Uitvoeringsvoorschriften nummering Peel en Maas

Geldend van 23-09-2022 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsvoorschriften nummering Peel en Maas

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas;

Gelet op artikel 6 van de Verordening naamgeving en nummering Peel en Maas;

Overwegende dat

het ten behoeve van de praktische uitvoering van de Verordening naamgeving en nummering Peel en Maas wenselijk is nadere regels vast te stellen;

enkele begrippen en bepalingen van de Verordening naamgeving en nummering Peel en Maas nadere uitleg behoeven;

Besluit vast te stellen:

Uitvoeringsvoorschriften nummering Peel en Maas.

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze uitvoeringsvoorschriften wordt verstaan onder:

  • a)

    College: het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas

  • b)

    NEN: door de Stichting Nederlands Normalisatie Instituut uitgegeven norm

  • c)

    Verordening: de Verordening naamgeving en nummering Peel en Maas

  • d)

    Wet BAG: Wet basisregistraties adressen en gebouwen

  • e)

    Openbare ruimte: term gebruikt in de Wet BAG dat betrekking heeft op o.a. een straat of een weg. Een openbare ruimte kan zowel betrekking hebben op openbare wegen als op niet openbare wegen (bijv. particulier bedrijventerrein). Een openbare ruimte hoeft volgens de Wet BAG niet openbaar toegankelijk te zijn.

  • f)

    Verblijfsobject: een kleinste binnen één of meer panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in functioneel opzicht zelfstandig is

  • g)

    Standplaats: een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen terrein of gedeelte daarvan dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden en voor woon -, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte ruimte.

  • h)

    Ligplaats: een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen plaats in het water al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, die bestemd is voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig.

  • i)

    Nummeraanduiding: een nummeraanduiding is een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig toegekende nummeraanduiding van een verblijfsobject, standplaats of ligplaats (zogenaamde adresseerbare objecten). De nummeraanduiding is een samenstel van huisnummer (max. vijf posities), huisletter (max. één positie) en huisnummertoevoeging (max. vier posities).

Hoofdstuk 2 Algemeen

Artikel 2 De opmaak van documenten

  • 1. Het besluit tot toekennen van een nummeraanduiding bestaat uit een besluit vergezeld van een situatietekening. Het besluit dient:

    • a.

      aan te geven welke nummeringen zijn toegekend en/of ingetrokken;

    • b.

      een verwijzing te bevatten naar de bijbehorende situatietekening(en);

    • c.

      de ingangsdatum te vermelden;

    • d.

      bij wijziging of beëindiging van een nummering, de bestaande aanduiding zoals die voorkomt in de registratie te vermelden.

Hoofdstuk 3 Technische uitvoeringsvoorschriften

Artikel 3 Eisen aan het bevestigen van nummers

  • 1. Op grond van artikel 4, tweede lid, van de Verordening dient een nummer te worden aangebracht op het gebouw waaraan dit nummer is toegekend.

  • 2. Er geldt een vrijheid in de keuze van de lay-out van het nummerbord mits het nummer altijd vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar is en blijft.

  • 3. Indien op het betreffende verblijfsobject geen postbezorging nodig is (bijvoorbeeld bij een garagebox, transformatorhuisje of vakantiehuisje), mag men het nummer op het gebouw bevestigen, ondanks dat het niet direct leesbaar is vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Schrijfwijze nummers

Het nummer van het verblijfsobject, ligplaats of standplaats bestaat uit één of meer Arabische cijfers, al dan niet aangevuld met een letter en nadere toevoeging. De tekens worden zonder spatie geschreven.

Het toevoegen van letters aan een nummeraanduiding wordt uitgevoerd in hoofdletters. Vanwege verwarring met cijfers worden de letters O en I (hoofdletter i) niet gebruikt.

Hoofdstuk 4 Administratieve uitvoeringsvoorschriften nummeraanduiding

Artikel 5 De nummering van objecten

De hoofdregel voor het toekennen van nummeraanduidingen is: het adres volgt het verblijfsobject, de standplaats of de ligplaats. Het adres is een kenmerk van een object en is nodig om dit te kunnen identificeren en vinden. Als het object verdwijnt, verdwijnt ook het adres. Een nieuw object krijgt een nieuw adres, dat echter in de benaming hetzelfde kan zijn als het oude adres. Een nummer kan alleen worden toegekend binnen een officiële naamgeving. Als er nog geen (straat)naam is vastgesteld dient dit eerst te gebeuren.

