Subsidieregeling BWD-huizen Ede

Geldend van 01-07-2025 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling BWD-huizen Ede

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;

gelezen het voorstel van 28 juni 2022, zaaknummer 316311;

gelet op de artikelen 3, 7 en 8 van de Algemene subsidieverordening Ede 2017;

besluit vast te stellen de: Subsidieregeling BWD-huizen Ede.

Paragraaf 1 Begrips- en algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a)

    ASV: de vigerende Algemene subsidieverordening van de gemeente Ede.

  • b)

    algemene reserve/continuïteitsreserve: vrij besteedbare reserves, waarvoor geen verplichtingen gelden op grond van wet, statuten of subsidievoorwaarden om deze aan te houden (ook wel overige reserves genoemd);

  • c)

    afschrijvingskosten: kosten die in een bepaald kalenderjaar ontstaan doordat activa in waarde vermindert. De afschrijvingskosten worden berekend door de aanschafwaarde te verminderen met de restwaarde en dat bedrag te delen door het aantal jaren waarin dit wordt afgeschreven.

  • d)

    BWD-huizen: de buurt- wijk en dorpshuizen gelegen in de gemeente Ede.

  • e)

    exploitatietekort: het verschil tussen alle exploitatiekosten en de inkomsten van een BWD-huis in een bepaald kalenderjaar. Het exploitatietekort bij de aanvraag is gebaseerd op de begroting en wordt middels de jaarrekening achteraf definitief bepaald.

  • f)

    sociale basis: het geheel van informele sociale verbanden van mensen (buurten, gemeenschappen, verengingen, netwerken, gezinnen), aangevuld en ondersteund vanuit de lokale overheid en partnerorganisaties. De sociale basis voorziet in vrij toegankelijke activiteiten en voorzieningen gericht op het elkaar ontmoeten en ondersteunen, ontplooien en ontspannen die zorgen dat mensen kunnen samenleven en meedoen. Deze activiteiten en voorzieningen vormen de tegenhanger van de - niet vrij-toegankelijke - geïndiceerde zorg en ondersteuning.

  • g)

    structurele activiteiten: activiteiten die van jaar tot jaar plaatsvinden en een continu karakter hebben.

  • h)

    vrijwilliger( swerk ): inzet gebaseerd op intrinsieke motivatie die in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving waarbij een (maatschappelijk) belang wordt gediend.

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen voor het organiseren en faciliteren van laagdrempelige ontmoetingsmogelijkheden in de BWD-huizen. De activiteiten leveren een bijdrage aan de leidende principes uit de Visie Sociaal Domein.

Artikel 3. Subsidievoorwaarden

Een subsidie op grond van deze regeling wordt slechts verleend indien:

  • a)

    er een duurzame, sluitende en realistische begroting wordt ingediend;

  • b)

    financiële ondersteuning noodzakelijk is, oftewel de gemeentelijke bijdrage noodzakelijk is om de exploitatie sluitend te krijgen;

  • c)

    er in het BWD-huizen structurele activiteiten worden georganiseerd die bijdragen aan de gemeentelijke beleidsdoelstellingen, waaronder in ieder geval laagdrempelige ontmoeting; en

  • d)

    uitvoering wordt gegeven aan de thema’s zoals opgenomen in bijlage 1 ‘Stip op de horizon’. In het activiteitenplan dient uitdrukkelijk aandacht te zijn voor samenwerking met andere partners.

Artikel 4. Verplichtingen subsidieontvanger

In aanvulling op artikel 11 van de ASV is de subsidieontvanger verplicht om:

  • a)

    samen te werken met maatschappelijke partners in het sociaal domein en met name de welzijnsorganisatie;

  • b)

    alle relevante informatie te verstrekken aan de gemeente Ede die noodzakelijk is om te kunnen sturen op activiteiten en realisatie;

  • c)

    bij het organiseren van de activiteiten van het BWD-huis rekening te houden met de behoefte van de buurt en de klanttevredenheid van bezoekers.

Artikel 5. Subsidiabele kosten

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen alleen subsidie voor de in het derde lid van dit artikel bepaalde subsidiabele kosten waarbij de subsidie nooit hoger kan zijn dan het begrote exploitatietekort.

  • 2.

    Subsidie wordt verleend op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten.

  • 3.

    Subsidiabele kosten(soorten) zijn:

    • a)

      loon- en inhuurkosten voor een betaalde beheerder met een maximum van € 60.000 per jaar, per locatie (prijspeil van 2024); 

    • b)

      huisvestingskosten: alle kosten om een BWD-huis te kunnen gebruiken en exploiteren. Het betreft kosten voor huur, onderhoud, vaste lasten, schoonmaak, beveiliging, gas/water/licht, VVE, verzekeringen, kosten/reserveringen voor afschrijvingen en kosten die direct samenhangen met de inrichting;

    • c)

      organisatiekosten: alle kosten, met uitzondering van loon- en inhuurkosten, om het BWD-huis te kunnen besturen en activiteiten te organiseren. Het betreft kosten voor de accountant, bank, abonnementen, ICT, contributies, verzekeringen, kantoorartikelen en PR en communicatie;

    • d)

      vrijwilligerskosten: de kosten van een BWD-huis om vrijwilligers te werven, te binden en te behouden. Het betreft kosten die direct betrekking hebben op vrijwilligers zoals trainingen/cursussen en onkostenvergoedingen;

    • e)

      activiteitkosten: alle kosten die betrekking op het uitvoeren van maatschappelijke activiteiten.

  • 4.

    Kosten dienen, naar het oordeel van het college, in verhouding te staan tot de te realiseren activiteiten. Kostenposten die ten opzichte van het voorgaande jaar met meer dan 10% zijn gestegen, moeten afzonderlijk worden toegelicht.

  • 5.

    Niet subsidiabel zijn alle kosten die verband houden met de organisatie van commerciële activiteiten.

Artikel 6. Weigeringsgronden

  • 1. In aanvulling op artikel 9, derde lid, van de ASV 2017 kunnen burgemeester en wethouders geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen indien zij van oordeel zijn dat:

    • a)

      aanvrager voldoende eigen middelen heeft in de algemene reserve;

    • b)

      de gemeente direct of indirect op andere wijze financieel bijdraagt aan de op grond van deze regeling aangevraagde activiteiten;

    • c)

      er geen of onvoldoende activiteiten worden georganiseerd die bijdragen aan de gemeentelijke beleidsdoelstellingen.

  • 2. Ter beoordeling van het bepaalde in het eerste lid onder a van dit artikel hanteren burgemeester en wethouders de volgende percentages: de hoogte van de algemene reserve en/of continuïteitsreserve op 31 december van het voorgaande kalenderjaar:

    • -

      minimaal 20% is van de begroting;

    • -

      voor aanvragers met een eigen pand of ondernemersrisico minimaal 30% is van de begroting

    • -

      voor aanvragers met een eigen pand en ondernemersrisico minimaal 40% is van de begroting;

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verlagen met maximaal 10% van het eigen vermogen indien het eigen vermogen hoger is dan de genoemde percentages zoals bedoeld in het vorige lid.

Artikel 7. Aanvragen van subsidie

  • 1. In afwijking van artikel 7 van de ASV wordt een aanvraag voor subsidie ingediend uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

  • 2. Voor het indienen van de subsidieaanvraag moet gebruik worden gemaakt van het (digitale) aanvraagformulier en de daarbij behorende formats.

  • 3. Uit de aanvraag moet blijken in hoeverre wordt voldaan aan de voorwaarden en verplichtingen zoals opgenomen in artikel 3 en 4 van deze regeling.

Artikel 8. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een subsidieplafond vast voor deze regeling.

  • 2. Indien het subsidieplafond niet toereikend is om alle aanvragen die in aanmerking komen voor een subsidie toe te kennen, dan passen burgemeester en wethouders de in artikel 6, onder a genoemde weigeringsgrond toe voor zover hier nog geen toepassing aan is gegeven.

  • 3. Indien het subsidieplafond nog steeds niet toereikend is om alle aanvragen die in aanmerking komen voor een subsidie toe te kennen, verdelen burgemeester en wethouders het subsidieplafond naar evenredigheid.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen lopende het subsidiejaar het subsidieplafond verhogen of verlagen. Verlaging van een subsidieplafond is slechts mogelijk voor zover het subsidieplafond nog niet is bereikt.

