Beleidsregels Natuurbegraafplaatsen gemeente Westerkwartier

Geldend van 21-07-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Natuurbegraafplaatsen gemeente Westerkwartier

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier;

overwegende dat de gemeenteraad met het vaststellen van de nota Begraafplaatsenbeleid 2022 t/m 2026 op 2 november 2021, heeft besloten om ruimte te bieden aan twee natuurbegraafplaatsen. Zulks onder voorwaarde dat met eventuele plannen ruimtelijk en inhoudelijk kan worden ingestemd door de provincie en gemeente. In de nota zijn de eerste kaders vastgelegd en is aangegeven dat het college met nadere voorwaarden komt. Hiervoor zijn deze beleidsregels opgesteld. Om een natuurbegraafplaats in de gemeente te beginnen, moet minimaal aan onderstaande eisen worden voldaan. De voorwaarden zijn voor een deel gebaseerd op de gedragscode die de branchevereniging van natuurbegraafplaatsen Brana hanteert;

gelet op artikel 40 van de Wet op de lijkbezorging;

B E S L U I T :

vast te stellen de

Beleidsregels Natuurbegraafplaatsen gemeente Westerkwartier

Artikel 1 Kaders natuurbegraafplaatsen

In de nota Begraafplaatsenbeleid zijn een definitie en eerste kaders/kenmerken vastgelegd voor natuurbegraafplaatsen in de gemeente Westerkwartier:

Artikel 2 Definitie natuurbegraafplaats:

Een natuurbegraafplaats is een plek waar het behoud en de ontwikkeling van natuurwaarden voorop staat. Men kan er zowel in een grafkist of lijkwade begraven, als urnen met asresten begraven. Er staan geen traditioneel ogende grafzerken van niet in de natuur behorende materialen; de graven moeten op termijn opgaan in de natuur.

Artikel 3 Kenmerken natuurbegraafplaats:

  • 1. Grafrecht voor onbepaalde tijd;

  • 2. Inpassing in bestaande natuurlijke situatie;

  • 3. Op een wijze begraven die het milieu en de natuur niet of zo weinig mogelijk belast en (de beleving van) het natuurlijke karakter van de omgeving minimaal beïnvloedt;

  • 4. De ontsluiting en inrichting zijn minimaal, de voorzieningen zijn beperkt.

  • 5. De grafdichtheid wordt bepaald door wat de natuur en de omgeving kan dragen.

Artikel 4 Provinciaal beleid:

Vanuit provinciaal beleid, Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016, wordt onder meer gesteld dat in een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een buitengebied, kan voorzien in natuurbegraven, mits:

  • a.

    aan het plangebied de bestemming natuur wordt toegekend met natuurbegraven als ondergeschikte nevenfunctie van een natuurterrein;

  • b.

    de vestiging of de uitbreiding van de natuurbegraafplaats aantoonbaar gepaard gaat met netto winst voor de natuurlijke en landschappelijke waarden in termen van areaal, kwaliteit en samenhang.

In bijlage 2 van deze beleidsregels zijn de betreffende artikelen uit de Omgevingsverordening opgenomen.

Artikel 5 Eigendom

De aanvrager dient eigenaar van de grond te zijn, welke niet is belast met een zakelijk recht, om ononderbroken gebruik mogelijk te maken.

Artikel 6 Inrichtingsplan

De aanvrager dient een inrichtingsplan van de natuurbegraafplaats te overleggen, waaruit onder meer blijkt wat de beoogde grafdichtheid is. Ook dient uit het inrichtingsplan te blijken of hoe ontsluiting, parkeervoorzieningen, rolstoeltoegankelijkheid en eventuele overige voorzieningen (bijv. toilet) worden ingevuld, een en ander onderbouwd met onder meer verwachte aantallen bezoekers.

Artikel 7 haalbaarheidsonderzoek

De aanvrager dient een haalbaarheidsonderzoek/exploitatieplan/bedrijfsplan van de natuurbegraafbegraafplaats te overleggen waaruit onder meer naar voren komt:

  • 1)

    Hoe vaak er naar verwachting begraven gaat worden

  • 2)

    Hoe zorg wordt gedragen voor een correct en respectvol verloop van begrafenissen en respectvolle bejegening van het publiek.

  • 3)

    Hoe gegarandeerd wordt dat medewerkers voldoende zijn toegerust om hun werkzaamheden servicegericht, verantwoord en correct te verrichten.

  • 4)

    Hoe kosten van begraven en beheer worden geraamd, ook in relatie tot inkomsten van begraven.

  • 5)

    Hoe het natuurbeheer plaatsvindt, op een wijze die tegemoet komt aan het behoud en ontwikkeling van natuurwaarden.

  • 6)

    Hoe geborgd én gecommuniceerd wordt:

    • a)

      Dat duurzame en maatschappelijk verantwoorde exploitatie en beheer van het gebied als natuurgebied en natuurbegraafplaats tot in lengte van dagen is geborgd;

    • b)

      Dat grafmarkeringen alleen van organische en andere natuurlijke inheemse materialen zijn, die van nature op de betreffende natuurbegraafplaats voorkomen, en hoe de toestemming tot het plaatsen van een grafmarkering plaatsvindt;

    • c)

      Dat er geen bovengrondse as verstrooiing mag plaatsvinden;

    • d)

      Welke milieueisen er worden gesteld aan verzorging van overledenen en gebruik van middelen en materialen, zoals kleding en kisten, zodat verontreiniging van bodem en grondwater voorkomen wordt;

    • e)

      Wie de eigenaar en de beheerder of gebruiker is;

    • f)

      Hoe de registratie van de verleende grafrechten en de graven is geborgd;

    • g)

      Wat de rechten en plichten zijn van de eigenaar/beheerder en van de rechthebbende van het grafrecht en hoe deze kenbaar worden gemaakt;

    • h)

      Hoe de locatie van verleende grafrechten verantwoord en begrijpelijk kenbaar wordt gemaakt aan belanghebbenden;

    • i)

      Wat de kosten, gedragsregels en leveringsvoorwaarden zijn voor het gebruik van het grafrecht.

