Beleid objectbewegwijzering 2016

Geldend van 02-02-2017 t/m heden

Intitulé

Beleid objectbewegwijzering 2016

Hoofdstuk 1 Inleiding

Vaak worden langs de wegen verschillende soorten borden gebruikt om o.a. campings, hotels, jachthavens, maar ook bedrijven(terreinen), gemeentehuis, apotheek, sportparken en sportverenigingen te bewegwijzeren. In de loop van de tijd heeft dit geleid tot een wirwar van borden, waardoor de bezoeker de bestemmingen niet altijd goed kan vinden of dat zelfs bestemmingen onbekend blijven. Door een uniform systeem te realiseren zijn deze problemen verleden tijd en wordt ook de uitstraling van de gemeente versterkt. Deze uniformiteit is aansluitend op de Europese richtlijnen voor het bewegwijzeren.

1.1 Bewegwijzering

Bewegwijzering (auto) is van groot belang om weggebruikers vlot en doeltreffend naar hun bestemming te geleiden en daarmee onveilig (zoek)gedrag te voorkomen. Maar bewegwijzering werkt alleen goed als deze gemakkelijk herkenbaar is en als de aangeboden informatie overzichtelijk is. Mede daarom moet de hoeveelheid informatie op wegwijzers worden beperkt.

Er zijn verschillende soorten bewegwijzering:

  • -

    De utilitaire bewegwijzering: Nationale (ANWB) wegwijzers

  • -

    Permanente terreinen: bijvoorbeeld Gouden Ham, Bedrijventerrein Leeuwen

  • -

    Naamborden: bijvoorbeeld Land van Maas en Waal / Welkom in Gelderland

  • -

    Routering: (landelijke) fietsroutes, knooppunten, wandelroutes en dergelijke

  • -

    Parkeerbewegwijzering

  • -

    Straatnaamborden.

Het uitgangspunt bij objectbewegwijzering is dat de weggebruiker (auto) zo lang mogelijk de verwijzingen volgt naar de naam van de vestigingsplaats of de plaats waarmee het object wordt geassocieerd (bijv. bedrijventerrein Leeuwen). Na het passeren van de bebouwde kom of vanaf het punt waar de route naar het object gaat afwijken van de Nationale bewegwijzering (voorheen ANWB) start de speciale en als zodanig herkenbare lokale bewegwijzering.

1.2 Vier categorieën

Het beleid is verdeeld in vier verschillende categorieën (objecten):

  • 1.

    Toeristisch recreatieve bewegwijzering

  • 2.

    Bewegwijzering voor publieke voorzieningen

  • 3.

    Bewegwijzering voor bedrijventerreinen

  • 4.

    Bewegwijzering voor individuele bedrijven

Ad 1 is bedoeld voor alle toeristische bedrijven in de gemeente. Hierbij valt te denken aan: campings, hotels, jachthavens, horeca, fruitautomaten, fruitwinkels en dorpshuizen met commerciële doeleinden.

Ad 2 is bedoeld voor de publieke voorzieningen in de gemeente. Hierbij valt te denken aan gemeentehuis, politie, polikliniek, (sport)verenigingen, begraafplaatsen, dorpshuizen (zonder commerciële doeleinden), bibliotheek en postagentschappen.

Ad 3 is bedoeld voor de geclusterde bedrijventerreinen in de gemeente. Hierbij valt o.a. te denken aan de bedrijventerreinen rondom de Veesteeg, bedrijventerrein Leeuwen (o.a. Waterstraat / Energieweg) in Beneden-Leeuwen en Boven-Leeuwen, Bedrijventerrein Wamel, Lageweg in Dreumel en Kapelstraat in Maasbommel.

Ad 4 is bedoeld voor de individuele bedrijven. Hier vallen de bedrijven aan huis met bestemming Wonen niet onder. Ook bedrijfsverzamelgebouwen vallen niet onder deze categorie. Voor de bedrijven moet een specifiek verzoek worden ingediend voor maatwerk. Om de hoeveelheid borden te beperken, wordt de aanvraag kritisch beoordeeld.

1.3 Vervolg

it beleid treedt in werking na dat de gemeenteraad van West Maas en Waal hiermee heeft ingestemd. Waarschijnlijk wordt het beleid in de raadsvergadering van donderdag 26 januari 2017 worden behandeld. Gedurende twee jaren nadat het beleid is vastgesteld, kunnen bestaande bewegwijzeringsborden worden aangepast zodat de borden voldoen aan de beleidsregels van dit beleid. Na deze periode van twee jaren worden de borden, die niet (meer) passen binnen dit vastgestelde beleid, verwijderd.

