Beleidsnotitie vergunningplichtige bomen en erfbeplanting

Geldend van 10-11-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsnotitie vergunningplichtige bomen en erfbeplanting

Versie 1.4 (definitief) Datum vaststelling: 3 november 2020

Colofon

Opdrachtgever

Gemeente: West Maas en Waal

Contactpersoon: Masja van Ingen

Opdrachtnemer

Tree-o-logic

Westenengerdijk11

6732 GS Harskamp

Telefoon: 0318 479 166

e-mail: info@treeologic.nl

website: www.treeologic.nl

Adviseurs

Dhr. ing. H. (Henk) van Eldik

Dhr. M. (Marc) van Scherpenzeel

Opgesteld: 09-12-2019

Versie: 1.4 (definitief)

Inleiding

Tot dit moment wordt het beleid voor de vergunningsplichtige bomen op basis van een bomenlijst en bomenstructuurplan geleid. Dit beleid was beschreven in diverse plannen en verordeningen, waardoor niet altijd duidelijk was wat wel en niet was toegestaan. De gemeente heeft de wens om het gehele beleid voor de vergunningsplichtige bomen en houtopstanden en groenvlakken binnen en buiten de kom te herzien.

Doel van dit beleidsplan is het eenduidig formuleren van beleid met betrekking tot de vergunningsplichtige bomen en de bescherming van andere typen gemeentelijke en particuliere houtopstanden en boomstructuren voor de komende 5 jaar. Uitgangspunt hierbij is het ‘vergunningsvrij, tenzij’ principe. Dit betekent in beginsel dat het voor boomeigenaren toegestaan is om houtopstanden vergunningvrij te (laten) verwijderen, tenzij de houtopstand door middel van wet- en/of regelgeving een beschermde status heeft gekregen.

Onderstaande (sub)doelen worden hierbij uitgewerkt:

 opstellen van een heldere visie met betrekking tot de instandhouding en bescherming van particuliere en gemeentelijke waardevolle/monumentale bomen, andere soorten houtopstanden en boomstructuren;

 creëren van eenduidig beleid voor toetsingscriteria op basis waarvan houtopstanden wel of niet vergunningplichtig zijn;

 creëren van eenduidig beleid voor de kapvergunningsprocedure;

 creëren van eenduidig beleid en het aangeven van kaders met betrekking tot herplant/instandhouding;

 creëren van eenduidig beleid voor de erfbeplanting en wederopbouw beplanting;

 creëren van eenduidig beleid voor de waardevolle en monumentale bomen;

 om te dienen als toetsingsinstrument voor (interne en externe) plannen;

 om te dienen als toetsingsinstrument voor uiteenlopende praktische zaken als zonnepanelen, kabels en leidingen, bestrijding van ziektes en aantastingen enz.

Dit plan resulteert in een min of meer gegarandeerde instandhouding en bescherming van de meest belangrijke houtopstanden en erfbeplantingen, met als concrete instrumenten:

 een lijst met vergunningplichtige bomen (waardevol/monumentaal);

 een overzicht van gedefinieerde boomstructuren;

 een uitgewerkte Groene Kaart met vergunningplichtige houtopstanden, als communicatiemiddel;

 een uitgewerkte kapvergunningprocedure/beslismodel.

Proces en werkwijze

Om tot een eenduidige beleidsnotitie te komen zijn alle relevante bestaande stukken doorgenomen en, indien wenselijk of noodzakelijk, verwerkt in dit nieuwe plan. Hierbij is tevens rekening gehouden met landelijke wet- en regelgeving. In de toekomst moet ook rekening worden gehouden met de omgevingswet en omgevingsvisie.

Aan de hand van dit plan is vervolgens in het veld een inventarisatie uitgevoerd en zijn de vergunningplichtige houtopstanden in kaart gebracht, evenals de gewenste boomstructuren.

Status

Deze beleidsnotitie overstijgt het bestaande beleid wat beschreven is in allerlei plannen en verordeningen. Hiermee ontstaat één duidelijk plan waarop burgers en ambtenaren terug kunnen vallen. Deze beleidsnotitie is een aanpassing op bestaand beleid en wordt ter goedkeuring aangeboden aan het College van B & W.

1. Definities

Houtopstand: hakhout, een houtwal/-singel of één of meer bomen.

Boom: een houtachtig, overblijvend gewas met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 15 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam. In het kader van een herplant of instandhoudingsplicht kunnen voorschriften gesteld en maatregelen genomen worden voor bomen kleiner dan 15 cm dwarsdoorsnede op 1,3 meter boven maaiveld.

Bomenrij (in buitengebied): een min of meer aaneengesloten rij bomen met een maximale onderlinge plantafstand van 15 meter, bestaande uit minimaal drie bomen en in het buitengebied maximaal 20 bomen.

Boomvormers: de bomen die bepalend zijn voor de structuur, het karakter en de omvang van een bosvlak, houtwal/-singel, of hakhout.

Dunning: velling ter bevordering van het voortbestaan van de houtopstand als geheel.

Knotten: het periodiek terugzetten van de gehele kroon tot op de knot middels het verwijderen van opnieuw uitgelopen loten met als gangbare doelstelling het steeds periodiek terugzetten tot op de knot.

Kandelaberen: het voor de eerste maal met circa 30 tot 50% afzetten van een bestaande regulier uitgegroeide kroon met als gangbare doelstelling het ingrijpend reduceren van de kroonomvang.

Kandelaren: het voor de eerste maal met circa 50 tot 75% afzetten van een bestaande regulier uitgegroeide kroon met als gangbare doelstelling het ingrijpend reduceren van de kroonomvang.

Afzetten houtopstand: het terugsnoeien van de houtopstand tot maximaal 15 cm boven de grond, zodat de stronk weer opnieuw uit kan lopen.

Onderhoudssnoei: het verwijderen van (probleemtakken) in de blijvende kroon of omvang van de houtopstand, met als doel een veilige houtopstand met voldoende takvrije ruimte en een natuurlijke habitus.

Begeleidingssnoei: het snoeien van (probleem)takken in de tijdelijke kroon, met als doel de evenredige ontwikkeling van de tijdelijke kroon naar de blijvende kroon.

Bebouwde kom: bebouwde kom volgens Bebouwde Kom Boswetgrenzen

Buitengebied: het gebied buiten de Bebouwde Kom Boswetgrenzen

2. Samenvatting

Om tot een eenduidige beleidsnotitie te komen waarin de bescherming en vergunningplicht van bomen en houtopstanden wordt geregeld, is vorig jaar (2018) een start gemaakt met het opstellen van deze beleidsnotitie en het in kaart brengen van beschermwaardige structuren en waardevolle/monumentale bomen en houtopstanden.

Het nieuwe beleid is bedoeld om waardevolle boomstructuren en houtopstanden in stand te houden, maar met een beperkte regeldruk. Rondom bomen spelen veel belangen. Denk hierbij aan de CO2 reductie vanuit het klimaatakkoord, klimaatadaptatie, overlast, leefklimaat, invloed op temperatuurdaling etc. etc. Bomen vertegenwoordigen hierin een belangrijke rol. Daarom wil de gemeente West Maas en Waal zowel haar eigen bomen als particuliere bomen beschermen/instandhouden middels een aantal beschermingsniveaus, te weten:

1. Middels het vastleggen van individuele bomen op de Bomenlijst

2. Middels het vastleggen van beschermde structuurniveaus

3. Middels het vastleggen van beschermde erfbeplantingen behorende bij de wederopbouwboerderijen in het buitengebied

Voor alle houtopstanden die hiertoe behoren geldt dat deze alleen mogen worden gekapt of rigoureus gesnoeid als daarvoor een omgevingsvergunning kappen is verleend.

Een vierde beschermingsniveau is de meldingsplicht voor boomeigenaren bij de Provincie Gelderland voor het kappen van grotere houtopstanden in het buitengebied. De regie hiervan ligt echter bij de Provincie, maar wordt hier wel benoemd ter informatie.

Alle houtopstanden die dus niet onder een van de vier beschermingsniveaus vallen zijn daarmee vergunningvrij en hoeven ook niet gemeld te worden, indien men deze wil kappen of snoeien.

Doel van de vergunningplicht is, instandhouding. Daarom wordt terughoudend omgegaan met het verlenen van een omgevingsvergunning kappen. Er moeten gegronde redenen zijn, zoals veiligheid of een beperkte toekomstverwachting, op basis waarvan een omgevingsvergunning kappen wordt verleend. Als een boom gekapt wordt moet altijd herplant uitgevoerd worden. Regulier onderhoud mag altijd uitgevoerd worden en is niet vergunningplichtig. Voor de aanleg, het herstel of het uitvoeren van achterstallig onderhoud van erfbeplanting zijn er subsidiemogelijkheden.

Groene Kaart

Door middel van de veldinventarisatie zijn de houtopstanden die onder beschermingsniveau 1 en 2 vallen in beeld gebracht. Deze worden gevisualiseerd middels de Groene Kaart. Deze wordt gepubliceerd op de website van de gemeente, zodat iedereen kan zien of zijn/haar houtopstand vergunningplichtig is. De erfbeplantingen bij de wederopbouwboerderijen hebben een beschermde status (beschermingsniveau 3). Deze boerderijen met erfbeplanting uit de wederopbouwperiode zijn aangemerkt als Rijks Cultureel Erfgoed.

Samenvatting nieuw bomenbeleid in schematisch overzicht

Locatie Vergunningplichtige

Bebouwde kom -Alle bomen die op de bomenlijst zijn geplaatst

-Alle bomen die onderdeel uitmaken van de beschermde boomstructuur

Buitengebied* -Alle bomen die op de bomenlijst zijn geplaatst

-De erfbeplanting die onderdeel uitmaken van het Wederopbouwerf

*Naast de gemeentelijke vergunningplicht moet voor bomen in het buitengebied geldt er in sommige gevallen ook een kapmeldingsplicht vanuit de Provincie (Wet Natuurbescherming).

3. Voormalig beleid

De voormalige beleidslijn werd onderbouwd door onderstaande beleidsstukken:

 Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

 Monumentale bomenlijst 2004

 Landschapsontwikkelingsplan 2010 – 2020

 Structuurvisie dorpen 2025

 Meanderende maas

 Woonvisie

De meest relevante projecten zijn:

o Herinrichting de Peel Beneden-Leeuwen

o Wortelopdruk projecten

Beleidsdocumenten die van toepassing zijn:

 Algemene plaatselijke verordening (APV)

 Landschapsontwikkelingsplan 2010 – 2020

 Structuurvisie buitengebied 2020

 Bomenbeleidsplan gemeentelijke bomen

 Lijst van de Bomenstichting

 Wet natuurbescherming

 Maas en Waal gebiedsdocument wederopbouw landelijke gebieden

4. Visie op bomen en andere typen houtopstanden

Algemeen

Het groen binnen de gemeente laat zich kenmerken door haar ligging in een aantrekkelijk en gevarieerd rivierenlandschap met boerderijen, dorpen en houtopstanden. Het groen in het buitengebied kenmerkt zich door karakteristieke bomenrijen van populieren, essen, iepen en eiken langs de veldwegen, maar ook eendenkooien, populierenbossen en knotwilgen. De gemeente bestaat uit de dorpskernen Alphen, Altforst, Maasbommel, Appeltern, Beneden-Leeuwen, Boven- Leeuwen, Dreumel, Wamel. Het groen in de kernen is opgebouwd aan de hand van groenstructuren. Gezamenlijk vormen deze het groene karakter van een dorp.

Visie

Houtopstanden zijn zeer belangrijk voor de leefomgeving. Dit wordt steeds meer onderkend door bestuurders en burgers. Ook tonen diverse wetenschappelijke onderzoeken het belang van houtopstanden aan.

 In het kader van klimaatadaptatie en milieu vertegenwoordigen bomen een belangrijke rol vanwege zaken als het water bufferend vermogen, afvangen fijnstof en opslag CO2, maar ook verkoeling van de directe leefomgeving.

 Houtopstanden vertegenwoordigen een belangrijke ecologische waarde en geven allerlei flora en fauna de kans om zich temidden van een bewoonde omgeving toch te ontwikkelen.

 Houtopstanden dragen bij aan een prettiger leefklimaat voor bewoners, geven de seizoenen weer, zijn een natuurlijke aankleding van woonwijken, bieden ruimte voor recreatie etc. Ondanks dat houtopstanden ook voor overlast kunnen zorgen dragen houtopstanden bij aan een beter leefklimaat en een groene omgeving. Daarbij zorgen houtopstanden voor waardevermeerdering van woningen.

De gemeente is zich bewust van het belang van houtopstanden in bebouwd en landschappelijk gebied en onderschrijft daarom het belang van houtopstanden. Ook is men zich er van bewust dat bomen voor overlast kunnen zorgen of in het verleden op ongunstige locaties zijn aangeplant. Daarnaast moet men rekening houden met andere disciplines en is er met name in de bebouwde kom soms maar zeer beperkt ruimte voor goede groeiplaatsomstandigheden voor bomen.

Desalniettemin ziet de gemeente houtopstanden als onmisbaar voor de toekomst. Houtopstanden moeten daarom tot zekere mate beschermd en in stand gehouden worden, middels een vergunningplicht. Aan de andere kant wil de gemeente niet doorslaan in haar vergunningplicht en regeldruk, zodat er ook ruimte is voor ontwikkeling.

Daarom hanteert de gemeente drie beschermingsniveaus, te weten de groenstructuur, de monumentale gemeentelijke en particuliere bomenlijst en de erfbeplanting in het RCE (Rijks Cultureel Erfgoed).

Structuurniveaus

Er wordt binnen de groenstructuur onderscheid gemaakt in de volgende structuren:

 Continu boomstructuur (binnen en buiten bebouwde kom)

 Losse boomstructuur (binnen en buiten bebouwde kom)

 Parken

 Sportpark en begraafplaatsen

 Particulier groen met bomen en agrarische tussengebieden

 Dijken

 Markante objecten

 Monumentale gemeentelijke- en particuliere bomen

Op welke wijze zijn de structuurniveaus en monumentale bomen in kaart gebracht?

In het veld heeft een inventarisatie en actualisatie plaatsgevonden van onderstaande elementen:

 De huidige boomstructuur binnen en buiten de bebouwde kom zoals geformuleerd en vastgesteld in het Bomenstructuurplan. Dit is buiten getoetst op haalbaarheid en toekomstbestendigheid. In bijlage 3 staan de criteria vermeld waarop de structuren zijn beoordeeld.

 De Monumentale gemeentelijke en particuliere bomenlijst is aan de hand van de opgestelde criterialijst buiten geïnventariseerd. Hierbij wordt de boom op de lijst opgenomen wanneer deze 60 punten of meer scoren. In bijlage 2 staat de criterialijst vermeld waarop de bomen zijn beoordeeld.

 Wederopbouw en erfbeplanting betreft de erfbeplantingen bij de wederopbouwboerderijen aan de boerderijstraten. Stichting landschapsbeheer Gelderland heeft een bureau- en veldstudie gedaan naar de type erfbeplantingen in het wederopbouwgebied. De gemeente wil datgene wat er nog staat beschermen en de bewoners stimuleren om de erfbeplantingen te behouden, herstellen en achterstallig onderhoud weg te werken. Hiervoor zijn subsidiemogelijkheden bij de provincie. Een subsidieaanvraag hiervoor kan bij de gemeente worden ingediend.

Waar worden de structuurniveaus voor gebruikt?

De gedefinieerde structuurniveau ’s worden gebruikt als afwegingskader voor bijvoorbeeld:

 Het bepalen van de bestemming van bomen en groen;

 Het verlenen van omgevingsvergunningen (kappen);

 Het bepalen van sortiment en aanplantmaat;

 Het bepalen van het onderhoudsniveau;

 Nieuwe aanleg en/of renovatie;

 Beoordelen en het afwerken van verzoeken en/of klachten van bewoners.

5. Vergunningenbeleid

Het vergunningenbeleid moet leiden tot minder regeldruk voor burgers en ambtenaren en aansluiten bij de wensen van de inwoners. Daarbij mogen er echter geen juridische of beleidsmatige conflicten ontstaan met overkoepelende landelijke of provinciale wet- en regelgeving. Wetgeving geeft de grens aan wat wel en niet is toegestaan. Hierbinnen heeft de gemeente de ruimte om aanvullende regelgeving op te stellen. Verder spelen er diverse belangen rondom houtopstanden. Deze aspecten gezamenlijk maken in combinatie met de visie, het beleid voor de komende vijf jaar.

5.1 Wettelijke kaders en aanvullende regelgeving

Rijksoverheid:

 De Wet Natuurbescherming betreft landelijke wetgeving waaraan overheid en burger zich hebben te houden (borging Flora en Fauna, Boswet en Gelders Natuurnetwerk). Het bevoegd gezag hierop is de provincie.

 Omgevingswet

 Klimaatakkoord (met als belangrijk aspect voor houtopstanden: de reductie van CO2)

 Erfbeplanting Wederopbouwerf (Rijks Cultureel Erfgoed).

Gemeente:

 De bomenlijst, waarop veel bijzondere gedenkbomen en monumentale bomen staan.

 Boomstructuurplan waarin belangrijke structuurniveaus zijn benoemd.

 Omgevingsvisie (toekomst)

5.2 Belangen

Rondom bomen en houtopstanden spelen diverse belangen en wensen. De belangrijkste worden hieronder per stakeholder of belangengebied opgesomd.

Gemeente:

 Tevreden inwoners in een prettige leefomgeving

 Veilig en gezond bomenbestand

 Grote aandacht voor klimaatadaptatie en CO2 reductie

 Juiste boom op de juiste plaats

 Groenstructuurniveaus als basis voor inrichting buitenruimte

 In stand houden Cultureel Erfgoed (Wederopbouwerf)

 Samenwerking met andere disciplines in de openbare ruimte

 Erkenning gezamenlijk belang van houtopstanden

 Extra zuinig zijn op bomen met een waardevolle of monumentale status

 Extra zuinig zijn op gedenkbomen en markante houtopstanden

 Kwalitatief sterk en toekomstbestendig bomenbestand

Provincie:

 Aanhaken bij omgevingsplannen provincie Gelderland

Klimaat, milieu en natuur:

• Klimaatverandering en klimaatadaptatie

• Temperatuurdaling of afvlakking temperatuur door houtopstanden tussen gebouwen en langs wegen

• Opname van fijnstof door bomen en andere typen houtopstanden

• Opname van CO2 door bomen en andere typen houtopstanden

• Waterbuffering (bijv. bij waterpiek momenten)

• Verhogen biodiversiteit

Landschapsontwikkeling:

• Karakteristieke houtopstanden in stand houden

• Cultuurhistorisch waardevolle houtopstanden en Wederopbouwerf in stand houden

• Voldoende diversiteit in sortiment

• Voldoende kwaliteit

Inwoners:

 Prettige leefomgeving

 Niet teveel overlast door bomen

 Schone lucht in directe omgeving

 Ruimte voor zonnepanelen

 Voldoende recreatieplekken temidden van groen

 Bewaren en zichtbaar maken/houden van cultuurhistorie

 Groene aankleding woonwijken

 Verhoging marktwaarde woning

5.3 Beleid

Op basis van de belangen en wensen van de gemeente en andere belanghebbenden is besloten dat de bomen en houtopstanden vergunningplichtig zijn wanneer deze:

 Onderdeel uitmaken van de beschermde boomstructuren

 Onderdeel uitmaken van grootschalig groen als parken, begraafplaatsen en sportparken

 Onderdeel uitmaken van erfbeplanting op het wederopbouwerf

 Opgenomen zijn op de bomenlijst van gemeentelijke en particuliere monumentale bomen

De gemeente hanteert daarom onderstaande beleidslijn.

Het is toegestaan de houtopstand vergunningvrij te kappen/kandelaberen/kandelaren/knotten, tenzij:

A. Wetgeving

 De houtopstand gebruikt wordt als nest- of verblijfsplaats voor fauna of wordt gebruikt als vliegroute voor beschermde fauna (toetsen aan Wet Natuurbescherming).

 De houtopstand gebruikt wordt door beschermde flora (toetsen aan Wet Natuurbescherming).

 De houtopstand binnen het Gelders Natuurnetwerk of Natura2000 gebied valt en daarmee specifieke bescherming geniet. Hier is aangepast beleid van toepassing. Het uiterwaardengebied langs de Waal is onderdeel van de Natura2000 gebieden.

 De houtopstand onder de bescherming houtopstanden van de Wet Natuurbescherming valt (voormalige Boswet).

B. Binnen de bebouwde kom

 De houtopstand is opgenomen op de Bomenlijst (kern Alphen, Beneden-Leeuwen, Boven-Leeuwen, Maasbommel, Appeltern, Altforst, Dreumel, Wamel). Deze zijn gevisualiseerd middels een boompunt op de Groene Kaart.

 De houtopstand toebehoort aan de beschermde hoofdstructuur zoals: hoofdstructuurvlakken, parken, begraafplaatsen en sportparken en enkele solitaire bomen of boomgroepen op grote gazonvelden. Deze zijn gevisualiseerd middels een vlaktekening op de Groene Kaart.

C. Buitengebied*

 Het houtopstanden betreffen die vanuit het verleden zijn aangelegd op het Wederopbouwerf (RCE). Deze zijn gevisualiseerd middels een punt, lijn en/of vlaktekening op de Groene Kaart.

 Het bakenbomen betreffen die in het uiterwaardengebied van de Maas zijn aangeplant en op de bomenlijst zijn opgenomen. Deze zijn gevisualiseerd middels een boompunt op de Groene Kaart.

 De houtopstand is opgenomen op de bomenlijst. Deze zijn gevisualiseerd middels een boompunt op de Groene Kaart.

*Voor de overige houtopstanden in het buitengebied geldt de Wet Natuurbescherming houtopstanden.

5.4 Toelichting op de ‘tenzij ’s’

A. Wetgeving

Wetgeving heeft altijd een overkoepelende status. De Wet Natuurbescherming beschrijft diverse aspecten over hoe moet worden omgegaan met de bescherming van flora en fauna en met houtopstanden in de bebouwde kom en in het buitengebied. Deze wet bevat een aantal onderdelen, namelijk de meldingsplicht, de herplantplicht en het kapverbod. Op grond van de Wet Natuurbescherming moeten negatieve effecten op beschermde soorten voorkomen worden en moeten houtopstanden bewaard blijven. De provincie Gelderland houdt hier toezicht op. De gemeente is hierin geen bevoegd gezag, maar heeft wel een informatieplicht hierover naar de burger. De burger is dus zelf verantwoordelijk voor de correcte naleving van de Wet Natuurbescherming. Wel is de gemeente bevoegd om aanvullende (scherpere) regelgeving toe te passen met betrekking tot bescherming van houtopstanden in het buitengebied. Bijvoorbeeld omdat hierdoor een ander belang wordt geregeld. Onder het kopje C. Buitengebied wordt dit verder uitgewerkt.

Flora en fauna

Binnen de Wet Natuurbescherming worden diverse soorten, planten en dieren beschermd. Het is nooit toegestaan om houtopstanden te verwijderen indien deze gebruikt worden als jaarrond beschermde nest- of verblijfplaats. Bij hoge uitzondering kan voor kap een ontheffing bij de Provincie Gelderland worden aangevraagd. Voor niet jaarrond beschermde nest- en verblijfplaatsen dienen de werkzaamheden te worden uitgesteld tot deze zijn verlaten.

Daarnaast kan het zijn dat de houtopstand onderdeel uitmaakt van het foerageergebied of vluchtroutes van beschermde diersoorten. Een Quik Scan flora en fauna geeft uitsluitsel of het wel of niet toegestaan is om de houtopstand te kappen en onder welke voorwaarden. Dit dient de burger zelf te regelen.

Natuurgebieden

Natura2000 gebieden maken onderdeel uit van een Europees netwerk van belangrijke natuurgebieden en zijn wettelijk beschermd middels de Wet Natuurbescherming. Dit geldt ook voor het Gelders Natuurnetwerk (GNN). Binnen de gemeente West Maas en Waal is het uiterwaardengebied langs de Waal aangemerkt als Natura2000 gebied. Verder maken diverse landschappelijke elementen onderdeel uit van het GNN, zoals eendenkooien, bospercelen en de Grote Wetering (soms ook vanwege de ecologische verbindingszones).

Houtopstanden buitengebied

De Wet natuurbescherming met betrekking tot houtopstanden heeft alleen betrekking op het buitengebied en ziet in de instandhouding van het bos en bomenareaal buiten de bebouwde kom. Deze wet is van toepassing als het gaat om beplantingen van bomen groter dan 10 are of als het een rijbeplanting betreft, bestaande uit meer dan 20 bomen. Dat wil in beginsel zeggen dat bij de Provincie Gelderland gemeld moet worden indien bomen gekapt worden. De Provincie moet hier dan ook toestemming voor verlenen. In principe is hierop altijd herplantplicht van toepassing welke binnen 3 jaar moet zijn gerealiseerd. De meldingsplicht en de herplantplicht zijn duidelijk omschreven in hoofdstuk 4, artikel 4.1 t/m 4.5 van de Wet Natuurbescherming.

De meldingsplicht en herplantplicht in het kader van de Wet Natuurbescherming zijn niet van toepassing op :

 Houtopstanden op een erf of in een tuin.

 Fruitbomen of windschermen rondom boomgaarden.

 Naaldbomen, kennelijk bedoeld om te dienen als kerstbomen, indien niet ouder dan twintig jaar.

 Kweekgoed.

 Uit populieren of wilgen bestaande:

o wegbeplantingen;

o beplantingen langs waterwegen;

o eenrijige beplantingen langs landbouwgronden.

 Dunning van houtopstanden.

 Uit populieren, wilgen, essen of elzen bestaande beplantingen die kennelijk zijn bedoeld voor de productie van houtige biomassa, indien zij:

o ten minste eens per tien jaar worden geoogst;

o bestaan minstens tienduizend per hectare per beplantingseenheid, zijnde een aaneengesloten beplanting die niet wordt doorgesneden door onbeplante stroken breder dan twee meter;

o zijn aangelegd na 1 januari 2013.

B. Binnen de bebouwde kom

Binnen de bebouwde kom worden de houtopstanden op twee manieren beschermd:

1. Individuele waardevolle/monumentale bomen middels de Bomenlijst

2. Structuurniveaus en grote groengebieden middels lijnen en vlakkenkaart

Beiden worden weergegeven in de Groene Kaart, zodat duidelijk is welke houtopstanden hiermee worden bedoeld.

De houtopstanden die dit betreffen zijn dus vergunningplichtig. Bij het samenstellen van de Bomenlijst is onder meer gekeken naar leeftijd, omvang, locatie, toekomstverwachting, sortiment, monumentale waarde, gedenkboom en cultuurhistorische waarde. Meer hierover in de criteria lijst in bijlage 2.

C. Buitengebied

De gemeente heeft hier andere belangen dan de Provincie Gelderland. Zo vindt de gemeente het belangrijk dat beplanting op erven in sommige gevallen ook vergunningplichtig is. Bijvoorbeeld in het kader van Erfbeplanting Wederopbouwerf (RCE). Deze houtopstanden worden niet (volledig) beschermd middels de Wet Natuurbescherming. Ook staan er in het buitengebied waardevolle of monumentale bomen, die thuishoren op de Bomenlijst. Daarom worden de bomen in het buitengebied op drie manieren beschermd:

1. Individuele waardevolle/monumentale bomen middels de Bomenlijst

2. Houtopstanden die onderdeel zijn van het Wederopbouwerf (RCE)

3. Bomenrijen van meer dan 20 bomen en/of beplantingen van bomen van meer dan 10 are (niet op erven) middels de Wet Natuurbescherming

5.5 Regulier onderhoud bij vergunningplichtige houtopstanden

Om de vergunningplichtige houtopstanden duurzaam in stand te houden, is het soms noodzakelijk dat onderhoudswerkzaamheden plaatsvinden. Onderhoudswerkzaamheden aan individuele bomen, bomenrijen of erfbeplantingen zijn niet vergunningplichtig zolang de werkzaamheden het karakter en de oorspronkelijke habitat van de houtopstand niet aantasten.

5.5.1 Onderhoud individuele bomen bebouwde kom en buitengebied

Werkzaamheden die zijn toegestaan om vergunningvrij uit te voeren:

 Het knotten van bestaande knotbomen (meestal periodiek).

 Het terugzetten van gekandelaberde of gekandelaarde bomen

 Het uitvoeren van onderhoudssnoei of begeleidingssnoei.

5.5.2 Onderhoud erfbeplantingen en Wederopbouwerf buitengebied

Werkzaamheden die zijn toegestaan om vergunningvrij uit te voeren:

 Het afzetten van onderbeplanting, zodat deze vervolgens weer opnieuw uitlopen. De boomvormers blijven in stand.

 Het uitvoeren van onderhoudssnoei of begeleidingssnoei.

5.5.3 Werkzaamheden die niet vergunningsvrij zijn toegestaan in bebouwde kom en/of buitengebied:

 Het afzetten of verwijderen van de boomvormers in een houtsingel of bos die als vergunningplichtig zijn aangemerkt

 Het voor de eerste keer kandelaberen, kandelaren of knotten van een boom.

5.6 Vergunningverlening, herplantplicht en instandhouding/herstel

5.6.1 Hinder en overlast

In onderstaand schema wordt in één overzicht weergegeven welke vormen van overlast en hinder te onderscheiden zijn voor bomen en of dit een gegronde reden is voor het verlenen van een omgevingsvergunning kappen.

Vorm van hinder Vergunning verlenen, ja/nee Toelichting

Bladval, bloeiwijze en vruchtval Nee, tenzij ernstige aantoonbare hinder overlast Is een natuurlijk gegeven bij een boom en is geen reden tot kap, wel kan bij een reconstructie rekening worden gehouden met de sortimentskeuze en de mate en omvang van de overlast

Bomen en luis (Honingdauw) Nee, tenzij ernstige aantoonbare hinder en/of overlast Het lekken van een boom is niet alleen een argument voor kap, wel kan bij een reconstructie rekening worden gehouden bij de sortimentskeuze.

De gemeente bestrijd de luis ook door middel van spuiten. Dit wordt continu gemonitord.

Bomen en zonnepanelen Nee Zonnepanelen zijn geen argument om te kappen, omdat beiden belangrijk zijn voor het milieu en klimaat. Bij een reconstructie wordt wel rekening gehouden met de sortimentskeuze en de aanwezigheid van zonnepanelen in de omgeving.

Schaduwwerking (te weinig lichtinval woningen) Nee, tenzij Dit wordt per klacht beoordeeld door de gemeente, zodat men ook collectief kan kijken of aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld door middel van een herinrichting.

Schade voor de volksgezondheid Nee, tenzij Eikenprocessierupsen zijn een gevaar voor de volksgezondheid.

Dit is in de situaties wanneer:

 Er een behoorlijke mate van aantasting van Eikenprocessierups aanwezig is. Deze wordt met nematoden bestreden. Ook worden nesten weggezogen.

Wortelopdruk van verharding Nee, tenzij Wortelopdruk alleen is geen reden tot het kappen van de boom.

In eerste instantie wordt gekeken naar de mogelijke technische oplossingen. In overleg met civiele werken wordt bepaald welke maatregelen passend zijn.

5.6.2 Stroomschema en beslisboom aanvragen omgevingsvergunning kappen

In onderstaand schema wordt inzicht gegeven welke stappen doorlopen dienen te worden om te komen tot een besluit voor het wel of niet kappen van een houtopstand.

Uw houtopstand staat binnen de bebouwde kom en:

Staat vermeld op de Bomenlijst en staat als vergunningplichtig weergegeven op de Groene Kaart?

Of is onderdeel van de beschermde boomstructuur en staat als vergunningplichtig weergegeven op de Groene Kaart?

Of is onderdeel van het Wederopbouwerf en staat als vergunningplichtig weergegeven op de Groene Kaart?

