Regeling vervallen per 14-02-2024

Handreiking luchtkwaliteit gevoelige bestemmingen Noord-Brabant

Geldend van 17-08-2022 t/m 13-02-2024

Intitulé

Handreiking luchtkwaliteit gevoelige bestemmingen Noord-Brabant

Het Bestuurlijk B5 Milieu heeft in september 2012 het Plan van Aanpak Gezonde Luchtkwaliteit vastgesteld. Eén van de acties die we daarin hebben afgesproken is het maken van deze handreiking voor gevoelige bestemmingen in onze provincie Noord-Brabant.

Luchtkwaliteit en gevoelige bestemmingen

Op 16 januari 2009 is het Besluit Gevoelige Bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) in werking getreden. Hierin staat wanneer gevoelige bestemmingen mogen worden gevestigd in de buurt van rijkswegen en provinciale wegen.

Doel van wetgeving en beleid op het gebied van luchtkwaliteit is het creëren van een gezonde leefkwaliteit voor iedereen. Centraal daarbij staat momenteel het tijdig halen van normen voor NO2 (stikstofdioxide), PM10 (fijnstof met een diameter tot 10 micrometer) en PM2,5 (fijnstof met een diameter tot 2,5 micrometer) in 2015. Ondertussen is echter het inzicht ontstaan dat deeltjes, die veel kleiner zijn dan de genormeerde PM10, de gezondheid van burgers schaden. Er zijn aanwijzingen dat ultrafijnstof (PM0,1) en roet tot de meest schadelijke fracties van fijnstof behoren. Voor dit type stof bestaat echter geen norm. Daarbij betekent het halen van de normen voor NO2, PM10 en PM2,5 niet per definitie dat er geen risico’s meer zijn op gezondheidseffecten ten gevolge van blootstelling aan luchtverontreiniging. Ook onder de normen treden namelijk nog gezondheidseffecten op. Het dalen van de concentraties van genormeerde stoffen hoeft bovendien niet te betekenen dat de gezondheidseffecten evenredig afnemen. Bijvoorbeeld omdat het aandeel ultrafijnstof en roet niet afneemt.

Roet en ultrafijnstof ontstaan bij verbrandingsprocessen. Daarnaast is er nog minuscuul slijtageslijpsel, afkomstig van remvoeringen en banden. Omdat wegverkeer de belangrijkste bron is in een stedelijke omgeving, zijn deze concentraties vooral rond drukke wegen sterk verhoogd. Uit onderzoeken is eerder naar voren gekomen dat vooral bewoners van drukke straten, en kinderen die nabij drukke wegen naar school gaan, een grotere kans hebben op luchtwegproblemen. VNG vraagt niet voor niets om terughoudendheid bij het bouwen van gevoelige bestemmingen rond drukke wegen, ongeacht of er sprake is van overschrijding van vastgestelde normen. Ook de GGD stuurt hier al jaren op aan. Het Longfonds adviseert bepaalde afstanden aan te houden bij nieuwe gevoelige bestemmingen.

Het landelijke Besluit Gevoelige Bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) is bedoeld voor de bescherming van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor luchtvervuiling: kinderen, ouderen en zieken. Het besluit beschrijft op welke afstand van de weg een gevoelige bestemming moet komen in geval van hoge concentraties vervuilde stoffen in de lucht. Namelijk op 300 meter aan weerszijden van rijkswegen en 50 meter aan weerszijden van provinciale wegen.

Dit landelijke besluit uit 2009 vinden wij nog niet voldoende bescherming geven voor deze gevoelige groepen in Noord-Brabant. Er staat immers niets in over drukke binnenstedelijke wegen waar de lucht ook sterk vervuild kan zijn. En bij provinciale wegen en in algemene zin beperkt het beleid zich tot grenswaarden in plaats van gezondheidseffecten in bredere zin.

Daarom breiden we dit besluit uit met provinciale wegen in ruimere zin, en met drukke gemeentelijke wegen in vooralsnog 6 Brabantse steden (Best, Breda, Den Bosch, Eindhoven Helmond en Tilburg.) Dit ligt in de lijn van de brief van Staatssecretaris Atsma (Bijlage 1) waarin hij stelt dat de vestiging van gevoelige bestemmingen op lokaal niveau beoordeeld moet worden.

