Mandaatbesluit boedelbeheer Amsterdam

Geldend van 28-09-2022 t/m heden

Intitulé

Mandaatbesluit boedelbeheer Amsterdam

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

gelet op de artikelen 5:29, 5:30, 10:3, 10:4 en 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht, en artikel 556, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam,

besluit:

Mandaatbesluit boedelbeheer Amsterdam

Artikel 1 Mandaat, volmacht en machtiging

  • 1. Aan de directeur van het verhuisbedrijf De Combinatie wordt een machtiging verleend voor het verrichten van feitelijke handelingen die verband houden met het meevoeren en opslaan van de inboedel na een woningontruiming als bedoeld in artikel 556, derde lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het opmaken van een proces-verbaal.

  • 2. De aan het college van burgemeester en wethouders toekomende bevoegdheid om te beslissen over de verkoop van meegevoerde en opgeslagen zaken die zich in de ontruimde woning bevonden op grond van artikel 556, derde lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikel 5:30 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede de bevoegdheid de zaak om niet aan een derde in eigendom over te dragen of laten vernietigen, wordt gemandateerd aan de directeur van het verhuisbedrijf De Combinatie.

  • 3. Aan de directeur van het verhuisbedrijf De Combinatie wordt volmacht verleend voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen die verband houden met de daadwerkelijke verkoop van de meegevoerde en opgeslagen zaken of de eigendomsoverdracht om niet.

  • 4. Het mandaat, volmacht of machtiging tot uitoefening van een bevoegdheid heeft mede betrekking op alle handelingen die binnen het kader van de uitoefening van de bevoegdheid moeten worden verricht, zoals het voeren van correspondentie, het verzoeken om (aanvullende) informatie, het vragen om of geven van advies, het verstrekken van inlichtingen en het voldoen aan publicatieverplichtingen.

  • 5. De directeur van het verhuisbedrijf De Combinatie kan met betrekking tot de bevoegdheden in het eerste lid, tweede lid en derde lid een ondermaat, ondermachtiging of ondervolmacht verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 2 Aanwijzingen, richtlijnen en vastgesteld beleid

  • 1. De functionarissen dienen bij de uitoefening van het ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging de aanwijzingen, richtlijnen en het daarover vastgestelde beleid van het college en de Directeur Wonen in acht te nemen.

  • 2. Functionarissen oefenen een aan hen verleend mandaat niet uit zonder overleg met de Directeur Wonen of de manager Bedrijfsvoering indien sprake is van politiek of bestuurlijk gevoelige onderwerp. Onder politiek of bestuurlijk gevoelige onderwerpen worden in ieder geval verstaan, onderwerpen waarbij:

    • a.

      hoge afbreukrisico’s aanwezig zijn;

    • b.

      uniforme besluitvorming gewenst is;

    • c.

      expertise nodig is die op het niveau van het betreffende team niet goed is ontwikkeld.

Artikel 3 Ondertekening van stukken

  • 1. Ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging krachtens dit besluit behelst tevens ook de ondertekening van stukken.

  • 2. In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht dat het besluit wordt genomen en de feitelijke handeling of privaatrechtelijke rechtshandeling wordt verricht namens het college dan wel de burgemeester.

  • 3. Stukken worden als volgt ondertekend:

    • Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

    • (Naam van de gemandateerde)

    • (Functieaanduiding)

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 5 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Mandaatbesluit boedelbeheer Amsterdam.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 20 september 2022.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

Algemeen

De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor het meevoeren en opslaan van de inboedel na een woningontruiming. Het college van burgemeester en wethouders (hierna te noemen: het college) is bevoegd om te beslissen over de verkoop van meegevoerde en opgeslagen zaken die zich in de ontruimde woning bevonden op grond van artikel 556, derde lid, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikel 5:30 Algemene wet bestuursrecht. Het college kan hiertoe beslissen indien de meegevoerde en opslagen zaken niet binnen dertien weken nadat zij zijn meegevoerd kunnen worden teruggegeven aan de rechthebbende of als de verschuldigde kosten onevenredig hoog worden in verhouding tot de waarde van de inboedel. Wanneer verkoop niet mogelijk is, is het college is ook bevoegd de zaak om niet aan een derde in eigendom over te dragen of laten vernietigen. De bevoegdheid om te beslissen om tot verkoop, overdracht om niet of vernietiging over te gaan wordt gemandateerd aan de directeur van het verhuisbedrijf De Combinatie.

Het afvoeren en opslaan van de inboedel en het opmaken van een proces-verbaal van de afvoer en opslag betreffen feitelijke handelingen. De daadwerkelijke verkoop van de inboedel of schenking ter uitvoering van een besluit zijn echter privaatrechtelijke rechtshandelingen. Voor deze feitelijke handelingen en privaatrechtelijke handelingen wordt aan het verhuisbedrijf De Combinatie een machtiging en volmacht verleend.

Voor de volledigheid wordt hier opgemerkt dat tegen het afvoeren en opslaan van de inboedel, het opmaken van een proces-verbaal, een besluit tot verkoop, overdracht of vernietiging van de zaken en de daadwerkelijke verkoop van de inboedel of schenking, geen bezwaar of beroep openstaat.