Uw houtopstand staat in het buitengebied en:

Maakt onderdeel uit van erfbeplanting of het Wederopbouwerf (RCE) en staat als vergunningplichtig weergegeven op de Groene Kaart?

Staat vermeld op de Bomenlijst en staat als vergunningplichtig weergegeven op de Groene Kaart?

Het betreft een houtopstand met een oppervlakte groter dan 10 are of een rijbeplanting van meer dan 20 bomen?

*Wel moet rekening worden gehouden met de aanwezigheid van flora en fauna, volgens de Wet Natuurbescherming

5.6.3 Vergunningverlening

Een omgevingsvergunning kappen wordt in beginsel alleen verleend als er sprake is van:

 Een aantoonbaar veiligheidsrisico is, waarbij andere maatregelen dan kap niet afdoende zijn.

 Een aantoonbaar risico voor de volksgezondheid, waarbij andere maatregelen niet afdoende zijn.

 Een toekomstverwachting van minder dan 5 jaar, bijvoorbeeld als gevolg van een ziekte/aantasting of vanwege slechte groeiplaatsomstandigheden.

 Indien het individuele belang van kap aantoonbaar zwaarder weegt dan het maatschappelijk belang, bijvoorbeeld in het kader van bouwtechnische ontwikkelingen of inrichtingsproblemen. Dit wordt per situatie bekeken.

Als onderbouwing bij de aanvraag kan een nader boomtechnisch onderzoek gevraagd worden om in beeld te brengen wat de huidige kwaliteit is van de boom (kwaliteit, veiligheid, conditie en toekomstverwachting)

5.6.4 Herplantplicht

In alle gevallen dat een omgevingsvergunning kappen verleend wordt, is herplantplicht van toepassing. De criteria hiervoor zijn als volgt gedefinieerd:

 Voor solitaire bomen geldt dat het aantal her te planten bomen gelijk is aan het aantal te kappen bomen.

 Voor bomen in laanverband geldt als uitgangspunt dat het aantal te herplanten bomen gelijk is aan het aantal gekapte bomen, tenzij dit om praktische redenen niet mogelijk of wenselijk is.

 Voor erfbeplanting geldt dat herplant vereist is als het karakter van de opstand (als gevolg van kap) in gevaar dreigt te komen. Een erfbeplanting bestaat uit verschillende beplantingstypen, met ieder een eigen positie op het perceel. Bij herplant of herstel is de voorwaarde dat de (wederopbouw) erfbeplanting herkenbaar blijft.

 Herplant dient binnen 1 jaar na vergunningverlening te zijn uitgevoerd. De beste tijd om te planten is de periode oktober t/m maart (voorkeur oktober – december).

 Aanplantmaat solitaire bomen buitengebied: 16-18 cm omtrek gemeten op 100 cm hoogte vanaf maaiveld.

 Aanplantmaat solitaire bomen bebouwde kom: 18-20 cm omtrek gemeten op 100 cm hoogte vanaf maaiveld.

 Aanplantmaat houtsingels/bos: veren of spillen van minimaal 100/125 cm hoog.

 De particulier dient een herplant voorstel op basis van de soorten die beschreven staan op de Landschapsbrochure of die behoren bij de erfbeplanting Wederopbouwerf en voegt deze als bijlage toe aan de omgevingsvergunning. Informatie hierover is op te vragen bij de gemeente.

 Gemeente toetst of de voorgestelde herplant minimaal voldoet aan de gewenste richtlijnen, onder andere zoals benoemd in bijlage 5.

5.7 Toezicht/handhaving en sancties

De gemeente en burgers zijn samen verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van het opgestelde beleid. Toezicht wordt uitgevoerd door de gemeente of door een door de gemeente ingeschakelde deskundige.

 Een vergunningaanvraag wordt door de gemeente beoordeeld aan de hand van een beoordelingsformulier (zie bijlage 4. Toetsingsformulier omgevingsvergunning kappen gemeentelijke houtopstand)

 Indien een vergunning verleend wordt, wordt vervolgens in overleg met de aanvrager bepaald op welke wijze de herplantplicht wordt ingevuld.

 Wanneer in de directe omgeving van waardevolle of monumentale bomen werkzaamheden moeten plaatsvinden, dient vooraf een Bomen Effect Analyse (BEA) opgesteld te worden. Hierbij wordt de volgende vraag beantwoord: ‘’Kunnen de bomen, in het perspectief van de voorgenomen werkzaamheden, in hun huidige verschijningsvorm en op deze standplaats, duurzaam behouden blijven?’’

 De afdeling team openbare ruimte ziet toe op het illegaal kappen van houtopstanden. De burger kan illegale kapactiviteiten melden bij de afdeling team openbare ruimte van de gemeente.

 Bij illegale kap is de gemeente bevoegd de volgende sancties op te leggen:

- Boetes, gebaseerd op een waardebepaling van de verwijderde houtopstand.

- Herplantplicht.

 Indien vergunningsplichtige bomen gekapt (moeten) worden vanwege een overmachtssituatie (bijvoorbeeld als gevolg van stormschade) dan dient de eigenaar de noodkapprocedure te volgen.

 Indien de vergunningsplichtige houtopstand als gevolg van stormschade direct verwijderd moet worden (bijv. door windworp), dient de eigenaar dit de eerstvolgende werkdag te melden bij de gemeente en wordt achteraf een vergunning verleend. In overleg met de gemeente wordt de herplantplicht toegepast.

5.8 Noodkapprocedure

Indien er sprake is van een acute veiligheidssituatie met betrekking tot een vergunningsplichtige houtopstand, kan de zogenaamde noodkapprocedure worden ingezet. Deze procedure houdt in dat de burgermeester toestemming mag verlenen om de houtopstand direct te vellen of te verwijderen, waarna achteraf de omgevingsvergunning wordt verleend.

Dit betekent in de praktijk dat de gemeente op werkdagen binnen 24 uur na een aanvraag voor noodkap, ter plaatse beoordeeld of direct vellen/verwijderen noodzakelijk is of niet en binnen welke termijn.

In geval van nood, als de gemeente niet bereikbaar is, kan door de burger een beroep worden gedaan op de brandweer.

6. Groene Kaart

6.1 Doel

Naar aanleiding van het vastgestelde beleid is een Groene Kaart opgesteld die online beschikbaar komt, zodat voor iedereen duidelijk is welke regels op welke gebied of element van toepassing zijn. Hiermee biedt de gemeente de burger en zichzelf een instrument waarmee het beleid vergunningsplichtige bomen gevisualiseerd wordt. Dit vergemakkelijkt de communicatie richting de burger en voorkomt onjuiste interpretaties. Ook geeft een dergelijk instrument duidelijk inzicht in de ligging van de beschermwaardige elementen in de gemeente West maas en waal (punten en vlakken).

