Protocol huisbezoek ISD Bollenstreek 2017

Geldend van 15-07-2022 t/m heden

Intitulé

Protocol huisbezoek ISD Bollenstreek 2017

INWERKINGTREDING ‘WET HUISBEZOEKEN’

Op 1 januari 2013 is de “ wet houdende een regeling in de sociale zekerheid van de rechtgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek” in werking getreden. In dit protocol zal deze wet genoemd worden: “Wet Huisbezoeken”.

Het is van (juridisch) belang huisbezoeken naar hun reden in drie soorten te onderscheiden.

1. HUISBEZOEK IN HET KADER VAN DE DIENSTVERLENING

Er zijn huisbezoeken in het kader van de dienstverlening. Hierbij kan gedacht worden aan huisbezoeken bij de burger die door fysieke- of gezondheidsproblemen niet de mogelijkheid heeft om de gemeente te bezoeken. In dergelijke gevallen zal het huisbezoek niet het doel hebben om een leefsituatie te verifiëren of op fraude te controleren.

De Algemene wet op het binnentreden (AWBI) is wel van toepassing, waardoor legitimatie en toestemming voorafgaand aan het betreden van de woning een vereiste is.

Het huisbezoek in het kader van de dienstverlening zal niet nader toegelicht worden in dit protocol.

2. HUISBEZOEK BIJ VERMOEDEN VAN FRAUDE

Indien er een redelijk vermoeden van fraude is ontstaan geeft art. 53a van de Participatiewet (verder te noemen PW) de mogelijkheid om de door de belanghebbende verstrekte inlichtingen m.b.t. zijn woon- en leefsituatie te controleren d.m.v. een huisbezoek.

De belanghebbende heeft volgens art. 17 lid 2 van de PW een “meewerkplicht”.

Het niet meewerken aan een huisbezoek bij een redelijk vermoeden van fraude leidt tot het afwijzen van een aanvraag PW of het intrekken van het recht op bijstand (hierin is niets veranderd ten opzichte van de situatie voor 1-1-2013 ).

Wat is een gerechtvaardigd vermoeden van fraude ?

Een sluitende regel is hier niet voor te bedenken. Veelal gaat het om een combinatie van factoren. Maar bedenk wel altijd voordat je op huisbezoek gaat of er sprake is van een vermoeden van fraude of niet en neem dat ook op in het formulier huisbezoek. Zie de bijlage voor voorbeelden over wat wel of geen gerechtvaardigd vermoeden van fraude is.

3. HUISBEZOEK TER VERIFICATIE VAN DE RECHTMATIGHEID UITKERING

De “Wet Huisbezoeken” richt zich specifiek op het huisbezoek ter verificatie van door de belanghebbende verstrekte inlichtingen, waarbij geen vermoeden van fraude aanwezig is.

De “Wet Huisbezoeken” geeft de ISD Bollenstreek in die gevallen meer mogelijkheden doordat er gevolgen zijn voor de uitkering, als door weigering van een huisbezoek de leefsituatie van belanghebbende en daarmee de rechtmatigheid van de verstrekking van een uitkering of de hoogte daarvan niet vast te stellen is.

Artikel 53a lid 2 van de PW geeft het college de bevoegdheid om de belanghebbende te verzoeken om aan te tonen dat:

  • hij aantoont dat de feitelijke situatie van het kunnen delen van kosten overeenkomt met de opgegeven leefvorm;

  • hij feitelijk verblijft op het aangegeven adres.

Het college, bij de ISD het Dagelijks bestuur, kan daarbij aanbieden dit te doen d.m.v. een huisbezoek.

HET JURIDISCH KADER

Het gaat om de wetten uit het sociale domein, waarbij de woonsituatie en leefvorm relevant is voor het recht op uitkering/toeslag of op de hoogte van de uitkering. Voor de ISD gaat het om de PW, Ioaw en Ioaz. De wettelijke grondslag voor het huisbezoek op grond van de Ioaw/Ioaz is vastgelegd in artikel 14 lid 2 sub b Ioaw/Ioaz. Deze artikelen zijn ongeveer gelijkluidend aan de bepalingen in de PW. Om die reden zullen deze artikelen hier niet verder worden genoemd. Daar waar artikel 53 a lid 2 van de PW wordt genoemd, wordt ook bedoeld artikel 14 lid 2 sub b Ioaw/Ioaz.