Artikel 8 Administratie

  • 1. De aanvrager dient een gedegen administratie bij te houden, welke op elk moment op aanvraag van de gemeente is in te zien.

  • 2. De eerste vijf jaar na start van de natuurbegraafplaats dient aanvrager jaarlijks voor 1 maart vanuit deze administratie verslag te doen aan de gemeente over geregistreerde en verleende grafrechten.

Artikel 9 Wettelijke eisen

De aanvrager handelt conform de Wet op de lijkbezorging en het Besluit op de lijkbezorging.

Eisen aan de natuurbegraafplaats

Artikel 10 Technische eisen:

  • 1. De natuurbegraafplaats biedt aan minimaal 100 begraafplekken ruimte;

  • 2. Voor de grafdichtheid geldt dat leidend is wat de natuur ter plekke kan dragen. Hierbij gelden in principe de richtlijnen zoals die in bijlage 2 zijn beschreven;

  • 3. Elk graf heeft een minimum bruto oppervlak van circa 8 m²;

  • 4. Er mogen geen milieu hygiënische belemmeringen zijn;

  • 5. Er mogen geen kabels, leidingen en andere nutsvoorzieningen ondergronds in het perceel zijn gelegen op het gedeelte waar begraven wordt.

Artikel 11 Eisen ruimtelijke ordening:

  • 1. De aanvraag wordt getoetst aan het ruimtelijke ordeningsbeleid;

  • 2. De aard, het feitelijk gebruik of de bestemming van het perceel verzet zich niet tegen de aanwijzing als natuurbegraafplaats;

  • 3. De afstand van de graven tot de openbare weg of erfgrens met derden dient minimaal 30 meter te bedragen;

  • 4. De graven dienen op minimaal 100 meter afstand van een woning te worden aangelegd;

  • 5. De natuurbegraafplaats dient op een in het landschap passende manier fysiek of visueel afgescheiden of afgeschermd te zijn van ander openbaar toegankelijk terreinen;

  • 6. Het gebruik als begraafplaats mag geen afbreuk doen aan cultuurhistorische, landschappelijke of natuurlijke waarden;

  • 7. Er dient voldoende ruimte te zijn voor de rouwauto en gevolg;

  • 8. De exploitant moet zorgdragen voor een goed functionerende parkeervoorziening tijdens uitvaarten en voor bezoekers van de natuurbegraafplaats.

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen aangehaald worden als beleidsregels Natuurbegraafplaatsen gemeente Westerkwartier.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na de bekendmaking ervan.

Ondertekening

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier op 12 juli 2022;

A. van der Tuuk, burgmeester

A. Schulting, secretaris

Bijlage 1

Provinciaal beleid t.a.v. natuurbegraafplaatsen.

Uit de Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016:

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 Richtlijnen voor grafdichtheid

Wat de natuur ter plekke kan dragen is bepalend voor de grafdichtheid. Als richtlijnen hierover hanteert de gemeente in eerste instantie hetgeen door Alterra in 2013 is beschreven in het rapport “Terug naar de natuur. Mogelijke effecten en juridische aspecten t.a.v. natuurbegraven” door Alterra, onderzoeksinstituut van de Universiteit Wageningen”.

“Dichtheid aan graven en as-strooiplekken

De “toelaatbare dichtheid” van graven en asstrooiplekken kan worden verkend uitgaande van verschillende criteria. In de in dit rapport beschreven verkenning is uitgegaan van de aanname dat sprake is van een toelaatbare dichtheid wanneer daarmee minder dan 5% van het oppervlak van het terrein wordt verstoord. Voor gemiddelde situaties komt dat indicatief uit op het volgende:

  • Voor het begraven van stoffelijke resten komt dat uit op ca. ≤80 graven per hectare. De gemiddelde afstand tussen de graven is daarbij, als zij homogeen over het terrein zijn verdeeld, ca. ≤14 m.

  • Voor relatief kwetsbare natuurtypen zoals oud loof- en gemengd bos komt dat uit op enige 10-tallen of minder per hectare. Voor relatief weinig kwetsbare natuurtypen zoals productiebos, i.h.b. typen zoals Douglasbos vrijwel zonder ondergroei komt dat uit op 100 tot ca. 150 per hectare.

  • Deze uitkomst is uiteraard afhankelijk van de uitgangspunten. Als het aandeel dubbele graven meer dan de helft is, dan komt de aanvaardbare dichtheid lager uit. Als het minder is hoger. Als er ook driedubbele graven zijn, komt het aanzienlijk lager uit, en wat meer naarmate het aandeel driedubbele graven groter is. Is de natuurgraafplaats niet na 20 jaar maar na 30 jaar vol, dan komt het weer hoger uit.”