Bomenbeleidsplan Ommen

Geldend van 21-07-2022 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Bomenbeleidsplan Ommen

Ondertekening

Samenvatting

Beleidsvisie

De gemeente Ommen wil door dit bomenbeleidsplan in de periode 2012 - 2021 de waarde van beschermwaardige bomen in balans brengen met belangrijke, ruimtelijke ontwikkelingen.

Het college heeft op 21 december 2021 de looptijd van bomenbeleidsplan 2011-2021 verlengd tot en met 31 december 2024

Inleiding

Het Bomenbeleidsplan 2012 - 2021 is opgesteld ter vervanging van het bestaande beleidsplan uit 2005. Vooral op het gebruik van het toetsingsformulier, het beoordelen van kapaanvragen en het omgaan met Boom-Project Conflicten is een belangrijke vooruitgang geboekt.

Dit beleidsplan reikt instrumenten aan om een zorgvuldige belangenafweging bij diverse boomkwesties te kunnen maken en hierover op juiste wijze te kunnen communiceren. Hierdoor kan een eenduidig en sterk bomenbeleid worden uitgevoerd. ‘Eenduidig’ door het kunnen nemen van duidelijke beslissingen en ‘sterk’ doordat men over adequate beschermingsmiddelen beschikt.

Beschermwaardige bomen

In het beleid wordt aan de hand van een toetsingsformulier onderscheid gemaakt tussen beschermwaardige bomen en niet- beschermwaardige bomen. Het toetsingsformulier is op diverse aspecten aangepast om beter aan te laten sluiten bij de beleidskaders (bijlage 9 en 10). De beschermwaardige bomen zijn de belangrijkste peilers van het bomenstand in Ommen binnen en buiten de bebouwde kom. Het zijn de Nationale en gemeentelijke Groenmonumenten, bomen uit de bomenstructuur en beeldbepalende bomen die vooral op wijkniveau een belangrijke functie vervullen.

Deze bomen zijn in de vorm van lijsten, beschrijvingen, foto’s en de bomenstructuurplannen in het beleid verankert. In de periode 2012 – 2013 is de opzet om in eigen beheer deze bomen en bomen structuren ook nog op een kaart vast te leggen volgens het Groene Kaart model van de Bomenstichting. Dit is echter geen vereiste om de bomen een nog betere beleidsstatus te geven.

Beleid voor boombescherming

Bomen staan bloot aan tal van risico’s en bedreigingen en verdienen daarom adequate bescherming. Boombescherming vindt plaats via regelgeving inclusief de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Daarnaast geniet elke boom juridische bescherming als zijnde iemands eigendom. Bij dreigende schade als gevolg van bijvoorbeeld ruimtelijke ontwikkelingen is een boom- project Conflicten- protocol voorhanden hoe bestaande bomen op zorgvuldige wijze betrokken dienen te worden tijdens de ontwerp- en uitvoeringsfase (bijlage 7)

Kapbeleid

Sinds 2005 beschikt de gemeente over een concreet kapbeleid. Dit beleid is gericht op het behoud van beschermwaardige bomen en het vereenvoudigd kunnen afhandelen van kapaanvragen van niet-beschermwaardige bomen.

Omdat het kapvergunningenbeleid en communicatie onduidelijkheid oproept is een nieuw bomenbeleidsplan geschreven.

Het kapbeleid volgt twee sporen. Indien het een beschermwaardige boom betreft, dient altijd een Omgevingsvergunning; activiteit: kappen te worden aangevraagd. Hierbij geldt het ‘nee, tenzij principe’. De vergunning wordt in principe niet verleend, tenzij het om een zwaarwegend belang gaat. Hierbij geldt: hoe belangrijker de boom, des te zwaarder het ‘tegenbelang’ dient te zijn om de boom te mogen vellen. Deze werkwijze wordt in bijlage 11 per boomcategorie verder toegelicht. Aan de kap is een compensatieplicht verbonden in de vorm van herplant of een geldbedrag. De voorkeur gaat altijd uit naar herplant in de directe omgeving van de te vellen boom. (zie hoofdstuk 7.11). (vervallen)

De niet- beschermwaardige bomen mogen worden gekapt na het doen van een kapmelding die binnen vijf werkdagen na aanvraag wordt verleend. (vervallen)

Deze bomen hebben waarde voor de woon- en leefomgeving en burgers hebben de mogelijkheid om op vrijwillige basis toch tot duurzame herplant over te gaan. Een potentiële plantlocatie is het groei- en leefbos aan de oostzijde van Ommen. De gemeente Ommen ziet toe op de coördinatie. Herplant kan niet worden afgedwongen. (vervallen)

Zie bijlage 13 voor het stappenplan ‘Omgevingsvergunning’ en bijlage 14 voor het stroomschema kapprocedure. (vervallen)

Communicatie

Van de gemeente wordt verwacht dat belangrijke beslissingen over bomen op zorgvuldige wijze met betrokkenen/omwonenden worden gecommuniceerd. Afhankelijk van de categorie bomen; beschermwaardig of niet- beschermwaardig en omvang van een kap wordt ruimte geboden voor inspraak.

Het internet en de website van de gemeente Ommen wordt komende jaren nog meer ingezet om toekomstige kapaanvragen te vergemakkelijken en informatie over (beschermwaardige) bomen en het bomenbeleid toegankelijk te maken.

1 Inleiding

1.1 De aanleiding voor het opstellen van een beleidsplan

De belangrijkste reden voor het laten opstellen van een nieuw bomenbeleidsplan is de discussie rond het kapvergunningenbeleid en de communicatie. Niet dat het beleid niet voldeed, maar omdat de juiste intenties achter het beleid onduidelijk en onvoldoende werden vertaald naar heldere keuzes met een goede onderbouwing.

Begin 2010 heeft de afdeling Openbare Werken van de gemeente Ommen het startschot gegeven voor een nieuw bomenbeleidsplan; het Bomenbeleidsplan Ommen 2012 - 2021.

Dit plan zal de komende tien jaar richtinggevend zijn in de omgang met bomen in de gemeente Ommen. Het beleid heeft een sterk participatief karakter; zowel bij de totstandkoming als uitvoering van het beleid speelt de betrokkenheid van de burger een belangrijke rol.

Met het nieuwe beleid laat Ommen zien dat zij investeert in de kwaliteit van haar bomen en dat zij oor heeft voor de stem van haar inwoners. Door de bescherming van waardevolle exemplaren en het vitaal houden van het bomenbestand draagt het beleid bij aan het groene en gastvrije karakter waar men in Ommen zo trots en bekend om is.