Hoofdstuk 2 Soorten objectbewegwijzering

Voor de verwijzingen naar objecten worden specifieke wegwijzers toegepast. Aangezien verwijzingen naar objecten nogal eens onderhevig kunnen zijn aan wijzigingen, wordt de voorkeur gegeven aan een wegwijzer met uitwisselbare elementen, het zogenoemde strokenbord. Hierbij wordt elk object met een eigen richtingpijl op een afzonderlijke strook vermeld. Op deze wijze ontstaat dan een wegwijzer die opgebouwd is uit een aantal gestapelde stroken, die gegroepeerd kunnen worden per richting of per categorie (soort object). Groeperen per richting levert een overzichtelijker geheel op en deze systematiek wordt in principe toegepast en heeft dan ook de voorkeur.

2.1 Standaardregels

Van boven naar beneden geldt:

  • *

    eerst de doorgaande richting;

  • *

    vervolgens de links afslaande richting;

  • *

    als laatste de rechts afslaande richting.

Lengte van de opschriften

Te lange opschriften worden op twee regels geplaatst. Het eerste deel van het opschrift moet zo lang mogelijk zijn. Op de eerste regel staat het opschrift zo veel mogelijk naar links, op de tweede regel zo veel mogelijk naar rechts. Het opschrift op de tweede regel begint ook pas na de eerste twee letters van het opschrift op de eerste regel. Waar dat niet anders kan, worden woorden in goed leesbare delen afgebroken. Voor de bepaling hoeveel regels gebruikt worden, wordt aangehaakt bij Bijlage 5 Richtlijn bewegwijzering (CROW publicatie 262/322)

Plaats van de pijlen

De plaats van de pijlen op de borden is zodanig dat er een maximale duidelijkheid voor de weggebruiker is. De doorgaande pijl wordt standaard links op het bord geplaatst, behalve wanneer in uitzonderingsgevallen het bord aan de linkerzijde van de weg geplaatst wordt. In dat geval verhuist de doorgaande pijl naar rechts.

Maximaal toelaatbare informatie

Per dwarsdoorsnede wordt naar maximaal acht objecten verwezen. Per richting worden bij voorkeur niet meer dan zes objecten aangegeven. Als bij wijze van uitzondering er niet aan is te ontkomen om meer dan acht objecten te verwijzen, dan worden de borden per richting opgesplitst, een en ander ter beoordeling van de wegbeheerder.

Pictogramgebruik op het strokenbord

Voor de bewegwijzering van toeristische en lokale publieke objecten en terreinen is een groot aantal pictogrammen ontwikkeld. Dit zijn gestileerde beeldkenmerken voor voorzieningen. Veel van deze pictogrammen worden internationaal gebruikt. In Bijlage 1 Pictogrammen staat een overzicht van pictogrammen.

Volgorde van de strokenborden

Boven de groepering per richting staat het groeperen naar type, waarbij lokaal/publiek (blauw) voor de groepering per richting. Blauw staat in de regel bovenaan, daaronder bruin. Eventuele witte borden staan onderaan.

Constructie van het strokenbord

De hoogte tussen de onderkant van het bord en het maaiveld is afhankelijk van de standplaats. In de tabel hieronder een overzicht van de hoogten.

afbeelding binnen de regeling

2.2 Blauwe borden – Bewegwijzering publieke voorzieningen

De publieke voorzieningen worden uitgevoerd in de basiskleur blauw met zwarte teksten en pictogrammen in een wit veld. Een afstandsaanduiding wordt in blauw met witte tekst uitgevoerd.

afbeelding binnen de regeling

2.3 Bruine borden - Toeristische objectbewegwijzering

Verwijzingen naar toeristisch-recreatieve objecten worden vanwege de herkenbaarheid uitgevoerd in een kleurstelling die afwijkt van die voor de verwijzingen naar utilitaire bestemmingen. Voor deze kleurstelling is gekozen vanwege de internationale afstemming. De toeristisch-recreatieve objectbewegwijzering wordt voorzien van zwarte pictogrammen op een witte achtergrond.

Horeca centrum en TOP’s (Toeristische Overstap Punten) worden ook op de bruine bewegwijzering aangegeven. De bedrijven in het centrum worden dikwijls gezien de hoeveelheid niet individueel bewegwijzerd. Alleen als zij meerdere functies bedienen zoals een hotel en horeca.

afbeelding binnen de regeling

2.4 Zwarte borden – Bewegwijzering bedrijventerreinen

De geclusterde bedrijventerreinen worden in eerste instantie

bewegwijzerd via de nationale bewegwijzering (voorheen ANWB). Indien dit voor de ondernemers op de bedrijventerreinen niet voldoende is, kan er gezamenlijk een aanvullende bewegwijzering worden aangevraagd. De bewegwijzering voor de bedrijventerreinen worden uitgevoerd in de basiskleur zwart met witte letters.

