Regeling vervallen per 31-12-2023

Beleidsregels Inburgering gemeente Sluis 2022

Geldend van 01-07-2022 t/m 30-12-2023

Intitulé

Beleidsregels Inburgering gemeente Sluis 2022

Het college van burgmeester en wethouders van de gemeente Sluis;

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet inburgering 2021;

overwegende dat het gewenst is beleidsregels vast te stellen over de uitvoering van de in de Wet inburgering 2021 en aanverwante regelgeving aan het college van burgemeester en wethouders verleende taken en bevoegdheden;

BESLUIT:

Beleidsregels Inburgering gemeente Sluis 2022

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    intaketraject: een taaltraject van twee weken als onderdeel van de brede intake. Dit traject wordt afgesloten met een eindrapportage met een advies voor de best passende leerroute.

  • b.

    Asielstatushouder: de inburgeringsplichtige als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Wet inburgering 2021;

  • c.

    Besluit: het Besluit inburgering 2021;

  • d.

    BRP: Basisregistratie personen;

  • e.

    Brede intake: de intake als bedoeld in artikel 14 van de Wet inburgering 2021;

  • f.

    COA: Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

  • g.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis;

  • h.

    Gezinsmigranten en overige migranten: inburgeringsplichtigen, als bedoeld in artikel 19 van de Wet inburgering 2021;

  • i.

    Inburgeringsplichtige: de inwoner die volgens artikel 3 van de Wet inburgering 2021 inburgeringsplichtig is;

  • j.

    Inburgeringstraject: het traject dat minimaal gericht is op het behalen van het inburgeringsdiploma, het taalschakeltrajectdiploma of het voldoen aan de inspanningseisen van de zelfredzaamheidsroute.

  • k.

    Leerbaarheidstoets: de toets als bedoeld in artikel 14, derde lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet inburgering 2021;

  • l.

    Leerroutes: de B1-route als bedoeld in artikel 7, de onderwijsroute, als bedoeld in artikel 8 en de zelfredzaamheidsroute, als bedoeld in artikel 9 van de Wet inburgering 2021;

  • m.

    Maatschappelijke begeleiding: de begeleiding van asielstatushouders zoals geregeld in artikel 13 van de Wet inburgering 2021;

  • n.

    MAP: de Module Arbeidsmarkt en Participatie, als bedoeld in artikel 6, eerste lid onderdeel b, van de Wet inburgering 2021;

  • o.

    PIP: het Persoonlijk plan Inburgering en Participatie, als bedoeld in artikel 15 van de Wet inburgering 2021;

  • p.

    PVT: het participatieverklaringstraject als bedoeld in artikel 6, eerste lid onderdeel a, van de Wet inburgering 2021;

  • q.

    Regeling: de Regeling inburgering 2021;

  • r.

    TVS: Taakstellingvolgsysteem, waarin het COA en gemeenten informatie delen over asielstatushouders;

  • s.

    Wet: de Wet inburgering 2021.

  • 2.

    Tenzij anders aangegeven worden de begrippen in deze beleidsregels gebruikt in dezelfde betekenis als in de Wet, het Besluit inburgering 2021, de Regeling inburgering 2021 en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Brede intake

  • 1.

    Het college neemt de brede intake zo vroeg mogelijk af, bij voorkeur zodra de inburgeringsplichtige bekend is bij de gemeente. Voor asielstatushouders is dit het moment waarop een inburgeringsplichtige door het COA wordt toegewezen aan de gemeente Sluis. Voor gezinsmigranten en overige migranten is dit het moment van inschrijving in de gemeente.

  • 2.

    De gemeente nodigt de inburgeringsplichtige schriftelijk uit voor de brede intake.

  • 3.

    De in het vorige lid genoemde uitnodiging vermeldt naast de dag, plaats en tijdstip van de intake ook het volgende:

  • a.

    het doel, de werkwijze en het belang van de brede intake in het inburgeringstraject.

  • b.

    de gevolgen als de inburgeringsplichtige niet bij de brede intake verschijnt of hieraan onvoldoende meewerkt.

  • 4.

