Nadere regels verordening bekostiging leerlingenvervoer gemeente Hardinxveld-Giessendam

Geldend van 30-07-2022 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2022

Intitulé

Nadere regels verordening bekostiging leerlingenvervoer gemeente Hardinxveld-Giessendam

Het college van Burgemeester en Wethouders van Hardinxveld-Giessendam

Besluit op 17 mei 2022 vast te stellen de volgende:

Nadere regels behorende bij de verordening Bekostiging Leerlingenvervoer gemeente Hardinxveld-Giessendam

1. Bepalen afstand

1.1. Veerdienst Hardinxveld-Giessendam - Werkendam

Bij het bepalen van de dichtstbijzijnde school te meten voor de fiets, wordt de route via de veerdienst Hardinxveld-Giessendam en Werkendam buiten beschouwing gelaten.

Als ouders bekostiging naar een school aan de zuidzijde van de rivier de Merwede wensen en er is sprake van de mogelijkheid voor een fietsvergoeding, dan wordt bij het bepalen van de afstand per fiets wel rekening gehouden met de veerdienst Hardinxveld-Giessendam – Werkendam.

1.2. Berekening van de afstand bij feitelijke onjuistheid

De afstand wordt gemeten via de ANWB Routeplanner. Mocht het adres nog niet bekend zijn of de gemeente constateert dat de aangegeven route feitelijk onjuist is, dan is de gemeente gerechtigd een andere methode te gebruiken.

Bij de berekening van de afstand van huis naar school wordt de kortst begaanbare route aangehouden.

2. Aangepast vervoer extra specificatie op artikel 1ff

2.1. Bijzondere activiteiten

Als de school de schooltijden wijzigt vanwege bijzondere activiteiten of aangelegenheden, vindt op basis van de gewijzigde schooltijd geen leerlingenvervoer plaats, tenzij:

  • a.

    de gewijzigde schooltijd voor alle leerlingen in het vervoermiddel geldt; en

  • b.

    de vervoerder in staat is de gewijzigde schooltijd in te plannen in zijn vervoersplanning; en

  • c.

    er geen extra kosten verbonden zijn aan het vervoer.

Gewijzigde schooltijden moeten op een redelijke termijn voorafgaand aan de schooldag waarop de gewijzigde schooltijd geldt, bij de gemeente worden gemeld.

2.2. Weersomstandigheden

Als de school de schooltijden wijzigt in verband met de (verwachte) weersomstandigheden vindt leerlingenvervoer op basis van de gewijzigde schooltijd alleen plaats als een gewijzigde schooltijd voor alle leerlingen in het vervoermiddel geldt en de (verwachte) weersomstandigheden naar het oordeel van de gemeente een gevaar kunnen (gaan) vormen voor de veiligheid van het leerlingenvervoer.

2.3. Roosters en roosterwijzigingen voortgezet onderwijs

Eerste schooldag nieuwe schooljaar als leerlingen recht hebben op aangepast vervoer.

  • a.

    Als er met een jaarrooster wordt gewerkt, wordt dit rooster zo snel mogelijk gedeeld met de vervoerder en gemeente. Zo mogelijk uiterlijk 3 werkdagen voor de start van het vervoer.

  • b.

    Als er met een periodiek rooster wordt gewerkt, wordt dit rooster zo snel mogelijk na bekendmaking gedeeld met gemeente en vervoerder.

  • c.

    Als de eerste schooldag van het nieuwe schooljaar bestaat uit het ophalen van boeken en het periodieke rooster, vindt leerlingenvervoer plaats op basis van de hiervoor geldende schooltijden.

  • d.

    Bij uitval van uren, wordt het initiële of periodieke rooster aangehouden.

2.4. Toetsdagen

Onder toetsdagen worden onder andere verstaan: examendagen, tentamendagen en repetitiedagen. Het vervoer van de leerling op toetsdagen vindt plaats op basis van het binnen de schooltijden in de schoolgids passende rooster voor deze toetsdagen.

2.5. Nablijven

Als de leerling aan het einde van de schooldag langer dan 10 minuten op school moet nablijven, vindt voor die leerling aan het einde van de schooldag geen leerlingenvervoer plaats, wanneer dit gevolgen heeft voor het vervoersschema.

2.6. Tussentijds brengen en ophalen

Bij het tussentijds brengen en ophalen van een leerling ligt de verantwoordelijkheid bij de ouders. Er ontstaat geen recht op een bekostiging.

3. Berekening bekostiging, volgorde toekenning bekostiging en maatwerk

3.1. Berekening van de bekostiging

  • a.