Het afleggen van een huisbezoek wordt aangemerkt als een ingrijpende inbreuk op de privacy van de belanghebbende.

In verdragen en verschillende wetten zijn daarom diverse bepalingen opgenomen ter bescherming van die privacy van de belanghebbende.

Dit betreft onder andere: het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, de Grondwet, de Algemene wet op het Binnentreden, de Algemene wet bestuursrecht en jurisprudentie over het middel “huisbezoek”.

Uit vaste jurisprudentie van de CRvB blijkt dat een huisbezoek ter vaststelling of er recht op uitkering bestaat een inbreuk vormt op de persoonlijke levenssfeer als bedoeld in artikel 8 EVRM en artikel 10 lid 1 van de Grondwet.

Indien de bijzondere omstandigheden van het geval dit noodzakelijk maken, kan deze inbreuk echter gerechtvaardigd zijn.

Voorwaarde is onder meer wel dat er een legitiem doel (EVRM) gediend wordt met het huisbezoek en dat het voor de vaststelling van het recht op uitkering noodzakelijk is.

Artikel 53a van de PW bepaalt dat het college bevoegd is om onderzoek in te stellen naar de door de belanghebbende overgelegde gegevens en/of inlichtingen.

Op grond van artikel 17, lid 2, van de PW is de belanghebbende de verplichting opgelegd desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijze nodig is voor de uitvoering van de PW.

De beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit spelen een belangrijke rol in de bescherming van de privacy van de burger.

De belanghebbende bepaalt zelf of deze medewerking verleent aan het huisbezoek en dus toestemming geeft om zijn woning binnen te treden. De belanghebbende blijft het recht behouden om toegang tot zijn woning te weigeren. De weigering kan wel nadelige consequenties hebben voor de belanghebbende.

De Algemene wet op het Binnentreden schrijft voor dat voldaan moet worden aan de legitimatieplicht en dat het binnentreden van een woning toegestaan is in aanwezigheid en met toestemming van de bewoner op basis van volledige informatie.

HET SUBSIDIARITEITS BEGINSEL

Als het beoogde doel door inzet van een ander middel dat minder ingrijpend is, gerealiseerd kan worden dient voor dat middel gekozen te worden.

De ISD Bollenstreek verifieert altijd eerst de verstrekte inlichtingen aan de hand van de voor haar beschikbare authentieke bronbestanden.

Zoals gezegd heeft belanghebbende het recht huisbezoek te weigeren. Indien er geen sprake is van een vermoeden van fraude heeft de belanghebbende ook het recht om het verifiëren van de verstrekte inlichtingen door middel van een minder ingrijpend middel te laten plaatsvinden.

Belanghebbende dient dan zijn leefsituatie op een andere wijze dan middels een huisbezoek aan te tonen.

HET PROPORTIONALITEITS BEGINSEL

Voor al het overheidshandelen geldt dat het evenredig moet zijn in relatie tot de gestelde doelen.

Het ingezette middel en met name de wijze waarop moet in verhouding staan tot het beoogde doel (= het verkrijgen van volledige en de juiste informatie om het recht op bijstand vast te stellen).

HET INFORMED CONSENT

Informed consent wil zeggen dat de toestemming tot binnentreden van belanghebbende berust op volledige en juiste informatie over reden en doel van het huisbezoek en de gevolgen in geval van weigering

Onder volledige informatie wordt verstaan:

  • De plicht tot mededeling aan de belanghebbende omtrent het doel/reden van het huisbezoek;

  • De plicht tot mededeling van de eventuele gevolgen van het weigeren van het huisbezoek;

Over de vraag of de belanghebbende al dan niet toestemming verleent mag geen twijfel bestaan.

De bewijslast van de toestemming tot het binnentreden van de woning nadat de belanghebbende volledig is geïnformeerd, ligt bij de ISD Bollenstreek.

Om deze reden wordt de belanghebbende altijd verzocht een schriftelijke “informed consent te laten ondertekenen. Zonder deze informed consent mag de woning niet worden betreden.

HET AANBOD VAN EEN HUISBEZOEK TER VERIFICATIE

Het verifiëren van de leefsituatie kan onder meer via een huisbezoek.

Door het huisbezoek is het mogelijk om de leefsituatie “achter de voordeur” vast te stellen.

De “Wet Huisbezoeken” heeft betrekking op de volgende situaties:

  • -

    Wat betreft de leefvorm gaat het er om dat de gemeente de belanghebbende kan verzoeken aan te tonen dat deze alleenstaande is (de woning wordt niet gedeeld met andere meerderjarige personen) of dat de kostendelersnorm van artikel 22 a van de PW niet op hem van toepassing is ( de woning wordt wel gedeeld met andere meerderjarige personen, maar er is bijvoorbeeld sprake van een zakelijke relatie), dan wel dat er niet meer dan het opgegeven aantal meerderjarige personen hoofdverblijf heeft in dezelfde woning.

  • -

    Wat betreft de woonsituatie gaat het er om dat de ISD Bollenstreek de belanghebbende kan verzoeken aan te tonen waar hij woont en hem kan aanbieden in dat kader een huisbezoek af te leggen. Wanneer de ISD na administratieve verificatie vaststelt dat de verstrekte gegevens kloppen, maar onvoldoende duidelijkheid geven over de leefsituatie kan zij het aanbod doen om de leefsituatie aan te tonen d.m.v. een huisbezoek.

Dit aanbod gebeurt voorafgaand aan het verzoek tot daadwerkelijke binnentreding van de woning.

Het aanbod om de leefsituatie aan te tonen d.m.v. een huisbezoek wordt in het algemeen gedaan bij de voordeur, maar kan ook gedaan worden ten kantore.

In beide situaties moet de gemeente de belanghebbende meedelen dat deze het recht heeft om de verstrekte inlichtingen door de gemeente te laten verifiëren met behulp van een minder ingrijpend middel dan het huisbezoek.

Tevens deelt de gemeente mee wat hierboven bij informed consent al is beschreven.

De bewijsplicht dat dit zorgvuldig is gebeurd ligt bij de gemeente.

Wat verstaan we onder “onvoldoende duidelijkheid” ?

Je kunt daarbij denken aan (deze lijst is niet limitatief, het zijn wel allemaal praktijkvoorbeelden) :

  • BRP inschrijving stemt niet overeen met opgave belanghebbende (aantal bewoners, namen)

  • Adres (domicilie-adres dan wel verblijfadres) in Suwinet belanghebbende of ex-partner komt niet overeen met opgave belanghebbende.

  • Belanghebbende woont in een pand met andere bewoners, niet zijnde kinderen of partner.

  • Belanghebbende pint geld voornamelijk in een andere plaats.

  • Belanghebbend doet voornamelijk boodschappen in een andere plaats.

  • Belanghebbende geeft aan veel bij partner te zijn maar niet samen te wonen (LAT relatie).

  • Er is geen huurbetaling te zien op afschriften.

  • Belanghebbende heeft een “logee” in huis.

  • Belanghebbende heeft een hoge huur, ontvangt geen huur- of woonkostentoeslag.

  • Belanghebbende reageert niet op oproepen van de afdeling re-integratie

Is er sprake van een onduidelijkheid dan kan een huisbezoek wel duidelijkheid geven. Werkt belanghebbende hier niet aan mee dan kan het recht op uitkering niet worden vastgesteld, of kan het aantal kostendelers niet worden bepaald. Zoals gezegd, deze lijst is niet limitatief. Het is dus heel goed mogelijk dat andere feiten of omstandigheden leiden tot een onduidelijkheid of een vermoeden van fraude. Omschrijf dit in elk geval duidelijk op het formulier huisbezoek.

AFZIEN VAN HUISBEZOEK I.V.M. DRINGENDE REDENEN C.Q. BELANGENAFWEGING.

Het kan zich voordoen dat de belanghebbende te kennen geeft een zeer dringende reden te hebben voor de weigering van het huisbezoek of voor de weigering tijdens het huisbezoek om bepaalde zaken te laten zien.

Er kan sprake zijn van zeer dringende redenen om de onmiddellijke uitvoering van een huisbezoek te weigeren. Hiervan zal, gezien de gebruikte beoordelingsnorm “ zeer dringende redenen” slechts zeer zelden sprake van kunnen zijn.

Als voorbeeld zou kunnen gelden een afspraak van belanghebbende bij de dokter/met het ziekenhuis.