Artikel 6 Vernummering

  • 1. Een bestaande nummeraanduiding kan gewijzigd worden door wijziging van de verkeerssituatie, waarbij het beloop van een straat zodanig wijzigt, dat in het algemeen en voor de hulpdiensten in het bijzonder de vindbaarheid van panden of de openbare veiligheid in het geding komt;

  • 2. Indien de vindbaarheid of openbare veiligheid niet in het geding komt, kunnen op verzoek nieuwe nummeraanduidingen worden toegekend aan bestaande verblijfsobjecten onder voorwaarde dat alle betrokken partijen die daar een rechtstreeks belang bij hebben, hierbij betrokken worden;

  • 3. Indien door splitsing of samenvoeging een type pand verandert van laagbouw in hoogbouw of van hoogbouw in laagbouw. Onder laagbouw wordt verstaan panden waarbij geen verblijfsobjecten boven elkaar gelegen zijn. Onder hoogbouw wordt verstaan panden waarbij twee (of meer) verblijfsobjecten boven elkaar gelegen zijn;

  • 4. In voorkomende gevallen en om moverende redenen kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van bovenstaande werkwijze.

Artikel 7 Volgorde van nummering

  • 1. De nummeraanduiding bestaat uit: een (huis)nummer, (huis)letter (optioneel), (huis)nummertoevoeging (optioneel).

  • 2. De nummeraanduiding bestaat uit maximaal 10 posities (nummer 5, letter 1, toevoeging 4).

  • 3. Een nummeraanduiding moet voldoen aan de volgende kenmerken:

    • a.

      Logische nummeropeenvolging met eventueel toevoeging van 1 hoofdletter (met uitzondering van een O en een I (hoofdletter i));

    • b.

      verdere subnummering middels toevoegingen alleen als geen huisletters meer voorhanden zijn;

    • c.

      de nummers lopen op vanuit het centrum van de woonplaats, of vanuit een voor dit doel vast te stellen centraal punt, waarbij geldt oneven nummers links en even nummers rechts. Dit geldt ook als de weg slechts aan één zijde bebouwd wordt en voor gebouwen die niet direct aan de weg gelegen zijn. Uitzondering hierop zijn de wegen, waarbij geen sprake is van ‘links’ en ‘rechts’ van de straat. Denk aan hofjes en pleinen. Deze worden doorlopend genummerd;

    • d.

      de wegen die loodrecht op deze richting liggen, nummeren volgens de richting met de klok mee (daarbij wel lettend op de bereikbaarheid van de straat).

  • 4. Wanneer nummers worden toegevoegd wordt de volgende volgorde van voorkeur gehanteerd:

    • a.

      Het doorzetten van bestaande nummering en het invoegen van nog niet gebruikte nummers. Dit is de meest gewenste methode. Gebruikmakend van de standaardsystematiek wordt doorgenummerd of tussengevoegd vanuit de bestaande nummers;

    • b.

      Bij sterk wisselende bebouwing moeten de even en oneven nummeraanduidingen op elkaar worden afgestemd. De nummering wordt toegekend in een logische oplopende volgorde, gebaseerd op de feitelijke locatie van de hoofdingang van het (deel van het) object of de locatie van de toegangsdeur tot de gemeenschappelijke verkeersruimte. De nummering vindt plaats in de nummerreeks van de straat waaraan de hoofdingang van het (deel van het) object is gelegen. Voor ruimte tussen gebouwen die in de toekomst mogelijk bebouwd wordt, moet getracht worden het maximaal aantal te verwachten nummers te reserveren;.

    • c.

