Beleidsregels uitgifte parkeervergunningen Maasgouw 2009

Geldend van 22-07-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels uitgifte parkeervergunningen Maasgouw 2009

Burgemeester en wethouders van Maasgouw,

overwegende dat het gewenst is voor het aanvragen en verlenen van parkeervergunningen nadere regels te stellen;

gelet op het bepaalde in de Parkeerverordening Maasgouw 2009, de Verordening parkeerbelastingen Maasgouw 2009, artikel 225 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T E N :

vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels uitgifte parkeervergunningen Maasgouw 2009

Artikel 1 Begripsbepalingen

De begripsbepalingen zoals vermeld in de ‘Parkeerverordening Maasgouw 2009’ en de ‘Verordening parkeerbelastingen Maasgouw 2009’ zijn van overeenkomstige toepassing op het gestelde in dit besluit.

Artikel 2 Maximaal uit te geven parkeervergunningen

Het maximum aantal uit te geven parkeervergunningen bedraagt per locatie of gebied per 1 januari 2009:

Locatie

Kern Thorn

Maximum aantal vergunningen

Bewoners

Bedrijven/bezoekers

Parkeerplaats Hofferkeukens HK

15

10

Parkeervakken Wal/Steegputsstraat WS

12

5

Parkeervakken Onder de Bomen OB

10

100

Parkeerplaats/-vakken Bogenstraat BS

50

15

Parkeerpl Wijngaardhuis/Onder de Toren WO

40

25

Parkeervakken Holstraat/Beekstraat HB

30

5

Parkeervakken Notenbeemd NB

15

90

Parkeervakken Trippaardstraat/De Nachtegaal TN

30

5

Artikel 3 Bewonersparkeervergunning

  • 1. Een bewoner komt in aanmerking voor een bewonersparkeervergunning, indien hij op het adres waarvoor de vergunning wordt aangevraagd in het gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) is ingeschreven, in het bezit is van een geldig rijbewijs en het motorvoertuig waarvoor de vergunning wordt aangevraagd op zijn naam staat. De bewoner dient desgevraagd bij de aanvraag een kopie te overleggen van zijn geldige rijbewijs en kentekenbewijs.

  • 2. Bewonersparkeervergunningen worden uitsluitend verleend aan bewoners van de locaties of gebieden zoals die zijn vastgesteld bij besluit van het college.

  • 3. Per zelfstandige woning kunnen maximaal twee vergunningen worden verstrekt.

  • 4. Op één bewonersparkeervergunning kunnen maximaal twee kentekens worden vermeld. Deze kentekens dienen geregistreerd te zijn op het opgegeven adres.

  • 5. Indien de aanvrager beschikt over eigen parkeergelegenheid, als bedoeld in artikel 3, respectievelijk lid 6 en lid 7, dan wordt het aantal beschikbare eigen parkeerplaatsen in mindering gebracht op het aantal te verlenen vergunningen.

  • 6. Onder een parkeerplaats op eigen terrein wordt verstaan:

    • a.

      een parkeerplaats waarover de aanvrager kan beschikken op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving of anderszins of;

    • b.

      een parkeerplaats waarover de aanvrager kan beschikken in een garage of op een perceel, omdat deze volgens een raadsbesluit, een bouwvergunning, erfpacht-of splitsingsakte of een huur-of koopovereenkomst voor de woning van de aanvrager bestemd is.

  • 7. Een parkeerplaats als bedoeld in lid 6 wordt als parkeerplaats op eigen terrein beschouwd indien deze voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      een parkeerplaats op eigen terrein (oprit) dient ten minste 2.30 m breed en 5.50 m lang te zijn;

    • b.

      een parkeerplaats in een garage dient ten minste 2.65 m breed en 5.50 m lang te zijn.

    • c.

      de parkeerplaats dient te kunnen worden bereikt via een doorgang of toegang die minimaal 2.30 m breed is.

  • 8. In afwijking van het vierde lid behoeft het kenteken niet geregistreerd te zijn op het opgegeven woonadres indien bij de aanvraag een lease-overeenkomst of een verklaring van de werkgever is gevoegd, waaruit blijkt dat de aanvrager de bestuurder is van het voertuig met het betreffende kenteken.

  • 9. Indien het maximum aantal uit te geven vergunningen voor een locatie of gebied, als genoemd in artikel 2 van dit besluit, is bereikt, worden aanvragen voor een bewonersparkeervergunning voor deze locatie of dit gebied op een wachtlijst geplaatst.

  • 10. Indien een bewonersparkeervergunning voor een locatie of gebied waarvoor een wachtlijst bestaat, niet wordt verlengd, wordt beëindigd of ingetrokken, wordt een bewonersparkeervergunning aangeboden aan de hoogst genoteerde aanvraag op de wachtlijst, met dien verstande dat een aanvraag voor een eerste bewonersparkeervergunning voorrang heeft op een aanvraag voor een tweede bewonersparkeervergunning.

Artikel 4 Bedrijvenparkeervergunning

  • 1. Voor een bedrijvenparkeervergunning komen in aanmerking:

    • a.

      personen die werkzaam zijn bij bedrijven, instellingen of organisaties die zijn gevestigd in een gebied dat is bestemd voor parkeren voor vergunninghouders en schriftelijk kan aantonen dat het in het kader van beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren.

