bevoegdheden die bij de bij dit besluit behorende mandaatlijst nadrukkelijk zijn uitgesloten.
Artikel 3: Ondermachtiging
- 1.
Aan de leidinggevenden van de DCMR aan wie overeenkomstig artikel 1, eerste lid ondermandaat is verleend wordt ondermachtiging verleend voor het verrichten van handelingen die bij de ondergemandateerde bevoegdheden behoren.
- 2.
Aan teammanagers wordt ondermachtiging verleend voor het verrichten van handelingen.
- 3.
Aan medewerkers van de DCMR wordt ondermachtiging verleend voor het verrichten van handelingen, voor zover het standaardbieven betreft, zoals ontvangstbevestigingen, procedurebrieven.
Artikel 4: Kaders uitoefening bevoegdheden
- 1.
De ondergemandateerden en ondergevolmachtigden houden bij de uitoefening van de aan hen opgedragen bevoegdheden rekening met de relevante door provinciale staten vastgestelde kaders alsmede het door het college vastgestelde beleid.
- 2.
De in het eerste lid genoemde functionarissen passen de algemene dan we specifieke instructies als bedoeld in artikel 10:6 Algemene wet bestuursrecht van het college betreffende de gemandateerde bevoegdheden toe.
- 3.
De directeur zorgt ervoor dat de door hem ondergemandateerden kunnen beschikken over de in de leden 1 en 2 genoemde informatie.
- 4.
Het is niet toegestaan af te wijken van de in dit artikel genoemde kaders en beleid zonder voorafgaand overleg daarover tussen de directeur en het college.
Artikel 5: Ondertekening
- 1.
Een besluit in mandaat dan wel ondermandaat overeenkomstig artikel 2 en artikel 3, wordt als volgt ondertekend:
Gedeputeerde staten van Zeeland,
namens dezen,
gevolgd door:
- –
de functieaanduiding,
- –
de handtekening en
- –
de naam van de (onder)gemandateerde.
- –
- 2.
Indien gebruik wordt gemaakt van machtiging overeenkomstig artikel 6, luidt de ondertekening:
De provincie Zeeland,
namens deze,
gevolgd door:
- –
de functieaanduiding,
- –
de handtekening en
- –
de naam van de (ge(vol)machtigde.
- –
Artikel 6: Citeertitel
Dit besluit kan worden aangehaald als: Ondermandaatbesluit van de directeur DCMR inzake uitvoering van VTH-taken voor Wabo BRZO- en RIE4-bedrijven provincie Zeeland 2022.
Artikel 7: Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking van dit besluit in het Provinciaal blad en werkt terug tot en met 1 mei 2022.
Ondertekening
Schiedam, 20 september 2022
Mw. R.M. Thé
Directeur DCMR Milieudienst Rijnmond
MANDAATLIJST TER DOORMANDATERING BRZO/RIE DIRECTEUR DCMR Milieudienst Rijnmond 2022
Algemeen
BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN |
VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) |
(Onder) gemandateerde: unitmanager, tenzij anders vermeld |
|
A01 |
Besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures |
Omvat advisering proceshandelingen in bestuursrechtelijke procedures zoals het voeren van verweer in opdracht van het college. |
|
A02 |
Besluiten op grond van: art. 4:5 en 4:6 Awb (vereenvoudigde wijze van afdoen en afdoen herhaalde aanvraag); afdeling 4.1.3 Awb (opschorten beslistermijn); art. 4:15, 4:17 en 4:18 Awb (besluiten over dwangsommen bij niet tijdig beslissen); titel 4.4 Awb (bestuursrechtelijke geldschulden) m.u.v. afdeling 4.4.4 Awb (aanmaning en invordering bij dwangbevel); art. 8:51a, 8:51b, 8:51c, 8:80a en 8:80b Awb (bestuurlijke lus en tussenuitspraak). |
||
A03 |
De voorbereiding van besluiten met gebruikmaking van Afdeling 3.4 Awb, Afdeling 3.6 Awb en Titel 4.1 Awb |
||
A04 |
Behandelen van correspondentie van uitsluitend uitvoerende en/of informatieve aard betrekking hebbende op de gemandateerde bevoegdheden. |
||
A05 |
Machtiging om Gedeputeerde Staten door medewerkers of externe adviseurs te vertegenwoordigen in bestuursrechtelijke procedures in bezwaar en beroep. |
directeur |
|
A06 |
Het vragen van advies op basis van de Wet Bibob en het maken van afspraken naar aanleiding van het uitgebrachte advies (art. 9). |
directeur |
|
Wet open overheid |
|||
A07 |
Aanwijzen van één of meerdere contactpersoon/ -personen ( o.g.v. artikel 4.7 Woo) |
directeur |
|
A08 |
Actieve openbaarmaking van informatie als inspanningsverplichting (o.g.v. artikel 3.1 Woo) |
directeur |
|
A09 |
Besluiten en/of handelingen op of naar aanleiding van een verzoek om (milieu)informatie ingevolge de Woo (o.g.v. en met in acht neming van hoofdstuk 4 (Openbaarmaking op verzoek) en hoofdstuk 5 (Uitzonderingen) van de Woo; artikel 191c Wet milieubeheer) |
De bevoegdheid m.b.t. (gehele of gedeeltelijke) toewijzing verzoek impliceert ook de bevoegdheid tot (gehele of gedeeltelijke) afwijzing daarvan. De directeur kan hiermee ook WOO besluiten gericht aan het college afhandelen |
|
A10 |
