BELEIDSREGEL HUISHOUDELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE WESTERVELD

Geldend van 29-07-2022 t/m heden

Intitulé

BELEIDSREGEL HUISHOUDELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE WESTERVELD

Op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) ondersteunt gemeente Westerveld inwoners bij het zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en bij het mee kunnen doen in de maatschappij. Eén van de maatwerkvoorzieningen die hiervoor kan worden ingezet is huishoudelijke ondersteuning (hierna: HO). HO kan als maatwerkvoorziening worden ingezet als er beperkingen zijn bij het voeren van een huishouden, zoals veroorzaakt door bijvoorbeeld een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap of een psychosociaal probleem.

Om gebruik te kunnen maken van deze voorziening is een beschikking noodzakelijk. HO kan in Zorg in Natura (ZIN) worden toegekend of middels een Persoons Gebonden Budget (Pgb). Bij een toekenning voor ZIN kan een inwoner kiezen uit één van de door de gemeente Westerveld gecontracteerde zorgaanbieders. Bij een Pgb gelden aanvullende voorwaarden.

De Wmo 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning van de gemeente Westerveld 2020 en Verordening tot wijziging van de Verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning gemeente Westerveld 2020 (1e wijziging) (hierna: verordening) zijn de juridische kaders die gehanteerd worden bij de afwegingen om al dan niet te besluiten tot het afgeven van een beschikking voor de maatwerkvoorzieningen. Deze beleidsregel HO geeft de juridische kaders voor de nadere invulling van die beschikking.

De maatwerkvoorziening HO valt onder het Wmo eigen bijdrage abonnement, van maximaal € 19,00 per maand.

Onderzoek

HO is een vorm van ondersteuning die ervoor zorgt dat inwoners een huishouden kunnen (blijven) voeren. Door middel van een onderzoek door de consulent sociaal domein wordt vastgesteld bij welke taken in het huishouden de inwoner ondersteuning nodig heeft. Onderzocht wordt:

- Wat is de hulpvraag?

- Spelen er problemen bij zelfredzaamheid en participatie

- Welke hulp is naar aard en omvang nodig?

- Zijn de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen toereikend?

a. Welke taken kan de inwoner nog zelf doen, al dan niet met zijn/ haar huisgeno(o)ten?;

b. In hoeverre is er sprake van mantelzorg of iemand anders uit het sociaal netwerk die iets kan betekenen?;

c. Kan de inwoner gebruik maken van voorliggende, algemene (gebruikelijke) voorzieningen?

- Is er een noodzaak voor een of meerdere maatwerkvoorzieningen vanuit de Wmo?

De maatwerkvoorziening kan vervolgens worden ingezet voor dat deel wat overblijft.

Eigen mogelijkheden en probleemoplossend vermogen

Ook bij huishoudelijke hulp geldt dat activiteiten die door de inwoner en/of zijn sociaal netwerk zelf kunnen worden uitgevoerd tot de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen (eigen kracht) van inwoner behoren.

Bij HO geldt dat activiteiten die door de inwoner zelf kunnen worden uitgevoerd tot de eigen kracht van inwoner behoren. Soms kan een inwoner met een kleine aanpassing of een hulpmiddel nog veel huishoudelijke taken zelf doen.

Van een inwoner mag verder verwacht worden dat hij zijn woning herinricht of voorwerpen verplaatst wanneer dit kan bijdragen aan het compenseren van de beperkingen van de inwoner. Is de inwoner bijvoorbeeld allergisch voor huisdieren of huisstofmijt dan valt het binnen de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de inwoner om de leefomgeving aan te passen om prikkels die voor klachten kunnen zorgen, te verminderen. Bij een vraag naar een maatwerkvoorziening HO zal in geval van bijvoorbeeld huisstofmijtallergie dus worden uitgegaan van de situatie dat sanering van de woning reeds heeft plaatsgevonden.

Eigen kracht kan ook bestaan uit gebruikelijke hulp, niet-gebruikelijke hulp en voorliggende voorzieningen.

Gebruikelijke hulp

Gebruikelijke hulp mag in redelijkheid, naar algemeen aanvaarde opvattingen, van huisgenoten verwacht worden. Huishoudelijk werk als gebruikelijke hulp is in de jurisprudentie volledig aanvaard. Het uitgangspunt is dat huisgenoten met elkaar gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor al het huishoudelijk werk. Dat betekent dat als de ene persoon uitvalt, van andere personen verwacht wordt dat zij het gewoon overnemen. Wel is dit afhankelijk van de leeftijd van de huisgenoot. Bij kinderen tot 18 jaar gaat dat naar rato van hun leeftijd. Vanaf 18 jaar wordt men verondersteld een huishouden te kunnen draaien.

