Reglement Adviescommissie Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland Noord-Brabant Steenbergen

Geldend van 21-07-2022 t/m 28-11-2024

Intitulé

Reglement Adviescommissie Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland Noord-Brabant Steenbergen

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en Burgemeester en Wethouders van de gemeente Steenbergen, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft,

Gelet op artikel 82 van de Provinciewet en artikel 84 van de Gemeentewet;

Overwegende dat artikel 5.6, onderdeel c, onder 4 en onderdeel d, onder 3, van het Inpassingsplan Agro & Food Cluster West-Brabant, bepaalt dat Burgemeester en Wethouders een ontheffing kunnen verlenen van de bepalingen van het inpassingsplan indien advies is verkregen van een door Gedeputeerde Staten en Burgemeester en Wethouders gezamenlijk aan te wijzen commissie van ter zake deskundigen;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten en Burgemeester en Wethouders het in dat kader noodzakelijk achten die commissie in te stellen en de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van die commissie vast te leggen;

Besluiten vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

commissie: Adviescommissie Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland;

Inpassingsplan: Inpassingsplan Agro & Food Cluster West-Brabant;

symbiose: symbiose als bedoeld in artikel 1.38 van het Inpassingsplan.

Artikel 2 Instelling

Er is een Adviescommissie Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden

De commissie heeft tot taak Burgemeester en Wethouders te adviseren over de toepassing van artikel 5.6, onderdeel c, onder 1, en onderdeel d, onder 1, van het Inpassingsplan.

Artikel 4 Samenstelling en benoeming

  • 1. De commissie bestaat uit tenminste twee leden, waaronder een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2. Gedeputeerde Staten en Burgemeester en Wethouders benoemen de leden, waaronder de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter, voor een periode van 4 jaar, waarna een maal herbenoeming voor de duur van 4 jaar kan plaatsvinden.

  • 3. De leden van de commissie zijn deskundig op het gebied van:

    • a.

      symbiose met andere bedrijfsactiviteiten op het bedrijventerrein Nieuw Prinsenland of binnen het plangebied; en

    • b.

      de relatie met het productieproces of direct daarmee verband houdende activiteiten in:

      • 1°.

        agro- en foodgerelateerde bedrijven;

      • 2°.

        bedrijven op het gebied van be- en verwerkende agrologistiek;

      • 3°.

        voedings- en genotmiddelenindustrie; of

      • 4°.

        agrarische bedrijven.

Artikel 5 Einde lidmaatschap

Het lidmaatschap van de commissie eindigt door:

  • a.

    het vervallen van de artikelen 5.6, onderdeel c, onder 4 en onderdeel d, onder 3, van het Inpassingsplan;

  • b.

    het nemen van ontslag als lid;

  • c.

    het overlijden van het lid;

  • d.

    een daartoe strekkend besluit van Gedeputeerde Staten en Burgemeester en Wethouders;

  • e.

    het verstrijken van de benoemingsperiode, bedoeld in artikel 4, tweede lid.

Artikel 6 Secretariaat

  • 1. Burgemeester en Wethouders voorzien in het secretariaat van de commissie en wijzen daartoe een secretaris aan.

  • 2. De secretaris is in ieder geval belast met de voorbereiding en coördinatie van de werkzaamheden van de commissie.

  • 3. De secretaris voert het contact met de aanvragers van de ontheffing indien dit voor de advisering noodzakelijk is.

  • 4. De secretaris nodigt namens de voorzitter de leden van de commissie uit.

Artikel 7 Vergaderorde

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als noodzakelijk om haar taak naar behoren te kunnen vervullen.

  • 2. De behandeling van een aanvraag vindt plaats door de voltallige commissie onder leiding van de voorzitter, behoudens in een situatie als bedoeld in artikel 8, vierde lid.

  • 3. Een lid kan zich ter vergadering niet laten vertegenwoordigen door een ander.

  • 4. De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar, tenzij de voorzitter anders bepaalt.

Artikel 8 Besluitvorming en advies

  • 1. Elk lid van de commissie heeft een stem.

  • 2. De commissie komt tot een advies op basis van unanimiteit van stemmen.

  • 3. De leden dienen zich bij hun advies over een aanvraag te baseren op de door de aanvrager bij de aanvraag verstrekte gegevens en documenten.

  • 4. Een lid onthoudt zich van deelname aan de besprekingen, advisering en stemming over ontheffingsaanvragen in geval van directe of indirecte betrokkenheid bij een van de ingediende aanvragen.