Tijdens de totstandkoming van dit beleid is nauw samengewerkt met diverse maatschappelijke, ambtelijke en politieke partijen. Dit met als doel een beleid te creëren dat, eenmaal vastgesteld, een zo goed mogelijke weergave is van wat men wenst en verwacht van bomen en de wijze waarop ermee om wordt gegaan. Het is vanzelfsprekend een onmogelijke opgave een beleidsstuk te vervaardigen waar een ieder zich volledig in kan vinden. Daarvoor liggen de opvattingen en belangen te ver uit elkaar.

1.2 Evaluatie Bomenbeleidsplan 2005

De onderdelen kapbeleid en de communicatie waren niet duidelijk genoeg en zijn in dit nieuwe beleidsplan verder ontwikkeld en toegelicht. Na vaststelling van het Bomenbeleidsplan 2012 – 2021 komt het Bomenbeleidsplan 2005 te vervallen.

1.3 Het doel van het beleidsplan

Het nieuwe bomenbeleidsplan beoogt de volgende doelstellingen:

Een duidelijke communicatie van het beleid en de daaruit volgende beslissingen met burgers, betrokken organisaties en gemeentelijke afdelingen; actie: doorlopend. 

Adequate bescherming van waardevolle bomen; actie; doorlopend. 

Zorg dragen voor een vitaal bomenbestand zodat het groene karakter van de gemeente Ommen duurzaam in stand blijft; actie: doorlopend. 

Het kunnen maken van een eenduidige belangenafweging bij kapaanvragen; actie: doorlopend. 

Een gebalanceerde afstemming met andere beleidsafdelingen en maatschappelijke ontwikkelingen; actie: doorlopend. 

1.4 Duur van het beleidsplan

De duur van dit bomenbeleidsplan beslaat 10 jaar.

1.4 De hoofdstukindeling van het beleidsplan

In hoofdstuk 1 gaat over het totstandkoming van een nieuw bomenbeleidsplan. In hoofdstuk 2 worden de aantallen en de beide categorieën beschermwaardige en niet- beschermwaardige bomen behandeld. Hoofdstuk 3 geeft de wettelijke instrumenten weer om bomen te beschermen en hoofdstuk 4 de samenhang met andere beleidsdocumenten. De verantwoordelijkheid en het beheer van bomen wordt behandeld in hoofdstuk 5 en de toelichting op de huidige kapverordening in hoofdstuk 6 . De financiën en de communicatie zijn in de hoofdstukken 7 en 8 beschreven.

2 Bomen in Ommen

2.1 Aantallen

De gemeente Ommen heeft het beheer over 5.579 bomen binnen en ca. 22.000 bomen buiten de bebouwde kommen die geregistreerd zijn en in de categorieën beschermwaardige en niet- beschermwaardige bomen zijn in te delen. De beschermwaardige bomen kunnen worden onderverdeeld in: Nationaal monumentale bomen, gemeentelijke groenmonumenten, beeldbepalende bomen en boomstructuren en zijn aangeplant in bestrating, gazon, of beplanting direct en indirect langs openbare wegen.

In bijlage 2 wordt uitvoeriger ingegaan op het bomenbestand in Ommen op aspecten als soortopbouw, standplaats en conditie.

2.2 Beschermwaardige bomen

De gemeente Ommen heeft haar belangrijke, beschermwaardige bomen onderverdeeld in:

  • 1.

    Nationaal monumentale bomen

  • 2.

    Gemeentelijke groenmonumenten

  • 3.

    Beeldbepalende bomen

  • 4.

    Boomstructuren

Voor een overzicht van deze onderverdeling wordt verwezen naar bijlage 3, 4 en 5.

De boomstructuren zijn terug te vinden in de bomenstructuurplannen.

Deze bomen hebben een hoge beschermingsgraad in de bestemmingsplannen.

3 Wet- en regelgeving

3.1 Algemeen Plaatselijke Verordening (APV)

Binnen en buiten de bebouwde kom zijn bomen beschermd vanuit de Algemene Plaatselijke Verordening (A.P.V.).

Het bomenbeleidsplan is een onderbouwing van datgene wat in de A.P.V. geregeld is. In de A.P.V. staat voor welke bomen een kapvergunning noodzakelijk is. Tevens bevat het weigeringsgronden om kapaanvragen af te kunnen wijzen. Dit is met name belangrijk voor de bomen in het buitengebied. Omdat deze bomen nog niet zijn gecategoriseerd naar beschermwaardige en niet- beschermwaardige bomen met behulp van het toetsingsformulier).

3.2 Boswet

Daarnaast is de Boswet van toepassing als het gaat om bomen in het buitengebied die deel uitmaken van een bosareaal groter dan 10 aren of onderdeel zijn van een bomenrij van minimaal 20 exemplaren.

3.3 Burgerlijk Wetboek

Juridische bescherming van bomen vindt plaats aan de hand van het Burgerlijk Wetboek. Concreet komt het erop neer dat bomen eigendom zijn en niet door derden beschadigd mogen worden. Overtredingen komen in aanmerking voor strafrechterlijke vervolging (Wed: Wet economische delicten) na opmaak van een proces verbaal.

Dit beschermingsinstrument heeft een belangrijke preventieve functie.

Nadeel hiervan is dat eventueel opgelegde geldboetes niet ten goede komen aan bijvoorbeeld het realiseren van herplant maar naar het Openbaar Ministerie vloeien. Daarom is het nodig ook vanuit de A.P.V. een boeteclausule op te nemen om herplant dan wel financiële compensatie te kunnen eisen.

3.4 Gemeentelijk Omgevings Plan (GOP)

In het Gemeentelijk Omgevings Plan wordt de fysieke omgeving van de gemeente voor de komende jaren geschetst. Het Bomenbeleidsplan 2012-2021 levert input voor beschermwaardige bomen. Aanwezige bomenstructuren kunnen de basis vormen en (Nationaal)- monumentale bomen, groenmonumenten en beeldbepalende bomen kunnen worden ingepast in nieuwe plannen en herinrichtingen.

Of beschermwaardige bomen worden ingepast is afhankelijk van de zorgvuldige afweging van belangen, de afweging moet helder en transparant zijn.

3.5 Bestemmingsplannen

Een effectieve manier om beschermwaardige bomen en hun groeiplaats te beschermen is het vastleggen van boomgroeiplaatsen in nieuwe of te herziene bestemmingsplannen. Dit is niet alleen een sterk instrument voor het behoud van huidige bomen, maar legt ook voor de toekomst vast dat op die plekken nieuwe bomen ongestoord kunnen ontwikkelen.

Deze categorie beschermwaardige bomen worden in bestemmingsplannen beschreven en in bestemmingsplankaarten opgenomen. In een bestemmingsplankaart zijn zones weergegeven met de bestemming ’Groeiplaats boom’. Het zijn cirkels in plaats van punten omdat de uiteindelijke kroonprojectie richtinggevend is voor de bescherming van bomen. Binnen de kroonprojectie van een boom zijn de bomen beschermd tegen ongewenste ontwikkelingen en veranderingen. De bomen die hiervoor in aanmerking komen, dienen door de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling bij nieuw of te wijzigen bestemmingsplannen te worden ingemeten en de kroondiameter moet gemeten worden vanuit het hart van de boom. Voor nog niet uitgegroeide bomen dient de uiteindelijke kroonprojectie te worden ingetekend.

Behalve dat de bomen worden ingetekend op de bestemmingsplankaart, moet in het bestemmingsplan worden omschreven wat de bestemming:’Groeiplaats boom’ betekent. In het geval van een gemeentelijke boom kan en mag de grond niet worden vervreemd. Binnen de groeiplaats is het uitgesloten om voor de boom bedreigende handelingen en/of werkzaamheden uit te voeren.

Mocht na zorgvuldige afweging een boom opgenomen in een bestemmingsplan toch gekapt worden, dient zo mogelijk op dezelfde locatie herplant plaats te vinden. De bestemming ‘groeiplaats’ blijft ongewijzigd. De nieuw te planten boom krijgt dezelfde beschermstatus als de verwijderde boom en dient in potentie dezelfde beeldfunctie te bereiken.

3.6 Boombescherming in projectbestekken

Tijdens uitvoeringswerkzaamheden van bijvoorbeeld nieuwbouwprojecten of rioolrenovaties in de nabijheid van te behouden, beschermwaardige bomen, moeten maatregelen worden genomen om bomen fysiek te beschermen in de vorm van werkomschrijvingen en voorschriften (bomenparagraaf) opgenomen in projectbestekken.

Naast de basisrichtlijnen voor boombescherming tijdens werkzaamheden zoals vastgelegd in de Bomenposters van Stadswerk (bijlage 6) of Cobra- Boomadviseurs BV gelden de volgende aanvullende richtlijnen:

  • 1.

    Opnemen boombeschermende maatregelen in de werkbeschrijving van een bestek (bomenparagraaf)

  • 2.

    Opstellen van een plan van aanpak voor boombehoud

  • 3.

    Gemeentelijk toezicht op de naleving van de besteksvoorwaarden en het instellen van boeteclausules.

Bij de opname van richtlijnen wordt in bestekken verwezen naar:

bescherming van houtopstanden conform RAW ‘standaard 2010’ Kwaliteitsrichtlijnen Besteksvoorwaarden Boomverzorging (KBB)

De toepassing van dit bescherminstrument dient tot stand te komen in samenwerking met de betrokken afdelingen binnen de gemeente Ommen.

3.7 Boomproject conflicten

Op het moment dat ruimtelijke ontwikkelingen in de nabijheid van (beschermwaardige) bomen gaan plaatsvinden, is het belangrijk dat in een zo vroeg mogelijk stadium het bestaande bomenbestand wordt meegenomen in de ontwerp-, plan- en uitvoeringsfase.

In bijlage 7 is een plan van aanpak opgenomen hoe men met boomprojectconflicten dient om te gaan.

4 Samenhang beleidsterreinen

4.1 Visie 

De gemeente Ommen wil door dit bomenbeleidsplan in de periode 2012 - 2021 de waarde van beschermwaardige bomen in balans brengen met belangrijke, ruimtelijke ontwikkelingen.

Aan dit beleid ligt een op diverse aspecten uitgewerkt visiedocument ten grondslag. De volledige versie is als bijlage 1 opgenomen.

De visie heeft als werktitel ‘Geïnspireerd vanuit de wortel’ meegekregen.

Het verwijst naar de wijze waarop het beleid tot stand is gekomen; niet hoog vanuit de ambtelijke boom, maar in nauwe samenwerking met de burger.

De term ‘inspiratie’ vormt een centraal thema in het Ommer Motief en sluit aan op de intentie achter dit bomenbeleidsplan: een inspirerend document dat op praktische wijze de omgang met bomen in de gemeente Ommen beschrijft.

4.2 Ommer Motief

In Het Ommer Motief staat de Missie/Visie 2020 voor de gemeente Ommen beschreven. Het is samen met bewoners en maatschappelijke organisaties opgesteld. Principes uit het Ommer Motief zijn overgenomen in de visie van dit bomenbeleidsplan. Zo zal de uitvoering van het bomenbeleidsplan bijdragen aan een ‘groene, gastvrije en geïnspireerde verblijfsgemeente’. Denk hierbij aan de bijdrage van groen aan de kwaliteit van leven waarbij het imago van een lommerrijke gemeente wordt vastgehouden.

4.3 Gemeentelijk Omgevings Plan (GOP)

De gemeente is ten tijde van de afronding van dit bomenbeleidsplan bezig met het opstellen van een integraal beleidsplan voor de fysieke omgeving. Het bomenbeleidsplan 2012 - 2011 dient mede als input voor het GOP. Aanwezige bomenstructuren kunnen de basis vormen en (Nationaal)- monumentale bomen, groenmonumenten en beeldbepalende bomen kunnen worden ingepast in nieuwe plannen en herinrichtingen.

Of beschermwaardige bomen worden ingepast is afhankelijk van de zorgvuldige afweging van belangen, de afweging moet helder en transparant zijn.

4.4 Groenstructuurplannen

Het groenstructuurplan Ommen (1998 en herzien in 2008), het deelgroenstructuur plan Alteveer (2001), de groenstructuurplannen voor de dorpen Beerzerveld, Lemele en Witharen (2005) blijven ongewijzigd en vormen mede de basis voor het bomenbeleidsplan. In groenstructuren zijn bijna altijd beschermwaardige bomen aanwezig.

4.5 Bomenbeleids – en bomenstructuurplan 2005

Het bomenstructuurplan 2005 blijft ongewijzigd, de beschermwaardige bomen maken dikwijls onderdeel uit van groenstructuren.