    Asielstatushouders volgen als onderdeel van de brede intake het oriëntatietraject.

  • 5.

    Als het college op grond van artikel 14, tweede lid, van de Wet de brede intake in afwezigheid van de inburgeringsplichtige voltooit, onderzoekt het college de omstandigheden van de inburgeringsplichtige aan de hand van de gegevens waarover het college wel kan beschikken, zoals:

  • a.

    de uitkomsten van de leerbaarheidstoets;

  • b.

    informatie uit het uitkeringsdossier;

  • c.

    eventuele tussentijdse resultaten uit het intaketraject;

  • d.

    voor asielstatushouders: de gegevens uit het TVS.

Artikel 3. Het persoonlijk plan inburgering en participatie

  • 1.

    Het college nodigt de inburgeringsplichtige uit voor een gesprek over het PIP.

  • 2.

    Het college overhandigt het PIP aan inburgeringsplichtige en stuurt het PIP zo snel mogelijk naar de inburgeringsplichtige.

  • 3.

    Aanvullend op het PIP maakt het college extra afspraken met asielstatushouders over persoonlijke doelen en een stappenplan om deze te bereiken. Onderdeel hiervan is een te volgen weekprogramma.

Artikel 4. Leerroutes

  • 1.

    Het college biedt gezins- en overige migranten ook toegang tot de leerroutes voor asielstatushouders.

  • 2.

    Asielstatushouders starten zo snel mogelijk na afronding van de brede intake met de leerroute. Het intakegesprek voor de leerroute vindt uiterlijk vier weken na afronding van de brede intake plaats.

  • 3.

    Voor asielstatushouders waarbij het passend is om een opleiding op mbo1- en/of mbo2-niveau te volgen, is entree-onderwijs, als bedoeld in artikel 7.2.2., eerste lid, onderdeel a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, onderdeel van de leerroute B1.

  • 4.

    De termijn om over te schakelen van de ene naar de andere leerroute is, bijzondere gevallen daargelaten, maximaal anderhalf jaar vanaf de dag na dagtekening van het PIP met dien verstande dat gedurende het gehele inburgeringstraject de onderwijsroute kan worden gewijzigd in de B1-route.

  • 5.

    Een module over geldzaken en persoonlijke administratie organiseert de gemeente samen met Vluchtelingenwerk.

Artikel 5. Participatieverklaringstraject

  • 1.

    Het college stemt het PVT zoveel mogelijk af op de lokale situatie en behoeften van de inburgeringsplichtige, en op de overige onderdelen van diens inburgering.

  • 2.

    Het college legt afspraken over de deelname aan het PVT vast in het PIP van de inburgeringsplichtige.

Artikel 6. Module Arbeidsmarkt en Participatie

  • 1.

    Het college houdt bij het vaststellen van de inhoud en het aantal uren van de MAP zoveel mogelijk rekening met het niveau, de vaardigheden en de ontwikkelbehoeften van de inburgeringsplichtige en de situatie op de lokale arbeidsmarkt.

  • 2.

    Het college legt de afspraken over de invulling van de MAP vast in het PIP van de inburgeringsplichtige.

Artikel 7. Inburgeringsaanbod asielstatushouders

Het inburgeringsaanbod sluit aan bij de capaciteiten, persoonlijke omstandigheden en mogelijkheden van de asielstatushouder.

Artikel 8. Begeleiding en monitoring voortgang inburgering

  • 1.

    Het college zorgt ervoor dat het voldoende zicht heeft op de voortgang van het voldoen aan de inburgeringsplicht door de inburgeringsplichtige en voert hiervoor minimaal twee keer per jaar voortgangsgesprekken met de inburgeringsplichtige zolang het inburgeringstraject loopt.

  • 2.

    Het college wint elke drie maanden bij de organisaties die bij het inburgeringtraject zijn betrokken informatie in die relevant is om zicht te houden op de in het eerste lid bedoelde voortgang.

  • 3.

    Tijdens het voortgangsgesprek komen onder andere de afspraken uit het Persoonlijk plan inburgering en participatie aan bod. Met de inburgeringsplichtige wordt besproken of de onderdelen nog aansluiten bij de capaciteiten, de behoeften en de persoonlijke situatie van de inburgeringsplichtige. Het gaat daarbij in elk geval om:

  • a.

    de afgesproken leerroute;

  • b.

    de ondersteuning en begeleiding tijdens het inburgeringstraject;

  • c.

    de intensiteit van de verschillende onderdelen van het traject;

  • d.

    de eventuele participatie-activiteiten; en

  • e.

    de vorderingen en inzet van de inburgeringsplichtige.

  • 4.

    Als het voortgangsgesprek daartoe aanleiding geeft kan het PIP geheel of op onderdelen worden aangepast.

Artikel 9. Maatschappelijke begeleiding

  • 1.

    De maatschappelijke begeleiding start bij inschrijving BRP.

  • 2.

    Het college stemt de inhoud en duur van de maatschappelijke begeleiding zoveel mogelijk af op het startniveau, de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de asielstatushouder.

  • 3.

    Aanvullend op de module zoals genoemd in artikel 4, vierde lid, biedt het college een vorm van financiële coaching aan tot het moment dat de inburgeraar zelfredzaam is.

  • 4.

    Voorlichting over zorg en gezondheid is onderdeel van de maatschappelijke begeleiding voor asielstatushouders.

  • 5.

    De maatschappelijke begeleiding duurt minimaal 1 jaar en maximaal 2 jaar.

Artikel 10. Handhaving Brede Intake

  • 1.

    Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt voor de brede intake of onvoldoende meewerkt aan de brede intake, geeft het college hem een schriftelijke waarschuwing. In de schriftelijke waarschuwing vermeldt het college:

  • a.

    een nieuwe datum en tijdstip voor de brede intake;

  • b.

    wat de gevolgen zijn als de inburgeringsplichtige niet op de brede intake verschijnt of niet aan de brede intake meewerkt.

  • 2.

    Wanneer de inburgeringsplichtige na de waarschuwing niet verschijnt voor de brede intake of onvoldoende meewerkt aan de brede intake legt het college hem een boete op van maximaal € 250. Het college stelt de inburgeringsplichtige in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen over het voornemen tot het opleggen van een boete. Het college volgt daarbij de procedure van artikel 5:50 Awb. In de boetebeschikking vermeldt het college:

  • a.

    een nieuwe datum en tijdstip voor de brede intake;

  • b.

    wat de gevolgen zijn als de inburgeringsplichtige niet op de brede intake verschijnt of niet aan de brede intake meewerkt.

  • 3.

    Tussen de datum van het boetebesluit en de brede intake liggen minimaal vijf werkdagen en maximaal twee maanden.

Artikel 11. Handhaving PIP

  • 1.

    Wanneer de inburgeringsplichtige de verplichtingen uit het PIP niet of onvoldoende nakomt, legt het college hem een boete op.

  • 2.

    Voor inburgeringsplichtigen gaat het om de volgende verplichtingen:

  • a.

    deelnemen aan de voortgangsgesprekken;

  • b.

    deelnemen aan activiteiten in het kader van de MAP en het PVT.

  • 3.

    Voor asielstatushouders gaat het daarnaast om de verplichting om deel te nemen aan de inburgeringslessen.

  • 4.

    Het college stelt de inburgeringsplichtige in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen over het voornemen tot het opleggen van een boete. Het college volgt daarbij de procedure van artikel 5:50 Awb.

Artikel 12. Samenhang met handhaving op grond van de Participatiewet

  • 1.

    Indien het college voor dezelfde gedraging een boete op grond van de Wet inburgering 2021 kan opleggen en de bijstand op grond van artikel 18 of 18b Participatiewet kan verlagen, dan kiest hij ervoor geen boete op te leggen en de bijstand te verlagen.

  • 2.

    In de wijze van handhaving van de wet houdt het college rekening met de gevolgen hiervan voor de inburgeringsplichtige en de bijdrage ervan aan het succesvol voltooien van het inburgeringstraject.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 juli 2022.

Artikel 14. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels inburgering Sluis 2022.

Ondertekening