Verstrekken informatie op eenvoudige verzoeken en behulpzaam zijn bij het preciseren verzoek (o.g.v. artikel 2.4, zesde lid, 2.5, 4.5 en 4.7 Woo; artikel 19.1c Wet Milieubeheer) |
Indien er geen uitzonderingsgronden van toepassing zijn of derde-belanghebbenden een rol spelen De directeur kan hiermee ook WOO besluiten gericht aan het college afhandelen |
|
A11 |
Opleggen van last onder dwangsom ter handhaving van het vorderen van informatie (o.g.v. art. 8.5 en 4.2 Woo) |
Een last onder dwangsom mag niet worden opgelegd als degene aan wie de last onder dwangsom is opgelegd, niet in staat is het document te verstrekken. De directeur kan hiermee ook WOO besluiten gericht aan het college afhandelen |
Vergunningen
BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN |
VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) |
||
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht |
|||
V01 |
Besluiten inzake vergunningverlening bij of krachtens de Wabo, Besluiten inzake het stellen van nadere voorwaarden na een gebruiksmelding brandveilig gebruik op grond van het Bouwbesluit. Besluiten inzake het stellen van nadere voorwaarden na een sloopmelding op grond van het Bouwbesluit. Besluiten inzake het toestaan van een gelijkwaardige oplossing op grond van het Bouwbesluit. |
Betreft:
Geldt niet voor besluiten op grond van:
|
|
V02 |
Uitbrengen advies met het oog op de samenhang tussen de omgevingsvergunning en de vergunning o.g.v. de Waterwet (art. 6.27). |
||
V03 |
Het nemen van besluiten over, op grond van vergunningvoorschriften, te overleggen meldingen, rapportages e.d. |
||
Wet milieubeheer |
|||
V04 |
Besluiten op grond van Hoofdstuk 8, 10, 13, 14, 16 en 19 Wet milieubeheer. |
Betreft:
|
|
V05 |
Besluiten in het kader van de Milieu-effectrapportage (Hoofdstuk 7 Wet Milieubeheer). |
Betreft:
|
|
V06 |
Besluiten inzake maatwerkvoorschriften op grond van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. |
||
Besluit Risico's Zware Ongevallen 2015 |
|||
V07 |
Besluiten op grond van BRZO. |
Betreft:
|
Handhaving
BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN |
VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) |
||
H01 |
Het aanwijzen van ambtenaren belast met het houden van toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Wabo en de in artikel 5.1 van de Wabo genoemde wetten juncto 5.2 van deze wet |
directeur |
|
H02 |
Het voeren van correspondentie in het kader van toezicht en handhaving, waaronder in ieder geval begrepen: een bezoekbevestigingsbrief een voorwaarschuwingsbrief / formele waarschuwing een vooraankondiging last onder bestuursdwang of last onder dwangsom (hoorbrief) vorderingen om informatie in het kader van de controle op de naleving van regelgeving, alsmede de reacties op de in dit kader toegezonden informatie (art. 5.16 Awb) |
||
H03 |
Besluiten tot het vaststellen van ontwerpgedoogbeschikkingen en definitieve gedoogbeschikkingen |
directeur |
|
H04 |
Het naar aanleiding van de kenbaar gemaakte zienswijze afzien van bestuurlijk optreden |
directeur |
|
H05 |
Besluiten op grond van Titel 5.3 en Titel 5.4, Awb, (herstelsancties en bestuurlijke boete) met uitzondering van:
|
Omvat tevens besluiten en (feitelijke) handelingen ter voorbereiding en uitvoering van deze besluiten. NB. De besluiten die in dit mandaat expliciet zijn uitgezonderd, vallen onder H07. |
directeur |
H06 |
Het nemen van besluiten op grond van artikel 5:27 Awb welke zijn benodigd ten behoeve van de toepassing van bestuursdwang |
||
H07 |
Besluit tot het opleggen van een spoedeisende last onder bestuursdwang conform art. 5.31, Awb juncto 5.17, Wabo dan wel de schriftelijke bekrachtiging van de mondelinge aanzegging daartoe |
directeur |
|
H08 |
Besluit tot:
|
||
H09 |
Besluiten op verzoeken van derden om bestuursrechtelijk/handhavend op te treden |
||
H10 |
Het vaststellen van een inspectieprogramma als bedoeld in art. 13,lid 7 BRZO 2015 |
directeur |
|
H11 |
Het beoordelen van milieuverslagen, overeenkomstig de bij of krachtens titel 12.3 Wm gestelde regels |
||
H12 |
Het nemen van besluiten op grond van hoofdstuk 17 Wm inzake maatregelen bij ongewoon voorval |
directeur |
|
H13 |
Het indienen van een aanvraag op grond van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar |
directeur |
Bijlage A Lijst van afkortingen
Awb: Algemene wet bestuursrecht
Bibob: bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur
Bor: Besluit omgevingsrecht
BRZO: Besluit risico's zware ongevallen 2015
MER: Milieu Effect Rapportage
RIE: Richtlijn Industriële Emissies
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Wm: Wet milieubeheer
Woo: Wet open overheid
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl