Regeling vervallen per 01-07-2023

Beleidsregels Schuldhulpverlening Drechtsteden

Geldend van 20-07-2022 t/m 30-06-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2022

Intitulé

Beleidsregels Schuldhulpverlening Drechtsteden

Het Dagelijks Bestuur,

overwegende dat

  • het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

gelet op

  • artikel 4:81 lid 1, 4:83 en artikel 1:3 lid 4 Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • het Regionaal Beleidsplan Schuldhulpverlening Drechtsteden 2021-2024;

  • de afstemming met de Regionale cliëntenraad, waaraan de beleidsregels zijn gezonden met verzoek om advies;

b e s l u i t:

vast te stellen, de navolgende Beleidsregels Schuldhulpverlening Drechtsteden.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    De begripsbepalingen in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze beleidsregels en het beleidsplan worden gebruikt.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

    • b.

      GR Sociaal: Gemeenschappelijke Regeling Sociaal;

    • c.

      Dagelijks Bestuur: het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Sociaal;

    • d.

      inwoner: ingezetene die op grond van de Wet basisregistratie personen is ingeschreven bij één van de gemeenten die zijn aangesloten bij de GR Sociaal óf ingezetenen zonder adres als bedoeld in artikel 1 Wet basisregistratie personen;

    • e.

      schuldhulpverlening: het actief ondersteunen van een inwoner bij het financieel zelfredzaam worden en blijven;

    • f.

      inkomen: inkomsten uit hoofde van een arbeidsverhouding, sociale zekerheidswetten, inkomensondersteunende maatregelen en overige middelen, die in redelijkheid en billijkheid tot het inkomen gerekend kunnen worden;

    • g.

      aflossingscapaciteit: het bedrag dat de schuldenaar dient af te dragen voor de aflossing van zijn schulden. De aflossingscapaciteit wordt vastgesteld door het inkomen te verminderen met het voor de schuldenaar vastgestelde Vrij te laten bedrag (Vtlb);

    • h.

      basisbankrekening: een betaalrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, met inbegrip van bijbehorend betaalinstrument, waarbij debetstand niet mogelijk is.

Artikel 2 Doelgroep

Binnen de gemeenten die onderdeel uitmaken van de GR Sociaal staat schuldhulpverlening open voor alle inwoners van 18 jaar en ouder.

Artikel 3 Toegang

  • 1.

    Een inwoner meldt zich voor schuldhulpverlening bij het Dagelijks Bestuur en verzoekt haar om tot de schuldhulpverlening te worden toegelaten.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur beslist op het verzoek tot toelating tot de schuldhulpverlening rekening houdend met het bepaalde in deze beleidsregels.

Artikel 4 Weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd de criteria genoemd in artikel 3 van de wet en de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het Dagelijks Bestuur besluiten tot het weigeren van de schuldhulpverlening indien:

    • a.

      verzoeker vanwege in de persoon gelegen factoren niet in staat is een schuldhulpverleningstraject te volgen;

    • b.

      uit houding en gedragingen van verzoeker ondubbelzinnig blijkt dat hij zijn beschikbare middelen niet wil gebruiken ter delging van zijn schulden, dan wel op andere wijze niet mee wil meewerken aan het schuldhulpverleningstraject;

    • c.

      verzoeker zich ten opzichte van medewerkers, belast met de werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

    • d.

      Wanneer verzoeker de belemmeringen heeft weggenomen zoals bedoeld in lid 1 onderdeel a en b, kan alsnog toegang worden verleend tot de schuldhulpverlening.

Artikel 5 Hernieuwde melding

  • 1.

    Indien aan verzoeker, voorafgaande aan de dag waarop de aanvraag om schuldhulpverlening wordt ingediend, eerder een aanbod tot schuldhulpverlening is gedaan wordt de toegang tot schuldhulpverlening voor een periode van maximaal 5 jaar geweigerd.

  • 2.

    De uitsluitingstermijn uit het vorige lid wordt verkort indien:

    • a.

      er sprake is van “plotselinge onvoorziene omstandigheden met inkomensachteruitgang als gevolg” en deze wijziging niet uitsluitend en in zeer ernstige mate te wijten is aan belanghebbende zelf;

    • b.

      er sprake is van schulden die ontstaan zijn door in de persoon gelegen factoren, waarbij duidelijk is dat zich de eerder voorgedane situatie zich niet meer kan voordoen doordat de klant in tegenstelling tot eerdere situatie maatregelen heeft getroffen waardoor een nieuwe terugval voorkomen wordt;

    • c.

      belanghebbende slechts in geringe mate te verwijten is dat een eerdere toegang tot schuldhulpverlening is geweigerd dan wel een eerder schuldhulpverleningstraject is beëindigd.