    • b.

      personen die werkzaam zijn bij bedrijven, instellingen of organisaties die vaak werkzaam zijn in een gebied dat is bestemd voor parkeren voor vergunninghouders en schriftelijk aantonen dat het in het kader van beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren.

  • 2. De aanvraag voor een bedrijvenparkeervergunning wordt gedaan door de werkgever. Op verzoek dient de aanvrager bij de aanvraag een uittreksel van de Kamer van Koophandel, een kopie van een geldig rijbewijs en een werkgeversverklaring te overleggen

  • 3. Indien de aanvrager beschikt over eigen parkeergelegenheid, als bedoeld in artikel 3 respectievelijk lid 6 en lid 7, dan wordt het aantal beschikbare eigen parkeerplaatsen in mindering gebracht op het aantal te verlenen vergunningen.

  • 4. Indien het maximum aantal uit te geven vergunningen voor een locatie of gebied, als genoemd in artikel 2 van dit besluit, is bereikt, worden aanvragen voor een bedrijvenparkeervergunning voor deze locatie of dit gebied op een wachtlijst geplaatst. Daarbij worden aanvragen voor een bewonersparkeervergunning boven aanvragen voor een bedrijvenparkeervergunning geplaatst, ongeacht de datum van aanvraag.

Artikel 5 Bezoekersvergunning

  • 1. Het college kan, op een daartoe strekkende aanvraag, aan een bedrijf, instelling of organisatie een bezoekersvergunning op naam verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen ten behoeve van het parkeren door hun bezoekers.

  • 2. Per bedrijf, instelling of organisatie kunnen maximaal vijf bezoekersvergunningen worden verstrekt.

Artikel 6 Dagvergunning

Bewoners en bedrijven die op grond van éénmalige bijzondere omstandigheden behoefte hebben te parkeren in een gebied waar een vergunningsplicht van toepassing is, kunnen hiervoor een dagvergunning krijgen. Per dag worden maximaal vijf dagvergunningen per locatie uitgeven.

Artikel 7 Parkeren gehandicapten

  • 1. Een bewoner ten behoeve van wie een gereserveerde invalidenparkeerplaats is aangelegd komt niet in aanmerking voor een bewonersparkeervergunning.

  • 2. In een gebied waar een vergunningsplicht van toepassing is, kan een niet-plaatsgebonden vergunning aan personen met een handicap worden verstrekt.

Artikel 8 Hardheidsclausule

In die gevallen waarin het consequent toepassen van het bepaalde in artikel 1 tot en met 7 leidt tot naar het oordeel van het college onevenredige gevolgen voor de betrokkene(n), kan het college afwijken van de in dit besluit gestelde voorwaarden.

Artikel 9 Uitgifte van vergunningen

  • 1. Indien de aanvraag niet voldoet aan de gestelde eisen of regels, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld deze binnen een termijn van ten hoogste twee weken, nadat hem dit is medegedeeld, aan te vullen of te verbeteren.

  • 2. Indien de aanvrager van de in het vorige lid bedoelde gelegenheid niet of onvoldoende gebruik maakt, wordt de aanvraag niet ontvankelijk verklaard. Van deze beslissing wordt de aanvrager schriftelijk geïnformeerd, onder terugzending van de ingediende bescheiden.

Artikel 10 Verlenging van vergunningen

  • 1. Een vergunning wordt voor ten hoogste een jaar verleend.

  • 2. Alle parkeervergunningen, met uitzondering van de dagvergunning, worden automatisch verlengd, tenzij de criteria voor de verlening van de parkeervergunning gewijzigd zijn.

  • 3. In afwijking van het tweede lid worden parkeervergunningen van medewerkers van grote bedrijven, instellingen of organisaties eerst verlengd, nadat een overzicht door het bedrijf, instelling of organisatie is overlegd van de bij hen werkzame personen met het kenteken van het betreffende motorvoertuig.

Artikel 11 Intrekken of vervanging van vergunningen

  • 1. Indien een verleende vergunning oneigenlijk wordt gebruikt, kan deze vergunning worden ingetrokken. Een aanvraag voor een nieuwe vergunning van degene van wie een vergunning is ingetrokken, wordt pas behandeld één jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor de ingetrokken vergunning was verleend.

  • 2. Ingeval van vermissing van een vergunning kan een verzoek tot vervanging van het vergunning worden gedaan.

  • 3. Een verzoek tot vervanging van een vergunning wordt gelijk gesteld aan een aanvraag voor een nieuwe vergunning, met dien verstande dat een dergelijk verzoek met absolute voorrang in behandeling wordt genomen.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag van inwerkingtreding van de Parkeerverordening Maasgouw 2009, zijnde 1 januari 2009.

  • 2. Met ingang van de in het vorige lid genoemde datum vervallen de ‘Beleidsregels verlening en verdeling van vergunningen voor parkeren’ van de voormalige gemeente Thorn, vastgesteld op 20 april 1999 en in werking getreden op 30 april 1990.

  • 3. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Beleidsregels parkeervergunningen Maasgouw 2009’.

Ondertekening

Maasbracht, 2 december 2008

Burgemeester en wethouders,

De burgemeester

F.J.M. Wilms

De secretaris

H.J.M. Coumans