Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel tot vaststelling van nadere regels over de huisvesting van arbeidsmigranten (Regeling huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2022)

Geldend van 26-07-2022 t/m 29-09-2022

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel tot vaststelling van nadere regels over de huisvesting van arbeidsmigranten (Regeling huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2022)

Het college van burgemeester en wethouders van Boxtel;

gelet op artikelen 2, 3, 4 en 6 van de Verordening huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2022;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende regeling:

Regeling huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2022

Hoofdstuk 1

Artikel 1 Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel;

  • bedrijventerrein: gronden die zijn gelegen in het bestemmingsplan:

    • 1°.

      ‘Bedrijventerrein Ladonk’, vastgesteld door de gemeenteraad van Boxtel op 25 juni 2013;

    • 2°.

      ‘Bedrijventerrein de Vorst’, vastgesteld door de gemeenteraad van Boxtel op 23 januari 2003;

    • 3°.

      ‘Buitengebied 1994’, vastgesteld door de gemeenteraad van Boxtel op 23 februari 1995, voor zover deze gronden zijn gelegen tussen de Keulsebaan, het spoor, en de straten ‘de Vorst’ en ‘Brede Heide’;

    • 4°.

      ‘Bestemmingsplan Liempde’, vastgesteld door de gemeenteraad van Boxtel op 17 december 2013, voor zover deze gronden zijn aangewezen voor ‘bedrijventerrein’;

    • 5°.

      ‘Kom Esch 2020’, vastgesteld door de gemeenteraad van Boxtel op 29 oktober 2020, voor zover deze gronden zijn gelegen aan de wegen Broxven of Het Root.

  • beheerplan: een plan/protocol als bedoeld in artikel 4 vierde lid sub c van de verordening en artikel 11 tweede en derde lid van deze regeling, waarin het beheer van de huisvestingsvoorziening wordt omgeschreven en waarin de wijze van communicatie tussen een vergunninghouder en derden wordt omgeschreven;

  • feitelijke ingebruikname: feitelijk gebruik als bedoeld in de rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de inwerkingtreding van voorbereidingsbesluiten op grond van de Wet ruimtelijke ordening (bijv. ABRvS 18 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3196);

  • natuurgebied:

    • 1°.

      gronden met de bestemmingen: ‘Natuur’, ‘Bos’, ‘Water’;

    • 2°.

      gronden gelegen in een Natura2000 gebied.

  • onzelfstandige verblijfsruimte: een ruimte, binnen een huisvestingsvoorziening als bedoeld in artikel 1 van de verordening, zonder eigen keuken of sanitair, geschikt voor het verblijven van maximaal 1 persoon;

  • recreatiepark: perceel waarop het volgens het geldende bestemmingsplan is toegestaan bedrijfsmatig voorzieningen voor recreatieve doeleinden te exploiteren, te realiseren of te gebruiken. Daaronder wordt in ieder geval verstaan gronden met de bestemmingen: ‘Recreatie’, ‘Recreatie – Verblijfsrecreatie’, ‘Recreatie – Dagrecreatie’, ‘Recreatie – Volkstuin’.

  • regeling: deze Regeling huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2022;

  • reguliere register SNF: het door Stichting Normering Flexwonen beheerde register van ondernemingen die aan de normen van Stichting Normering Flexwonen voor huisvesting van arbeidsmigranten voldoen;

  • verblijfseenheid: het geheel van meerdere onzelfstandige verblijfsruimten rondom één keuken en sanitair binnen een huisvestingsvoorziening als bedoeld in artikel 1 van de verordening;

  • verordening: Verordening huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2022;

  • zelfstandige verblijfsruimte: een ruimte, binnen een huisvestingsvoorziening als bedoeld in artikel 1 van de verordening, met eigen keuken en sanitair, geschikt voor het verblijven van maximaal 2 personen.

Hoofdstuk 2 Arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning

Artikel 2 Systeem van schaarse vergunningen

  • 1. Het college verleent ten hoogste twee arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunningen voor een huisvestingsvoorziening voor arbeidsmigranten.

  • 2. Het college verleent twee arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunningen voor de huisvesting van minimaal 380 personen tot maximaal 400 personen.

  • 3. De arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunningen worden verdeeld in één verdelingsronde als bedoeld in artikel 4.

  • 4. Een aanvraag ziet op één huisvestingsvoorziening. Een aanvrager kan per huisvestingsvoorziening één aanvraag indienen. Het college verleent per aanvrager maximaal één arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning per fysieke locatie.

  • 5. Voor de toepassing van het vierde lid worden twee fysieke locaties beschouwd als één fysieke locatie als deze locaties zich in een straal van 500 meter van elkaar bevinden.

  • 6. Voor de toepassing van het vierde lid en vijfde lid worden twee of meer aanvragers beschouwd als één aanvrager indien dezelfde rechtspersoon of natuurlijke persoon daarin feitelijke zeggenschap of een overwegend belang heeft of een aanvrager feitelijke zeggenschap of een overwegend belang in de andere aanvrager heeft.

  • 7. Een rechtspersoon of een natuurlijk persoon wordt geacht feitelijke zeggenschap te hebben in een aanvrager wanneer hij gerechtigd is direct of indirect 50% of meer van de stemmen uit te brengen in één of meer van de besluitvormende organen, dan wel op andere wijze in staat is de besluitvorming te bepalen, respectievelijk de feitelijke zeggenschap heeft.

  • 8. Een rechtspersoon of een natuurlijk persoon wordt geacht een overwegend belang te hebben in de onderneming van een aanvrager wanneer hij een rechtstreeks of middellijk belang heeft van 50% of meer van het geplaatste kapitaal, 50% of meer eigenaar is, of de feitelijke zeggenschap heeft.

  • 9. Voor de toepassing van het vierde lid worden twee of meer aanvragers beschouwd als één aanvrager indien de aanvragers deel uitmaken van een concern of een groep van (rechts)personen.

Artikel 3 Vragen en inlichtingen

  • 1. Potentiële aanvragers worden van 25 juli 2022 vanaf 08:00 uur tot en met 5 september 2022 tot 17:00 uur in de gelegenheid gesteld uitsluitend digitaal vragen te stellen over de regeling en de verdelingsronde via arbeidsmigranten@mijngemeentedichtbij.nl.

  • 2. Het college beantwoordt de vragen als bedoeld in het eerste lid schriftelijk in één inlichtingenronde en publiceert de vragen en antwoorden geanonimiseerd uiterlijk op 30 september 2022 via de gemeentelijke website www.boxtel.nl.

  • 3. Indien het college de regeling wijzigt naar aanleiding van de vragen als bedoeld in het eerste lid, dan maakt het college de wijzigingen bekend uiterlijk twee weken vóór aanvang van de aanvraagperiode als bedoeld in artikel 4 eerste lid.

Artikel 4 Verdelingsronde 2022

  • 1. Een aanvraag voor een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning kan uitsluitend worden ingediend vanaf 21 november 2022 om 08:00 uur tot 22 november 2022 om 17:00 uur.

  • 2. Indien één of meerdere van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 6 van de verordening of als één of meerdere van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 7 van de regeling, van toepassing zijn, wordt een aanvraag niet inhoudelijk beoordeeld als bedoeld in het vierde lid.

  • 3. Indien een aanvraag ziet op een huisvestingsvoorziening voor meer of minder personen als bedoeld in artikel 2 tweede lid, dan wordt deze aanvraag niet inhoudelijk beoordeeld als bedoeld in het vierde lid van dit artikel.

  • 4. De inhoudelijke beoordeling van de aanvraag geschiedt door de aanvraag te toetsen aan de volgende subcriteria:

    • subcriterium 1: het ontwikkelplan

    • subcriterium 2: het beheerplan

    • subcriterium 3: het stedenbouwkundigplan en de locatie

    • subcriterium 4: het plan inzake de bijdrage aan leefbaarheid en woningvoorraad

    • subcriterium 5: het plan voor de omgevingsdialoog

  • 5. Het college beoordeelt de subcriteria als bedoeld in het vierde lid op de wijze beschreven in bijlage 3.

Artikel 5 Eisen aan een aanvraag

  • 1. Een aanvraag als bedoeld in artikel 2 gaat in het geval van een aanvraag van een rechtspersoon vergezeld van:

    • a.

      een bewijs van inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel dat niet ouder is dan drie maanden;

    • b.

      een handtekening of handtekeningen van de statutair bestuurder of de statutaire bestuurders die bevoegd zijn de rechtspersoon te vertegenwoordigen. Verlening van een volmacht is niet toegestaan.

  • 2. Een aanvraag als bedoeld in artikel 2 gaat in het geval van een aanvraag van een natuurlijk persoon vergezeld van:

    • a.

      de BSN-gegevens van die natuurlijke persoon;

    • b.

      een handtekening van die natuurlijke persoon.

  • 3. Een aanvraag als bedoeld in artikel 2 gaat vergezeld van:

    • a.

      het volledige en naar waarheid ingevulde formulier in bijlage 1. In het geval van een aanvraag van een natuurlijk persoon dient het formulier als bedoeld in bijlage 1 te zijn ondertekend door die natuurlijk persoon. In het geval van een aanvraag van een rechtspersoon dient het formulier als bedoeld in bijlage 1 te zijn ondertekend door een vertegenwoordigingsbevoegd bestuurder of vertegenwoordigingsbevoegde bestuurders.

    • b.

      het ingevulde Bibob-formulier als bedoeld in bijlage 2.

    • c.

      een bewijs dat de aanvrager rechthebbende is van de grond waarop de huisvestingsvoorziening is voorzien of een bewijs van toestemming van de rechthebbende van de grond voor het gebruik van de grond ten behoeve van de huisvestingsvoorziening.

  • 4. Indien het college gebruik maakt van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, dan doet het college dit enkel indien dit leidt tot een aanvulling van de aanvraag van ondergeschikte aard. Het college stelt in dat geval een termijn van veertien dagen.

Artikel 6 Indieningswijze aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt schriftelijk of digitaal ingediend.

  • 2. Een schriftelijke aanvraag geschiedt door middel van deponering van de aanvraag in een afgesloten container gesitueerd bij de receptie in het gemeentehuis van Boxtel (Markt 1, 5281 AT Boxtel). De afgesloten container is toegankelijk gedurende kantoortijden tijdens de aanvraagperiode als bedoeld in artikel 4 eerste lid. De aanvraag, waaronder formulieren en bijlagen, mag ook op een USB-stick worden aangeleverd door deze in de betreffende container te deponeren.

  • 3. Een digitale aanvraag geschiedt door middel van het uploaden van de aanvraag via https:\\bestandendelen.mijngemeentedichtbij.nl naar arbeidsmigranten@mijngemeentedichtbij.nl. Als moment van indiening van de aanvraag wordt beschouwd het moment dat een aanvraag digitaal is ontvangen.

  • 4. Het ingevulde Bibob-formulier als bedoeld in artikel 5 lid 3 onder b moet in een afzonderlijk document worden aangeleverd.

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1. Het college weigert een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning, indien één of meerdere van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 6 eerste lid van de verordening van toepassing zijn.

  • 2. Het college weigert een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning indien:

    • a.

      de aanvraag niet voldoet aan artikel 2;

    • b.

      de aanvraag ziet op een huisvestingsvoorziening voor de huisvesting van meer of minder personen dan bedoeld in artikel 2 tweede lid;

    • c.

      de aanvraag is ingediend buiten de aanvraagperiode als bedoeld in artikel 4 eerste lid;

    • d.

      de aanvraag niet voldoet aan artikel 5.

  • 3. Het college weigert een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning indien een ernstig gevaar bestaat als bedoeld in artikel 3 eerste lid sub a of b van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

  • 4. Het college weigert een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning indien een aanvrager minder dan 25% van het maximaal aantal te behalen punten krijgt toegekend bij één of meerdere van de subcriteria als bedoeld in artikel 4 vierde lid.

  • 5. Het college weigert een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning indien de voorziene huisvestingsvoorziening zoals beschreven in de desbetreffende aanvraag niet voldoet aan de verplichtingen gesteld aan de huisvestingsvoorziening als bedoeld in artikelen 10, 11, 12 en 13.

  • 6. Het college weigert een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning indien een aanvrager op het moment van indiening van de aanvraag niet staat ingeschreven in het reguliere register SNF.

  • 7. Het college kan een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning weigeren indien de aanvrager naar het oordeel van het college onvoldoende heeft aangetoond dat hij over de grond kan beschikken waar de huisvestingsvoorziening is voorzien op het moment dat de voorziene huisvestingsvoorziening wordt gebouwd.

Artikel 8 Weigeringsgronden zoekgebieden

  • 1. Het college weigert een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning indien de aanvraag betrekking heeft op een locatie voor een huisvestingsvoorziening die zich bevindt op of in:

    • a.

      een bedrijventerrein;

    • b.

      een recreatiepark;

    • c.

      een woonwijk;

    • d.

      een natuurgebied.

  • 2. Het college weigert een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning indien de aanvraag betrekking heeft op een locatie voor een huisvestingsvoorziening verder weg gelegen dan 4,9 kilometer vanaf de buitengrenzen van een bedrijventerrein.

  • 3. Het college kan een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning weigeren indien de aanvraag betrekking heeft op een locatie voor een huisvestingsvoorziening:

    • a.

      die naar het oordeel van het college ongeschikt is in verband met het maatregelenpakket van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer;

    • b.

      die naar het oordeel van het college belemmeringen kan opleveren voor omliggende bedrijven op het gebied van milieu, bijvoorbeeld doordat een locatie zich bevindt binnen de richtafstanden van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ten opzichte van omliggende bedrijven en naar het oordeel van het college geen uitzondering op die richtafstanden mogelijk of wenselijk is;

    • c.

      die naar het oordeel van het college belemmeringen kan opleveren voor het Natuurnetwerk Brabant en het College de toepassing van een uitzondering niet mogelijk of wenselijk acht.

Artikel 9 Looptijd arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning

  • 1. Een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning wordt verleend voor een periode van 15 jaar.

  • 2. De termijn als bedoeld in het eerste lid, kan niet worden verlengd.

  • 3. De termijn als bedoeld in het eerste lid, vangt aan op het moment van de feitelijke ingebruikname van de huisvestingsvoorziening.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen voor huisvestingsvoorzieningen

Artikel 10 Algemene verplichtingen

  • 1. De huisvestingsvoorziening bestaat uit zelfstandige verblijfsruimten en onzelfstandige verblijfsruimten.

  • 2. Een verblijfseenheid bestaat uit maximaal vier onzelfstandige verblijfsruimten.

  • 3. In één verblijfseenheid die bestaat uit onzelfstandige verblijfsruimten moeten een toilet en een badkamer in afzonderlijk afsluitbare ruimten aanwezig zijn.

  • 4. In een zelfstandige verblijfsruimte moeten een toilet en een badkamer aanwezig zijn.

Artikel 11 Beheerder(s), beheerplan en klachtenregistratie

  • 1. In elke huisvestingsvoorziening is tenminste één beheerder 24 uur per dag en 7 dagen per week aanwezig.

  • 2. Voor elke huisvestingsvoorziening is een beheerplan als bedoeld in artikel 4 vierde lid sub c van de verordening, opgesteld.

  • 3. Het beheerplan bevat tenminste:

    • a.

      een omschrijving van de manier waarop de verplichting uit het eerste lid wordt vervuld;

    • b.

      een meertalig huisreglement;

    • c.

      een omschrijving van de wijze waarop klachten worden geregistreerd en behandeld;

    • d.

      een communicatieplan waarin de wijze van communicatie tussen de vergunninghouder en derden wordt omschreven.

Artikel 12 Huisreglement

  • 1. Het huisreglement wordt tenminste in het Nederlands en Engels opgesteld.

  • 2. Het huisreglement wordt verstrekt aan alle in een huisvestingsvoorziening verblijvende personen bij aanvang van hun verblijf.

Artikel 13 Gemeenschappelijke ruimte

  • 1. Een huisvestingsvoorziening heeft minimaal 550 vierkante meter aan gemeenschappelijke ruimte.

  • 2. Ruimte kwalificeert als gemeenschappelijke ruimte als bedoeld in het eerste lid, indien:

    • de ruimte buiten een verblijfseenheid of verblijfsruimte is gelegen;

    • de ruimte gericht is op sport, recreatie, ontspanning of is ingericht voor algemene voorzieningen; en

    • de ruimte geen expliciete verkeersfunctie heeft, zoals gangen en (lift)hallen.

  • 3. Ruimte buiten kwalificeert als gemeenschappelijke ruimte als bedoeld in het eerste lid, indien:

    • de ruimte gericht is op sport, recreatie, ontspanning of is ingericht voor algemene voorzieningen;

    • de ruimte is gelegen op het terrein van de huisvestingsvoorziening; en

    • de ruimte geen expliciete verkeers- of parkeerfunctie heeft, zoals wegen en (fiets)parkeerplaatsen.

Hoofdstuk 4 Voorschriften arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning

Artikel 14 Voorschriften

  • 1. Aan een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning worden in ieder geval de voorschriften in bijlage 4 verbonden.

  • 2. Aan een arbeidsmigrantenhuisvestingvergunning worden de verplichtingen als bedoeld in artikelen 10, 11, 12 en 13 verbonden als voorschrift.

  • 3. Aan een arbeidsmigrantenhuisvestingvergunning wordt het voorschrift verbonden dat de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning integraal wordt nageleefd en uitgevoerd en dat de integrale aanvraag onlosmakelijk onderdeel is van een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning.

Hoofdstuk 5 Intrekking of wijziging van de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning

Artikel 15 Intrekking

  • 1. Het college is bevoegd respectievelijk verplicht een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning in te trekken in de gevallen als bedoeld in artikel 9 van de verordening.

  • 2. Het college kan de termijn als bedoeld in artikel 9 eerste lid sub a van de verordening verlengen. Het college kan in ieder geval gebruikmaken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 9 tweede lid van de verordening, indien:

    • a.

      andere publiekrechtelijke vergunningen, ontheffingen of toestemmingen vereist zijn voor de feitelijke ingebruikname van de huisvestingsvoorziening en die publiekrechtelijke vergunningen, ontheffingen of toestemmingen niet onherroepelijk zijn; of

    • b.

      andere zwaarwegende belangen daartoe aanleiding geven.

  • 3. Het college betrekt bij de toepassing van de intrekkingsbevoegdheden als bedoeld in artikel 9 derde lid van de verordening de aard, de frequentie en de ernst van de grond voor de intrekkingsbevoegdheid.

  • 4. Het college kan een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning intrekken, indien sprake is van slecht levensgedrag als bedoeld in artikel 9 derde lid sub f van de verordening. Bij de beoordeling of sprake is van slecht levensgedrag wordt in ieder geval in aanmerking genomen of:

    • a.

      een vergunninghouder of een bij de vergunninghouder werkzaam persoon of werkzame personen veroordeeld is of zijn voor een strafbaar feit;

    • b.

      uit concrete feiten en omstandigheden volgt dat de frequentie, de aard en de ernst van gedragingen de vrees rechtvaardigen dat de vergunninghouder of een bij de vergunninghouder werkzaam persoon of werkzame personen een bedreiging vormt of vormen voor de bescherming van de belangen als bedoeld in artikel 6 tweede lid van de verordening.

  • 5. Bij de beoordeling of sprake is van slecht levensgedrag als bedoeld in artikel 9 derde lid sub f van de verordening kan ook rekening worden gehouden met gedragingen die op zichzelf niet als ernstig kunnen worden beschouwd, maar die in samenhang met andere gedragingen een gedragspatroon opleveren dat van slecht levensgedrag getuigt.

  • 6. Het college kan een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning intrekken in het geval van overgang van de huisvestingsvoorziening of van de onderneming van de vergunninghouder op een derde partij, bijvoorbeeld door middel van een aandelentransactie of een activa passiva transactie als bedoeld in artikel 9 derde lid sub l van de verordening. In dat geval kan het college de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning intrekken, indien naar het oordeel van het college:

    • a.

      de derde partij van slecht levensgedrag is als bedoeld in artikel 9 derde lid sub f van de verordening en als bedoeld in het vierde lid;

    • b.

      personen werkzaam bij de derde partij van slecht levensgedrag zijn als bedoeld in artikel 9 derde lid sub f van de verordening en als bedoeld in het vierde lid;

    • c.

      de belangen als bedoeld in artikel 6 tweede lid van de verordening niet meer of onvoldoende beschermd kunnen worden; of

    • d.

      een ernstig gevaar bestaat als bedoeld in artikel 3 eerste lid sub a of b van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 16 Ondergeschikte wijzigingen

Het college kan een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning en de daaraan verbonden voorschriften op ondergeschikte onderdelen wijzigen.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

Artikel 18 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als de Regeling huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 19 juli 2022,

de burgemeester,

R. van Meygaarden

de loco-gemeentesecretaris,

M. Snellen

Bijlage 1: Aanvraagformulier

Naam (van de persoon of onderneming)

Adres

Voorziene locatie huisvestingsvoorziening (kadastrale percelen en adres)

KvK-nummer (indien onderneming)

De aanvrager verklaart door ondertekening van dit formulier dat deze aanvraag wordt gedaan overeenkomstig de eisen, bepalingen en gegevens zoals deze zijn omschreven in de Verordening huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2022, de Regeling huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2022 en de daarbij behorende bijlagen. De aanvrager verklaart door ondertekening van dit formulier dat de aanvraag en de overige daarbij in te dienen documenten als bedoeld in artikel 5 van de Regeling huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2022 volledig en juist zijn ingediend.

De aanvrager verklaart dat zij geregistreerd staat in het reguliere SNF-register.

  • 0

    Ja

  • 0

    Nee

Ondertekening indien aanvrager een natuurlijke persoon is:

Naam

Datum en plaats

Ondertekening indien aanvrager een onderneming is:

Naam van de onderneming

Naam ondertekenaar(s)

Functie ondertekenaar(s)

Datum en plaats

Bijlage 2: Bibob-formulier

BIBOB VRAGENFORMULIER

Dit formulier is in overeenstemming met de ministeriële Regeling Bibob-formulieren (4 juni 2013 nr. 389136)

Let op: U dient van alle gevraagde bewijsstukken te allen tijde de originele exemplaren te tonen en een kopie in te leveren.

1. Algemeen

Wat is het (voorlopige) adres van de huisvestingsvoorziening?

Adres huisvestingsvoorziening:…………………………………………………………………….

2. Vergunning

Welke vergunning vraagt u aan?:…………………………………………………………………….

3. Aanvrager vergunning

Vraagt u de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning aan als natuurlijk persoon of als rechtspersoon?

  • 0

    Als natuurlijk persoon (Ga door naar vraag 3a.)

  • 0

    Als bedrijf/rechtspersoon (Ga door naar vraag 3b.)

3a. Gegevens aanvrager (natuurlijk persoon)

Achternaam:…………………………………………………………………….

Voornaam:…………………………………………………………………….

Geboortedatum:…………………………………………………………………….

Burgerservicenummer (BSN):…………………………………………………………………….

Bijvoegen:

  • Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.

  • Indien van toepassing een kopie verblijfsvergunning (origineel tonen).

3b. Gegevens aanvrager (bedrijf/rechtspersoon)

Ondernemingsvorm

  • 0

    Vennootschap onder Firma (V.O.F.)

  • 0

    Commanditaire vennootschap (C.V.)

  • 0

    Maatschap

  • 0

    Coöperatie

  • 0

    Buitenlandse rechtspersoon

  • 0

    Besloten vennootschap (B.V.)

  • 0

    Naamloze vennootschap (N.V.)

  • 0

    Vereniging

  • 0

    Stichting

  • 0

    Onderlinge waarborgmaatschappij

  • 0

    Anders, namelijk:

Bijvoegen:

  • Aandeelhoudersregister indien de aanvrager/aandeelhouder een besloten vennootschap is, zodat blijkt wie de betrokken natuurlijke personen zijn.

  • De gegevens van de commanditair vennoot indien aanvrager een commanditaire vennootschap is.

  • Een kopie van een geldig legitimatiebewijs van bestuurders indien sprake is van een B.V., een stichting, een maatschap of vereniging, of van de vennoten indien sprake is van een V.O.F. of C.V..

  • Indien van toepassing een kopie verblijfsvergunning (origineel tonen).

Statutaire naam en statutaire vestigingsplaats (zoals op de akte van oprichting), handelsnaam, nummer inschrijving KvK.

Vestigingsplaats:…………………………………………………………………….

Handelsnaam:…………………………………………………………………….

KvK-nummer:………………………………………………………………………

4. Gegevens opdrachtgever

Bent u ook de opdrachtgever van de activiteit waarop de aangevraagde arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning ziet?

  • 0

    Ja (ga direct naar vraag 5)

  • 0

    Nee (vul bij vraag 4a of 4b de gegevens in van de opdrachtgever)

4a. Gegevens opdrachtgever (natuurlijk persoon)

Achternaam:…………………………………………………………………….

Voornaam:…………………………………………………………………….

Geboortedatum:…………………………………………………………………….

Burgerservicenummer (BSN):…………………………………………………………………….

Bijvoegen:

  • Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.

  • Indien van toepassing een kopie verblijfsvergunning (origineel tonen).

4b. Gegevens opdrachtgever (bedrijf/rechtspersoon)

Ondernemingsvorm

  • 0

    Eenmanszaak

  • 0

    Vennootschap onder Firma (V.O.F.)

  • 0

    Commanditaire vennootschap (C.V.)

  • 0

    Maatschap

  • 0

    Coöperatie

  • 0

    Buitenlandse rechtspersoon

  • 0

    Besloten vennootschap (B.V.)

  • 0

    Naamloze vennootschap (N.V.)

  • 0

    Vereniging

  • 0

    Stichting

  • 0

    Onderlinge waarborgmaatschappij

  • 0

    Anders, namelijk:…………………………………………………………………….

Bijvoegen:

  • Aandeelhoudersregister indien de aanvrager/aandeelhouder een besloten vennootschap is zodat blijkt wie de betrokken natuurlijke personen zijn.

  • De gegevens van de commanditair vennoot indien aanvrager een commanditaire vennootschap is.

Statutaire naam en statutaire vestigingsplaats (zoals op de akte van oprichting), handelsnaam, nummer inschrijving KvK.

Vestigingsplaats:…………………………………………………………………….

Handelsnaam:…………………………………………………………………….

KvK-nummer:…………………………………………………………………….

5. Gegevens betrokkenen bij de opdrachtgever

Is of zijn de aanvrager(s), opdrachtgevers, aandeelhouders, gevolmachtigden of

vennoten in de afgelopen vijf jaar voor strafbare feiten vervolgd?

  • 0

    Nee

  • 0

    Ja, namelijk

Veroordeeld (d.w.z. een uitspraak naar aanleiding van een terechtzitting gedaan door een rechter)

1. Naam……………………………………………………………………. Datum…………………

(strafbaar) feit…………………………………………………………………….

Een schikking aangegaan met het Openbaar Ministerie (d.w.z. dat er geen terechtzitting, geen bemoeienis van een rechter en ook geen veroordeling heeft plaatsgevonden)

2. Naam……………………………………………………………………. Datum…………………

(strafbaar) feit…………………………………………………………………….

Bijvoegen:

  • De betreffende beschikking.

Als verdachte aangemerkt

3. Naam……………………………………………………………………. Datum…………………

(strafbaar) feit…………………………………………………………………….

Heeft deze persoon een bestuurlijke of fiscale boete gekregen?

4. Naam……………………………………………………………………. Datum…………………

(strafbaar) feit…………………………………………………………………….

Bijvoegen:

  • De betreffende beschikking.

6. Betrokkenheid bij andere ondernemingen

Zijn de huidige ondernemers, bestuurders, aandeelhouders of vennoten in de afgelopen vijf jaar betrokken (geweest) bij andere Nederlandse of buitenlandse ondernemingen?

  • 0

    Nee

  • 0

    Ja, namelijk

Naam betrokkene…………………………………………………………………….

Onderneming………………………………………………………………… KvK-nummer…………………

Naam betrokkene…………………………………………………………………….

Onderneming………………………………………………………………… KvK-nummer…………………

Naam betrokkene…………………………………………………………………….

Onderneming………………………………………………………………… KvK-nummer…………………

Naam betrokkene…………………………………………………………………….

Onderneming………………………………………………………………… KvK-nummer…………………

Naam betrokkene…………………………………………………………………….

Onderneming………………………………………………………………… KvK-nummer…………………

7. Financiering van het bouwplan

Geef aan hoe de huisvestingsvoorziening gefinancierd wordt.

Bedrag financiering (totaal) €…………………………………………………………………….

1. Financiering met eigen vermogen

Eigen vermogen: Bedrag: €…………………………………………………………………….

Geef aan hoe dit eigen vermogen is verkregen:

…………………………………………………………………….

…………………………………………………………………….

…………………………………………………………………….

…………………………………………………………………….

Bijvoegen:

  • Bescheiden waaruit dit vermogen blijkt (bijvoorbeeld bankafschriften).

  • Jaarrekeningen of balansen en winst- en verliesrekeningen van de laatste drie jaar.

2. Financiering met vreemd vermogen (vreemd vermogen is al het vermogen dat in de onderneming zit behalve het eigen vermogen. Bijvoorbeeld: leningen, schulden en kredieten).

1. Naam financier…………………………………………………………………….

Bedrag: €………………………………………………………

BSN (indien financier een natuurlijk persoon betreft)…………………………………

2. Naam financier…………………………………………………………………….

Bedrag: €………………………………………………………

BSN (indien financier een natuurlijk persoon betreft)…………………………………

3. Naam financier…………………………………………………………………….

Bedrag: €………………………………………………………

BSN (indien financier een natuurlijk persoon betreft)…………………………………

4. Naam financier…………………………………………………………………….

Bedrag: €………………………………………………………

BSN (indien financier een natuurlijk persoon betreft)…………………………………

Bijvoegen:

  • Financieringsovereenkomst(en).

3. Overig

Bijvoegen:

  • Door beide of meerdere partijen getekende overeenkomst van financiering en de aflossingsafspraken.

8. Relatie pand/terrein waarvoor arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning wordt aangevraagd

Geef aan wat uw relatie is met het pand en/of het terrein waarvoor de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning wordt aangevraagd.

A. Wordt het pand/terrein gehuurd?

  • 0

    Nee

  • 0

    Ja, geef het volgende aan:

Naam eigenaar:…………………………………………………………………….

Huur per maand: €…………………………………………………………………….

Bijvoegen:

  • Huurovereenkomst.

B. Is het pand/terrein waarvoor de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning wordt aangevraagd (deels) uw eigendom?

  • 0

    Nee

  • 0

    Ja, geef aan

Aankoopbedrag €…………………………………………………………………….

C. Is er een andere relatie?

  • 0

    Eigendom van de aanvrager of de opdrachtgever:

Bijvoegen:

  • Eigendomsbewijs.

Indien u het eigendom binnen een periode van twee jaar, voorafgaande aan de datum van

deze aanvraag, hebt verkregen dan tevens bijvoegen:

  • Eindafrekening van de notaris inzake de aankoop van het pand.

  • Documenten waaruit de wijze van financiering van de aankoop blijkt.

  • 0

    Eigendom van een van de vennoten of een of meerdere bestuurders binnen de door aanvrager en/of opdrachtgever gevoerde rechtspersoon:

Bijvoegen:

  • Eigendomsbewijs.

  • 0

    Geef aan wat voor overeenkomst is gesloten met betrekking tot het pand en/of terrein:

Bijvoegen:

  • Overeenkomst waaruit de lasten en betalingsafspraken blijken.

9. Gegevens van de onderneming(en) die de huisvestingsvoorziening gaan realiseren

Wie gaat de huisvestingsvoorziening realiseren?

  • 0

    Aanvrager

  • 0

    Anders, namelijk

Naam…………………………………………………………………….

Adres…………………………………………………………………….

KvK-nummer…………………………………………………………………….

Naam…………………………………………………………………….

Adres…………………………………………………………………….

KvK-nummer…………………………………………………………………….

10. Andere besluiten

A. Is in de afgelopen vijf jaar een vergunning voor een onderneming in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, voor de horeca, prostitutie- en/of speelautomaten-, hallenbranche en/of bouwactiviteiten aan de bestuurders, aandeelhouders of vennoten van de onderneming geweigerd of ingetrokken?

  • 0

    Nee

  • 0

    Ja, namelijk

1. Gemeente…………………………………………………………………….

Onderneming………………………………………………………

KvK-nummer…………………………………………………………………….

2. Gemeente…………………………………………………………………….

Onderneming…………………………………………………….

KvK-nummer…………………………………………………………………….

3. Gemeente…………………………………………………………………….

Onderneming…………………………………………………….

KvK-nummer…………………………………………………………………….

Bijvoegen:

  • De betreffende beschikking(en).

B. Is de afgelopen vijf jaar een door de bestuurders, aandeelhouders of vennoten geëxploiteerde

onderneming en/of een pand en/of erf in hun eigendom op last van de burgermeester gesloten of is ten aanzien daarvan overige bestuursdwang toegepast?

  • 0

    Nee

  • 0

    Ja, namelijk

1. Gemeente…………………………………………………………………….

Onderneming…………………………………………………………………….

KvK-nummer…………………………………………………………………….

2. Gemeente…………………………………………………………………….

Onderneming…………………………………………………………………….

KvK-nummer…………………………………………………………………….

3. Gemeente…………………………………………………………………….

Onderneming…………………………………………………………………….

KvK-nummer…………………………………………………………………….

Bijvoegen:

  • De betreffende beschikking(en).

11. Ondertekening door aanvrager

Naam…………………………………………………………………….

Datum…………………………………………………………………….

Handtekening…………………………………………………………………….

NB: U dient dit formulier volledig ingevuld in te leveren.

Opzettelijk verschaffen van onjuiste informatie is strafbaar, net als het opzettelijk weglaten van informatie (artikel 227a en 227b, Wetboek van Strafrecht).

De gemeente kan uw vergunning in dat geval weigeren of intrekken (artikel 3, zesde lid Wet Bibob).

Checklist Bibob-formulier

Afhankelijk van het gegeven antwoord kan het zijn dat bij bepaalde vragen niet alle bescheiden ingeleverd behoeven te worden. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan deze checklist.

Vraag 3a

  • Een kopie van een geldig legitimatiebewijs (origineel tonen).

  • Indien van toepassing een kopie verblijfsvergunning als aanvrager natuurlijk persoon betreft (origineel tonen).

Vraag 3b

  • Van toepassing zijnde aandeelhoudersregisters.

  • De gegevens van de commanditair vennoot indien aanvrager een commanditaire vennootschap is.

Vraag 4a

  • Een kopie van een geldig legitimatiebewijs (origineel tonen).

  • Indien van toepassing een kopie verblijfsvergunning als opdrachtgever natuurlijk persoon betreft (origineel tonen).

Vraag 4b

  • Van toepassing zijnde aandeelhoudersregisters.

  • De gegevens van de commanditair vennoot als opdrachtgever een commanditaire vennootschap is.

Vraag 5

  • De betreffende beschikking(en).

Vraag 7

  • Bescheiden waaruit dit vermogen blijkt.

  • Jaarrekeningen of balansen en winst- en verliesrekeningen van de laatste drie jaar.

  • Financieringsovereenkomst(en).

  • Door beide partijen getekende overeenkomst van financiering en de aflossingsafspraken.

Vraag 8

  • Huurovereenkomst.

  • Eigendomsbewijs. Indien u het eigendom binnen een periode van twee jaar, voorafgaande aan de datum van deze aanvraag, hebt verkregen dan tevens bijvoegen:

  • Eindafrekening van de notaris inzake de aankoop van het pand.

  • Documenten waaruit de wijze van financiering van de aankoop blijkt.

  • Overeenkomst waaruit de lasten en betalingsafspraken blijken.

Vraag 10

  • De betreffende beschikking(en).

Bijlage 3: Beoordelingscriteria kwaliteit en huurprijs

De kwaliteit van een aanvraag wordt beoordeeld op basis van kwaliteitscriteria. Deze criteria, inclusief de te behalen punten per subcriterium, zijn hieronder opgenomen in tabel 1.

Tabel 1

Subcriterium

Onderwerp

Maximaal te behalen punten per subcriterium

1

Het ontwikkelplan

190 punten

2

Het beheerplan

190 punten

3

Het stedenbouwkundig plan en de locatie

190 punten

4

Het plan inzake de bijdrage aan leefbaarheid en woningvoorraad

190 punten

5

Het plan voor de omgevingsdialoog

240 punten

Totaal

1000 punten

Per subcriterium wordt een cijfer toegekend tussen de 0 en de 4:

0 = onvoldoende (0% van de maximaal te behalen punten)

1 = matig (25% van de maximaal te behalen punten)

2 = voldoende (50% van de maximaal te behalen punten)

3 = goed (75% van de maximaal te behalen punten)

4 = zeer goed (100% van de maximaal te behalen punten)

Indien een aanvrager bijvoorbeeld het cijfer 3 krijgt toegekend op ‘Subcriterium 1: het ontwikkelplan’ dan levert dat 142,5 punten op (0,75 x 190).

De leden van het beoordelingsteam zullen in consensus een cijfer per subcriterium toekennen. Het beoordelingsteam bestaat uit ambtenaren en (externe) deskundigen. Het college neemt het definitieve besluit tot de verlening van de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning of de weigering van de aanvraag.

Enkel de hiervoor genoemde gehele cijfers (0, 1, 2, 3 of 4) kunnen per subcriterium worden toegekend, het cijfer 2,5 is bijvoorbeeld niet mogelijk. Na het in consensus toekennen van cijfers, worden de daaruit voortvloeiende punten die op de vijf subcriteria zijn behaald bij elkaar opgeteld. De rangschikking van de aanvragen vindt plaats aan de hand van het totaal aantal punten (meeste punten als hoogst gerangschikte).

Indien drie of meer aanvragers die de meeste punten behalen hetzelfde puntentotaal hebben, dan worden de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunningen verleend aan de aanvrager of aanvragers aan wie het hoogste cijfer is toegekend op ‘Subcriterium 4: het plan inzake de bijdrage aan leefbaarheid en woningvoorraad’. Indien die aanvragers ook het hetzelfde cijfer hebben gekregen op ‘Subcriterium 4: het plan inzake de bijdrage aan leefbaarheid en woningvoorraad’, dan wordt geloot tussen die aanvragers. De loting is openbaar en wordt voltrokken door een notaris.

Subcriterium 1: het ontwikkelplan

Kwaliteit van huisvesting is een speerpunt in het beleid. De minimale vereisten waaraan huisvestingsvoorzieningen moeten voldoen, zijn opgenomen in artikel 10, 11, 12 en 13 van de regeling.

De aanvrager levert een adequate kwalitatieve en kwantitatieve beschrijving van het huisvestingsconcept aan. Onderdeel hiervan is een programma van de ontwikkeling, zowel van de verblijfsruimten als aanvullende voorzieningen. Meer gemeenschappelijke voorzieningen en ruimte voor de huisvesting dragen hieraan bij. Tevens wordt ingegaan op de indeling van de huisvestingsvoorziening, inclusief het benoemen van oppervlakten en functieaanduidingen en of en zo ja op welke wijze aan duurzaamheid voor klimaat en milieu wordt voldaan.

Er wordt tenminste ingegaan op hoe aanvrager voorziet in (basis)behoeften van de arbeidsmigranten. Hieronder wordt door de gemeente in ieder geval gerekend het bieden van voldoende gelegenheid voor wassen en drogen van kleding, eten en drinken, persoonlijke verzorging, parkeergelegenheid voor auto’s en fietsen en (draadloos) internet.

Daarnaast is betaalbaarheid voor de doelgroep van belang. De huisvesting, zoals die wordt omschreven in het ontwikkelplan, moet worden aangeboden tegen een passende en acceptabele huurprijs voor de gemiddelde arbeidsmigrant. Om dit te beoordelen maakt de huurprijs per persoon én de daarbij behorende prijsonderbouwing onderdeel uit van de aan te leveren gegevens. Deze prijs dient all-in te zijn. De onderbouwing moet transparant en volledig zijn. De gemeente wil in deze onderbouwing ook duidelijkheid over eventuele aparte toeslagen, servicekosten en dergelijke, zodat een volledig beeld van de kosten voor de arbeidsmigrant ontstaat. Ook heeft de arbeidsmigrant bij voorkeur een huurovereenkomst met een andere partij dan bij zijn arbeidsrelatie.

Aan het in te dienen document worden geen aanvullende (vorm- en hoeveelheids)eisen gesteld.

Beoordelingscriteria:

  • i.

    Meerwaarde ten opzichte van de minimale vereisten zoals vermeld in artikel 10, 11, 12 en 13 van de regeling

  • ii.

    De mate waarin wordt tegemoetgekomen aan de (basis)behoeften van arbeidsmigranten. De hiervoor genoemde (basis)behoeften worden bij de beoordeling meegenomen, maar betreffen geen uitputtende opsomming.

Subcriterium 2: het beheerplan

De gemeente vindt goed verhuurderschap van groot belang. In artikel 10, 11, 12 en 13 van de regeling en ‘Subcriterium 1: het ontwikkelplan’ is beschreven wat de gemeente van aanvragers eist respectievelijk verwacht als het gaat om de huisvestingsvoorziening. Goed verhuurderschap gaat echter verder dan dat. De gemeente vraagt van aanvragers te beschrijven hoe zij invulling willen geven aan goed verhuurderschap, zowel jegens de te huisvesten arbeidsmigranten als jegens de omgeving. In ieder geval wenst de gemeente het volgende beschreven te zien:

  • de wijze van beheer en onderhoud, in het kader waarvan brand- en fysieke veiligheid, hygiëne en het kwalitatief op peil houden van de huisvestingsvoorziening als speerpunten gelden. Beschreven dient te worden hoe het beheer en onderhoud wordt vormgegeven (wie, werkwijze en frequentie), daaronder ook begrepen het opstellen van inspectierapporten;

  • toezicht op naleving van het huisreglement en de mogelijkheid voor arbeidsmigranten en omwonenden om klachten te uiten. Beschreven dient te worden hoe het toezicht wordt vormgegeven (wie en werkwijze). Bovendien dient een klachtenprotocol overgelegd te worden;

  • communicatie met de gemeente en omwonenden. Naast een algemene beschrijving van de beschikbare communicatiemiddelen dient beschreven te worden op welke specifieke wijze de gemeente en omwonenden snel in contact kunnen komen met de beheerder/aanvrager van de huisvestingsvoorziening, op welke wijze aanvrager/beheerder daarop acteert en op welke wijze aanvrager in voorkomende, door aanvrager te beschrijven, gevallen de beheerder/aanvrager zelf/actief met de gemeente of omwonenden contact zal opnemen. In deze paragraaf zal onder andere worden aangegeven hoe aanvrager omgaat met de pers en op welk tijdstip en welke wijze aanvrager de gemeente op de hoogte stelt van eventuele communicatie met de pers. In ieder geval het voorgaande dient te worden beschreven in een communicatieprotocol;

  • begeleiding van en communicatie met de arbeidsmigranten, bijvoorbeeld met betrekking tot het proces van verkrijgen van een verblijfsruimte, het (voor langere tijd) vestigen in de gemeente Boxtel, het leren van de Nederlandse taal, de wijze van verblijven in de huisvestingsvoorziening (zoals uitleg beschikbare voorzieningen), het overbruggen van taalbarrières (zoals het beschikbaar stellen van mondelinge en schriftelijke communicatie in de moedertaal van de arbeidsmigranten) en de inschrijving in de BRP.

In de beschrijving wordt het bovengenoemde (1. Beheer en onderhoud, 2. Toezicht en klachtenprotocol, 3. Communicatieprotocol en 4. Begeleiding van en communicatie met arbeidsmigranten) aangevuld met de onderwerpen die aanvrager belangrijk acht, op een zodanige manier beschreven dat voor de gemeente duidelijk is hoe aanvrager uitvoering gaat geven aan de eisen en wensen van de gemeente.

Aan het in te dienen document worden geen aanvullende (vorm- en hoeveelheids)eisen gesteld.

Beoordelingscriteria

  • i.

    De mate waarin wordt tegemoetgekomen aan de hiervoor genoemde aspecten die door de gemeente tot goed verhuurderschap worden gerekend.

  • ii.

    de aanvullende onderwerpen die aanvrager van belang acht in het kader van goed werkgeverschap.

Beide criteria worden beoordeeld op (1) concreetheid (specifieke vermelding/aanduiding en mate van gedetailleerdheid), (2) volledigheid, (3) uitvoerbaarheid en (4) passendheid bij de door de gemeente genoemde aspecten die tot goed verhuurderschap worden gerekend.

Subcriterium 3: het stedenbouwkundigplan en de locatie

In de regeling is bepaald dat een locatie voor een huisvestingsvoorziening zich niet mag bevinden op of in een bedrijventerrein, recreatiepark, natuurgebied of woonwijk. Aanvragen die inhoudelijk aan de onderhavige subcriteria worden getoetst, worden ook beoordeeld op locatie.

De gemeente wenst een locatie voor een huisvestingsvoorziening te vergunnen vanaf waar de te huisvesten arbeidsmigranten veilig en met zo min mogelijk overlast voor de omgeving (van de gehele route) naar hun werkplek en omgekeerd kunnen reizen. De gemeente verwacht van aanvragers een beschrijving van de reisroute(s), de vervoersmiddelen die door de arbeidsmigranten (naar verwachting) gebruikt zullen worden (auto/fiets/Openbaar Vervoer/wandelen), de verwachte mate van overlast voor de omgeving (van de hele route), de verwachte toename van de parkeerdruk op of in de directe nabijheid van de werkplek en de (verkeers)veiligheid. Zo ziet de gemeente de verkeers- en parkeerdruk het liefst zo min mogelijk toenemen. Tegelijkertijd is de veiligheid voor de arbeidsmigranten en het overige verkeer van groot belang, ook indien arbeidsmigranten (deels) wandelend of met de fiets naar hun werkplek zullen reizen.

Verder wil de gemeente huisvestingsvoorzieningen realiseren die passen in de stedenbouwkundige context van de omgeving. De gemeente vraagt aanvragers daarom om inzicht te geven in de keuze voor de locatie en de mogelijkheden tot inpassing van de huisvestingsvoorziening in de lokale omgeving. Aanvrager levert een locatieanalyse aan met onder andere aandacht voor de stedenbouwkundige context van de omgeving en de bereikbaarheid voor alle verkeersmodaliteiten. Aanvrager verstrekt een toelichting op de stedenbouwkundige en ruimtelijk-functionele randvoorwaarden op basis van de analyse voor de inpassing van de huisvestingsvoorziening en werkt dit uit in een massa/volume studie. De stedenbouwkundige kaders en massa/volume studie dienen als input voor het verdere participatietraject. Om die reden wordt expliciet niet gevraagd om een uitgewerkt bouwkundig ontwerp of inrichtingsplan. Het is wel toegestaan om referentiebeelden voor de huisvestingsvoorziening toe te voegen aan de aanvraag.

Aan het in te dienen document worden geen aanvullende (vorm- en hoeveelheids)eisen gesteld.

Beoordelingscriteria

  • i.

    De mate waarin aanvrager voldoet aan de wens van de gemeente om een locatie voor een huisvestingsvoorziening te vergunning vanaf waar de te huisvesten arbeidsmigranten veilig en met zo min mogelijk overlast voor de omgeving (van de gehele route) naar hun werkplek en omgekeerd kunnen reizen.

  • ii.

    de mate waarin de locatie voor de huisvestingsvoorziening past in de stedenbouwkundige context van de omgeving.

Beide criteria worden beoordeeld op (1) concreetheid (specifieke vermelding/aanduiding en mate van gedetailleerdheid), en (2) passendheid en mate van aansluiting bij de hiervoor door de gemeente genoemde aspecten alsmede de door de gemeente gestelde eisen en wensen.

Criterium 2 binnen dit subcriterium, de stedenbouwkundige context, wordt daarnaast beoordeeld op de mate van doorvertaling van de locatieanalyse naar de mogelijke inpassing van de huisvestingsvoorziening.

NB: Het verkrijgen van een arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning houdt geen verband met en geeft geen garantie dat andere voor de realisatie en exploitatie benodigde vergunningen, ontheffingen of toestemmingen zullen worden verleend (bijv. omgevingsvergunning).

Subcriterium 4: het plan inzake de bijdrage aan leefbaarheid en woningvoorraad

Met het realiseren van huisvestingsvoorzieningen voor het huisvesten van arbeidsmigranten wil de gemeente de druk op de bestaande woningvoorraad verlichten en de leefbaarheidsproblemen in de Boxtelse woonwijken verminderen. Leefbaarheid in de directe omgeving van de voorziene huisvestingsvoorziening is een aandachtspunt. Tevens moet de wijze van huisvesting een positief effect hebben op de huisvesting van de arbeidsmigranten zelf. Een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor omwonenden en arbeidsmigranten is leidend.

De gemeente streeft naar een bezetting van de huisvestingsvoorzieningen met arbeidsmigranten waarvan bij voorkeur 75% werkzaam is bij bedrijven in de gemeente Boxtel. Dit kan bijvoorbeeld worden onderbouwd door een samenwerkingsovereenkomst met lokaal actieve uitzendbureaus en inleners (lokale bedrijven die arbeidsmigranten inhuren).

De aanvrager beschrijft in een plan de bijdrage met betrekking tot de leefbaarheid en de woningvoorraad en op welke wijze zijn initiatief bijdraagt aan bovengenoemde doelstellingen van de gemeente.

Aan het in te dienen document worden geen aanvullende (vorm- en hoeveelheids)eisen gesteld.

Beoordelingscriteria

  • i.

    De mate waarin het plan bijdraagt aan het verminderen van de druk op de bestaande woningvoorraad.

  • ii.

    De mate waarin het plan bijdraagt aan het verbeteren van de leefbaarheid in Boxtelse woonwijken.

Beide criteria worden beoordeeld op (1) concreetheid (specifieke vermelding/aanduiding en mate van gedetailleerdheid), (2) de mate waarin de aanvrager de bijdrage concreet en aannemelijk heeft gemaakt en (3) passendheid en mate van aansluiting bij de hiervoor door de gemeente genoemde aspecten.

Subcriterium 5: Het plan voor de omgevingsdialoog

De gemeente wil de huisvesting realiseren op een zodanige wijze dat deze door de omwonenden wordt gedragen en geaccepteerd. De gemeente verwacht dat aanvrager hiertoe haar bijdrage levert.

Voorafgaand aan het indienen van de aanvraag om een huisvestingsvergunning te verlenen hoeft aanvrager geen omgevingsdialoog te voeren. De omgevingsdialoog is namelijk (pas) vereist in de opvolgende fase waarin aanvrager een ontvankelijke aanvraag indient voor de omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (of de Omgevingswet). De gemeente vraagt van aanvrager om te beschrijven hoe in deze opvolgende fase invulling wordt gegeven aan de verplichting om een omgevingsdialoog te voeren met als doel draagvlak bij de omwonenden te creëren.

Een aanvrager kan zelf een keuze maken of en in welke mate het initiatief reeds in deze verdelingsronde wordt getoetst bij omwonenden. Ook dit dient beschreven te worden door aanvrager (wie, wat, waar en hoe).

Aan het in te dienen document worden geen aanvullende (vorm- en hoeveelheids)eisen gesteld.

Beoordelingscriteria

  • i.

    Inrichting van de procedure en de aanpak van de omgevingsdialoog, zoals maar niet uitsluitend: te verstrekken informatie vooraf, te benaderen (mogelijke) belanghebbenden, termijnen en wijze van communicatie, vooraf, tijdens en na de dialoog.

  • ii.

    De wijze waarop de belanghebbenden hun inbreng kunnen leveren aan de dialoog, bijvoorbeeld: fysiek (gezamenlijk of afzonderlijk), op schrift en online.

  • iii.

    De wijze waarop transparantie voor belanghebbenden wordt geboden.

  • iv.

    De mate waarin inzichtelijk wordt gemaakt wat de inbreng is geweest, hoe deze is verwerkt, wat ermee wordt gedaan en hoe wordt teruggekoppeld.

Bijlage 4: Voorschriften arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning

  • 1.

    In een huisvestingsvoorziening mogen geen personen verblijven jonger dan 18 jaar.

  • 2.

    De vergunning heeft een looptijd van 15 jaar. De looptijd van de vergunning start op het moment dat de feitelijke ingebruikname aanvangt.

  • 3.

    De vergunninghouder meldt het college schriftelijk op het moment dat de feitelijke ingebruikname is aangevangen.

  • 4.

    Aan elke persoon die verblijft in de huisvestingsvoorziening wordt het meertalig huisreglement schriftelijk verstrekt voordat het verblijf aanvangt.

  • 5.

    Vergunninghouder houdt per huisvestingsvoorziening een nachtregister bij. Elk kwartaal overhandigt de vergunninghouder het nachtregister aan het college. Het college kan het nachtregister op elk moment schriftelijk opvragen. De vergunninghouder overhandigt het actuele nachtregister terstond.

  • 6.

    Vergunninghouder dient de verplichtingen uit de Verordening huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2022 en de Regeling huisvesting arbeidsmigranten Boxtel 2022 na te leven.

  • 7.

    Vergunninghouder dient schriftelijke melding te maken bij vervanging van beheerder(s).

  • 8.

    Vergunninghouder dient haar aanvraag voor de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning integraal na te leven en uit te voeren. De aanvraag maakt onlosmakelijk onderdeel uit van de arbeidsmigrantenhuisvestingsvergunning.

  • 9.

    De omgevingsdialoog moet zijn afgerond vóórdat de vergunninghouder een aanvraag indient voor een omgevingsvergunning die, of ander planologisch besluit dat noodzakelijk is voor de realisatie van de huisvestingsvoorziening. In aanvulling op voorschrift 8 kan het college de vergunninghouder opdracht geven de omgevingsdialoog anders uit te voeren dan de vergunninghouder heeft voorgesteld in de aanvraag van vergunninghouder. Vergunninghouder kan afwijken van de voorgestelde omgevingsdialoog in de aanvraag van de vergunninghouder indien het college met die afwijking vooraf schriftelijk instemt.