Indien belanghebbende zich hierop beroept moet deze afspraak gecheckt worden d.m.v. een schriftelijk bewijsstuk.

INTREKKEN TOESTEMMING

Een eenmaal gegeven toestemming kan de bewoner op elk moment intrekken. Vanaf dat moment bevindt men zich zonder toestemming van de bewoner in de woning en zal men de woning dienen te verlaten. Wordt dit niet gedaan dan vertoeft men wederrechtelijk in de woning en pleegt men een ambtsmisdrijf (ambtelijke huisvredebreuk) in de zin van artikel 370 Wetboek van Strafrecht.

Om schending van de inlichtingenplicht aan besluitvorming ten grondslag te kunnen leggen moet de ISD aannemelijk maken, dat belanghebbende zijn eenmaal gegeven toestemming heeft ingetrokken. De bewoner wordt gevraagd te tekenen voor een verklaring dat hij de gegeven toestemming in trekt. Doet hij dit niet dan wordt een verklaring ondertekend door de betreffende consulenten.

De belanghebbende dient duidelijk te zijn gemaakt dat weigering om medewerking te verlenen aan voortzetting van het huisbezoek gevolgen heeft voor het recht op bijstand, dan wel op de hoogte van de bijstand.

WEIGEREN HUISBEZOEK

Als een uitkeringsgerechtigde of de aanvrager van een uitkering niet meewerkt aan een huisbezoek kan dit gevolgen hebben voor de uitkering.

Geen vermoeden van fraude:

De “Wet Huisbezoeken” regelt de rechtsgevolgen van het weigeren van een huisbezoek ter verificatie.

Wanneer iemand een huisbezoek ter verificatie van de verstrekte inlichtingen weigert en niet op andere wijze aantoont dat hij feitelijk woont op het opgegeven adres of wat zijn leefvorm is :

Indien belanghebbende niet aantoont dat hij feitelijk woont op het opgegeven adres.

 

De uitkering wordt opgeschort (lees : afgewezen bij een nieuwe aanvraag) met het verzoek binnen de gestelde termijn alsnog op andere wijze aan te tonen aldaar feitelijk te verblijven. Indien belanghebbende dit nalaat wordt het recht ingetrokken vanaf datum opschorting (dan wel de aanvraag wordt afgewezen).

Indien belanghebbende niet aantoont wat zijn leefvorm is

De uitkering wordt vastgesteld op niet meer en niet minder dan 30 % van de toepasselijke rekennorm.

Indien belanghebbende niet aantoont dat hij alleenstaande ouder is

 

Belanghebbende kan niet in aanmerking komen voor vrijstelling van de arbeidsverplichtingen op grond van het feit dat hij alleenstaande ouder is van kinderen jonger dan vijf jaar.

Vermoeden van fraude :

Wellicht ten overvloede wordt nog vermeld dat de rechtsgevolgen van het weigeren mee te werken aan een huisbezoek bij een vermoeden van fraude het afwijzen van een bijstandsaanvraag dan wel het beëindigen/intrekken van de bijstand tot gevolg kan hebben (dus ook in andere situaties dan hiervoor genoemd, bijvoorbeeld het vermoeden van het voeren van een gezamenlijke huishouding).

HERSTELTERMIJN BIJ WEIGEREN HUISBEZOEK

Wanneer een belanghebbende weigert toestemming te geven voor een huisbezoek en deze weigering gevolgen heeft voor het recht op bijstand, dan wordt een schriftelijke hersteltermijn gegeven van 10 minuten. Na 10 minuten wordt wederom geprobeerd een huisbezoek af te leggen. Als hij dan wederom weigert of niet opendoet, dan wordt dit vastgelegd en heeft dit gevolgen voor het recht op bijstand (afwijzen, beëindigen/intrekken, of verlagen).

ALGEMENE RICHTLIJNEN HUISBEZOEK

Bij het afleggen van huisbezoeken worden door de ISD Bollenstreek de volgende richtlijnen gehanteerd:

  • Alvorens een huisbezoek wordt afgelegd wordt de door belanghebbende opgegeven leefsituatie geverifieerd met behulp van de authentieke bronbestanden waarover de ISD de beschikking heeft (GBA, Suwinet, GWS).