Op de bedrijventerreinen zijn drie manieren van bewegwijzering mogelijk:

  • 1.

    Portaalborden

  • 2.

    Beslisborden

  • 3.

    Bedrijfsborden

afbeelding binnen de regeling

2.5 Witte borden – Bewegwijzering individuele bedrijven

Bedrijven die niet geclusterd zijn, worden verwezen met witte borden met zwarte teksten. De terreinen die opgenomen zijn binnen het bestemmingsplan bedrijventerreinen zijn de geclusterde bedrijventerreinen en vallen onder paragraaf 2.4. Bedrijven aan huis, die binnen de bestemming wonen vallen, worden niet bewegwijzerd.

Het gaat bij deze individuele bedrijven altijd om maatwerk. De gemeente gaat terughoudend om met het toekennen van deze bewegwijzering. Alleen bij noodzaak (onverwachte zijpaden) ten behoeve van de bedrijfsvoering kunnen deze worden aangevraagd.

De bedrijfsborden binnen deze categorie moeten op eigen terrein worden geplaatst. Portaalborden, zoals bij paragraaf 2.4, komen in deze categorie niet voor. Deze wegwijzers vallen onder het gemeentelijk reclamebeleid. Dat is terug te vinden in Bijlage 4 Reclamebeleid.

Hoofdstuk 3 Aanvraag objectbewegwijzering

Voordat bewegwijzering geplaatst kan worden, moet hiervoor toestemming of vergunning worden gevraagd aan het college. Dit kan door het invullen van Bijlage 2 Aanvraagformulier individuele wegwijzers.

Als in dit hoofdstuk wordt gesproken van een aanvraag, dan kan het gaan over een vergunning of toestemming.

3.1 Vergunning, toestemming of melding

Op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening is er een vergunning nodig voor voorwerpen op, aan of langs de weg. Lokale bewegwijzering valt daar ook onder omdat deze reclame kan bevatten. Niet altijd is er een vergunning nodig.

Als de nieuwe wegwijzer aan een bestaande paal wordt bevestigd (lantaarnpaal, andere wegwijzers) kan een toestemming voldoende zijn. Als een bord wordt gewijzigd of als er een vergunning aanwezig is, kan zelfs worden voldaan met een melding. De vuistregel die hierbij wordt gehanteerd: wanneer er gegraven moet worden, moet een vergunning worden aangevraagd.

Bewegwijzering vanaf de provinciale weg moet voldoen aan de richtlijnen gesteld door het CROW. Binnen de omgevingsverordening zijn hier regels voor opgesteld. Dat houdt onder andere in dat voor de borden langs de provinciale weg een vergunning van provincie nodig is. Op het moment dat op een dijk of dijkzone een bord geplaatst wordt, dan moet dit voldoen aan de eisen die Waterschap Rivierenland hieraan stelt. In beide gevallen is het handig om eerst de vergunning bij de gemeente aan te vragen. Als iets wijzigt in de aanvraag of de gemeente acht een vergunning bij provincie of waterschap moeilijk haalbaar, dan kan daarop ingespeeld worden.

3.2 Algemene procedure

Als een aanvraag bij de gemeente binnenkomt, dan bezien zij of de aanvrager in aanmerking komt voor de bewegwijzering. Gemeente gaat na of er bewegwijzering in de buurt aanwezig is, waaraan de wegwijzer kan worden toegevoegd. Daarna wordt gekeken of de formaten van de wegwijzers overeenkomen met de standaardmaten of dat hier specifieke eisen voor gelden. Als het gaat om een nieuwe locatie geeft de gemeente aan op welke wijze en waar het bord geplaatst mag worden.

De uitkomst hiervan wordt medegedeeld aan de aanvrager. De aanvrager zorgt ervoor dat het juiste bord wordt besteld. Het plaatsen gebeurt door een erkende aannemer en onder toezicht van de gemeente.

Nadat de wegwijzers geplaatst zijn, worden deze opgenomen in een digitaal beeldbestek. Hierin staan alle borden met foto vermeld. De gemeente verzamelt deze in het kader van de effectiviteit en het onderhoud.

3.3 Plaatsingscriteria:

De vergunning of toestemming wordt beoordeeld aan de hand van de volgende plaatsingscriteria:

  • -

    De verwijzing mag de verkeersveiligheid niet negatief beïnvloeden en de bruikbaarheid en instandhouding van de weg niet onaanvaardbaar belemmeren.

