Beleidsregels van de burgemeester van Roermond d.d. 28 december 2004 voor de afgifte van nachtvergunningen op basis van artikel 43 van de Algemene plaatselijke verordening

Geldend van 29-12-2004 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels van de burgemeester van Roermond d.d. 28 december 2004 voor de afgifte van nachtvergunningen op basis van artikel 43 van de Algemene plaatselijke verordening

Op 22 januari 2003 zijn ten behoeve van een experiment beleidsregels vastgesteld voor het verlenen van ontheffingen of “nachtvergunningen” op basis van artikel 43 van de Algemene plaatselijke verordening (Apv).

Op 10 februari 2004 heeft een evaluatie van het experiment met bewoners plaatsgevonden. In het kader hiervan zijn ook reacties van de Wijkraad St. Christoffel, de afdeling Roermond van Koninklijke Horeca Nederland, de horecaondernemers in de Veldstraat, een werkgroep van bewoners uit de Veldstraat-Noord en van de politie ontvangen. Omdat de reacties ten aanzien van het beëindigen of voortzetten van het experiment niet eenduidig waren en om een afweging van belangen te kunnen maken, is besloten het experiment te verlengen tot 1 juli 2004.

Deze belangenafweging heeft geleid tot een nieuw experiment van 1 juli 2004 tot 1 januari 2005 om enerzijds oplossingsrichtingen in de praktijk uit te testen en om anderzijds de beleidsregels aan te vullen met aanvullende voorwaarden.

Op 29 juni 2004 is de 1e aanvulling van de beleidsregels vastgesteld en gepubliceerd. De 1e aanvulling spitste zich toe op een uitbreiding van de voorwaarden voor vergunningverlening en op een uitbreiding van de weigerings- en intrekkingsgronden in samenhang met sfeerbeheer in de openbare ruimte zoals beschreven in de werkafspraken tussen de politie en de sfeerbeheerders of het sus-team.

Na een evaluatie van de tijdelijke nachtvergunningen in november 2004 is besloten om vanaf 1 januari 2005 de nachtvergunningen voor de horeca in de Veldstraat en op het Stationsplein een definitief karakter te geven.

In verband met het definitieve karakter van de nachtvergunningen is besloten om de beleidsregels d.d. 22 januari 2003 en de beleidsregels d.d. 29 juni 2004 met ingang van 1 januari 2005 in te trekken en tegelijkertijd nieuwe beleidsregels met ingang van 1 januari 2005 vast te stellen. Deze nieuwe beleidsregels zijn hieronder weergegeven.

Voor degenen, die de gevolgen van het gevoerde beleid (kunnen) ondervinden, en voor andere geïnteresseerden worden onderstaand de beleidsregels op een rijtje gezet. In voorkomende gevallen zal overeenkomstig deze beleidsregels worden gehandeld.

De beleidsregels hebben betrekking op vijf onderdelen, te weten:

  • 1.

    Handhavingsprotocol;

  • 2.

    Portiersverplichting;

  • 3.

    Gebied;

  • 4.

    Geldigheidsduur van de vergunning;

  • 5.

    Deurbeleid;

  • 6.

    Sfeerbeheer.

1. Handhavingsprotocol

Het handhavingsprotocol bestaat uit:

  • •

    De weigeringsgronden;

  • •

    De voorschriften die erop gericht zijn om van een verstoring van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid, of gezondheid zoveel als mogelijk is te voorkomen;

  • •

    Het sanctiebeleid indien niet wordt voldaan aan voorschriften van een “nachtvergunning”;

  • •

    De intrekkingsgronden ingeval van een (dreigende) aantasting van de openbare orde c.q. een ontoelaatbare nadelige beïnvloeding van het woon- en leefklimaat in de naaste omgeving van de horeca-inrichting.

2. Portiersverlichting

Het opnemen van een portiersverplichting voor hoogdrempelige inrichtingen (“natte horeca”) om in aanmerking te komen voor een “nachtvergunning”;

3. Gebied

Het gebied waarbinnen vergunningverlening mogelijk is betreft de Veldstraat en het Stationsplein.