Het bomenbeleidsplan 2005 is na vaststelling van het bomenbeleidsplan 2012 – 2021 vervallen.

4.6 Waarom bomenbescherming?

Het argument voor de uitvoering van een actief boombeschermingsbeleid is omdat bomen een groot maatschappelijk/natuurlijk belang dienen en daarom ‘recht hebben’ op een goede behandeling.

Maar waarom is een dergelijk beleid nou zo nodig? Dit wordt in de volgende paragrafen uiteengezet.

4.7 Bedreigingen

Bomen worden in principe in een onnatuurlijke omgeving aangeplant. Dat vraagt om een sterk aanpassingsvermogen en betekent vaak dat de standplaats in onvoldoende mate geschikt is voor onbeperkte ontwikkelingsmogelijkheden. Dit maakt bomen kwetsbaar.

Bovendien worden bomen blootgesteld aan allerlei schadelijke invloeden die het voortbestaan continu bedreigen.

Een ander type bedreiging is het immer veranderende gebruik van de openbare ruimte. Bomen nemen met hun kroon en wortelgestel ruimte in waardoor ze kunnen conflicteren met andere belangen. De wens om de boom te kappen neemt dan aanzienlijk toe.

4.8 Levensduur bomen

Een boom heeft een levensduur die over het algemeen langer is dan die van een mensenleven. Het is daardoor met zekerheid te stellen dat een boom met wisselende eigenaren / beheerders te maken krijgt. Bestendig beleid is daarom nodig om de juiste omgang met bomen te blijven continueren.

In het visiedocument is op diverse manieren vastgelegd wat het belang van bomen is. Om dit belang te waarborgen en te koesteren is bescherming op zijn plaats. Doorgaans geldt: hoe ouder de boom, des te groter het belang. Niet alleen in ecologisch opzicht, maar ook economisch en ruimtelijk.

Daarom worden eens per vijf jaar de lijsten met beschermwaardige bomen opnieuw samengesteld zodat ook aspirantbeschermwaardige bomen status kunnen krijgen. Een verdere uitwerking van het bomenbeleid is om de beschermde bomen van Ommen ook te verwerken op een kaart volgens het Groene Kaart- model van de Bomenstichting.

Een sterk bomenbeleid voor beschermwaardige bomen zorgt ervoor dat kap of zware verminking van een boom niet is toegestaan of alleen onder bepaalde voorwaarden mogelijk is. Bijvoorbeeld als de openbare veiligheid in het geding is.

5 Beheer en onderhoud van bomen

5.1 De gemeentelijke aansprakelijkheid

Voor bomen gelden wetten en wetsartikelen. Zo is er een wetsartikel over onrechtmatige daad (artikel 6:162 uit het Burgerlijk Wetboek) en de artikelen 5:42, 5:44 en 5:45 van het Burgerlijk Wetboek (BW) voor beplantingen bij de grenslijn, overhangende beplanting en doorschietende wortels van bomen. De plantafstand vanaf waar bomen mogen worden aangeplant, wortels en takken van bomen is wettelijk vastgelegd. Daarnaast is de aansprakelijkheid ook voor bomen beschreven.

5.2 Aansprakelijkheid

Er zijn drie soorten aansprakelijkheid:

  • 1.

    Schuldaansprakelijkheid;

  • 2.

    Pseudo – risicoaansprakelijkheid;

  • 3.

    Risicoaansprakelijkheid.

  • 1.

    Schuldaansprakelijkheid: 

Hierbij gaat het om gebeurtenissen die de schadeveroorzaker verweten kunnen worden. Bijvoorbeeld: de eigenaar van een boom zaagt een tak uit een boom. De tak valt vervolgens op het dak van de auto van een derde waarvan de auto onder de boom is geparkeerd. De eigenaar van de boom is schuldaansprakelijk omdat de eigenaar kon weten dat de kans groot was dat de tak op de auto kon vallen. Er is sprake van een causaal verband (art. 6:98 uit het BW) of anders gezegd er bestaat een oorzakelijk verband tussen een daad en een schade.

  • 2.

    Pseudo – risicoaansprakelijkheid: 

Hierbij gaat het om daden die voor rekening van de schadeveroorzaker komen. Een voorbeeld hierbij is dat de werkgever in beginsel altijd aansprakelijk is voor fouten van de werknemer die bij uitoefening van de opgedragen taak (art. 6:170 uit het BW) is begaan. Voor schade, aan een derde toegebracht door een fout van een ondergeschikte die zijn/haar taak vervult is de werkgever aansprakelijk, indien de kans op de fout door de opdracht tot het verrichtten van deze taak is vergroot en degene in wiens dienst hij stond, uit hoofde van hun desbetreffende dienstbetrekking zeggenschap had over de gedragingen waarin de fout was gelegen.

  • 3.

    Risico – aansprakelijkheid: 

Hierbij gaat het om in de wet- en rechtspraak precies omschreven maatschappelijke ‘rollen’ die de schade veroorzaker heeft uitgevoerd en waardoor de persoon aansprakelijk is (art. 6:162, lid 3 uit het Burgerlijk Wetboek). Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien de onrechtmatige daad te wijten is aan de schuld of aan de oorzaak welke krachtens de wet of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn/haar rekening komt. Degene die de gevaarsituatie schept, de verplichting heeft een onderzoek in te stellen naar mogelijke schadelijke gevolgen door zijn toedoen veroorzaakt.

Bij schuldaansprakelijkheid en pseudo-risicoaansprakelijkheid moet worden aangetoond of er sprake is van schuld en in welke mate de schuld de schadeveroorzaker kan worden aangerekend. De bewijslast dat er geen sprake is van een situatie als waarvoor de wet hem aansprakelijk heeft gesteld ligt bij de schadeveroorzaker.

Bij risicoaansprakelijkheid gaat men er vanuit dat de aansprakelijkheid van de dader, niet bij hem/haar ligt maar bij degene die verantwoordelijk is voor de schadeveroorzaker. De bewijslast ligt bij de schadeveroorzaker. Afdeling 10 in het BW behandelt de wettelijke verplichting tot schade- vergoeding.

5.3 Schade door bomen en takken

Bij aansprakelijkheid voor bomen gaat het om schuldaansprakelijkheid. In gevallen van verhoogde gevaarzetting gaat het om pseudo-risicoaansprakelijkheid. Degene die schade heeft geleden door een boom moet bewijzen dat de schade de boomeigenaar kan worden verweten.

De wijze waarop de schadelijder kan bewijzen dat de boomeigenaar aansprakelijk is, is via de algemene regeling van de onrechtmatige daad. De schadelijder kijkt of de boomeigenaar kan worden verweten of hij onvoldoende zorg heeft besteed aan de betreffende boom of een tak.

De wettelijke zorgplicht voor een boomeigenaar:

In het artikel 6:162, lid 2 uit het BW wordt gesproken over de maatschappelijk, betamelijke zorgvuldigheid en vormt een privaatrechtelijke aangelegenheid.

Publiekrechtelijk zijn er in het BW drie zorgplichten geregeld:

  • 1.

    Algemene zorgplicht.

  • 2.

    Verhoogde zorgplicht.

  • 3.

    Onderzoeksplicht.

  • 1.

    Algemene zorgplicht: naast het normale onderhoud moet ook regelmatige controle plaatsvinden op zichtbare uitwendige gebreken van bomen. De controle dient systematisch en structureel te geschieden.

  • 2.

    Verhoogde zorgplicht: dit geldt op locaties met verhoogde gevaarzetting (een omgeving waar het te voorzien is dat de kans groot is op schade zal), minimaal eenmaal per jaar dient een controle te worden verricht.

  • 3.

    Onderzoeksplicht: na constatering dat een boom uitwendige, zichtbare gebreken heeft of andere aanwijzingen voor de aanwezigheid van gebrekkige bomen in de directe omgeving bestaat de wettelijke verplichting tot aanvullend (inwendig) onderzoek.

Overige wettelijke regelingen met betrekking tot bomen:

Ook is wettelijk geregeld op welke wijze een schade moet worden vergoed wanneer schade is geleden. Daarnaast bestaan er diverse wetsartikelen om de belangen van de burgers te beschermen.

5.4 Burgerlijk Wetboek (BW)

Rioolschade:

Boomwortels kunnen slechts rioleringen binnendringen, indien zich daar een lek of andere opening bevindt. Art.5.44, lid 2: degene op wiens erf wortels van een ander erf doorschieten, mag deze voor zover ze doorgeschoten zijn weghakken en zich toe-eigenen. De eigenaar van de grond is ook verantwoordelijk voor de schade aan de riolering en fundamenten van zijn eigen huis. De eigenaar van de boom waarvan de wortels schade aanrichten is niet aansprakelijk voor de aangerichte schade.

5.5 Burgerlijk Wetboek (artikel 5:42)

Beplantingen nabij de perceelsgrens:

Lid1: het is niet geoorloofd binnen de in lid 2 bepaalde afstand van de grenslijn van een anders erf bomen, heesters of heggen te hebben, tenzij de eigenaar daartoe toestemming heeft gegeven of dat erf een openbare weg of een openbaar water is.

Lid 2: de in lid 1 bedoelde afstand bedraagt voor bomen 2 meter te rekenen vanaf het midden van de boom en voor heesters en heggen een halve meter.

Lid 3: de nabuur kan zich niet verzetten tegen de aanwezigheid van bomen, heesters of heggen die niet hoger reiken dan de scheidsmuur tussen de erven.

Lid 4: ter zake van een volgens dit artikel ongeoorloofde toestand is slechts vergoeding verschuldigd van de schade, ontstaan na het tijdstip waartegen tot opheffing van die afstand is aangemaand.

5.6 Flora- en Faunawet

De Flora- en Faunawet, vastgesteld 1 april 2002 heeft invloed op de dagelijkse uitvoering van de beheerwerkzaamheden. Met name bij oude bomen die dikwijls holen bevatten of de perioden waarin het onderhoud plaatsvindt zijn bepalend of werkzaamheden kunnen plaatsvinden. Om op een verantwoorde en deskundige wijze te kunnen werken is de Gedragscode bestendig beheer groenvoorzieningen noodzakelijk.

5.7 Onderhoudswerkzaamheden en het onderhoudsniveau

Het geautomatiseerd groenbeheersysteem vormt de basis om planmatig het onderhoud aan bomen uit te voeren. Afhankelijk van de leeftijd en de standplaats van de bomen vindt intensief of minder- intensief onderhoud plaats. Een boom van 50 jaar of ouder in het centrum heeft meer aandacht en zorg nodig dan een jonge boom in een park of berm in het buitengebied.

5.8 De organisatie van het onderhoud

De bomenploeg van de Buitendienst van de afdeling Openbare Werken voert op basis van het onderhoud aan bomen vanaf september tot 15 maart in eigen beheer uit.

Het budget beschikbaar vanuit openbaar groen en bermen en sloten is leidend om bijvoorbeeld machines als hoogwerkers of personeel in te huren of aanvullend fysiek onderzoek met onderzoeksapparatuur aan bomen (VTA) uit te voeren.

Verschillende medewerkers zijn opgeleid om fysiek onderzoek aan bomen (VTA) uit te voeren en twee boomverzorgers zijn op opgeleid waarbij hun opleiding op Europese normen is gebaseerd (European Tree Worker, ETW).

5.9 Huidig beleid

Het dagelijks beheer van bomen vindt op basis van het Burgerlijk Wetboek (BW) en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) plaats.

5.10 Nieuw beleid

De Flora- en Faunawet zijn van invloed op de dagelijkse uitvoering van het onderhoud aan bomen, het werken volgens de Gedragscode bestendig beheer groenvoorzieningen kan toekomstige problemen voorkomen.

6 Kapverordening

6.1 Keuzes verordeningsmodellen

Uitwerking van de kapverordening kan op twee manieren .nl. alleen beschermwaardige bomen op kaartmateriaal al of niet digitaal aangeven (Groene Kaart- model van de Bomenstichting) en niet- beschermwaardige bomen vrij te kappen.

Een tweede manier is het werken met overzichten met beschermwaardige bomen en niet- beschermwaardige bomen vrij te kappen.

6.2 De Ommer situatie

De gemeente Ommen hanteert het tweede model n.l. het werken met overzichten met beschermwaardige bomen en wil in eigen beheer de beschermwaardige bomen digitaal inzichtelijk maken.

6.3 De organisatie van de kapverordening

De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) wordt door de afdeling Milieu- en Bouwzaken actueel gehouden. De toetsing van Omgevingsvergunningaanvragen; activiteit: kappen vindt door de afdeling Openbare Werken in de vorm van vooroverleg plaats. De afwikkeling van Omgevingsvergunningaanvragen vindt door de omgevingsbalie van de afdeling Milieu- en Bouwzaken plaats.

6.4 Huidige verordening

Sinds 2005 beschikt de gemeente over een kapbeleid. Dit beleid is gericht op het behoud van beschermwaardige bomen en het vereenvoudigd kunnen afhandelen van kapaanvragen van nietbeschermwaardige bomen.

De volgende bijlagen zijn op dit hoofdstuk van toepassing:

Bijlage 8: Kapaanvraagformulier

Bijlage 9a Toetsingsformulier NIEUW

Bijlage 9b Toetsingsformulier OUD

Bijlage 10: Toelichting Toetsingsformulier

Bijlage 11: Boomcategorieën en Afwegingscriteria

Bijlage 13: Kapaanvraagprocedure

Bijlage 14: Stroomschema kapaanvraag

Bijlage 15: Extra toelichting kapbeleid

6.5 Toetsingsformulier

Na een ontvangen kapaanvraagformulier (bijlage 8) wordt de boom door een medewerker van Openbare Werken beoordeeld aan de hand van het toetsingsformulier (bijlage 9) (vervallen). Dit formulier met puntenscores is ontwikkeld door de VNG en Stadswerk. Hierbij worden op een aantal kenmerken punten toegekend. Op basis van de resultaten van het toetsingsformulier wordt de boom ingedeeld in een bepaalde categorie. Beschermwaardige bomen binnen de bebouwde zijn reeds geïnventariseerd en de puntentotalen zijn vastgelegd.

Ten opzichte van het oude beleidsplan is het toetsingsformulier aangepast op de aspecten: Standplaats; nieuw, nulscore als de standplaats geen toegevoegde waarde heeft bijvoorbeeld in bosachtige omgevingen.

Plantwijze; nieuw, nulscore voor bomen die in een achtertuinbeplanting aanwezig zijn.

Schaarste; nieuw, score met zes punten voor bomen in landelijk of bosachtig gebied in het oude toetsingsformulier was alleen een nulscore mogelijk. 

Ruimtelijke bepaling; nieuw de hoogste score met 20 punten vervalt en was van toepassing op bomenstructuren. Echter bomenstructuren zijn al beschermwaardig en hebben geen hogere, toegevoegde waarde nodig. 

Culturele waarde; nieuw, score met nul punten omdat de meeste bomen geen culturele waarde hebben. 

Vorm van de boom; nieuw, een eenduidige puntentoekenning voor bomen met een bijzondere snoeivorm en krijgen vier punten toegekend. Ook nieuw is de score van nul punten omdat de meeste bomen niet aanmerking komen. 

Potentie: nieuw, een nul score omdat de meeste bomen niet kunnen uitgroeien tot een monumentale boom. 

Soort; nieuw, de score van nul punten omdat de meeste bomen bij een Omgevingsvergunningaanvraag; activiteit kappen niet zeldzaam zijn.

Randvoorwaarden; nieuw is als het noodzakelijk is dat beschermwaardige bomen moeten worden gekapt altijd herplant moet worden ondanks negatieve voorwaarden als slechte conditie.

Uitgangspunt vormt een praktisch toetsingsformulier en een meer reële inschatting geeft van de beschermwaardigheid van een boom. Een uitgebreide toelichting op elk onderdeel met puntenscore is opgenomen in bijlage 10.

6.6 Beschermwaardige bomen

In bijlage 11 is een verdere onderbouwing van de beschermwaardige bomen en de daaraan gekoppelde afwegingscriteria. Hierbij geldt het ‘Nee, tenzij’ principe. Een vergunning wordt in principe niet verleend tenzij zwaarwegende belangen spelen. Hierbij geldt: hoe belangrijker/beschermwaardiger de boom, des te zwaarder dient het ‘tegenbelang’ te zijn om de boom te mogen kappen.

Afhankelijk van de categorie waarin een boom zich bevindt dient een aanvraag voor een Omgevingsvergunning (met de activiteit ‘kappen’) dan wel een kapmelding te worden gedaan (vervallen).

Een aanvraag voor een Omgevingsvergunning is altijd nodig voor landelijk door de Bomenstichting geregistreerde groenmonumenten (score: gelijk of groter dan 50 punten) en de door de gemeente Ommen geregistreerde, gemeentelijke groenmonumenten (score: 30 – 49 punten), bomen die onderdeel uitmaken van gemeentelijke bomenstructuren en beeldbepalende bomen (score: 30 – 49 punten). De beschermwaardige bomen scoren op het toetsingsformulier minimaal 30 punten of meer, van elke sub- categorie beschermwaardige bomen zijn overzichten opgesteld en in elke beschrijving van de boom is de totaalscore terug te vinden. (vervallen)

6.7 Kapmelding/Omgevingsvergunning; activiteit: kappen

Voor alle overige bomen (score lager dan 30 punten) kan worden volstaan met een kapmelding zonder compensatieverplichting. De kapaanvraag van een beschermwaardige boom wordt getoetst aan het bomenbeleidsplan. De categorieën beschermwaardig of niet- beschermwaardige boom bepaalt het beleidsmatige beschermingsniveau. Na kap van een beschermwaardige boom wordt altijd een compensatieplicht opgelegd. (vervallen)

6.8 Nieuwe situatie

In dit nieuwe bomenbeleidsplan blijft de huidige manier van werken gehandhaafd. Hoofddoel is om in de toekomst tot een eenduidige en transparante belangenafweging te komen als het gaat om verlening/afwijzing van kapaanvragen.

6.9 Vrijwillige herplant bij niet- beschermwaardige bomen

Tijdens de bijeenkomsten van de klankbordgroep is de opmerking gemaakt om bij de kap van niet- beschermwaardige bomen aanvragers van een kapmelding te attenderen op het belang van bomen voor de leef- en woonomgeving en vrijwillig te laten herplanten op een locatie bijvoorbeeld het groei- en leefbos aan de oostzijde van Ommen. De herplant kan juridisch niet worden afgedwongen. De herplant dient onder de volgende voorwaarden plaats te vinden: 

  • -

    Duurzaam. 

  • -

    Zo mogelijk - inheems sortiment. 

  • -

    Milieuverantwoord gekweekt plantsoen. 

  • -

    Minimale maatvoering 12 - 14 centimeter stamomvang gemeten op 1,00 meter boven het maaiveld. 

  • -

    Een groeiplaats waar bomen de kans krijgen om zich te ontwikkelen.

