Beleidsregels gehandicaptenparkeerplaatsen Oss

Geldend van 01-10-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels gehandicaptenparkeerplaatsen Oss

Het college van burgemeester en wethouders van Oss

gelet op

  • -

    artikel 49 t/m 55 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), dat toeziet op de afgifte van een Europese Gehandicaptenparkeerkaart;

  • -

    artikel 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994, over de plaatsing en verwijdering van verkeersborden en over het verkeersbesluit van het college van burgemeester en wethouders dat hieraan vooraf gaat;

  • -

    artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), over het parkeren op de gehandicaptenparkeerplaats;

  • -

    artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, waarin is bepaald dat een bestuursorgaan beleidsregels kan vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid;

overwegende

dat het college voor het voor de beoordelingsvrijheid bij de uitvoering van de wet noodzakelijk acht om aan te geven op welke wijze daarmee wordt omgegaan en daartoe beleidsregels wenst vast te stellen

besluit vast te stellen de volgende: beleidsregels gehandicaptenparkeerplaatsen Oss

Artikel 1 Begrippen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990;

  • b.

    wet: Wegenverkeerswet 1994;

  • c.

    motorvoertuigen: alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen;

  • d.

    gehandicaptenvoertuig: voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 meter, is uitgerust met een motor waarvan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid niet meer dan 45 km per uur bedraagt, en geen bromfiets is;

  • e.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • f.

    gehandicaptenparkeerplaats: parkeerplaats aangeduid met bord E6 uit bijlage I van het RVV 1990 waar uitsluitend mag worden geparkeerd door:

    • 1.

      een gehandicaptenvoertuig;

    • 2.

      een motorvoertuig op meer dan twee wielen waarin een geldige Europese Gehandicaptenparkeerkaart duidelijk zichtbaar is aangebracht of

    • 3.

      indien de gehandicaptenparkeerplaats is gereserveerd voor een bepaald voertuig, dat voertuig;

  • g.

    bestuurder: degene die het motorvoertuig of gehandicaptenvoertuig bestuurt;

  • h.

    geneeskundig onderzoek; het geneeskundig onderzoek wordt gelet op artikel 3 van de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart verricht door de GGD dan wel door een vanwege het bevoegd gezag aangewezen deskundige;

  • i.

    Regeling Gehandicaptenparkeerkaart: wettelijk kader ten behoeve van het gehandicaptenkaart parkeren;

  • j.

    Europese Gehandicaptenparkeerkaart: ontheffing om te kunnen parkeren op algemene gehandicaptenparkeerplaatsen als bedoeld in artikel 26, eerste lid onder b RVV;

  • k.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • l.

    stallingsplaats: Een plaats, juridisch, feitelijk of planologisch bestemd of bedoeld om motorvoertuigen te stallen, gelegen buiten de openbare weg en niet voor het openbaar verkeer openstaande of toegankelijk.

Artikel 2 Algemene gehandicaptenparkeerplaats

  • 1. Het college bepaalt op welke locaties een algemene gehandicaptenparkeerplaats wordt ingericht.

  • 2. Een algemene gehandicaptenparkeerplaats is een parkeervoorziening waar elk motorvoertuig met meer dan 2 wielen mag worden geparkeerd dat is voorzien van een gehandicaptenparkeerkaart.

  • 3. Bij een algemene gehandicaptenparkeerplaats is het bord E6 uit bijlage 1 van het RVV geplaatst.

  • 4. Binnen het openbare parkeerareaal is nabij bezoekerstrekkende bestemmingen 1 op de 50 parkeerplaatsen ingericht als een algemene gehandicaptenparkeerplaats, waarbij deze plaats zo dicht mogelijk bij de belangrijkste bestemmingen nabij dit areaal wordt gerealiseerd.

  • 5. Het werkelijke aantal algemene gehandicaptenparkeerplaatsen is daarnaast afhankelijk van de vraag en kan door monitoring, overleg met lokale gehandicaptenorganisaties en evaluatie van de situatie bepaald en eventueel aangepast worden.

Artikel 3 Gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

  • 1. Het college bepaalt op welke locaties een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt ingericht.

  • 2. Een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats is een parkeervoorziening waar uitsluitend geparkeerd mag worden door het specifieke motorvoertuig waarvan het kenteken bij de voorziening is aangegeven.

  • 3. Bij een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats is het bord E6 uit bijlage 1 van het RVV geplaatst alsmede een onderbord met het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats is aangevraagd.