4. Geldigheidsduur van de vergunning

Vanaf 1 januari 2005 wordt een vergunning verleend met een looptijd van 2 jaar. Op basis van het bepaalde in de Legesverordening worden hiervoor leges geheven.

5. Deurbeleid

Het opnemen van een deurbeleid vanaf 03.00 uur tot 05.00 uur voor hoogdrempelige inrichtingen (“natte horeca”) in de nacht van vrijdag op zaterdag en de nacht van zaterdag op zondag.

6. Sfeerbeheer

Om in het bezit te komen van een nachtvergunning dienen de ondernemers van zowel cafés als van eetzaken aan te tonen op welke wijze zij voldoen aan het sfeerbeheer in de openbare ruimte. De sfeerbeheerders zullen tussen 03.00 en 06.00 uur in de nacht van zaterdag op zondag in de openbare ruimte aanwezig zijn om personen aan te spreken op hinderlijk gedrag en om uitgaansoverlast te verminderen.

Ad. 1Handhavingsprotocol

Het protocol heeft betrekking op weigeringsgronden, voorschriften, sanctiebeleid en op intrekkingsgronden voor een nachtvergunning.

Weigeringsgronden

Een ontheffing van artikel 41 Apv (op basis van artikel 43 Apv) kan worden geweigerd:

  • -

    In het belang van de openbare orde

  • -

    In het belang van het woon- en leefklimaat

Een ontheffing van artikel 41 Apv (op basis van artikel 43 Apv) zal worden geweigerd:

  • -

    Indien door de aanvrager van de ontheffing niet naar voldoening aannemelijk is geworden dat:

    • ○

      Gedurende de periode zondagochtend van 03:00 uur tot 06:00 uur minimaal twee sfeerbeheerders in de openbare ruimte aanwezig zijn;

    • ○

      De werkzaamheden van deze sfeerbeheerders conform het protocol sfeerbeheer uitgevoerd zullen worden.

De taken, verantwoordelijkheden en het werkgebied van deze sfeerbeheerders zijn vastgelegd in de “Werkafspraken sfeerbeheer” d.d. 23 juni 2004. De werkzaamheden dienen conform deze werkafspraken of het “protocol sfeerbeheer” uitgevoerd te worden, met dien verstande dat de werkzaamheden vanaf 1 januari 2005 beperkt blijven tot de nacht van zaterdag op zondag.

Voorschriften

  • 1.

    30 minuten vóór daadwerkelijke sluitingstijd wordt er steeds méér verlichting ontstoken en wordt het geluidsniveau van de muziek steeds meer verlaagd (cooling down-periode). Uiterlijk zaterdagochtend 04:30 uur en zondagochtend 04:30 uur dienen de aan dit project deelnemende hoogdrempelige inrichtingen (“natte horeca”) hun muziek te stoppen en hun verlichting te ontsteken.

  • 2.

    De horecaondernemer draagt er zorg voor dat de tijdslimiet voor het inkomende publiek duidelijk kenbaar wordt gemaakt.

  • 3.

    De horecaondernemer draagt er zorg voor dat de gefaseerde afbouw van muziek, de gefaseerde opbouw van verlichting en de gefaseerde afbouw van de drankverstrekking in het kader van de cooling down-periode visueel zichtbaar is.

  • 4.

    Eventuele aanwijzingen van de politie, gegeven in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid moeten stipt en onmiddellijk worden opgevolgd.

  • 5.

    De horecaondernemer is verplicht er zorg te dragen dat functionarissen van de politie vanaf de openbare weg onmiddellijk en onbelemmerd toegang hebben tot de inrichting.

  • 6.

    Gedurende de tijd dat de inrichting voor bezoekers is geopend, dan wel gedurende de tijd dat de inrichting gesloten dient te zijn en er daarin of aldaar bezoekers aanwezig zijn.

  • 7.

    De aan dit project deelnemende horecagelegenheden zullen gezamenlijk een actieve voorlichtingscampagne voeren. Deze campagne dient primair gericht te zijn op het verminderen van uitgaansoverlast.

Sanctiebeleid

  • 1.