Gebruikelijke hulp per leeftijdscategorie:

  • kinderen tot 5 jaar geen taken;

  • 5-12 jaar kleine taken zoals opruimen, tafel dekken, afwassen en dergelijke;

  • 12-18 jaar: Bovengenoemde taken aangevuld met bedden verschonen, stofzuigen en dergelijke;

  • 18-23 jaar: moet een éénpersoonshuishouden kunnen voeren en alle voorkomende werkzaamheden kunnen verrichten;

  • vanaf 23 jaar moet iemand een meerpersoonshuishouden kunnen voeren met alle bijbehorende taken.

Redenen als het niet gewend zijn om of geen huishoudelijke werk willen verrichten zijn geen argumenten die leiden tot een aanspraak op een maatwerkvoorziening. Uitsluitend als men niet in staat is tot huishoudelijk werk (door objectiveerbare lichamelijke problemen of door langdurige afwezigheid) wordt een uitzondering gemaakt op deze regel. Studie of werkzaamheden vormen in principe ook geen reden om van gebruikelijke hulp af te zien.

Indien er naar het oordeel van het college sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals overbelasting van de huisgenoot, een stapeling aan zorgtaken of bijvoorbeeld een korte levensverwachting dan kan hiervan worden afgeweken en toch een maatwerkvoorziening worden verleend. Ook als er huisgenoten zijn die geen huishoudelijke werk kunnen verrichten, kan eventueel een tijdelijke maatwerkvoorziening afgegeven worden voor het aanleren van huishoudelijke taken.

Als huisgenoten meer hulp kunnen geven dan wat iedereen normaal gesproken voor een ander doet, dan mogen we dat van die huisgenoten ook verwachten indien zij 1) beschikbaar zijn, 2) er de tijd voor hebben, 3) niet overbelast zijn en 4) het praktisch ook kunnen. Het is namelijk hulp voor hun directe huisgenoot, die zij kunnen bieden en dan is het niet onredelijk dat van hen te verwachten ook al is het meer dan gebruikelijk. De grens ligt op het punt dat de huisgenoot de hulp niet in staat is te hulp te bieden. D zal er een andere oplossing moeten komen. Die kan komen vanuit het sociaal netwerk, via een algemene of algemeen gebruikelijke voorziening of via een maatwerkvoorziening.

Voorliggende voorzieningen

De consulent sociaal domein beoordeelt vervolgens of er voorliggende voorzieningen zijn. Die gaan voor op het verlenen van een maatwerkvoorziening. Voorbeelden zijn: inzet van personen uit het sociale netwerk (waaronder ook mantelzorg), geschikte en beschikbare vrijwilligers, gebruikmaking van algemene voorzieningen, zoals de was- en strijkservice (zie hoofdstuk 4c), of gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen zoals vaatwasser, wasmachine, droger.

Normenkader Huishoudelijke ondersteuning HHM

Als geconstateerd is dat er een maatwerkvoorziening HO nodig is, dan moet vervolgens bepaald worden hoeveel tijd er dient te worden ingezet. Bureau HHM ontwikkelde, op basis van onafhankelijk en objectief onderzoek, het Normenkader Huishoudelijke Ondersteuning 2019. Dit HHM-normenkader wordt in de gemeente Westerveld gebruikt voor het bepalen van de benodigde omvang van de individuele maatwerkvoorziening Hulp bij Huishouden.

Resultaatgebieden

Tijdens het gesprek tussen inwoner en de consulent sociaal domein worden de volgende resultaten binnen het huishouden meegenomen om de specifieke ondersteuningsbehoefte in beeld te krijgen:

a) De (primaire) leefruimtes die dagelijks worden gebruikt zijn schoon en leefbaar.

b) De inwoner beschikt over goederen voor primaire levensbehoeften.

c) De inwoner moet kunnen beschikken over schone en draagbare kleding.

Daarnaast kan sprake zijn van de volgende resultaten die aanvullend ingezet kunnen worden door middel van de maatwerkvoorziening:

d) Er wordt gezorgd voor de minderjarige kinderen

e) Er is sprake van regie over het doen van het huishouden

Resultaatgebied: de (primaire) leefruimtes die dagelijks worden gebruikt zijn schoon en leefbaar

De primaire leefruimtes die dagelijks worden gebruikt zijn schoon en leefbaar; hieraan draagt de maatwerkvoorziening bij. Het betekent dat men gebruik moet kunnen maken van een schone woonkamer, in gebruik zijnde slaapvertrek ( incl. schoon bed), keuken, sanitaire ruimtes gang/trap.