  • Bij voorkeur vindt huisbezoek overdag plaats binnen de kantooruren (08.00 – 18.00 uur).

  • Afwijking hiervan is mogelijk indien daartoe aanleiding aanwezig is.

  • Het huisbezoek wordt door 2 personen afgelegd om redenen van veiligheid en betere- respectievelijk. sterkere oordeel- en bewijsvorming.

  • Uit privacy overwegingen wordt het gesprek over de leefsituatie zo min mogelijk bij de voordeur van de woning gevoerd maar in de woning van de belanghebbende of een andere daartoe geschikte ruimte naar keuze van de belanghebbende. Let wel: voordat men de woning naar betreedt, moet aan het (schriftelijk) informed consent zijn voldaan.

  • Vraag altijd naar de reden van de weigering van het huisbezoek, dit i.v.m. de mogelijkheid die de belanghebbende heeft op grond van dringende redenen.

  • Een rondleiding door de woning van de belanghebbende is alleen toegestaan met de uitdrukkelijke toestemming van de belanghebbende en in diens aanwezigheid.

  • Bij het betreden van de diverse woonruimten loopt de belanghebbende steeds voorop.

  • Kasten en/of deuren worden geopend door de belanghebbende.

  • Bekijk alle ruimten in de woning.

  • Beschrijf in het verslag huisbezoek welke ruimten zijn bezichtigd.

  • Tijdens het huisbezoek moet er objectief worden waargenomen. Details kunnen belangrijk zijn (bijvoorbeeld herenkleding, herenschoenen, terwijl er geen man in huis zou wonen, een foto aan de muur van een ex-partner waar belanghebbende ruzie mee zou hebben, etc.)!

  • Er mogen alleen vragen worden gesteld en informatie worden ingewonnen, die noodzakelijk zijn voor het vaststellen van het doel dat voorafgaand aan het binnentreden aan de belanghebbende is meegedeeld.

  • Het stellen van confronterende vragen in de woning van de belanghebbende is toegestaan.

  • Mocht tijdens het huisbezoek in de woning overige bevindingen gesignaleerd worden, welke niet in relatie staan tot het doel/reden welke aan de belanghebbende is meegedeeld, dan wordt opnieuw toestemming gevraagd voor het huisbezoek (je treft bijvoorbeeld een wietplantage aan, terwijl het huisbezoek bedoeld was om te kijken of belanghebbende alleenstaand is).

  • Indien de belanghebbende zijn eenmaal gegeven toestemming intrekt moet het huisbezoek worden gestopt en dient men de woning te verlaten.

  • Tijdens het huisbezoek wordt een gespreksverslag opgesteld en worden de bevindingen gerapporteerd. Dit verslag wordt voorgelezen aan belanghebbende, dan wel de belanghebbende wordt gevraagd dit door te lezen en eventuele aan- of opmerkingen aan te geven. Belanghebbende wordt in staat gesteld correcties/aanvullingen aan te brengen.

  • Als de belanghebbende het eens is met het verslag/bevindingen wordt hem/haar gevraagd hiervoor te tekenen.

  • Weigert de belanghebbende te tekenen voor het verslag/bevindingen dan wordt het verslag door de beide ambtenaren ondertekend. Daarbij wordt aangetekend waarom belanghebbende het verslag niet wil ondertekenen.

  • Een mogelijke voor de belanghebbende negatieve/nadelige uitslag wordt in beginsel direct met belanghebbende besproken, tenzij dit het gevaar van agressie met zich mee brengt.

  • Wanneer het voornemen bestaat een voor de belanghebbende nadelig besluit te nemen wordt de belanghebbende in de gelegenheid gesteld zijn/haar zienswijze kenbaar te maken, De zienswijze van belanghebbende met betrekking tot de conclusies van het huisbezoek wordt vastgelegd en in de beoordeling meegenomen.

  • Na afloop van het huisbezoek leggen de ambtenaren de vervolgprocedure uit aan de belanghebbende. Zo mogelijk wordt een termijn genoemd waarbinnen belanghebbende het besluit tegemoet kan zien.

  • Geef de belanghebbende na afloop van het huisbezoek de ruimte om vragen te stellen en vraag tenslotte of alles duidelijk is.