  • -

    Alle verwijzingen komen op lichtmasten of flessenpalen, met uitzondering van de bedrijventerreinenbewegwijzering.

  • -

    Buiten de bebouwde kom geldt dat verwijzingen worden geplaatst op de dichtstbijzijnde weg ter hoogte van de (afslag naar de) voorziening.

  • -

    Een vooraanduiding kan alleen worden gevraagd voor de provinciale weg of een weg waar een maximale toegestane snelheid geldt van ten minste 80 km/uur.

  • -

    Richtingaanduiding voor rechtdoor wordt alleen toegepast in geval van onduidelijke verkeerssituatie, vanwege een verkeerstechnisch betere route of wanneer afgeweken wordt van de nationale bewegwijzering.

  • -

    Bewegwijzering langs provinciale wegen is alleen mogelijk na vergunning van provincie Gelderland.

  • -

    Bij bewegwijzering vanaf een dijk kan een vergunning van het waterschap nodig zijn. Hier kunnen verdergaande beperkingen voor uitvoering aan worden gesteld.

  • -

    De herhaling van de objecten die verwezen worden, is identiek (zelfde pictogram, zelfde naamstelling).

  • -

    Buiten de bebouwde kom wordt niet verwezen naar binnen de bebouwde kom gelegen objecten. Dit tenzij dat nodig is uit het oogpunt van verkeersveiligheid / verkeersgeleiding.

  • -

    Op één locatie mogen maximaal 8 wegwijzers voorkomen. Als er 8 wegwijzers aanwezig zijn en er wordt een nieuwe wegwijzer aangevraagd, dan geldt dit als een nieuwe vergunningslocatie.

  • -

    Er kan gebruik worden gemaakt van verzamelaanduidingen bij sportparken, recreatiegebieden, bedrijventerreinen en dergelijke. Pas wanneer wegen scheiden wordt naar de bedrijfsnaam verwezen.

3.4 Afwijkende procedure bruine borden – toeristisch recreatieve bewegwijzering

Voor de toeristisch recreatieve wegwijzers geldt dat de aanvraag wordt gedaan bij de gemeente. Zij kijken en toetsen samen met Uit®waarde de aanvraag. Na goedkeuring van de gemeente wordt een overeenkomst opgemaakt tussen Uit®waarde en de aanvrager. Uit®waarde zorgt dan voor aanschaf, plaatsing en onderhoud van de borden, na financiering van de aanvrager.

Voor de toeristisch recreatieve bewegwijzering is tot en met 2018 een subsidie van 50% voorhanden. Meer informatie over de subsidie en de voorwaarden zijn te vinden op de gemeentelijke website: www.westmaasenwaal.nl

3.5 Afwijkende procedure Zwarte borden – bewegwijzering bedrijventerreinen

Bedrijventerreinen, die binnen het bestemmingsplan bedrijventerreinen zijn opgenomen, kunnen gezamenlijk bewegwijzering opzetten. Deze hebben binnen het terrein eenzelfde uitstraling. Bedrijfslogo’s mogen daarbij alleen worden aangebracht bij de bedrijfsborden.

Vóór de eerste plaatsing moet een gezamenlijke vergunningsaanvraag worden ingediend. Deze moet zijn voorzien van een voorbeeld lay-out van het bord, met formaat en locaties op kaart. Ook deze wordt beoordeeld door de gemeente. De uitkomst hiervan wordt medegedeeld aan de contactpersoon namens het bedrijventerrein. Zij zorgen zelf voor de bebording, portalen etc. Ook hier gebeurt de plaatsing onder toezicht van de gemeente.

Indien er een bord vervangen, verwijderd of toegevoegd moet worden dan gelden de voorwaarden die de gemeente heeft gesteld binnen de vergunning. Wordt daaraan voldaan, dan hoeft alleen een melding hiervan worden gedaan bij de gemeente.

3.6 Beheer en onderhoud

Bij de aanvraag is het ook van belang om stil te staan bij de wijze van het onderhoud. De locatie, beschrijving en opdruk worden door de gemeente verzamelt. Op deze manier worden de gegevens op één locatie beheerd. Voor de bruine, blauwe en witte borden geldt dat deze door één partij wordt onderhouden. Hiervoor wordt een overeenkomst tussen de eigenaar van het bord en de onderhoudende instantie afgesloten.

Voor de zwarte borden geldt dat deze een eigen systeem hebben. De bedrijventerreinen moeten zelf voor het onderhoud en de vervanging zorgen. In verband met ander onderhoud (zoals maaien van bermen) beheert de gemeente wel de data van de wegwijzers.

Ondertekening