Deze handreiking past binnen een goede ruimtelijke ordening. In de Wet ruimtelijke ordening staat immers dat bij het huisvesten van een gevoelige bestemming gelet moet worden op blootstelling aan verhoogde concentraties luchtverontreinigende stoffen. Door onderzoek te doen naar de luchtkwaliteit op de locatie voor een gevoelige bestemming, geven we dus invulling aan een goede ruimtelijke ordening.

Doel van deze handreiking in ruime zin is dat de locatie van gevoelige bestemmingen zorgvuldig wordt beschouwd. Dat doen we door verder te kijken dan alleen normen en cijfers en elkaar en collega’s bewust te maken van de mogelijkheden voor gevoelige groepen in de buurt van drukke wegen. We moeten altijd onderzoeken of er geen andere, gezondere locatie binnen het plangebied mogelijk is. Dat geldt in het bijzonder voor nieuwe situaties omdat er dan nog mogelijkheden zijn om flexibel om te gaan met de ruimte. Bij uitbreiding of wijziging van een bestaande bestemming voor een gevoelige groep, is er minder vrijheid. Maar ook dát is een goed moment om bewust te onderzoeken op welke manier we gevoelige groepen kunnen beschermen tegen luchtverontreiniging. Het gaat uiteindelijk niet om het beperken van een bouwopgave, maar om het beschermen van de gezondheid van de gebruikers van de bestemming. En dan voornamelijk de gezondheid van kwetsbare groepen.

Deze handreiking gaan we actief gebruiken bij ruimtelijke plannen en delen we met andere gemeenten. Namens de GGD en de gemeenten Best, Breda, Den Bosch, Eindhoven, Helmond en Tilburg bieden we bovendien onze steun en expertise aan bij ruimtelijke plannen voor gevoelige groepen.

Met gevoelige groepen bedoelen we -net als in het landelijke besluit- mensen die extra gevoelig zijn voor verontreinigde stoffen, bijvoorbeeld kinderen, ouderen en zieken. Als gevoelige bestemmingen gelden gebouwen voor basisonderwijs, voortgezet onderwijs of overig onderwijs aan minderjarigen, kinderopvang, verzorgingstehuis of verpleegtehuis. Hieronder vallen ook overige gebouwen die dezelfde functie hebben als hiervoor omschreven. Het gaat dan om alle vergelijkbare functies, ongeacht de exacte aanduiding ervan in bestemmingsplannen en andere besluiten. Van doorslaggevend belang is de voorziene functie van het gebouw en het bijbehorende terrein. In deze handreiking worden -net als in het landelijke besluit- ziekenhuizen, woningen en sportaccommodaties niet als gevoelige bestemming gezien.

Gevoelige bestemmingen in Noord-Brabant

Komen provinciale wegen of drukke gemeentelijke wegen voor in het plangebied? Dan gelden de volgende kaders:

Provinciale wegen

Binnen een afstand van 300 meter gemeten van de rand van een snelweg en 50 meter gemeten van de rand van een provinciale weg, mogen geen nieuwe gevoelige bestemmingen in de eerstelijnsbebouwing worden geprojecteerd.

Dit is een aanvulling op het landelijke Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) van 2009 in die zin dat deze randvoorwaarde geldt, los van de vraag of sprake is van een (dreigende) overschrijding van grenswaarden.

Drukke gemeentelijke wegen

Bij drukke gemeentelijke wegen binnen een afstand van 50 meter gemeten van de rand van de weg, mogen geen nieuwe gevoelige bestemmingen in de eerstelijnsbebouwing worden geprojecteerd.

Met drukke wegen bedoelen we: wegen met ca. 10.000 motorvoertuigen of meer per etmaal. Dat zijn bijvoorbeeld stroomwegen, gericht op een zo veilig en betrouwbaar mogelijke afwikkeling van grote hoeveelheden verkeer met een hoge gemiddelde snelheid. Ook kan het gaan om ontsluitingswegen, wegen met relatief veel doorgaand verkeer. Welke specifieke wegen per gemeente gelden als drukke wegen, zie je in bijlage 2: drukke wegen gemeenten.

Dit is een aanvulling op het landelijke Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) en geldt eveneens los van de vraag of sprake is van een (dreigende) overschrijding van grenswaarden.