      Het toevoegen van letters aan bestaande nummers. Bij het tussenvoegen van nummers tussen opeenvolgende bestaande nummers wordt aan het laagste van die nummer een letter toegevoegd. De geletterde objecten liggen altijd na het nummer waaraan de letter wordt toegevoegd (2A, 2B na 2). Als er vóór een laagste nummer (1 of 2) een object toegevoegd wordt, moet dat laagste nummer vernummerd worden, zodat de nummering bij het nieuwe object weer begint met de laagste nummering tenzij dit een of meer garagebox(en) of een trafo betreft. In dat geval kan een nummer met letter gekozen worden dat het dichtst bij een genummerd object ligt. Bijv. een garagebox wordt gebouwd voor een pand met huisnummer 1. Dan vernummeren we niet huisnummer 1, maar krijgt de garagebox huisnummer 1A, ondanks dat 1A dan voor 1 ligt.

    • d.

      Latere splitsingen en toevoegingen krijgen een letteraanduiding, waarbij het hoofdnummer mede blijft bestaan (bijv. bij splitsing van een verblijfsobject met het nummer 2 in drie verblijfsobjecten, wordt de nummering 2, 2A en 2B).

    • e.

      Als toevoeging van letters geen uitkomst biedt omdat te veel objecten worden tussengevoegd dan wordt er een huisnummer-toevoeging toegevoegd in de vorm van een cijfer te beginnen met 1.

    • f.

      Vernummering van één of meer van de naastgelegen nummers. Er worden niet meer objecten vernummerd dan strikt noodzakelijk is. Vernummering is de minst gewenste vorm bij het toevoegen van nummers.

    • g.

      Bij complexen als zorginstellingen waarbij er één hoofdnummer is en verschillende verblijfsobjecten in het complex te onderscheiden zijn, krijgen de verschillende verblijfsobjecten het hoofdnummer gevolgd door een huisletter en in de toevoeging het zelf toegekende kamernummer, bijv. 2A1, 2A2, enz. Als het hoofdnummer al een huisletter heeft (bijv. 2A) dan worden de overige verblijfsobjecten genummerd als 2B1, 2B2, enzovoort.

    • h.

      Bij complexen als bungalowparken, waarop één hoofdgebouw en meerdere verblijfsobjecten (bijv. zelf genummerde bungalows) voorkomen, krijgt het hoofdgebouw een normaal huisnummer, eventueel gevolgd door een huisletter. De overige verblijfsobjecten krijgen dan het hoofdnummer met altijd huisletter B van bungalow gevolgd door bij toevoeging het zelf genummerde bungalownummer.

Artikel 8 Uitzonderingen op nummeraanduiding

  • 1. Woningen met een bedrijf aan huis krijgen, indien gewenst, een lettertoevoeging. Dit om de relatie met het hoofdgebouw aan te duiden.

  • 2. Stacaravans, woonunits of gelijksoortige objecten voldoen niet aan de eisen van een verblijfsobject uit de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (Wet BAG). Daarom worden terreinen met dit soort objecten anders genummerd dan de hiervoor genoemde complexen als bungalowparken. Op deze terreinen wordt het hoofdgebouw genummerd zoals aangegeven in artikel 7. De stacaravans, woonunits en overige niet-BAG-verblijfsobjecten krijgen geen afzonderlijk nummer. Maar ten behoeve van een goede bereikbaarheid en de mogelijkheid tot het inschrijven van bijvoorbeeld arbeidsmigranten (in de basisregistratie Personen), die vaak op dit soort terreinen worden gehuisvest, worden de standplaatsen waarop deze objecten staan genummerd. De gemeente stelt de contouren van de standplaatsen vast en kent per standplaats een nummeraanduiding toe. De werkwijze van nummeren, die hierbij wordt gehanteerd is gelijk aan het nummeren van bungalowparken;

  • 3. Bij complexen of terreinen, waarop meerdere genummerde objecten voorkomen met een centraal postaal afgiftepunt zijn de volgende afspraken gemaakt met Post NL:

    De nummeraanduidingen, die toegekend worden aan de objecten op het complex/terrein moeten dezelfde woonplaats, naam van de openbare ruimte en huisnummer voeren dan het object, waar zich het postaal afgiftepunt bevindt. Verschillen in de nummeraanduiding moeten in het veld huisletter of huisnummertoevoeging voorkomen. Alleen als de gemeente deze wijze van nummeren hanteert verzekert Post NL dat aan alle betrokken adressen een postcode zal worden toegekend, zodat de post kan worden bezorgd op het centraal postaal afgiftepunt.