  • Op verzoek van belanghebbende wordt het verslag van het huisbezoek opgestuurd, of wordt ter plekke een kopie aan de klant verstrekt (belanghebbende kan het verslag fotograferen of een kopie maken als hij een kopieermachine heeft).

  • Specifiek bij kamerbewoning:

    Indien de belanghebbende een kamer van een woning bewoont en de hoofdbewoner/verhuurder bezwaar heeft m.b.t. het betreden van de woning, dan wordt afgezien van het binnentreden van de woning.

    Als ten gevolge van deze weigering de rechtmatigheid van de uitkering niet kan worden vastgesteld zal dit consequenties hebben voor de uitkering van de belanghebbende.

    Een door de belanghebbende gehuurde kamer mag alleen betreden worden in aanwezigheid- en met toestemming van de belanghebbende. De overige ruimten in de woning mogen met toestemming van de hoofdbewoner wel worden betreden.

    Wanneer de aanvrager inwonend bij ouder(s) is, is er geen sprake van een aparte woonruimte of huur. De kamer van de belanghebbende mag dan met toestemming van de ouder(s) wel worden betreden.

VEILIGHEID

Het waarborgen van de gezondheid en de veiligheid van de uitvoerders van het huisbezoek is een belangrijke voorwaarde bij het afleggen van een huisbezoek.

Waar dat mogelijk is, moet voorkomen worden dat er een onveilige situatie ontstaat voor de uitvoerder van het huisbezoek en voor de belanghebbende.

Denk daarom voordat je op huisbezoek gaat om het volgende :

  • Besteed bij de voorbereiding van het huisbezoek aandacht aan mogelijke onveilige situaties die zich al eerder in het contact met de belanghebbende of diens directe omgeving hebben voorgedaan.

  • Informeer je over de belanghebbende als dat mogelijk is bij de sociale recherche.

  • Bespreek vooraf de indicaties die erop wijzen dat de kans van een onveilige situatie zich kan voordoen (bijvoorbeeld is belanghebbende in het kader van het agressieprotocol de toegang tot de gemeentelijke locaties ontzegd).

  • Bij een sterke aanwijzing van onveiligheid overleg dan met je coördinator of leidinggevende en zo mogelijk met de sociale recherche.

  • Huisbezoeken worden door 2 personen afgelegd.

  • Zorg voor telefonische bereikbaarheid in de vorm van een mobiele telefoon.

  • Wanneer een onveilige situatie ontstaat tijdens het onderzoek moet de woning zo snel mogelijk worden verlaten. Als de onveilige situatie te wijten is aan de belanghebbende wordt dit gezien als een weigering van het huisbezoek.

  • Tijdens het huisbezoek zijn de ambtenaren altijd in dezelfde ruimte, dus nooit 1 van de 2 alleen bij de belanghebbende (tenzij dit fysiek onmogelijk is).

  • Zorg ervoor dat naaste collega’s weten bij wie, waar, met welk doel en wanneer je op huisbezoek bent en op welke telefoonnummer jij bereikbaar bent.

  • Vraag een collega jou te bellen, in geval je niet op de afgesproken tijd terug bent op kantoor.

  • Bespreek bij een mogelijk agressieve reactie de onderzoeksbevindingen niet op het moment van het huisbezoek maar de volgende dag telefonisch.

VERSLAG VAN HET HUISBEZOEK

Van elk huisbezoek moet een schriftelijk verslag opgemaakt worden. Hiervoor wordt het formulier “Verslag huisbezoek” gebruikt. Het verslag bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • Naam van de ambtenaren;

  • De reden van het huisbezoek ;

  • Plaats, adres, dag, datum en tijdstip van het huisbezoek;

  • Dat belanghebbende volledige informatie is verstrekt; (informed consent)

  • Dat de belanghebbende toestemming heeft gegeven voor het binnentreden van de woning;

  • Of de belanghebbende al dan niet aanwezig is geweest tijdens het huisbezoek;

  • De verschillende ruimten in de woning die betreden zijn.

  • Probeer, zo nodig, zoveel mogelijk een beschrijving te geven van de woning. (extern/intern)

  • Vermeld alleen zakelijke- en objectieve feiten die relevant zijn voor het onderzoek en het doel;

  • Vermeld wat er met belanghebbende is besproken en wat hij heeft verklaard;

  • Baseer conclusies alleen op objectieve feiten en omstandigheden en de verklaringen die door de belanghebbende zijn afgelegd;

  • Dagtekening en ondertekening van het verslag door de belanghebbende(n);

  • Stel het verslag op verzoek beschikbaar aan de belanghebbende (n).