    Een schooljaar wordt gesteld op 200 schooldagen of 40 schoolweken.

  • b.

    Bij een toekenning lopende het schooljaar wordt de vergoeding en de eigen bijdrage naar rato uitgekeerd tenzij de feitelijke kosten lager zijn. Dan wordt uitgegaan van de werkelijke vervoersdagen.

3.2. Berekening drempelbedrag fietsvergoeding en vergoeding eigen vervoer

Als er sprake is van een fietsvergoeding of een vergoeding eigen vervoer, wordt het drempelbedrag berekend door het in artikel 3 genoemde afstandscriterium van 6 kilometer als drempel aan te merken. De eigen bijdrage is bedoeld om de eerste 6 kilometer te overbruggen.

3.3. Vaststellen kosten openbaar vervoer

Het vaststellen van de kosten van openbaar vervoer en de daaraan gerelateerde vergoeding vindt plaats op basis van de goedkoopste mogelijkheid van het vervoer.

3.4. Vervoersstichtingen

Als de kosten voor het vervoer aan een stichting moeten worden vergoed, dan is de berekening als volgt: De berekening van de kosten voor het aangepast vervoer gaat uit van de kosten van het meest logische voertuig op basis van de gegunde aanbesteding tenzij anders is afgesproken. Bij een toekenning lopende of een deel van het schooljaar wordt de vergoeding naar rato uitgekeerd. Waarbij een schooljaar op maximaal 200 schooldagen wordt gesteld.

Als de kosten voor openbaar vervoer aan een stichting moeten worden vergoed, dan wordt er door de gemeente jaarlijks een bedrag berekend.

Voor ouders van leerlingen die een SBO-instelling bezoeken, die gezamenlijk een vervoersstichting oprichten, om zelf een vervoerder in te huren, is een extra jaarlijkse bijdrage voor de stichting mogelijk van maximaal € 4.000,-- per jaar onder de volgende voorwaarde:

  • De kosten aan een vervoerder, die de stichting moet maken om de leerlingen te vervoeren moeten hoger zijn dan de totale vergoeding die door de gemeente wordt betaald voor de betreffende leerlingen.

Voor ouders van leerlingen die een SBO instelling bezoeken, die zich verenigen binnen een stichting en met eigen auto’s het vervoer regelen, geldt een vergoeding:

  • voor alle schooldagen;

  • voor het door de gemeente vastgestelde aantal kilometers;

  • op basis van een kilometervergoeding voor de auto voor zover zij de kosten voor het openbaar vervoer (eventueel met een begeleidersvergoeding) met niet meer dan 5% overschrijden.

3.5. Vaststellen bekostiging begeleiding leerlingen Speciaal Basis Onderwijs

Voor leerlingen die het SBO bezoeken die geen recht hebben op aangepast vervoer geldt, voor wat betreft het vaststellen of er begeleiding nodig is, in aanvulling op de verordening dat:

  • een leerling die negen jaar of ouder is en

  • niet in de laatste groep van het SBO zit en

  • gebruik maakt van het openbaar vervoer, of van een vervoersstichting, recht heeft op een vergoeding op basis van openbaar vervoer met een begeleidersvergoeding.

3.6. Volgorde van bekostiging leerlingenvervoer

Als de aanvraag voldoet aan de criteria om over te gaan op een bekostiging leerlingenvervoer, dan is dat in principe in de volgende volgorde:

  • Als de leerling kan fietsen dan is de vergoeding een fietsvergoeding.

  • Als de leerling onder begeleiding kan fietsen, dan is de vergoeding een fietsvergoeding voor de begeleider en de leerling.

  • Kan de leerling zonder begeleiding met het OV reizen, dan wordt er een vergoeding OV uitgekeerd.

  • Kan de leerling onder begeleiding met het OV, dan wordt er een vergoeding voor zowel de leerling, als de begeleider vergoedt.

  • Als bovenstaande opties allemaal niet van toepassing zijn voor de leerling, dan pas komt de leerling in aanmerking voor aangepast vervoer (lees: taxivervoer of besloten busvervoer).

  • Als ouders zelf rijden, kunnen zij, na toestemming van het college, een vergoeding ontvangen. Deze vergoeding is afhankelijk van het soort vervoer waar de leerling voor in aanmerking komt.

3.7. Overige vervoersvormen die als maatwerk kunnen worden aangeboden

  • a.