  • 5. De commissie brengt uiterlijk binnen 4 weken na ontvangst van het adviesverzoek van Burgemeester en Wethouders, een gemotiveerd schriftelijk advies uit aan Gedeputeerde Staten en Burgemeester en Wethouders.

  • 6. Het advies wordt opgesteld door de leden en namens de commissie ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 9 Verslaglegging

  • 1. De secretaris draagt zorg voor het verslag van de vergadering.

  • 2. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 10 Onafhankelijkheid en geheimhouding

  • 1. De leden adviseren onafhankelijk en zonder last of ruggespraak;

  • 2. Voor zover de leden bij de uitvoering van hun taken de beschikking krijgen over vertrouwelijke gegevens, zijn zij verplicht tot geheimhouding hiervan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht.

Artikel 11 Archiefbescheiden

De secretaris draagt na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie alle archiefbescheiden over aan Burgemeester en Wethouders.

Artikel 12 Werkwijze

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de commissie over de te volgen werkwijze, op voorstel van de voorzitter.

Artikel 13 Jaarverslag

  • 1. De commissie brengt jaarlijks voor 1 april verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar aan Gedeputeerde Staten en Burgemeester en Wethouders.

  • 2. In het jaarverslag wordt een overzicht gegeven van:

    • a.

      de uitgebrachte adviezen; en

    • b.

      een reflectie op de mate waarin de uitgebrachte adviezen en de dientengevolge wel of niet te realiseren bedrijfsvestigingen bijdragen aan het profiel, opgenomen in het Inpassingsplan.

Artikel 14 Vergoeding

  • 1. De leden en de voorzitter ontvangen een vergoeding overeenkomstig artikel 2.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. De leden en de voorzitter ontvangen een reiskostenvergoeding conform artikel 2.4.3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 2.1 van de Regeling decentrale politieke ambtsdragers, waarbij de vergoeding plaatsvindt op basis van:

    • 1°.

      openbaar vervoer 2e klasse trein; of

    • 2°.

      € 0,19 per km inclusief parkeren.

Artikel 15 Intrekking

De volgende besluiten worden ingetrokken:

  • a.

    het instellingsbesluit adviescommissie bedrijfsvestiging AFC Nieuw-Prinsenland van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Steenbergen van 29 november 2011;

  • b.

    het instellingsbesluit adviescommissie bedrijfsvestiging AFC Nieuw-Prinsenland van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 6 december 2011;

  • c.

    het instellingsbesluit adviescommissie bedrijfsvestiging AFC Nieuw-Prinsenland van Burgemeester en Wethouders van 8 september 2015;

  • d.

    het instellingsbesluit adviescommissie bedrijfsvestiging AFC Nieuw-Prinsenland van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 8 september 2015.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 21 juli 2022.

Artikel 17 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Reglement Adviescommissie Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland Noord-Brabant Steenbergen.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 12 juli 2022

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Steenbergen, 19 juli 2022

Burgemeester en Wethouders voornoemd,

de secretaris,

M.J.P. de Jongh, RA

de burgemeester,

R.P. van den Belt, MBA

Toelichting behorende bij het Reglement Adviescommissie Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland Noord-Brabant Steenbergen

Algemeen

Achtergrond

Het Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland is een duurzaam cluster van bedrijven uit en gelieerd aan de agro en levensmiddelen sector, glastuinbouw en de suikerfabriek in Dinteloord. Door deze clustering ontstaan mogelijkheden voor winstgevende symbiose en samenwerking.

Symbiose is een samenwerkingsvorm waarbij de in het plangebied aanwezige bedrijven enerzijds bijdragen aan het verkleinen van het gezamenlijke directe en indirecte ruimtebeslag en anderzijds bijdragen aan gezamenlijke kennisontwikkeling en innovatie. Belangrijke elementen hierbij zijn onder andere uitwisseling van energie (warmte, elektriciteit), producten, (rest)stoffen en water en het terugdringen van de emissie van reststromen, (afval)water, CO2 en het aantal transportbewegingen.

Concreet gaat het om 540 hectare bruto plangebied, waaronder 50 hectare netto nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein.

Primaire doelgroep

In het provinciaal Inpassingsplan Agro & Food Cluster West-Brabant (hierna Inpassingsplan) is vastgelegd dat op het te ontwikkelen bedrijventerrein primair de volgende bedrijven kunnen worden gevestigd:

  • a.

    agro- en food gerelateerde bedrijven;

  • b.

    bedrijven uit de voedings- en genotmiddelenindustrie;

  • c.

    be- en verwerkende agrologistieke bedrijven;

  • d.

    niet grondgebonden agrarische bedrijven.

De provincie Noord-Brabant en de gemeente Steenbergen willen zich voor de verdere ontwikkeling van het bedrijventerrein in hoofdzaak richten op deze primaire doelgroep, waarbij wel ruimte blijft voor de vestiging van overige sterke symbiosebedrijven.

Ontheffing overige sterke symbiosebedrijven

Met gebruikmaking van een binnenplanse afwijking kunnen Burgemeester en Wethouders onder voorwaarden afwijken van de planregels voor de vestiging van overige sterke symbiosebedrijven.

Voor overige agrologistieke bedrijven als bedoeld in artikel 5.6, onderdeel c van het Inpassingsplan gelden de volgende voorwaarden:

  • 1.

    door de vestiging van het bedrijf dient symbiose op te treden met andere bedrijfsactiviteiten op het bedrijventerrein;

  • 2.

    de oppervlakte van het bedrijfsperceel mag niet meer bedragen dan 5 ha, met dien verstande dat deze omvangsbeperking niet geldt indien wordt aangetoond dat er regionaal geen geschikte alternatieve vestigingslocatie voor handen is; en

  • 3.

    bedrijven in de milieucategorieën 1, 2, 5.3 en 6 zijn niet toegestaan.

Voor overige bedrijven als bedoeld in artikel 5.6, onderdeel d van het Inpassingsplan geldt:

  • 1.

    door de vestiging van het bedrijf dient symbiose op te treden met andere bedrijfsactiviteiten binnen het plangebied;

  • 2.

    er dient een relatie te zijn met het productieproces of direct daarmee verband houdende activiteiten in agro- en foodgerelateerde bedrijven, bedrijven op het gebied van be- en verwerkende agrologistiek, voedings- en genotmiddelenindustrie of agrarische bedrijven; en

  • 3.

    bedrijven in de milieucategorieën 1, 2 en 6 zijn niet toegestaan.

Adviescommissie artikel 82 Provinciewet en artikel 84 Gemeentewet

Ten aanzien van beide ontheffingsmogelijkheden dient een advies te zijn verkregen van een door Gedeputeerde Staten en burgemeester en wethouders gezamenlijk aan te wijzen commissie van ter zake deskundigen. Gedeputeerde Staten en Burgemeester en Wethouders hebben hiertoe, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft, een adviescommissie ingesteld en de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van die commissie vastgelegd. De commissie adviseert of door de vestiging van het desbetreffende bedrijf symbiose optreedt met andere bedrijfsactiviteiten. Voor de overige bedrijven adviseert de commissie aanvullend nog of er een relatie is met het productieproces of direct daarmee verband houdende activiteiten in agro- en foodgerelateerde bedrijven, bedrijven op het gebied van be- en verwerkende agrologistiek, voedings- en genotmiddelenindustrie of agrarische bedrijven.

Bezoldiging commissieleden

Ten aanzien van de bezoldiging van de leden van de adviescommissie zijn de artikelen 3.4.1 en 3.4.2 van het landelijke Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers (hierna te noemen Rechtspositiebesluit) van toepassing. De gemeente Steenbergen heeft daarbij van de mogelijkheid gebruik gemaakt om een hogere bezoldiging vast te stellen, ingevolge artikel 5 van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Steenbergen 2019 van toepassing is. Gezien het inwoneraantal en de ingevolge de hogere bezoldiging van toepassing zijnde naasthogere categorie bedraagt het bedrag per bijgewoonde vergadering € 110,76 voor de gemeente Steenbergen.

Voor de provincie Noord-Brabant is het bedrag dat aan commissieleden per bijgewoonde vergadering mag worden toegekend € 126,45 (artikel 2.4.1 van het Rechtspositiebesluit). PS hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot hogere bezoldiging als opgenomen in artikel 2.4.2.

Nu de adviescommissie door zowel Gedeputeerde Staten als Burgemeester en Wethouders is ingesteld, hebben Gedeputeerde Staten en Burgemeester en Wethouders ervoor gekozen de bezoldiging aan te houden die geldt voor commissieleden die zijn benoemd door Gedeputeerde Staten, zijnde € 126,45 per vergadering. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd in het landelijke Rechtspositiebesluit.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Burgemeester en Wethouders voornoemd,

de secretaris,

M.J.P. de Jongh, RA

de burgemeester,

R.P. van den Belt, MBA