6.10 Compensatiebeleid

Om de omvang en kwaliteit van het gemeentelijke bomenbestand minimaal op peil te houden, wordt na de kap van een beschermwaardige boom altijd een compenserende maatregel opgelegd. Compensatie van een gevelde boom vindt plaats:

  • -

    Na illegale kap (kap van een beschermwaardige boom zonder geldige Omgevingsvergunning).

Deze komt bovenop de strafrechterlijke boete. 

  • -

    Na kap van een beschermwaardige boom. De belanghebbende heeft altijd een compensatieplicht.

Compensatie wordt gerealiseerd door:

  • -

    Opleggen van een herplantplicht

of, indien dit onmogelijk of niet zinvol is:

  • -

    Storten van een geldbedrag in het aanplantbudget van de afdeling Openbare Werken

6.11 Herplantplicht

Met het verlenen van een kapvergunning wordt door het college altijd een herplantplicht opgelegd. De inhoud van de herplantplicht wordt opgesteld door de vakafdeling en bepaalt soort en omvang en besluit over de aanplantlocatie. Hiervoor gelden de volgende richtlijnen:

Boomsoortkeuze baseren op het bomenstructuurplan.

  • -

    Indien het Bomenstructuurplan onvoldoende houvast biedt, wordt een afweging gemaakt tussen soort en standplaats (de juiste boom op de juiste plek).

  • -

    De maat van de boom is afhankelijk van de status van de boom. Hierbij worden de volgende richtlijnen gehanteerd:

(Nationale) Groenmonumenten : plantmaat 40 – 50 centimeter gemeten op 1,00 meter boven het maaiveld.

Bomen uit de bomenstructuur : plantmaat 20 – 25 centimeter gemeten op 1,00 meter boven het maaiveld.

Beeldbepalende bomen  : plantmaat 35 – 40 centimeter gemeten op 1,00 meter boven het maaiveld.

Aanplant geschiedt verder onder een aantal voorwaarden betreft groeiplaatsinrichting, verankering en nazorg welke worden opgesteld en gecommuniceerd door de vakafdeling.

Voorts gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Het compensatiebeleid is gericht op het in stand houden van het lokale bomenbeeld. Dit betekent concreet dat in de directe omgeving, en bij voorkeur op hetzelfde perceel, herplant plaatsvindt.

  • 2.

    Indien tijdens het overleg over de herplant met de vakafdeling is vastgesteld dat de nieuwe situatie te weinig mogelijkheden biedt, wordt op voorschrift van de vakafdeling een alternatieve plantlocatie aangewezen.

Mocht herplant onmogelijk zijn dan kan door de gemeente Ommen worden besloten dat de gekapte boom gecompenseerd wordt door het storten van een bedrag in het aanplantbudget van de vakafdeling.

6.12 Status herplant bomen

Herplantbomen krijgen bij aanplant meteen de status: beschermwaardige boom, de vroegere status van de betreffende boom die geveld is. Op deze wijze wordt voor de toekomst het aantal beschermwaardige bomen op peil gehouden. Dit geldt ook voor zogenaamde overeenkomstbomen. Dit zijn bomen die ter compensatie van verdwenen groen worden aangeplant.

Het instandhouden van een uitgevoerde herplant blijft voor de houder van de Omgevingsvergunning bestaan, ook als het eigendom zou vervreemden (artikel 4.8, Besluit omgevingsrecht, Bor). 

6.13 Financiële compensatie

De hoogte van de financiële compensatie wordt op basis van een voorcalculatie en/of kengetallen van de afdeling Openbare Werken bepaald en in onderling overleg vastgesteld. Bij verschil van mening wordt de monetaire waarde vastgesteld door een erkend taxateur van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (N.V.T.B.). Deze waardebepaling is bindend voor beide partijen.

6.14 Toezicht en handhaving

Op grond van dit bomenbeleidsplan is handhaving en toezicht gewenst op:

- Illegale kap.

- Naleving herplantverplichting.

- (On)- opzettelijke vernieling van bomen (boven- en ondergronds).

6.15 In stand houden Groenmonumenten

De gemeente Ommen wil door dit bomenbeleidsplan in de periode 2012 - 2021 de waarde van beschermwaardige bomen in balans brengen met belangrijke, ruimtelijke ontwikkelingen.

De gemeente Ommen wil uitvoering geven aan het beleid om beschermwaardige bomen en boomstructuren te behouden. De huidige inspectiecyclus van 1 x per 5 jaar blijft ongewijzigd (zie ook amendement van de VVD van 23 februari 2012). Daarnaast dienen structureel middelen aanwezig te zijn om de groei- omstandigheden voor beschermwaardige bomen in verhardingen optimaal te houden, hiervoor is structureel € 5.000 nodig.

Beschermwaardige bomen in gazons of beplantingen hebben betere groei- omstandigheden en treden minder snel groeistoornissen op. Uiteraard moet de uitgangspositie: een goede plantbodem voor bomen bij de aanplant wel juist zijn.

7 Financiën

Het beheer van 27.579 bomen vindt vanuit de beide budgetten voor het openbaar groen (product 5601.01) en bermen en sloten (product 2101.04) plaats. Beide budgetten maken onderdeel uit van het begrotingsprogramma Duurzaam Ommen.

De lasten zijn verdeelt onder de verschillende producten waarbij de diensten voor de advisering kapvergunningen en het afhandelen van de kapmeldingen zijn ondergebracht onder het product openbaar groen. De onderhoudslasten voor de het beheer van de gemeentelijke bomen zijn ondergebracht in de producten openbaar groen en bermen en sloten.

8 Communicatie

Een goed beleid valt of staat bij een goede communicatie. Omtrent bomen en bomenbeleid bestaan diverse lagen en manieren van communiceren.

8.1 Communicatiematrix

Het bestaande bomenbeleid heeft het belang van communicatie zeer zeker aangehaald. Belangrijke knelpunten zijn geconstateerd en waardevolle aanbevelingen gedaan om de situatie van toen te verbeteren. Sinds die tijd is al veel ten goede veranderd. Toch is het zo dat een gebrekkige communicatie de problematiek rondom bomen en het beleid nog steeds initieert en versterkt.

In de communicatiematrix wordt schematisch weergegeven op welke wijze de verschillende vormen van communicatie plaatsvinden. Zie voor deze matrix bijlage 12.