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 21 december 2017,

Voorzitter,

A.D. de Roon

Secretaris

R.J. ’t Jong

Bijlage : Jurisprudentie huisbezoeken

Wat is een gerechtvaardigd vermoeden van fraude ?

Een sluitende regel is hier niet voor te bedenken. Veelal gaat het om een combinatie van factoren. Maar bedenk wel altijd voordat je op huisbezoek gaat of er sprake is van een vermoeden van fraude of niet en neem dat ook op in het formulier huisbezoek.

De CRvB heeft een aantal uitspraken gedaan waarin een huisbezoek gerechtvaardigd was. Een aantal voorbeelden :

  • Lage kasopnamen, deur wordt opengedaan door ex-echtgenoot, die verklaart over een sleutel van de woning te beschikken;

  • Geen huurcontract aanwezig, geen kwitanties van huurbetaling, 1 x niet thuis aangetroffen, belanghebbende verklaart soms bij ouders te eten;

  • Belanghebbende is een aantal keren niet thuis aangetroffen, vriendin neemt telefoon op, zij doet ook soms de was en kookt soms, rijden samen weg in auto;

  • Belanghebbende geeft een briefadres op maar verklaart later dat hij wel op dit adres woont

  • Belanghebbende is afgesloten van gas- water en elektra;

  • De echtgenote van belanghebbende heeft in een gesprek activiteiten als zelfstandige gemeld (die plaats vinden in de kelderbox);

  • Melding van politie over samenwoning;

  • Niet aannemelijke schets van de woonsituatie door belanghebbende;

  • Belanghebbende heeft verklaard dat hij niet beschikt over eigen kamer en over een kledingkast en dat hij geen andere spullen (buiten enige kleding) in de woning heeft. Verder heeft hij verklaard dat er geen koelkast in de woning staat en hij geen eten in de woning heeft;

  • Belanghebbende heeft verklaard dat hij slechts twee a drie dagen per week op een adres verblijft, hij wenst niet te antwoorden op de vraag waar hij de rest van de week verblijft, hij heeft verklaard niet meer in het bezit te zijn van een sleutel van de woning en hij heeft verklaard dat hij diezelfde dag gaat verhuizen naar een ander adres, maar op de vraag naar welke adres kon hij geen antwoord geven;

  • Waterverbruik in de woning, vijf waarnemingen waarbij niemand in die woning werd gezien dan wel alles donker was, in samenhang met gesprek waarbij belanghebbende als verklaring voor haar lage waterverbruik gaf dat zij overdag veelal elders verbleef en buitenshuis douchte en waste;

  • Voorafgaand aan het huisbezoek is geen eenduidige informatie verstrekt over woon- en leefsituatie. Belanghebbende kon geen huurcontract en evenmin een bewijs van de huurbetalingen overleggen;

In de volgende gevallen was er volgens de CRvB geen gerechtvaardigd vermoeden van fraude.

  • Anonieme tip als zodanig;

  • Nog gehuwd zijn;

  • Geboorte van een kind;

  • Erkenning kind;

  • Het eerder niet meewerken aan een huisbezoek;

  • Een risicoprofiel;

  • Het aantal bewoners in een pand, terwijl niet onderzocht is hoe groot het pand is;

  • 3 maanden ROF niet ingeleverd;

  • Jaarafrekening waterverbruik is hoger dan normaal, maar de watermeter is door belanghebbende zelf opgenomen;

  • Derde heeft een briefadres op adres belanghebbende, belanghebbende is niet eerst op kantoor uitgenodigd om uitleg te geven;

  • Jarenlang hetzelfde bedrag aan kostgeld ontvangen van kostganger, niet eerst op kantoor uitgenodigd om uitleg te geven;

  • Belanghebbende is in een periode niet ingeschreven geweest in het BRP;

  • Belanghebbende nam regelmatig geld op en deed boodschappen in een andere gemeente, waar zijn vriendin woont, voorgenomen samenwoning gaat niet door, belanghebbende is niet eerst op kantoor uitgenodigd om uitleg te geven.