    Als door de politie dan wel door daartoe bevoegde ambtenaren van de gemeente een overtreding van de voorschriften van de nachtvergunning geconstateerd wordt of indien het deurbeleid niet wordt nageleefd, volgt voor zover mogelijk direct een mondelinge waarschuwing;

  • 2.

    Naar aanleiding hiervan wordt aan de overtreder een schriftelijke waarschuwing verstuurd;

  • 3.

    Indien na de vorige overtreding een nieuwe overtreding van genoemde voorschriften of van het deurbeleid wordt geconstateerd trekt het bevoegde orgaan de nachtvergunning tijdelijk in voor een periode van 1 maand.

  • 4.

    Indien na de vorige overtreding een nieuwe overtreding van de voorschriften of van het deurbeleid wordt geconstateerd kan het bevoegde orgaan besluiten de nachtvergunning definitief in te trekken, dan wel andere passende maatregelen te treffen.

Indien de vergunning wegens een overtreding van de voorschriften of van het deurbeleid wordt ingetrokken voor een bepaalde periode, dient de horecaondernemer zich te houden aan de reguliere sluitingstijden.

Intrekkingsgronden

Een verleende ontheffing van artikel 41 Apv (op basis van artikel 43 Apv) kan worden ingetrokken:

  • -

    Wanneer door of vanwege de exploitanten van de deelnemende horecagelegenheden niet voldaan wordt aan de werkwijze zoals deze is opgenomen in het protocol sfeerbeheer.

  • -

    Wanneer door of vanwege de exploitanten van de deelnemende horecagelegenheden niet voldaan wordt aan de overige bepalingen in deze beleidsregels zoals de voorschriften, de portiersverplichting en het deurbeleid.

  • -

    Ingeval van een (dreigende) aantasting van de openbare orde c.q. een ontoelaatbare nadelige beïnvloeding van het woon- en leefklimaat in de naaste omgeving van de horeca-inrichting.

Ad. 2 Portiersverplichting

Op 1 april 1999 is de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus in werking getreden. Door de wetgever is ervoor gekozen om deze vorm van toezicht te structureren omdat deze vorm van toezicht de normale waakzaamheid en zorg voor eigen huis en haard overschrijdt.

Zodra iemand structureel beveiligingswerkzaamheden en een selectiebeleid verricht binnen een horecabedrijf is de aanwezigheid van een gediplomeerd horecaportier verplicht. De horecaportier valt onder de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. Deze wet tracht, voor zover van toepassing, de veiligheid te bevorderen van ondernemers, medewerkers en bezoekers van horeca-inrichtingen. Dit betekent dat een portier het bijbehorende diploma moet behalen en dat hij in dienst moet zijn bij een door de Minister van justitie gecertificeerd beveiligingsbureau.

Gelet op wetgeving en gelet op het Convenant Veilig Uitgaan is besloten om in de nachtvergunning voor hoogdrempelige inrichtingen (“natte horeca”) een voorwaarde op te nemen ta.a.v gecertificeerde porties zodra structureel beveiligingswerkzaamheden en een selectiebeleid worden verricht binnen een horecabedrijf. Voor de laagdrempelige inrichtingen (“droge horeca”) geldt deze voorwaarde niet.

Ad. 5 Deurbeleid

Er geldt uitsluitend voor hoogdrempelige inrichtingen (“natte horeca”) een deurbeleid vanaf 03.00 uur in de nacht van vrijdag op zondag en in de nacht van zaterdag op zondag. Dit betekent concreet dat:

  • •

    Bezoekers tot 03.00 uur worden toegelaten; “erin tot 03.00 uur”.

  • •

    Bezoekers tussen 03.00 en 05.00 uur niet meer worden toegelaten;

  • •

    Bezoekers de inrichting om uiterlijk 05.00 uur dienen te hebben verlaten; “eruit tot 05.00 uur”.

De bezoekers van een laagdrempelige inrichting (“droge horeca”) dienen deze inrichting eveneens om uiterlijk 05.00 uur te hebben verlaten. voor laagdrempelige inrichtingen (“droge horeca”) geldt géén portiersverplichting.

Ondertekening

Roermond, 28 december 2004

De burgemeester van Roermond