  • 4. Een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats kan uitsluitend in de nabijheid van het woonadres van de aanvrager worden ingericht.

Artikel 4 Indienen aanvraag gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

  • 1. Een aanvraag van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt schriftelijk of digitaal ingediend met een daarvoor bestemd volledig ingevuld aanvraagformulier.

  • 2. De gemeente draagt zorg voor het beschikbaar zijn van het actuele aanvraagformulier via haar website.

Artikel 5 Voorwaarden voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

  • 1. Op aanvraag van een houder van een Europese Gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders kan een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats nabij het woonadres worden aangewezen indien:

    • a.

      deze houder in de basisregistratie Personen (BRP) is ingeschreven en woont op het adres binnen de gemeente Oss waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats wordt aangevraagd;

    • b.

      de Europese Gehandicaptenparkeerkaart nog minimaal 6 maanden geldig is na de datum van de aanvraag;

    • c.

      deze houder beschikt over een geldig rijbewijs;

    • d.

      deze houder niet beschikt of kan beschikken over een naar mening van het college geschikte parkeerplaats;

    • e.

      deze houder of diens huisgenoot houder is van het motorvoertuig of het gehandicaptenvoertuig waarvoor de plaats wordt aangevraagd, en

    • f.

      binnen de maximale loopafstand van de aanvrager, gemeten vanaf het woonadres van de aanvrager, de parkeerdruk te hoog is.

  • 2. Op aanvraag van een houder van een Europese Gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers kan een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats nabij het woonadres worden aangewezen indien:

    • a.

      deze houder in de basisregistratie Personen (BRP) is ingeschreven en woont op het adres binnen de gemeente Oss waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats wordt aangevraagd;

    • b.

      de Europese Gehandicaptenparkeerkaart nog minimaal 6 maanden geldig is na de datum van de aanvraag;

    • c.

      deze houder niet beschikt of kan beschikken over een naar mening van het college geschikte parkeerplaats;

    • d.

      deze houder of diens huisgenoot houder is van het motorvoertuig of het gehandicaptenvoertuig waarvoor de plaats wordt aangevraagd;

    • e.

      uit een eventueel door het college aangevraagd aanvullend geneeskundig onderzoek blijkt dat het aanwijzen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats nodig is, en

    • f.

      binnen de maximale loopafstand van de aanvrager, gemeten vanaf het woonadres van de aanvrager, de parkeerdruk te hoog is.

  • 3. Om te bepalen of sprake is van een te hoge parkeerdruk, zoals bedoeld in lid 1 onder f. en lid 2 onder f., dient een parkeeronderzoek te worden uitgevoerd, waaruit dient te blijken dat structureel sprake is van een bezetting van 85% of meer van de binnen de aangegeven loopafstand beschikbare parkeerplaatsen of dat structureel sprake is van maximaal 1 onbezette parkeerplaats in een situatie met minder dan 10 parkeerplaatsen binnen de aangegeven loopafstand. Dit parkeeronderzoek dient op minimaal 3 telmomenten te worden uitgevoerd, verspreid over verschillende dagen en tijdstippen welke maatgevend zijn voor de lokale parkeersituatie.

  • 4. Een individuele gehandicaptenparkeerplaats wordt voor één kenteken aangewezen.

Artikel 6 Locatie van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

  • 1. Een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt binnen de maximale loopafstand van de aanvrager, gemeten vanaf het woonadres van de aanvrager, op een verkeersveilige en voor de aanvrager bereikbare locatie op de openbare weg aangelegd.

  • 2. Een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt binnen de bestaande parkeerruimte aangelegd, tenzij binnen de maximale loopafstand van de aanvrager, gemeten vanaf het woonadres van de aanvrager, 50% of meer van de daar aanwezige parkeerplaatsen al is gereserveerd voor een specifieke gebruiker of gebruikersgroep.

  • 3. De exacte locatie van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt door het college bepaald.

  • 4. Een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt niet aangelegd:

    • a.

      ter plaatse van een stopverbod of parkeerverbod;

    • b.

      bij een kruispunt op een afstand van minder dan vijf meter daarvan;

    • c.

      op wegen zonder parkeermogelijkheid;

    • d.

      voor een inrit of een uitrit;

    • e.

      op een gelegenheid bestemd voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen;

    • f.

      binnen een met slagbomen afgesloten parkeergelegenheid;

    • g.

      indien er naar mening van het college geen geschikte locatie voorhanden is binnen de maximale loopafstand van de aanvrager, gemeten vanaf het woonadres van de aanvrager.