8.2 Externe communicatie

De meeste discussie bestaat omtrent de kap van (meerdere) beschermwaardige bomen. Gezien het onomkeerbare karakter van de kap van een boom, dient dus vooraf, nog voor de kapaanvraag, duidelijk te zijn waarom de boom wordt gekapt en hoe de interne belangenafweging heeft plaatsgevonden. Deze communicatie dient met name gericht te zijn aan belanghebbenden die in de directe nabijheid van de boom of bomen wonen of werken. De volgende stappen kunnen worden onderscheiden voordat de kapaanvraag wordt ingediend. Let wel: het betreft in dit geval kapplannen met een ingrijpende impact.

  • 1.

    Opstellen toelichting voor uitgaande brieven en lokale media:

- Welke boom of bomen betreft het> soort, aantal, locatie.

- Wat is de beleidsstatus van de bomen?

- Wat is de reden voor kap?

- Hoe heeft de belangenafweging plaatsgevonden?

- Wat is de inhoud van de compensatie? > herplant of geldbedrag.

  • 2.

    Communicatie met belanghebbenden

Met belanghebbenden worden de omwonenden bedoeld. Kleinschalige kap van beschermwaardige bomen wordt per brief of in de lokale media gecommuniceerd. Ook de internetpagina voor het bomenbeleid kan worden ingezet. Bij ingrijpende kwesties wordt een informatie- avond georganiseerd.

  • 3.

    Periode van twee weken voor het inbrengen van zienswijzen (Algemene wet bestuursrecht, Awb) door belanghebbenden

  • 4.

    Analyse van de tijdens de inspraakperiode ingebrachte zienswijzen. Geen inspraak > stap 6

  • 5.

    Verwerken input van belanghebbenden als bijzondere voorwaarden in de kapaanvraag. Dit moeten wel reële en concrete voorstellen zijn

  • 6.

    Indienen kapaanvraag. Hiervoor is een stappenplan ‘Omgevingsvergunning; ‘activiteit kappen’ ontwikkeld dat is terug te vinden onder bijlage 13 In bijlage 14staat nog kort het stroomschema weergegeven voor de te doorlopen kapprocedure.

9 Aanbevelingen

9.1 Boombeheerplan

Om de veiligheid, kwaliteit en omvang van het huidige bomenbestand te kunnen waarborgen is een bomenbeheerplan gewenst. In een bomenbeheerplan worden de beheermaatregelen concreet vertaald. Onderscheid wordt gemaakt tussen cyclische en bijzondere maatregelen en onderling tussen de verschillende beheergroepen van bomen. Prioritering in de uit te voeren maatregelen kan noodzakelijk zijn in relatie tot de beschikbare financiële middelen en tijd. Een kostenoverzicht, planperiode, randvoorwaarden, organisatie van de wijze van uitvoering en interne betrokkenheid zijn belangrijke items voor het in eigen beheer gaan uitwerken van een bomenbeheerplan.

9.2 Handhaving en toezicht

Op dit moment vindt geen handhaving en toezicht bij bedreiging van houtopstanden en herplant plaats. (vervallen)

9.3 Bomen op de kaart

Om aandacht te vragen voor, en te geven aan de beschermwaardige bomen in de gemeente Ommen, bestaat het verlangen om hiervoor een communicatiemiddel te ontwikkelen. Opzet is om de komende tijd de beschermwaardige bomen in eigen beheer digitaal vast te leggen en raadpleegbaar via de website te maken. Ook kan nog worden gedacht aan een in eigen beheer te ontwikkelen boekje:

‘Beschermwaardige bomen in Ommen’.

Deze actie heeft niet per se een beleidsmatig doel als het gaat om bescherming van waardevolle bomen. Dan zou het in eigen beheer ontwikkelen van het Groene Kaart-model van de Bomenstichting ingezet kunnen worden. De gemeente Ommen heeft bescherming van waardevolle bomen vooralsnog geregeld via overzichten en, foto’s en beschrijvingen van de bomen.

9.4 Aanpassen A.P.V

De afwegingscriteria die meewegen als het gaat om het behandelen van een aanvraag- omgevingsvergunning; activiteit: kappen zijn gewijzigd. In de Algemene Plaatselijke Verordening dient naar de uitgangspunten van dit nieuwe Bomenbeleidsplan te worden verwezen.

9.5 Oprichten van een aanplantbudget

Wanneer herplant onmogelijk is kan de herplant financieel worden gecompenseerd en in een op te richten aanplantbudget binnen het product; openbaar groen, volgnummer 5601.01 worden ondergebracht.

9.6 Beschermwaardige bomen in verhardingen

Bomen in verhardingen ondervinden in toenemende mate groeistoornissen, dit geldt met name voor de beschermwaardige bomen die voor 1935 zijn aangeplant. Om stoornissen op te heffen zijn investeringen € 5.000,00 op jaarbasis noodzakelijk en worden gedekt vanuit het beheerbudget openbaar groen (zie ook amendement van de VVD van 23 februari 2012).

9.7 Flora- en Faunawet

Om toekomstige problemen bij het onderhoud aan bomen te voorkomen is het werken volgens de Gedragscode bestendig beheer groenvoorzieningen noodzakelijk. Deze Gedragscode ontbreekt, heeft geen bestuurlijke prioriteit en kan de uitvoering van de Buitendienst in de problemen brengen.

9.8 Speerpunten

De periode 2012 - 2021 zal worden gebruikt om:

Aanpassing van de Algemene Plaatselijke Verordening om een boeteclausule op te nemen om herplant dan wel financiële compensatie te kunnen eisen, actie: jaar 2012.

Actualiseren bestaande overzichten met beschermwaardige bomen in eigen beheer, actie: jaar 2012.

Het in eigen beheer ontwikkelen van een bomenbeheerplan om het bomenbeheer verantwoord en structureel uit te voeren, actie: 2012 – 2012.

Bij de uitwerking van ruimtelijke ontwikkelingen o.a. de Centrumvisie, Stationsweg de standplaatsen boven- en ondergronds van nieuwe en bestaande aanplant van bomen duurzaam inrichten zodat bomen hun natuurlijke levenscyclus op een duurzame wijze kunnen volbrengen, actie: doorlopend.

De gemeentelijke bomen op een verantwoorde wijze blijven beheren, maar wel in evenwicht met de beschikbare budgetten. Houtopstanden die niet of weinig levensvatbaar zijn - zo mogelijk - blijven vervangen om een vitaal bomenbestand voor de komende generaties te behouden, actie: doorlopend.

Digitaal in eigen beheer in kaart brengen van de beschermwaardige bomen (Groene Kaart- model van de Bomenstichting) en raadpleegbaar via de website maken, actie: 2012 - 2013.