  • 3.

    Bij bepaling van de uitsluitingstermijn, bedoeld in het eerste lid, wordt rekening gehouden met de intensiteit en de duur van het eerdere schuldhulpverleningstraject.

  • 4.

    In gevallen waarbij sprake is van herhaaldelijk en stelselmatig weigeren van de toegang tot schuldhulpverlening of het beëindigen van het schuldhulpverleningstraject op grond van het in zeer ernstige mate verwijtbaar niet nakomen door belanghebbende van verplichtingen of voorwaarden, wordt belanghebbende gedurende maximaal 5 jaar de toegang geweigerd.

Artikel 6 De overeenkomst

  • 1.

    De vorm waarin het Dagelijks Bestuur schuldhulpverlening aanbiedt, de voorwaarden waaronder dit gebeurt en de duur van het traject, zoals bedoeld in artikel 4, lid 3 van de wet, worden bij overeenkomst geregeld.

  • 2.

    Indien nieuwe of gewijzigde omstandigheden aanleiding geven om de vorm, de voorwaarden of de duur van het schuldhulpverleningstraject te wijzigen kunnen op verzoek van belanghebbende dan wel op advies van het Dagelijks Bestuur tussentijds nadere afspraken worden gemaakt die in een gewijzigde overeenkomst worden vastgelegd.

Artikel 7 Beëindiging van de schuldhulpverlening

  • 1.

    Een schuldhulpverleningstraject eindigt van rechtswege:

    • a.

      bij het overlijden van de belanghebbende.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur besluit tot beëindiging van een schuldhulpverleningstraject:

    • a.

      bij het succesvol afronden van een schuldhulpverleningstraject;

    • b.

      indien belanghebbende zelf verzoekt om beëindiging van het schuldhulpverleningstraject.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur kan besluiten tot beëindiging van een schuldhulpverleningstraject:

    • a.

      indien belanghebbende de voor de aanvang of voortzetting van het schuldhulpverleningstraject van belang zijnde gegevens of de gevraagde bewijsstukken niet, niet tijdig of onvolledig heeft verstrekt en hem dit te verwijten valt;

    • b.

      indien belanghebbende niet voldoet aan de aan het schuldhulpverleningstraject verbonden voorwaarden of verplichtingen;

    • c.

      indien belanghebbende na aanvang van het schuldhulpverleningstraject nieuwe schulden heeft gemaakt, zonder hier vooraf toestemming te hebben gevraagd en verkregen;

    • d.

      indien belanghebbende anderszins onvoldoende medewerking verleent aan het schuldhulpverleningstraject;

    • e.

      bij verhuizing van de belanghebbende naar het buitenland;

    • f.

      bij verhuizing naar een gemeente buiten de regio van de Drechtsteden, voor zover er nog geen sprake is van een lopende schuldregeling;

    • g.

      indien tijdens het schuldhulpverleningstraject blijkt dat belanghebbende niet langer tot de doelgroep behoort dan wel dat op belanghebbende alsnog een van de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 van toepassing is;

    • h.

      indien door onvoldoende medewerking van de schuldeisers geen schuldregeling tot stand kan komen. Dit laat onverlet de inspanningen van het Dagelijks Bestuur om in een dergelijk geval tot een rechterlijk dwangakkoord te komen.

  • 4.

    Het Dagelijks Bestuur stelt, alvorens tot beëindiging als bedoeld in het vorige lid te besluiten, belanghebbende in de gelegenheid om binnen een redelijke termijn te reageren op hetgeen door het Dagelijks Bestuur is geconstateerd.

Artikel 8 Fraude en strafrechtelijke boetes en schadevergoedingsmaatregelen

  • 1.

    Bij bepaling van het aanbod schuldhulpverlening in situaties waarin sprake is van fraudeschulden, strafrechtelijke boetes of strafrechtelijke schadevergoedingsmaatregelen wordt rekening gehouden met de mate van opzet, de ontstaansdatum van de schuld, boete of maatregel de mate van verwijtbaarheid en de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker.

  • 2.

    Voor fraudeschulden, strafrechtelijke boetes en schadevergoedingsmaatregelen die gedurende een schuldhulpverleningstraject ontstaan gelden dezelfde overwegingen.

Artikel 9 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur handelt overeenkomstig de beleidsregels, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen;

  • 2.

    In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het Dagelijks Bestuur.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2022 onder intrekking van de Beleidsregels Schuldhulpverlening Drechtsteden (vastgesteld op 3 december 2020).

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels Schuldhulpverlening Drechtsteden.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van 14 februari 2022.

drs. D.J. van Maanen drs. P.J. Heijkoop

secretaris voorzitter