Artikel 7 Aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats

  • 1. De aanwijzing van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats geschiedt door middel van een verkeersbesluit binnen acht weken na de ontvangst van de aanvraag. Wanneer dit besluit niet binnen de gestelde termijn kan worden genomen, wordt de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. De termijn voor het besluit wordt maximaal één keer verlengd met acht weken.

  • 2. De gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt aangelegd binnen één maand na de dag dat het verkeersbesluit onherroepelijk is en de kosten voor de aanleg zijn voldaan. Wanneer de aanleg niet binnen de gestelde termijn mogelijk is, wordt de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. De termijn voor het besluit wordt maximaal één keer verlengd met één maand.

  • 3. De houder van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats is verplicht een wijziging van het kenteken van het te parkeren voertuig door te geven.

  • 4. De maatvoering van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats is gelijk aan de maatvoering van een reguliere parkeerplaats, zoals is opgenomen in de vigerende Aanbevelingen voor Stedelijke Verkeersvoorzieningen (ASVV) van het CROW.

  • 5. In afwijking van het voorgaande lid geldt dat de maatvoering van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats, in het geval de houder rollator- of rolstoelgebonden is, kan worden aangepast, doch uitsluitend indien dit geen aanzienlijke ingreep in de omgeving inhoudt of ten koste gaat van het openbaar groen, tot:

    • a.

      indien de parkeerplaats parallel aan de rijweg ligt, minimaal 3,50 meter breed en 6,00 meter lang;

    • b.

      indien de parkeerplaats haaks op de rijweg ligt, minimaal 3,00 meter breed en 5,00 meter lang.

  • 6. Een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt minimaal gerealiseerd met:

    • a.

      het bord E6 uit bijlage 1 van het RVV met een onderbord waarop één kenteken staat vermeld;

    • b.

      vakmarkering van de gehandicaptenparkeerplaats, middels enkele witte straatstenen op de hoekpunten van de parkeerplaats.

Artikel 8 Kosten van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

De te betalen kosten voor het aanleggen en wijzigen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats zijn vastgesteld in de vigerende legesverordening.

Artikel 9 Weigeringsgronden

  • 1. Een aanvraag wordt geweigerd indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden bij of krachtens deze beleidsregels.

  • 2. Indien er op eigen terrein gelegenheid is om zelf in een parkeerplaats te voorzien dan wel dat aanvrager op eigen terrein een mogelijkheid om een auto te stallen heeft, zoals een carport of een garage, komt de aanvrager niet in aanmerking voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats. Het doet niet ter zake of de parkeerplaats, carport of garage in gebruik is voor andere doeleinden, tenzij de bestemming van rechtswege is gewijzigd.

  • 3. Een aanvraag wordt geweigerd indien een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats van dezelfde aanvrager is ingetrokken op grond van artikel 8, tweede lid onder a en b.

Artikel 10 Intrekkingsgronden

  • 1. Het college heft een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op indien:

    • a.

      de aanvrager verhuist;

    • b.

      de aanvrager overlijdt;

    • c.

      de aanvrager bij een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats bij het werkadres niet meer werkzaam is op die locatie;

    • d.

      de aanvrager niet meer beschikt over een Europese Gehandicaptenparkeerkaart;

    • e.

      de aanvrager of diens huisgenoot niet meer de houder is van het motorvoertuig waarvoor de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats werd aangelegd;

    • f.

      niet (langer) wordt voldaan aan de voorwaarden bij of krachtens deze beleidsregels;

    • g.

      de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats is aangewezen op grond van de door de aanvrager verschafte onjuiste gegevens;

    • h.

      de aanvrager daar om verzoekt.

  • 2. Het college kan een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats opheffen indien:

    • a.

      de gehandicaptenparkeerplaats niet wordt gebruikt ten behoeve van degene voor wie de parkeerplaats is aangewezen;

    • b.

      zich een wijziging voordoet in de omstandigheden en deze wijziging zich verzet tegen de instandlating van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

  • 3. De houder van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats is zelf verplicht relevante wijzigingen door te geven.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, als toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leiden.

Artikel 12 Citeertitel en ingangsdatum

  • 1. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: ‘Beleidsregels gehandicaptenparkeerplaatsen Oss’.

  • 2. Deze beleidsregels treden in werking per 1 oktober 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Oss in de vergadering van 12 juli 2022.

Burgemeester en wethouders van Oss,

De secretaris,

Drs. H. Mensink