Werkzaamheden zoals het schoonmaken van een zolder, kelder en/of garage, het verzorgen van dieren of werkzaamheden die buiten de woning plaatsvinden (ramen aan de buitenzijde, tuin, balkon, etc.) vallen niet onder de ondersteuningsplicht van de gemeente, hier moet de inwoner zelf aanvullende actie op ondernemen.

Een huis is schoon en leefbaar indien het normaal bewoond en gebruikt kan worden en voldoet aan basale hygiëne-eisen. Schoon staat voor: een basishygiëne borgen, waarbij vervuiling van het huis en gezondheidsrisico’s van bewoners worden voorkomen. Leefbaar staat voor: opgeruimd en functioneel, bijvoorbeeld om vallen te voorkomen. De taken die leiden tot een schoon en leefbaar huis zijn ook vastgesteld door HHM.

Het schoonmaken/houden van het huis is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van inwoner en zorgaanbieder. Bij een gemiddelde situatie (zie kader hieronder) is 125 minuten per week inzet door een professional benodigd. In de gemiddelde situatie gaan we ervanuit dat de mogelijkheden van inwoner en ondersteuning van het netwerk zeer beperkt zijn.

Gemiddelde situatie:

  • een huishouden met één of twee volwassenen zonder thuiswonende kinderen;

  • wonend in een zelfstandige huisvestingssituatie, gelijkvloers of met een trap;

  • er is sprake van zelfredzaamheid van de inwoner ten aanzien van het dagelijks op orde kunnen houden van de woning (bijvoorbeeld aanrecht kunnen afnemen, algemeen opruimen);

  • de mogelijkheden van de inwoner om zelf bij te dragen aan de activiteiten die moeten worden uitgevoerd om te komen tot het te behalen resultaat zijn zeer beperkt;

  • ondersteuning vanuit mantelzorgers, netwerk en vrijwilligers bij activiteiten die moeten worden uitgevoerd om te komen tot het te behalen resultaat is zeer beperkt;

  • er zijn geen beperkingen of belemmeringen aan de orde bij de inwoner die maken dat de woning extra vervuilt of dat de woning extra schoon gemaakt moet worden;

  • de woning heeft geen uitzonderlijke inrichting en is niet extra bewerkelijk of extra omvangrijk.

De genoemde inzet van 125 minuten per week wordt beschouwd als richtlijn bij een gemiddelde situatie. De uiteindelijke omvang wordt altijd op maat vastgesteld door te kijken naar beïnvloedende factoren:

  • wat de bewoner op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, mantelzorg, vrijwilligers of andere voorzieningen kan oplossen (minder inzet/lagere omvang).

  • of er noodzaak is meer tijd in te zetten voor de uit te voeren activiteiten op grond van bijzondere omstandigheden (meer inzet/hogere omvang).

Beïnvloedende factoren

Er kan sprake zijn van factoren die maken dat een situatie niet gemiddeld is en maken dat minder of meer inzet nodig is door een hogere of lagere frequentie van activiteiten of dat meer tijd nodig is per keer dat een activiteit wordt uitgevoerd. Deze factoren zijn:

kenmerken van de bewoner

- Mogelijkheden van bewoner zelf: De fysieke mogelijkheden van de bewoner om bij te dragen aan de uit te voeren activiteiten. Dit hangt af van het kunnen bewegen, lopen, bukken en omhoog reiken, het vol kunnen houden van activiteiten, het kunnen overzien wat moet gebeuren en daadwerkelijk tot actie kunnen komen. Ook speelt de trainbaarheid en leerbaarheid van de inwoner mee.

- Beperkingen en belemmeringen van de bewoner, die gevolgen hebben voor de benodigde inzet. De hoeveelheid extra ondersteuning die nodig is, is leidend, niet de problematiek als zodanig. Het kan nodig zijn extra vaak of extra goed schoon te maken bijvoorbeeld bij rolstoelgebruik en/of (medisch geobjectiveerde) allergie, astma, longemfyseem, COPD.

- Ondersteuning vanuit mantelzorgers, netwerk en vrijwilligers: de hoeveelheid ondersteuning die wordt geboden, waardoor minder professionele inzet vanuit de gemeente noodzakelijk is omdat een deel van de activiteiten door niet-professionals wordt gedaan.

kenmerken huishouden

  • Samenstelling van het huishouden: het aantal personen en leeftijd van leden in het huishouden.

  • Als er sprake is van een huishouden van twee personen is geen extra inzet nodig. Dit is bijvoorbeeld wel het geval als zij gescheiden slapen, waardoor een extra slaapkamer in gebruik is. Het kan ook betekenen dat er minder ondersteuning nodig is, omdat de partner een deel van de activiteiten uit kan voeren (gebruikelijke hulp). De aanwezigheid van een kind of kinderen kan leiden tot extra noodzaak van inzet van ondersteuning. Dit is mede afhankelijk van de leeftijd en leefstijl van de betreffende kinderen en van de bijdrage die het kind levert in de huishouding (gebruikelijke hulp –leeftijdsafhankelijk).

  • Als er inwonende kinderen zijn, zijn er vaak ook meer ruimtes in gebruik. Een kind kan eventueel ook een bijdrage leveren in de vorm van gebruikelijke hulp en daarmee de benodigde extra inzet beperken of opheffen. Een partner of een kind kunnen ook bijzonderheden kennen (ziekte of beperking) die maken dat extra inzet van ondersteuning nodig is.

  • Huisdieren: door de aanwezigheid van één of meer huisdieren in het huishouden, kan door meer vervuiling extra inzet nodig zijn. Een huisdier veroorzaakt niet altijd extra benodigde inzet (een goudvis in een kom, een niet verharende hond e.d.). Een huisdier heeft vaak ook een functie ten aanzien van participatie en eenzaamheidsbestrijding. Met de bewoner moet in voorkomende gevallen overleg plaats vinden over het aantal of de aard van huisdieren en welke gevolgen hiervan wel of niet ‘voor rekening’ van de gemeente komen. Als er sprake is van veel huisdieren of (ernstig) vervuiling veroorzakende huisdieren dient de bewoner zelf een oplossing te zoeken, door het aantal terug te brengen of zelf aanvullende ondersteuning in te kopen.

kenmerken woning

- Inrichting van de woning: extra inzet nodig door bijvoorbeeld extra veel beeldjes of fotolijstjes in de woonkamer of een groot aantal meubelstukken in de ruimte. Het gaat dan alleen om extreme situaties, waarin de inrichting een aanzienlijke extra ondersteuning vergt. Hierbij dient nader overleg met de bewoner plaats te vinden over wie wat doet in het huishouden.

- Bewerkelijkheid van de woning: extra inzet nodig door bouwkundige en externe factoren, bijvoorbeeld de ouderdom van het huis, de staat van onderhoud, de aard van de wand- of vloerafwerking, de aard van de deuren, schuine wanden, hoogte van de plafonds, tocht en stof, eventuele gangetjes en hoekjes.

- Omvang van de woning: een grote woning kan, maar hoeft niet persé meer inzet te vragen. Een extra grote oppervlakte van de in gebruik zijnde ruimtes kan meer inzet vergen om bijvoorbeeld stof te zuigen, maar kan het stofzuigen ook makkelijker maken omdat je makkelijk overal omheen kunt werken. Een extra slaapkamer die daadwerkelijk in gebruik is als slaapkamer vergt, mede afhankelijk van de samenstelling van het huishouden, extra inzet. Het uitgangspunt is dat alleen de kamers die structureel in gebruik zijn, worden schoongehouden.

De (primaire) leefruimtes die dagelijks worden gebruikt zijn schoon en leefbaar

Gemiddelde situatie

Volledige overname door professional

125 minuten per week

- Minder inzet

Eigen mogelijkheden, incl. gebruikelijke hulp/ sociaal netwerk

per situatie afhankelijk

+ Meer inzet

Enig extra inzet

Veel extra inzet

Samenstelling huishouden

30 minuten per week

60 minuten per week

30 minuten per week

Extra kamer in gebruik

18 minuten per week

Extra kamer niet in gebruik

5 minuten per week

Extra vervuiling huisdier

15 minuten per week

Overige kenmerken

15 minuten per week

De normtijden zijn omgerekend naar normtijden per week. Dat betekent dat ook voor activiteiten die bijvoorbeeld één keer in de 6 weken worden gedaan, dit omgerekend is naar een tijd per week. De professionele hulp verdeelt, in overleg met de inwoner, zelf de uit te voeren werkzaamheden en beschikbaar gestelde tijd over de weken heen, zodat uiteindelijk alle activiteiten ten behoeve van het vastgestelde resultaat worden uitgevoerd. In het normenkader is naast de directe tijd ook de benodigde indirecte tijd meegenomen.

b) Resultaatgebied: de inwoner beschikt over goederen voor primaire levensbehoeften en maaltijden.

De inwoner moet kunnen beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften en maaltijden. Het gaat erom dat de inwoner beschikt over noodzakelijke boodschappen; en een warme maaltijd kan verzorgen. Dit resultaat dient ook meegenomen te worden in het gesprek door de consulent sociaal domein.

In alle situaties kan worden volstaan met inzet van gebruikelijke hulp danwel inzet van het sociaal netwerk, een mantelzorger, vrijwilligers-ondersteuning. Verder kan gebruikt worden gemaakt van een algemene gebruikelijke voorziening indien deze 1) beschikbaar is, 2) adequaat is en 3) is te dragen met een inkomen op minimumniveau. Hieronder wordt in ieder geval verstaand de boodschappendiensten van supermarkten, een magnetronmaaltijd of inzet van een maaltijdservice. In praktijk betekent dit dus dat dit resultaat niet onder de maatwerkvoorziening door de zorgaanbieder hoeft te worden gedaan.

Als vervolgens blijkt dat professionele ondersteuning nodig is bij het klaarzetten, toezien op en toedienen van de maaltijd, moet eerst beoordeeld worden of dit wijkverpleegkundige zorg betreft dan wel maatschappelijke ondersteuning. De wijkverpleegkundige beoordeelt of er sprake is van een ‘behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop’. Zo ja, dan vindt de bekostiging plaats vanuit de Zvw. Zo nee, dan is het aan de gemeente om te beoordelen of er aanspraak is op ondersteuning vanuit de Wmo. Een goede afstemming tussen de wijkverpleegkundige en de consulent sociaal domein is hier uiteraard van belang.

c) Resultaatgebied: de inwoner moet kunnen beschikken over schone en draagbare kleding.

Uit onderzoek blijkt dat bij de wasverzorging inwoners vaak nog lichtere activiteiten zelf kunnen oppakken en dat het sociaal netwerk veelal bereid is te helpen bij de was (eigen kracht). Daarnaast is er een algemene voorziening in Westerveld beschikbaar die was- en strijkgoed aan huis kan ophalen en schoon en gestreken weer thuis brengt. De hoogte van de bijdrage per waszak is voor mensen met een indicatie voor de maatwerkvoorziening voor HO gelijk aan de kosten van aan huis wassen, drogen en strijken, zoals berekend door het Nibud. In praktijk betekent dit dat wassen en strijken vanaf 1 juli 2022 geen onderdeel meer vormt binnen de nieuwe indicaties en her-indicaties (verlenging/ aanpassing) voor een maatwerkvoorziening HO (zie overgangsregeling in bijlage 1).

d) Resultaatgebied: er wordt thuis gezorgd voor de minderjarige kinderen

Wanneer tijdelijk naast het huishouden ook de zorg voor minderjarige kinderen moet worden overgenomen, wordt eerst gekeken naar het sociaal netwerk. Ook is kinderopvang voorliggend op de inzet van de maatwerkvoorziening. Mocht er tijdelijk geen andere oplossing zijn, dan kan hier aanvullende minuten voor worden ingezet volgend onderstaande normtijden.

Er wordt (tijdelijk) thuis gezorgd voor de minderjarige kinderen

Gemiddelde situatie

naar bed brengen/uit bed halen

10 minuten per keer

wassen en aankleden

30 minuten per dag

broodmaaltijd

20 minuten per keer

warme maaltijd

25 minuten per keer

(fles)voeding

20 minuten per keer

luier verschonen

10 minuten per keer

Naar school/kinderopvang brengen

15 minuten per keer

- Minder inzet

Eigen mogelijkheden, incl. gebruikelijke zorg/ sociaal netwerk/ kinderopvang

per situatie afhankelijk

+ Meer inzet

Totale overname: opvang noodzakelijk, tijdelijk

Tot 40 uur per week

e) Resultaatgebied: er is sprake van regie over het doen van het huishouden

Regievoering over het huishouden:

Wanneer een inwoner geen regie meer kan voeren over het huishouden en ook (waarschijnlijk) nooit meer zal kunnen voeren, kan de maatwerkvoorziening HO de regie overnemen. In praktijk houdt dit in dat er schoonmaakwerkzaamheden worden verricht mét daarbij aanvullend ook de regievoering en/of organiseren van het huishouden. In deze situaties gaat het om hulp bij de praktische organisatie van het huishouden.

Aanleren van vaardigheden/ advies over het huishouden:

Ook in situaties als aanleren van vaardigheden, advies etc. kan dit onder de maatwerkvoorziening HO (tijdelijk) worden afgegeven. Daarbij geldt ook voor de hulp een extra verantwoordelijkheid bij het signaleren van ongewenste situaties of toenemende kwetsbaarheid bij inwoner.

Er is sprake van regie over het doen van het huishouden

Gemiddelde situatie

Regievoering: organisatie van het huishouden

30 minuten per week

Advies, instructie en voorlichting (duur 6 weken)

30 minuten per week

Aanleren van vaardigheden (duur 6 weken)

30 minuten per week

- Minder inzet

Eigen mogelijkheden, incl. leefeenheid of netwerk

per situatie afhankelijk

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 28 juni 2022.

burgemeester en wethouders,

D.D. Bruijn- van den Berg H. Jager

secretaris burgemeester

Bijlage 1 – Overgangsregeling bij inzet resultaat: de inwoner moet kunnen beschikken over schone en draagbare kleding.

Overgangsregeling per 1 juli 2022 in het kader van de nieuwe algemene voorziening Was en Strijkservice WaST:

Tot 1 juli 2022 werd in situaties waarbij dat noodzakelijk was in de beschikking voor de maatwerkvoorziening HO ook een tijdsindicatie voor wassen en strijken voor de zorgaanbieder meegenomen. Per 1 juli 2022 gaat dit veranderen; vanaf dan is de algemene voorziening WaST in gebruik, die voorliggend is op inzet van de maatwerkvoorziening. Dat betekent het volgende:

- Voor nieuwe aanvragen en her-indicaties voor HO wordt voor het resultaat: ‘de inwoner moet kunnen beschikken over schone en draagbare kleding’ verwezen naar de algemene voorziening WaST waar tegen een korting gebruik van kan worden gemaakt. Wassen en strijken zal geen onderdeel vormen van de maatwerkvoorziening. De beschikkingen worden opgebouwd volgens uitgangspunten in de beleidsregel.

- Bestaande indicaties voor de maatwerkvoorziening HO waar in de beschikking nog een aantal minuten per week zijn opgenomen voor wassen en strijken aan huis, zullen een brief thuis gestuurd krijgen met informatie over de Was en strijkservice en de keuze om wel of niet hiervan gebruik te willen maken. Dit is een vrijwillige keuze: als zij hierin geïnteresseerd zijn zal een consulent sociaal domein contact opnemen over de wijzigingen die dit met zich meebrengt voor de ondersteuning aan huis en in een gesprek de wijzigingen toelichten. De inwoner kan vrijblijvend vier weken de Was en strijkservice uitproberen. Kiest de inwoner voor de algemene voorziening dan zal er een nieuwe Wmo indicatie voor HO worden afgegeven, die is opgebouwd volgens deze beleidsregel. De tijdsduur voor het wassen en strijken aan huis zal dan in mindering worden gebracht op de indicatie voor de maatwerkvoorziening.

Voor mensen die ervoor kiezen geen gebruik te maken van de was en strijkservice en bij wie dit nu in de lopende maatwerkvoorziening HO is opgenomen, kunnen hiervan gebruik blijven maken zolang als de indicatie duurt. Als de indicatie afloopt zal er, na een verzoek om verlenging en indien de inwoner voor de maatwerkvoorziening HO in aanmerking komt, een nieuwe beschikking worden opgebouwd volgens de beleidsregel; en zal wassen en strijken aan huis geen onderdeel meer vormen van de maatwerkvoorziening.

Iedere inwoner van Westerveld die dat wil kan gebruik maken van de algemene voorziening WaST. Het normale tarief is € 19,50 per waszak van 8 kilo. Mensen met een maatwerkvoorziening HO kunnen een korting krijgen, er worden tarieven gehanteerd die gelijk zijn aan wassen en strijken aan huis, berekend volgens de Nibud.

Het eerste jaar geldt in kader van de overgang nog een aanvullende korting:

Voor alle inwoners Westerveld mét een geldende HH indicatie :

1 mei 2022- 30 november 2022 Gratis

1 december 2022 – 31 mei 2023 € 2,50 per waszak

Vanaf 1 juni 2023 € 5,00 per waszak