Regeling vervallen per 01-01-2024

Aanvullende beleidsregels Bijzondere bijstand 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Aanvullende beleidsregels Bijzondere bijstand 2018

In 2017 is na een evaluatie van de Bijzondere Bijstand(BB) vastgesteld dat de

beleidsregels op onderdelen verouderd zijn. Via deze aanvullende beleidsregels worden

deze regels geactualiseerd. Onderstaande beleidsregels zijn van kracht per 1 januari 2018.

Het gaat om de volgende regels:

  • Inrichtingskosten woning

  • Internetkosten

  • Medische kosten

  • Aanvullende bijstand met terugwerkende kracht

Inrichtingskosten woning

Wij stellen hierbij het beleid vast zoals we dat nu ook kennen. Dit betekent dat we voor inrichtingskosten de volgende leenbedragen vaststellen.

Complete woninginrichting

  • Alleenstaande (kamerbewoner) € 2.150,00

  • Alleenstaande (zelfstandige huisvesting) € 2.900,00

  • Gezin van 2 personen € 3.700,00

  • Gezin van 3 personen € 4.800,00

  • Gezin van 4 personen € 5.700,00

  • Gezin van 5 personen € 6.400,00

  • Gezin van 6 personen € 6.900,00

  • Iedere persoon extra € 550,00

Het restant van deze leningen wordt kwijtgescholden als men gedurende een periode van 36 maanden aan de aflossingsverplichting heeft voldaan. De aflossingsverplichting is in principe 6% van de voor betrokkenen geldende bijstandsnorm, eventueel te verhogen met 35% van het verschil tussen netto inkomen en bijstandsnorm als men binnen die drie jaar uitstroomt naar werk.

Internetkosten

Internetkosten worden beschouwd als algemene kosten van het bestaan en worden als regel niet vergoed.

Zorgverzekeringswet

(Para) medische zorg

Volgens vaste rechtspraak van de beroepsrechter is de Zorgverzekeringswet in beginsel een voorliggende voorziening die passend en toereikend is voor de kosten van (para)medische zorg. Dat geldt ook als de kosten niet volledig worden vergoed door de zorgverzekering, of als de aanvrager geen gebruik kan maken van een aanvullende verzekering wegens premieachterstand. Aanvullende beleidsregels Bijzondere bijstand 2018. Dat betekent dat bijzondere bijstand niet mogelijk is voor kosten die onder de Zorgverzekeringswet vallen. (zie ook toelichting).

Eigen risico Zorgverzekeringswet

Er wordt geen bijstand verstrekt voor de kosten van het verplicht eigen risico (ECLI:NL:CRVB:2010:BO6734). De wetgever heeft een verplicht eigen risico ingevoerd. Omdat dit voor bepaalde groepen onaanvaardbare gevolgen zou hebben, krijgen verzekerden met meerjarige onvermijdbare zorgkosten een compensatie op grond van de Zvw. Nu verzekerden ook nog in aanmerking kunnen komen voor een zorgtoeslag, is er sprake van een passende en toereikende voorliggende voorziening. Als iemand niet in aanmerking komt voor de compensatie, dan vond de wetgever dat niet noodzakelijk voor dat specifieke geval. Je kunt dan nog steeds stellen dat de Zorgverzekeringswet een passende en toereikende voorliggende voorziening is.

Toelichting artikel 3.a (para) medische zorg

Iedere Nederlander is verplicht om zich te verzekeren tegen ziektekosten. Mensen met een laag inkomen kunnen als tegemoetkoming in de kosten van deze verzekering HYPERLINK "zorgtoeslag" zorgtoeslag aanvragen. De ZORGVERZEKERING bestaat uit een basisverzekering (verplicht) die eventueel aangevuld kan worden met een aanvullend pakket. De gemeente heeft een collectieve zorgverzekering afgesloten bij Menzis. Dit is de zogenaamde gemeentepolis. Inwoners van de gemeente Heerde die hiervoor in aanmerking komen kunnen mogelijk met korting deelnemen aan de gemeentepolis.

Om budgettaire redenen uit pakket

Op grond van artikel 15 PW is er geen recht op bijstand voor kosten die in de voorliggende voorziening als niet noodzakelijk worden aangemerkt. Dat is het geval als die kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Soms worden kosten om budgettaire redenen uit het pakket van een voorliggende voorziening gehaald, terwijl de noodzakelijkheid van de kosten niet in het geding is. Bijvoorbeeld de kosten voor eenvoudige loophulpmiddelen, zoals rollators, krukken en looprekken. Je kunt dergelijke kosten vanuit de bijzonderebijstand vergoeden.

Zeer dringende redenen

Op grond van artikel 16 PW kun je in afwijking van artikel 15 bijzondere bijstand verlenen voor kosten die niet onder de dekking van de ZORGVERZEKERING vallen. Dat kan als gelet op alle omstandigheden, dringende redenen daartoe noodzaken. Er moet sprake zijn van een acute noodsituatie en de behoeftige omstandigheden waarin de betrokkene verkeert moeten op geen enkele andere wijze zijn te verhelpen, zodat het verlenen van bijstand onvermijdelijk is. Volgens vaste rechtspraak is er een acute noodsituatie bij een situatie die levensbedreigend is of blijvend psychisch of lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben (ECLI:NL:CRVB:2012:BY4808).