6.2 Actueel houden Groene Kaart

Om altijd te kunnen beschikken over de meest relevante informatie is het van belang dat de Groene Kaart regelmatig geactualiseerd wordt. Dit wordt op onderstaande wijze gedaan:

 Mutaties in de Groene Kaart naar aanleiding van vergunningverlening en herplantplicht worden viermaal per jaar doorgevoerd.

 Mutaties in de Groene Kaart naar aanleiding van meldingen als gevolg van noodkap en/of illegale kap worden door de gemeente binnen 30 dagen na melding doorgevoerd.

 De Groene Kaart en Bomenlijst wordt iedere 5 jaar geactualiseerd en opnieuw vastgesteld.

7. Communicatie

 Via de gemeentelijke media (pagina regiopers) informeren dat een nieuwe lijst is vastgesteld en dat bewoners het kunnen inzien via de bomenlijst/website.

 Na vaststelling zijn de bomen achteraf te raadplegen op de Groene Kaart van de gemeente West Maas en Waal. De kaart is als PDF te raadplegen op de website van de gemeente.

 Na vaststelling zijn de vergunningplichtige houtopstanden achteraf te raadplegen op de Groene Kaart van de gemeente West Maas en Waal. De kaart is als PDF te raadplegen op de website van de gemeente.

Bijlagen

1. Vervolgstappen

Na vaststelling van dit beleidsstuk door het college is het noodzakelijk dat de volgende vervolgstappen genomen worden:

- Stroomschema omgevinsgvergunning kappen implementeren bij de ODR: het stroomschema voor het verlenen van de omgevingsvergunning kappen moet beschikbaar zijn bij de ODR en benaderbaar zijn via het omgevingsloket

-Groene kaart en beschermwaardige bomenlijst beschikbaar stellen: de Groene kaart dient als pdf formaatbeschikbaar te komen op de website inclusief de nieuwe beschermwaardige bomenlijst.

2 Criterialijst Waardevolle monumentale bomen

Criteria

Basiscriteria monumentale en waardevolle bomen

1 De geschatte leeftijd is anamerkelijk hoger dan die van de bomen in de omgeving en de boom is bij voorkeur minstens 50 jaar oud. (Deze regel geldt echter niet voor gedenkbomen, cultuurhistorisch waardevolle elementen en bomen die deel uitmaken van de hoofdgroenstructuur);

2 De boom moet niet in eenonomkeerbare slechte conditie verkeren, volledig verval van de boom is niet binnen 10 jaar te verwachten;

3 De boom heeft een dusdanige habitus dat deze karakteristiek is voor de soort, of zich (gezien de plantomstandigheden) tot deze karakteristieke habitus ontwikkelen (dit geldt vooral voor bomen met een ruimtelijke betekenis).

Specifieke criteria:

1 met betrekking tot de ruimtelijke waarde;

a Niet zichtbaar vanaf de openbare weg. Het behoud van waardevolle bomen is gericht op een instandhouding van de kwaliteit van de openbare ruimte; bomen die niet vanaf de openbare weg gedeeltelijk zichtbaar zijn dragen niet bij aan deze kwaliteit. Op dit moment krijgt hij 0 punten toegekend.

b Gedeeltelijke zichtbaarheid vanaf de openbare weg. Bomen die vanaf de openbare weg zichtbar zijn dragen in beperkte mate bij aan de kwaliteit van deopenbare ruimte en verdienen daarom becherming. Op dit moment worden 5 punten toegkend.

c Volledig zichtbaar vanaf de openbare weg. Het behoud van waardevolle bomen is gericht op een instandhouding van de kwaliteit van de openbare ruimte; bomen die aan alle zijden zichtbaar zijn vanaf d eopenbare weg dragen veel bij aan de kwaliteit. Er worden op dit moment 10 punten toegekend.

2 Met betrekking tot de dendrologische waarde:

a. Algemeen: de betreffende boomsoort is algemeen voorkomend in de omgeving . Er worden 3 punten toegekend.

b Zeldzaam: de boomsoort wordt niet vaak aangetroffen of is van een specifieke cultivar soort die niet vaak aangetroffen wordt in de omgeving.

Er worden 5 punten toegekend.

c Zeer zeldzaam: De boom wordt als soort bijna mooit aangetroffen en is daardoor zeldzaam in de omgeving.

Er worden 10 punten toegekend.

3. Met betrekking tot de herkomst:

a. De boom is inheems, hij komt vanuit nature in Nederland voor en is daardoor karakteristiek voor de omgeving en het landschap.

Er worden 5 punten toegekend.

b. De boom is uitheems, en komt vanuit nature niet in Nederland voor.

Er worden 3 punten toegekend.

4. Met betrekking tot de ecologische waarde

a. De doom bezit een verhoogde natuurwaarde (veel diversiteit van flora en fauna), deze waarde is van toepassing wanneer er in de boom bijvoorbeeld een holte of een dichte bladbezetting is waardoor er gemakkelijk vogels of andere fauna in kunnen nestelen. Er worden 5 punten toegekend.

b. De boom bezit een lage natuurwaarde (beperkte diversiteit flora en fauna), deze waarde is van toepassing wanneer de boom weinig nestel of broedplaatsmogelijkheden geeft voor vogels, de boom op een intensief gebruikte omgeving staat. Er wordt 1 punt toegekend.

5. Met betrekking tot de boomgrootte

a. De boom is een 3e grootte boom, De boom krijgt een maximale hoogte van 9 meter. Er wordt 1 punt toegekend.

b. De boom is een 2e grootte boom, De boom krijgt een maximale boomhoogte van 12 meter. Er worden 3 punten toegekend.

c. De boom is een 1e grootte boom, De boom heeft een boomhoogte boven de 15 meter. Er worden 5 punten toegekend.

6. Met betrekking tot de bovengrondse/ondergrondse groeiruimte

a. Ongestoorde groeiomstandigheden, De boom heeft een natuurlijke groeiplaats met goede doorwortelbare ruimte. Er worden 10 punten toegekend.

b. Matig belemmerde groeiomstandigheden, De boom heeft genoeg doorwortelbare ruimte maar er is wel enige beperking mogelijk door aanwezigheid van bebouwing of bestrating binnen de kroonprojectie.

Er worden 7 punten toegekend.

c. Ernstig belemmerde groeiomstandigheden, De boom heeft in de directe aanwezigheid veel verharding waardoor er sprake is van enige mate van bodemverdichting of beperking van de ondergrondse groeiplaatsomstandigheden.