    Als er volgens de verordening recht ontstaat op een bekostiging voor het leerlingenvervoer, kan, voor zover het de bekostiging niet overstijgt, in het belang van de leerling gekozen worden voor maatwerk. Het stimuleren van zelfstandigheid en ouderparticipatie is hierin bepalend. Echter de kosten mogen niet substantieel uitstijgen boven de volgens de verordening toegekende bekostiging.

  • b.

    Een elektrische fiets; voor leerlingen die niet het primair onderwijs bezoeken en 12 jaar of ouder zijn. Er wordt maximaal € 500,-- vergoed, onder de voorwaarden:

    • De leerling moet recht hebben op een bekostiging leerlingenvervoer;

    • De vergoeding is een vergoeding voor minimaal 4 jaar. Bij een minder aantal jaren zal een verrekening plaatsvinden naar rato. De gemeente is niet aansprakelijk voor het gebruik van de fiets. De onderhouds- en verzekeringskosten zijn voor de ouders.

3.8. Co-ouderschap

Voor het in aanmerking komen voor een bekostiging naar de adressen van beide ouders dienen de ouders afzonderlijk een aanvraag in te dienen voor de dagen dat de leerling tijdens weekdagen bij hen verblijft. Deze wordt ook afzonderlijk beoordeeld.

Co-ouderschap: Ouders, al dan niet gescheiden, die niet bij elkaar wonen, kunnen afspreken om hun kind(eren) gezamenlijk te (blijven) verzorgen en opvoeden. Er is sprake van co-ouderschap als beide ouders in een regelmatige afwisseling de zorg voor het kind of de kinderen hebben.

4. Vaststellen afstanden en vergoeding ten behoeve van fietsvergoeding

4.1. Vaststellen afstanden ten behoeve van de fietsvergoeding

  • a.

    Voor leerlingen die regulier Basisonderwijs bezoeken geldt er een maximale afstand woning-school waarvan in principe wordt geacht dat zij deze afstand zelfstandig kunnen fietsen, deze is als volgt:

    Leerling in groep 8: maximale afstand 13 km

    Leerling in groep 7: maximale afstand 11 km

    Leerling in groep 6: maximale afstand 9 km

    Leerling in groep 5: maximale afstand 7 km

    In al deze gevallen moet de leerling op 1 augustus (begin schooljaar) minimaal 9 jaar zijn, omdat het college er vanuit gaat dat een kind onder de 9 jaar nog niet in staat geacht mag worden zelfstandig de genoemde afstand te fietsen.

  • b.

    Voor leerlingen die Speciaal Basisonderwijs bezoeken, geldt er een maximale afstand woning-school van 13 km waarvan in principe wordt geacht dat zij deze afstand kunnen fietsen in de laatste groep.

5. Afwijken van bepalingen

De verordening kent een mogelijkheid voor het college om in bijzondere gevallen af te wijken van hetgeen in de verordening is bepaald, de zogenaamde hardheidsclausule. Dit houdt in dat het college voor wat betreft het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders kan afwijken van de verordening.

Toepassing van de hardheidsclausule is bedoeld voor echt uitzonderlijke situaties, omdat het overgrote deel van de voorkomende situaties in de verordening is geregeld. Dit betekent dat in gevallen die niet in de verordening geregeld zijn en waarin dit tot een kennelijk onbillijke situatie zou leiden er met een beroep op deze bepaling alsnog bekostiging van leerlingenvervoer kan worden verleend. Ouders zijn ten alle tijde verantwoordelijk zijn voor hun kinderen.

Het afwijken van bepalingen wordt niet toegepast als er alleen sprake is van de omstandigheid dat ouders/verzorgers wegens werkzaamheden of andere bezigheden de leerling niet naar school kunnen brengen of begeleiden.

De genoemde omstandigheden kunnen wel in combinatie met andere relevante omstandigheden aanleiding zijn voor het toepassen van de hardheidsclausule.

6. Overgangsregel

Overgangsregeling vergoeding naar Ds. Koelmanschool.

Alle leerlingen die op 1 augustus 2015 ingeschreven staan op de Ds. Koelmanschool en op 1 augustus 2015 in Hardinxveld-Giessendam woonachtig zijn, hebben maximaal 8 jaar recht op een vergoeding met in achtneming van de fietsregels. Daarnaast stellen we vast dat de laatste uitkering in het kader van de overgangsregeling geldt voor het schooljaar 2024-2025. De eigen bijdrage kan voor deze groep ook vastgesteld worden zoals de verordening voorschrijft.

7. Inwerkingtreding regeling

De nadere regels treden met ingang van 1 april 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door Burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam in de vergadering van 17 mei 2022.

de secretaris, de burgemeester,

Johan de Jager Dirk Heijkoop