Betrokkene heeft géén aanvullende verzekering

Als betrokkene géén aanvullende ZORGVERZEKERING heeft afgesloten, dan is dit ook geen voorliggende voorziening. Hij kan er geen gebruik van maken. In dit geval is er geen sprake van een genoegzaam besefvan verantwoordelijkheid. Als dit in de verordening geregeld is, (zie verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde) kun je eventueel een afstemming opleggen of de bijstand als lening toekennen onder voorwaarde dat de klant zich alsnog aanvullend verzekert. Als betrokkene herhaaldelijk een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid toont, kun je de aanvraag wel afwijzen. Je moet overigens wel een keuze maken: óf een afstemming, óf de bijstand als lening. Beide kan niet.Aanvullende beleidsregels Bijzondere bijstand 2018 Pagina 3 van 4 Buitenwettelijk begunstigend beleid

Er wordt geen gebruik gemaakt van buitenwettelijk begunstigend beleid op gebied van (para)medische kosten.

PW art. 15

Zvw

Besluit ZORGVERZEKERING art. 2.4 e.v.

ECLI:NL:CRVB:2016:332

ECLI:NL:CRVB:2016:198

ECLI:NL:CRVB:2016:352

Aanvullende bijstand met terugwerkende kracht

Beleidswijziging

Ten aanzien van het wel of niet met terugwerkende kracht verlenen van bijzondere bijstand stellen we het volgende beleid vast.

  • 1.

    Normaliter geldt het uitgangspunt van art. 44, lid 1 Participatiewet dat geen (bijzondere) bijstand wordt verleend voor kosten die vóór de aanvraagdatum zijn gemaakt;

  • 2.

    Met het oog op het berekenen van de draagkrachtperiode ex art. 2 van de “Verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde” geldt de terugwerkende kracht tot uiterlijk de eerste van de maand van de aanvraag;

  • 3.

    De vergoeding van periodieke bijzondere bijstand voor bijv. kosten bewindvoering of vergoeding bijdrage huishoudelijke hulp, heeft betrekking op kosten die in het lopende kalenderjaar zijn/worden gemaakt.;

  • 4.

    In een individuele situatie is afwijking van 1. tot en met 3. mogelijk wanneer bijzondere omstandigheden dat rechtvaardigen. Deze omstandigheden moeten expliciet in de betreffende rapportage worden benoemd.

Aan het eind van elk jaar (november/december) wordt een artikel in de Schaapskooi geplaatst om mensen op deze werkwijze te attenderen. Zorgvraag Heerde wordt indien nodig aangepast op deze tekst.

Toelichting en regelgeving

In de informatie van de Rijksoverheid staat onder meer:

U kunt bijzondere bijstand aanvragen bij uw gemeente. Dit kan niet met terugwerkende kracht. U heeft dus recht op bijzondere bijstand vanaf de dag dat u bij de gemeente bijstand aanvraagt.

Het is uw eigen verantwoordelijkheid dat u dit op tijd doet.

De juridische basis hiervoor is art. 44, lid 1 Participatiewet:

Indien door het college is vastgesteld dat recht op bijstand bestaat, wordt de bijstand toegekend vanaf de dag waarop dit recht is ontstaan, voor zover deze dag niet ligt voor de dag waarop de belanghebbende zich heeft gemeld om bijstand aan te vragen. Het “recht op bijstand” geldt zowel voor algemene als voor bijzondere bijstand.

Vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep leert dat er in beginsel geen recht bestaat op bijzondere bijstand voor kosten die zijn opgekomen vóór de datum waarop de aanvraag om bijstand is ingediend. Van dit uitgangspunt kan alleen worden afgeweken indien bijzondere omstandigheden dat rechtvaardigen.

Art. 2 van de “Verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde” regelt de vaststelling van de zogenaamde draagkrachtperiode:

De draagkrachtperiode beslaat een tijdvak van één jaar en begint op de eerste van de maand waarin de betreffende kosten worden gemaakt.

Een voorbeeld: een aanvraag die op de 15 september 2017 wordt ingediend, leidt tot een draagkrachtperiode van 1 september 2017 tot en met 31 augustus 2018.

Uitzondering

Het staat een gemeente vrij om in het kader van de bijzondere bijstand zogenaamd “buitenwettelijk begunstigend beleid”(1) (Het toepassen van buitenwettelijk begunstigend beleid biedt de mogelijkheid om te beslissen op basis van de gevolgen voor de klant in plaats van op strikte juridische overwegingen. De CRvB (Centrale raad van Beroep) toetst niet de inhoud van het beleid maar of het buitenwettelijk beleid op consistente en redelijke wijze is toegepast. Met dit beleid is het mogelijk aanvragen af te handelen waarbij de kosten kwamen voor de aanvraag. Dit zijn aanvragen die wel aantoonbaar voldoen aan de overige criteria. Daarbij wordt ook gekeken naar de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager) te voeren. Wanneer een gemeente daartoe besluit, moet dit in beleidsregels worden vastgelegd. In voorkomende gevallen toetst een rechter of dit beleid op consistente wijze door de gemeente is toegepast.

In de uitvoeringspraktijk wordt soepel omgegaan met het evt. met terugwerkende kracht verlenen van bijzondere bijstand. De laatste tijd is het gebruik geworden om dit hooguit te beperken tot het lopende kalenderjaar en dus niet over het voorgaande kalenderjaar.

Ondertekening