  • 4. Terreinen met specifieke functies, zoals: parkeerterreinen, speelplaatsen e.d. zullen op zichzelf niet worden genummerd. Wanneer er gebouwen op staan die voldoen aan de definitie verblijfsobject, krijgen deze objecten een nummer.

  • 5. Indien er een pand gebouwd wordt tussen nummers, waarbij je geen letters meer beschikbaar hebt, dan kiezen we het voorliggend nummer en voegen in het veld toevoeging een cijfer 1 toe. Zie de volgende voorbeelden. Er worden twee panden gebouwd tussen 38A en 38B. En er worden garageboxen gebouwd na nummer 39Z.

    afbeelding binnen de regeling

  • 6. Indien een appartementencomplex gebouwd wordt tussen twee panden, waarbij niet voldoende huisnummers vrij zijn, dan wordt de navolgende methode van nummeren gevolgd. Stel er wordt een appartementencomplex gebouwd tussen huisnummer 2 en 6, dan is de nummering als volgt:

    • o

      1e bouwlaag: 4A1, 4A2, 4A3, enzovoort

    • o

      2e bouwlaag: 4B1, 4B2, 4B3, enzovoort

    • o

      3e bouwlaag: 4C1, 4C2, 4C3, enzovoort

  • 7. Bij een reeks met huisnummer en huisletters, wordt altijd het ‘grondhuisnummer’ gebruikt. Bijv. een groot pand met huisnummer 90 wordt intern verbouwd tot 6 appartementen. Deze 6 appartementen krijgen de nummers 90 t/m 90E toegekend. Als er bij de nummering van een complex sprake is van een gedeelde verkeersruimte, die voldoet aan de afbakeningsregels van een verblijfsobject, krijgt de gedeelde verkeersruimte het huisnummer zonder letter (90).

Artikel 9 Standplaatsen

De definitie van een standplaats in de BAG is:

Door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen terrein of gedeelte daarvan dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte ruimte.

De BAG kent twee soorten standplaatsen:

  • o

    Standplaatsen voor het plaatsen van woonwagens (bijv. in woonwagenkampen)

  • o

    Standplaatsen voor het plaatsen van woonunits/tiny houses

Er is een maatschappelijk belang dat deze objecten vindbaar zijn en een nummeraanduiding krijgen. Omdat een woonwagen, woonunit of tiny house niet valt binnen de BAG-definitie van een verblijfsobject, zouden deze objecten gaan nummeraanduiding kunnen krijgen. Daarom is in de BAG opgenomen dat aan een standplaats waarop zo’n object staat een adres wordt toegekend. Het is niet de bedoeling om één standplaats toe te kennen voor meerdere objecten.

Het kan voorkomen dat op een standplaats, naast bovengenoemde objecten, ook een pand en/of verblijfsobject staat. Het verblijfsobject zal dan, naast de standplaats, ook een nummeraanduiding krijgen.

Artikel 10 Nadere regels bij hernummering

  • 1. Een besluit tot het hernummeren van een pand, in gebruik door particulieren, treedt in werking met ingang van de besluitdatum.

  • 2. Bij het hernummeren van een pand in gebruik door particulieren keert gemeente Peel en Maas een vergoeding van €100,- uit voor te maken kosten zoals bijvoorbeeld verhuisberichten en nummerbord.

  • 3. Bij het hernummeren van een pand in gebruik door een bedrijf kan het betreffende bedrijf een vergoeding aanvragen voor reëel gemaakte kosten (bijv. briefpapier, verhuisberichten, website aanpassing, enz.). Hiervoor moet het bedrijf vooraf een kostenindicatie indienen. Gemeente Peel en Maas beoordeelt vervolgens of de geraamde kosten reëel zijn. Na indiening van de facturen binnen drie maanden na ingangsdatum van het besluit, zullen de gedeclareerde kosten door de gemeente vergoed worden.

Artikel 11 Inwerkingtreding nadere regels

Deze uitvoeringsvoorschriften treden in werking op de dag na de dag van bekendmaking.

Artikel 12 Citeertitel

Deze nadere regel wordt aangehaald als “Uitvoeringsvoorschriften nummering Peel en Maas”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas van,

Burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas,

de secretaris,

de burgemeester,