Er worden 3 punten toegekend.

3: Beoordeling boomstructuren en groenvlakken

Tijdens de inventarisatie zijn de vastgestelde boomstructuren en vlakken beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria ’s om te beoordelen of deze ook duurzaam instant gehouden kunnen worden.

Hieronder zijn de afzonderlijke criteria ‘s per structuur beschreven, op basis van de score is de afweging gemaakt om de structuur te behouden of niet.

Structuurindeling Toetsingscriteria Waardeoordeel Ja/Nee

Continu boomstructuur/ Losse boomstructuur De bomenlaan is herkenbaar door de verschijningsvorm en duidelijk als laan waarneembaar, hierin is een variatie aan sortiment mogelijk Ja / Nee

De omlooptijd van de bomen in het straatprofiel is 40-60 jaar Ja / Nee

De sortimentskeuze is geschikt voor de locatie, de boom heeft genoeg ondergrondse- en bovengrondse groeiruimte Ja / Nee

De aanplant van de bomen in de laan versterkt het ruimtelijk beeld, en is daarmee een toegevoegde waarde Ja / Nee

De bomen kunnen optimaal de waardes vervullen: Optimale opname van fijnstof, temperatuurafvlakking Ja / Nee

De bomen zorgen niet voor gevaarlijke verkeerskundige problemen (slecht overzicht op kruispunten, enz.) Ja / Nee

De bomen veroorzaken niet overmatig veel bladluis of drup bij parkeerplaatsen e of parkeervakken Ja / Nee

De bomen hebben een duidelijke verkeersbegeleidende functie Ja / Nee

De bomen passen in boomgrootte en groeivorm goed in het straatbeeld Ja / Nee

De structuur heeft een cultuurhistorische waarde Ja / Nee

Parken, sportparken en begraafplaatsen Hiervan wordt in de Groene kaart het vlak opgenomen, hierbij zijn alle bomen binnen het vlak Vergunningsplichtig

Dijken en Markante objecten Hiervan zijn wanneer van toepassing de Monumentale of Waardevolle bomen als individu in de Groene kaart opgenomen en beoordeeld aan de hand van de criteria ‘s beschreven in bijlage 1

Waardevolle houtopstanden in het buitengebied Deze vlakken zijn buiten geïnventariseerd en hierbij zijn de volgende eigenschappen opgenomen aan het vlak:

- Welke type houtopstand: Bos, Bosplantsoen, Griend, enz.

- Verhoogde Natuurwaarde? Ja/Nee

- Is het onderdeel van Natura2000? Ja/Nee

- Is het onderdeel van Natuurnetwerk gemeente? Ja/Nee

- Aan de hand van bureaustudie is bepaald welke Hoofdsoorten

vanuit de Natuurwet potentieel aanwezig kunnen zijn

4: Beoordelingsformulier WABO vergunning

Beoordelingsformulier

voor omgevingsvergunning kappen om een houtopstand te vellen of te doen vellen

Dit is een eigen checklist voor de boombeheerder. De standaard invulgegevens worden al aangeleverd door ODR.

A. Belang van de aanvrager:

1. Reden van de aanvraag : Dit bovenste deel vervangen door format van de ODR, Masja vraagt dit na in het overleg met de ODR hoe dit eruit ziet.

Klik hier als u tekst wilt invoeren.

2. Groeistoornissen (ziekte, groeiplaatsproblemen etc.):

Boomtechnisch: Is er sprake van een groeistoornis (ziekte, groeiplaatsproblemen, verminderde conditie etc.)

☐ Ja

20

☐ Nee

0

3.

Overlast: Blad/ vruchtval

☐ Veel overlast , aantoonbare schade….

10

☐ Geringe overlast

5

☐ Geen overlast, geen aantoonbare schade

0

Gevaarzetting / risico (verkeersveiligheid, instabiliteit of windworp)

☐ Verhoogd risico, aantoonbaar risico

namelijk…. 20

☐ Geen verhoogd risico, veilige boom

0

4.

Planproces en procedure, is er planaanpassing mogelijk?

☐ Ja

20

☐ Nee

0

5.

B. Belang van het behoud van de houtopstand:

9.

Wat is de ruimtelijke waarde van de boom ?

☐ Volledig zichtbaar vanaf de openbare weg

10

☐ Gedeeltelijk zichtbaar vanaf de openbare weg

5

☐ Niet zichtbaar vanaf de openbare weg 0

10.

Waarde voor stad- en dorpsschoon

☐ De boom is onderdeel van een hoofdstructuur, park, begraafplaats of vormt een ensemble met een monumentaal pand 10

☐ Voldoet niet aan een van bovenstaande punten

0

11.

Waarde voor dendrologie of bijzondere soort

☐ De boom is uniek in zijn soort, in de omgeving en of is een zaadbank voor zijn soort 10

☐ Voldoet niet aan een van bovenstaande punten

0

12.

Levensverwachting

☐ De levensverwachting is > 10 jaar

10

☐ De levensverwachting is < 10 jaar

0

B. Behoud van de landschappelijke houtopstanden (Buiten de kom):

13.

Valt de houtopstand binnen het wederopbouwgebied?

☐ Ja

20

☐ Nee

0

E. Eindafweging

Bij de afweging wordt het belang van de aanvrager afgewogen tegen het belang van de instandhouding van de houtopstand. Hierbij zijn 3 situaties mogelijk:

• De score van de aanvrager is hoger dan het behoud van de houtopstand, in dit geval wordt de vergunning verleend

• De score van de aanvrager is gelijk aan het behoud van de houtopstand, in dit geval wordt gekeken wat het maatschappelijk belang is voor het behoud van de boom en wat de consequentie is van eventuele kap.

• De score van de aanvrager is lager aan het behoud van de houtopstand, de vergunning wordt geweigerd.

F. Besluit

1. ☐ Onder standaardvoorwaarden verlenen

Klik hier als u tekst wilt invoeren.

☐ Onder bijzondere voorwaarden, verlenen namelijk:

Klik hier als u tekst wilt invoeren.

☐ Gedeeltelijk verlenen, namelijk:

Klik hier als u tekst wilt invoeren.

☐ Noodkap, namelijk:

Klik hier als u tekst wilt invoeren.

2. ☐ Weigeren op grond van de volgende waarden en belangen:

Klik hier als u tekst wilt invoeren.

G: Overig

Behandelaar: Kies een item.

Beneden Leeuwen, Klik hier als u een datum wilt invoeren.Ondertekening: