Nota Bodembeheer Gemeente Haarlemmermeer 2022

Geldend van 12-07-2025 t/m heden

Intitulé

Nota Bodembeheer Gemeente Haarlemmermeer 2022

[Omdat deze regeling verder te raadplegen is als bijlage van het Beleidskader bodem onder de Omgevingswet gemeente Haarlemmermeer 2025 zal dit dossier een einddatum krijgen.]

Beleidskader voor grond- en baggerverzet

Colofon

Door B en W ingestemd met terinzagelegging op 15 februari 2022

Door B en W ingestemd met voordracht aan gemeenteraad op 31 mei 2022

Vastgesteld door de gemeenteraad op 14 juli 2022

In werking getreden op 26 juli 2022

Gewijzigde nota Bodembeheer 2022 vastgesteld door de gemeenteraad op 7 december 2023

In werking getreden op 1 januari 2024

Gewijzigde nota Bodembeheer 2022 vastgesteld door het college op 18 maart 2025

In werking getreden op 12 juli 2025

1 Inleiding

1.1 De bodemkwaliteitskaart

Bodemkwaliteitszones en dieptetrajecten

De bodemkwaliteitskaart van Haarlemmermeer heeft 4 zones, die zijn gebaseerd op bodemkwaliteit en ophooggeschiedenis. De bodemkwaliteit in een zone stelt bepaalde eisen aan het grondverzet op een locatie en aan de kwaliteit van de grond die erop mag worden aangebracht. Die ‘toepassingseisen’ zijn mede afhankelijk van de lokale bodemfunctie. Binnen één bodemkwaliteitszone liggen soms meerdere bodemfuncties, die elk een ander beschermingsniveau vereisen - een eigen toepassingseis hebben. Daarnaast zijn nog twee aparte zones gedefinieerd (zone 1A en 1B) die afwijken van de rest van het gebied omdat er speciale toepassingseisen gelden. Zie voor de zonekaart en bodemkwaliteitskaart resp. Bijlage 3A en 3B.

De bodemlaag dieper dan 2,0 m-mv is alleen voor de zones 1, 1A en 2 gedefinieerd.

Niet alle gebieden zijn ingedeeld in een zone. Dat komt bijvoorbeeld omdat er te weinig bodeminformatie beschikbaar is of omdat er specifieke regels gelden. Zone 1A en 1B zijn apart gedefinieerde gebieden, afgesplitst van zone 1, waarbinnen gebiedsspecifiek beleid geldt met betrekking tot toepassen van grond. De zone aangeduid met ‘te weinig gegevens’, het venige buitengebied in de omgeving van Vijfhuizen, Nieuwebrug en Halfweg, het landelijk gebied van Haarlemmerliede, Penningsveer, Spaarnwoude en Spaarndam, alsmede het recreatiegebied Spaarnwoude heeft te weinig gegevens om de zone vast te stellen. Deze zone valt buiten de bodemkwaliteitskaart. Bij grondverzet in deze zone zal altijd eerst onderzoek12 moeten worden uitgevoerd. Hetzelfde geldt voor de Golfbaan Nieuwe Meer (aangeduid als ‘Niet gezoneerd’). De opgebrachte grond op basis van partijkeuringen (in 2008-2011 opgebracht) voldoet aan klasse Wonen.

De bodemkwaliteitskaart is een kaart met drie kaartlagen of ‘dieptetrajecten’:

  • Kaart van de toplaag (0-0,5 meter beneden maaiveld);

  • Kaart van de diepere laag (0,5-2,0 meter beneden maaiveld);

  • Kaart van de diepere ondergrond (meestal > 2,0 meter beneden maaiveld) of de laag onder de ophooglaag. Deze laag is alleen voor de zones 1, 1A en 2 gedefinieerd, voor de overige zones waren te weinig gegevens beschikbaar.

De kaart (dieptetraject) met de benaming “diepere ondergrond” geldt ook voor gebieden die nooit zijn opgehoogd. Heeft een gebied een ophooglaag dikker dan 2 meter, dan geldt vanaf 2 meter het dieptetraject diepere ondergrond. Over het algemeen is dat dieptetraject schoner dan de ophooglaag.

Ontgravings- en toepassingskaart

De zogeheten ‘ontgravingskaart’ geeft een beeld van de kwaliteit van vrijkomende grond bij ontgraven (Bijlage 3C, 3 dieptetrajecten). Die kwaliteit wordt op basis van de P80-waarde bepaald en is dus betrouwbaarder dan een gemiddelde kwaliteit. Vervolgens geeft de ‘toepassingskaart’ aan welke kwaliteit grond in een bepaalde zone mag worden toegepast (Bijlage 3D).

Wat valt niet onder de bodemkwaliteitskaart?

De bodemkwaliteitskaart doet alleen een uitspraak over de ‘diffuse’ bodemkwaliteit. De kaart zegt dus iets over de algemene gemiddelde kwaliteit van een zone, op basis van het (historisch) gebruik van de bodem en gedane ophogingen. De kaart geeft dus geen informatie over lokale puntbronnen van verontreiniging en verdachte locaties. Daarom is aan deze Nota ook een lijst met kaart toegevoegd van locaties met puntbronnen die zijn uitgesloten van de bodemkwaliteitskaart (zie Bijlage 4). Voorafgaand aan het gebruik van de bodemkwaliteitskaart moet altijd een ‘puntbronnencheck’ worden uitgevoerd. Zie ook par. 3.2.

Voor verdachte gebieden - en dus geen onderdeel van de bodemkwaliteitskaart – en voor andere gebieden die (om andere redenen) niet zijn opgenomen in de bodemkwaliteitskaart geldt dat bij ontgraven eerst de kwaliteit van de grond moet worden onderzocht en dat deze grond voorafgaand aan toepassing elders een partijkeuring moet ondergaan. Ook bij het toepassen van grond in deze gebieden moet eerst een bodemonderzoek van de ontvangende bodem worden gedaan. Op de ontgravingskaart (Bijlage 3C) staan de grijze gebieden voor deelgebieden waarin eerst bodemonderzoek moet worden gedaan voordat die grond elders mag worden toegepast. Bij graafwerk binnen saneringslocaties moet het ontgraven en toepassen van grond passen binnen het saneringsplan, de BUS-melding of de nazorgbeschikking.

Ook wanneer grond zonder onderzoek (op basis van de bodemkwaliteitskaart) mag worden toegepast kunnen voor sommige stoffen extra eisen gelden (zoals voor OCB’s, PFOS/PFOA, zie par 2.7 en 2.8). Dit kan tot gevolg hebben dat de partij toe te passen grond aanvullend op deze stoffen dient te worden onderzocht. De uitkomst van dit onderzoek bepaalt de uiteindelijke toepassingsmogelijkheid.

Wanneer de toepassingslocatie verdacht is op basis van het historisch vooronderzoek kan geen gebruik worden gemaakt van de bodemkwaliteitskaart. Een bodemonderzoek op de toepassingslocatie moet uitwijzen of de geplande toepassing is toegestaan. Zie Bijlage 4 voor een lijst en een kaart met uitgesloten locaties.

Afwijken van het Besluit bodemkwaliteit

Als grond afkomstig van een ontgravingslocatie niet voldoet aan deze eisen van het Besluit bodemkwaliteit kan deze grond alleen elders worden toegepast als de Minister van Infrastructuur en Milieu daarvoor een vergunning heeft verleend op grond van artikel 5, derde lid, van het Besluit bodemkwaliteit.

6.5 Gegevensverzameling en -verwerking

Selecteren beschikbare gegevens

Voor de nieuwe bodemkwaliteitskaart zijn bodemgegevens gebruikt uit het bodeminformatiesysteem Nazca. De laatste jaren zijn vooral de gegevens van de afgelopen 5 jaar toegevoegd. Voor het opstellen van de bodemkwaliteitskaart zijn de volgende typen bodemonderzoeken, uitgevoerd tussen 2014 - 2019, geselecteerd:

  • Onderzoeken die niet als aanleiding hebben: een calamiteit, vermoeden van- of melding van verontreiniging;

  • Onderzoeken van de volgende typen: Avr (aanvullend), Brf (brief), Fax, Indicatief onderzoek, Nul- of eindsituatieonderzoek, Oriënterend onderzoek, Verkennend onderzoek.

(Meng)monsters met locatiespecifieke verontreinigingen (zoals bijvoorbeeld minerale olie bij tankstations) zijn niet meegenomen, evenals verontreinigingen veroorzaakt door bodemvreemd materiaal (sintels, slakken en dergelijke). Ook gegevens van vóór 2013 zijn meestal niet meegenomen, omdat ze geen betrouwbaar beeld meer geven. Slechts op enkele plekken waarvan geen nieuwere bodemgegevens bestaan en waar geen bouwactiviteiten hebben plaatsgevonden, zijn nog oude gegevens gebruikt. Van een groot deel van het landelijk gebied zijn helemaal geen recente gegevens bekend. Deze gebieden vallen buiten de bodemkwaliteitskaart.

Uit bovenstaande selectie van bodemonderzoeken zijn de (meng)monsters verzameld voor de berekeningen die aan de bodemkwaliteitskaart ten grondslag liggen. Het totaal aan onderzoeksgegevens (de zogeheten ‘dataset’) is ingevoerd in een GIS-programma (QGIS) en gelinkt aan de zones uit de voorgaande bodemkwaliteitskaart. De (meng)monsters zijn daarbij toegedeeld aan de drie bodemlagen: toplaag, diepe laag en diepere ondergrond.

Vergelijking met voorgaande bodemkwaliteitskaarten

Veel gebieden vielen in de bodemkwaliteitskaart van 2018 in een lagere (schonere) bodemkwaliteitsklasse dan in de bodemkwaliteitskaart uit 2011. De meest waarschijnlijke reden hiervoor is dat er in deze bodemkwaliteitskaart geen nadere onderzoeken zijn meegenomen en er een strenge screening is gedaan op locatiespecifieke verontreinigingen en verontreinigingen veroorzaakt door bodemvreemd materiaal. In de kaart van 2020 zijn er enkele gebieden die in een iets minder schone klasse vallen, waarschijnlijk doordat er meer (recente) data beschikbaar is. Voor deze voorliggende versie van de Nota bodembeheer is de bodemkwaliteitskaart van 2020 nog steeds het uitgangspunt.

Zie Bijlage 3 voor meer informatie m.b.t. statistiek.

6.6 Definitieve gebiedsindeling

De bevindingen uit par. 6.5 hebben ertoe geleid om de indeling in zones aan te passen, omdat voor sommige gebieden de bodemkwaliteit is veranderd ten opzichte van de gegevens in 2018. Het grondgebied van Badhoevedorp valt nu in de klasse Wonen (was klasse Achtergrondwaarde). De bebouwing van Zwanenburg was klasse Achtergrondwaarde en Wonen en valt nu geheel in klasse Wonen, behalve het buitengebied, daar zijn te weinig gegevens.

De zone-indeling is gebaseerd op de huidige bodemkwaliteit, waarbij deelgebieden met een gelijke kwaliteit en bodemopbouw zijn samengevoegd. Gebieden die voldoen aan de Achtergrondwaarde zijn ingedeeld in zone 1. Zie ook de zonekaart in Bijlage 3A. In onderstaande Tabel 6.1 staat de definitieve zone-indeling van de bodemkwaliteitskaart 2020.

Tabel 6.1 Definitieve zone-indeling BKK 2020

Zone

Bodemkwaliteitsklasse 2020

Toelichting

1

Alle lagen Achtergrondwaarde

  • Nieuwstedelijk gebied (uitbreidingen vanaf ca 1970)

  • Oudere industrie-/bedrijventerrein (ontstaan voor 1970)

  • Recente industrie-/bedrijventerreinen vanaf circa 1970

  • Glastuinbouwgebied Rijsenhout

  • Overig buitengebied

1A

Alle lagen Achtergrondwaarde

  • Gebied Schiphol Trade Park (gebiedspecifiek beleid)

1B

Toplaag en diepe laag Achtergrondwaarde

  • Gebied PARK21 (gebiedspecifiek beleid)

2

Toplaag en diepe laag Wonen; diepere ondergrond Achtergrondwaarde

  • Oudere bebouwing Hoofddorp en Nieuw Vennep

  • Oudere bebouwing Badhoevedorp, Lijnden, Zwanenburg en Cruquius

3A

Toplaag en diepe laag Wonen

  • Kleine kernen Oude Meer, Aalsmeerderbrug, Rijsenhout, Burgerveen, Leimuiderbrug, Weteringbrug, Buitenkaag, Abbenes, Lisserbroek, Beinsdorp, Zwaanshoek

3

Toplaag en diepe laag Industrie

  • Bebouwing Vijfhuizen, Nieuwebrug, Haarlemmerliede, Penningsveer, Spaarndam en Halfweg

Niet ingedeeld

Te weinig gegevens

  • Golfbaan Nieuwe Meer

  • Venig buitengebied omgeving Vijfhuizen, Nieuwebrug, Zwanenburg en Halfweg

  • Buitengebied Haarlemmerliede, Penningsveer, Spaarnwoude, Spaarndam

  • Recreatiegebied Spaarnwoude

Ondertekening

Bijlage 1 Risico’s gebiedsspecifiek beleid

[vervallen]

Bijlage 2 De bodemfunctiekaart (generiek kader)

[vervallen]

Bijlage 3 De bodemkwaliteitskaart

[Deze bodemkwaliteitskaart is te raadplegen via bijlage 3 van het Beleidskader bodem onder de Omgevingswet gemeente Haarlemmermeer 2025.]

Bijlage 3A t/m 3D Kaarten BKK

[Deze kaarten zijn te raadplegen via bijlage 3A tot en met 3D van het Beleidskader bodem onder de Omgevingswet gemeente Haarlemmermeer 2025.]

Bijlage 4 Lijst en kaart met uitgesloten locaties

[Deze lijst is te raadplegen via bijlage 4 van het Beleidskader bodem onder de Omgevingswet gemeente Haarlemmermeer 2025.]

Bijlage 5 Berekende statistische kentallen

[Deze kentallen zijn te raadplegen via bijlage 5 van het Beleidskader bodem onder de Omgevingswet gemeente Haarlemmermeer 2025.]

Bijlage 6 Toepassen chloridehoudende grond

[vervallen]

Bijlage 7 Aardkundige waarden

[vervallen]

Bijlage 8 Asbest

[vervallen]

Bijlage 9 Beantwoording zienswijzen

[vervallen]


Noot
12

Toe te passen grond afkomstig uit deze zone moet een partijkeuring ondergaan; voor onderzoek van de ontvangende bodem van deze zone volstaan een NEN-onderzoek