Verantwoordelijkheid projecteigenaren

Is er geen enkele andere mogelijkheid dan gevoelige bestemming toch dichter bij de weg te plaatsen dan gewenst? Dan moet dat met zorgvuldigheid worden toegelicht. Projecteigenaren zijn in dat geval verplicht aanvullend gezondheidskundig advies in te winnen met het oog op het nemen van mogelijke aanvullende maatregelen. Dat kan bij de GGD.

Belangrijkste boodschap daarbij is dat projectleiders dienen te handelen vanuit eigen verantwoordelijkheid en met creativiteit zoeken naar de best haalbare oplossingen. Denk dan aan oriëntatie en indeling, luchtinlaat aan onbelaste zijde, verblijfgebied in buitenlucht aan onbelaste zijde, of bijvoorbeeld extra groen tussen bron en bouwplan.

Stappenplan als hulpmiddel

Bijlage 3 is een landelijk stappenplan voor procedures ruimtelijke plannen. Dit stappenplan kan als hulpmiddel dienen bij de toetsing van nieuwe plannen aan deze handreiking.

INWERKINGTREDING

Deze beleidsregel is in de vergadering van 8 juli 2014 door het college vastgesteld, op 15 juli 2014 in Groeiend Best gepubliceerd en op 16 juli 2014 in werking getreden.

Ondertekening

Best, 15 juli 2014

Drs. A.G.T. van Aert

Burgemeester

mevr. Drs. C.M.M. Noordman

gemeentesecretaris

BIJLAGE 1: Brief staatssecretaris Atsma 24 april 2012

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

BIJLAGE 2: Drukke wegen gemeenten

DRUKKE WEGEN GEMEENTE BEST

Voor de gemeente Best betreffen de stroomwegen en gebiedsontsluitingswegen type I en type 2 drukke wegen. De stroomwegen zijn gericht op een zo veilig en betrouwbaar mogelijke afwikkeling van relatief grote hoeveelheden verkeer met een hoge (gemiddelde) snelheid. De gebiedsontsluitingswegen betreffen wegen die er enerzijds op zijn gericht het verkeer zo snel mogelijk op het stroomwegennet te krijgen, anderzijds dienen zij ertoe gebieden als woonwijken en bedrijventerreinen vlot te ontsluiten.

DRUKKE WEGEN GEMEENTE BEST

afbeelding binnen de regeling

DRUKKE WEGEN GEMEENTE BREDA

Voor de gemeente Breda worden de stadsontsluitingswegen en de secundaire stadsontsluitingswegen gezien als drukke wegen. Onderstaande afbeelding is een concept- afbeelding die dit jaar zal worden herzien. De nieuwe afbeelding zal onderstaande afbeelding te zijner tijd vervangen.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

DRUKKE WEGEN GEMEENTE DEN BOSCH

afbeelding binnen de regeling

DRUKKE WEGEN GEMEENTE EINDHOVEN

Voor de gemeente Eindhoven worden de stroomwegen en gebiedsontsluitingswegen bedoeld als drukke wegen. De stroomwegen zijn gericht op een zo veilig en betrouwbaar mogelijke afwikkeling van relatief grote hoeveelheden verkeer met een hoge (gemiddelde) snelheid. De gebiedsontsluitingswegen betreffen wegen waarop verkeer voorkomt dat een doorgaand karakter heeft ten opzichte van het gebied waarin de ontsluitingsweg ligt.

afbeelding binnen de regeling

DRUKKE WEGEN GEMEENTE HELMOND

Voor de gemeente Helmond worden de stroomwegen en ontsluitingswegen A bedoeld als drukke wegen. De stroomwegen zijn gericht op een zo veilig en betrouwbaar mogelijke afwikkeling van relatief grote hoeveelheden verkeer met een hoge (gemiddelde) snelheid. De ontsluitingswegen A betreffen wegen waarop verkeer voorkomt dat een doorgaand karakter heeft ten opzichte van het gebied waarin de ontsluitingsweg ligt.

Wegennet Helmond: Huidige Autonetwerk

afbeelding binnen de regeling

DRUKKE WEGEN GEMEENTE HELMOND

Wegennet Helmond: Toekomstig Autonetwerk

afbeelding binnen de regeling

DRUKKE WEGEN GEMEENTE TILBURG

Voor de gemeente Tilburg worden de gebiedsontsluitingswegen bedoeld als drukke wegen.

afbeelding binnen de regeling

BIJLAGE 3: Stappenplan RO procedure

afbeelding binnen de regeling