Artikel 9. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze subsidieregeling niet of niet voldoende voorziet, beslist het college.

  • 2. Het college kan de bepalingen in artikel 5 van deze regeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

Artikel 10. Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

  • 2. Deze subsidieregeling is voor het eerst van toepassing op de voorbereiding en besluitvorming van de subsidies voor het kalenderjaar 2023. Dit geldt ook voor aanvragen die reeds zijn ingediend voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze subsidieregeling.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling BWD-huizen Ede.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 28 juni 2022, zaaknummer 316311.

Het college voornoemd,

drs. R.F. Groen MPA

de secretaris,

ing. A. Versteeg

de loco-burgemeester,

Bijlage 1 Nieuwe stip op de horizon

INLEIDING

De gemeenteraad heeft in december 2024 ingestemd met een nieuwe overkoepelende Visie voor het sociaal domein met als titel ‘Voorkomen is beter dan genezen’. Met deze visie schetst de gemeente Ede een nieuw toekomstbeeld als stip op de horizon. Met een duidelijk ideaal voor ogen; een ideaal waarin we in onze buurten, wijken en dorpen omkijken naar elkaar, we elkaar om hulp vragen en elkaar helpen wanneer nodig en waarbij voorzieningen en activiteiten van gemeente en haar partnerorganisaties aansluiten bij de behoeften van inwoners. De gemeente wil de focus verleggen van ziekte en zorg naar preventie en gezondheid. Dat betekent dat voorzieningen en activiteiten meer dan nu bijdragen aan een gezonder en vitaler leven voor alle inwoners zodat we zorgvragen zoveel mogelijk voorkomen. Op die manier dragen we er met elkaar aan bij dat het zorgsysteem, ook in de toekomst, toegankelijk, beschikbaar en betaalbaar blijft voor wie dit het hardst nodig heeft.

De gemeente krijgt deze ambitie niet alleen voor elkaar en doet daarom een beroep op organisaties om samen handen en voeten te geven aan dit toekomstbeeld. We gaan in gesprek met alle partnerorganisaties binnen de sociale basis om met elkaar te bepalen welke bijdrage zij kunnen leveren aan deze ambitie. Daarbij kijken we ook naar de Buurt-, Wijk-, Dorpshuizen (BWD-huizen) omdat zij een belangrijke voorziening zijn in buurten en dorpen. We realiseren ons dat ieder BWD-huis anders is. Met dit document in de hand zullen we met de BWD-huizen bepalen wat ieders bijdrage kan zijn, afhankelijk van de context van het BWD-huis. Zie het hoofdstuk ‘Bijdragen van de BWD-huizen’ waarin we aangeven wat de stappen zijn die de besturen van de BWD-huizen kunnen maken.

Dit document is tot stand gekomen in goed overleg met de besturen van de BWD-huizen in Lunteren, Ede Zuid, Wekerom en Ederveen.

WAARDE EN ROL VAN DE BWD-HUIZEN

De BWD-huizen zijn een belangrijke spil in de Edese sociale basis. Het zijn laagdrempelige voorzieningen, huiskamers, in buurten en dorpen met een activiteitenaanbod dat ontmoeting en activering van bewoners stimuleert. We spreken niet voor niets van ‘huiskamers van de buurt’.

De meeste BWD-huizen worden bestuurd door vrijwillige besturen; actieve inwoners die hun tijd en energie inzetten voor de ontwikkeling van deze belangrijke voorzieningen. De BWD-huizen staan open voor alle Edese inwoners. We zien echter dat de ene doelgroep makkelijker het buurthuis weet te vinden dan de andere. BWD-huizen verschillen van elkaar, niet alleen vanwege de fysieke uitstraling, maar ook vanwege de culturele achtergrond van de locatie, het aantal actieve vrijwilligers, de samenwerkende partijen, etc.

Op iedere locatie is de ontmoetingsplek van betekenis. Daarom investeert de gemeente jaarlijks rond de 1.5 miljoen aan subsidie voor activiteiten in de BWD-huizen. Dat is ongeveer 10% van het totale subsidiebedrag dat de gemeente Ede jaarlijks investeert in de sociale basis.

Uit de gesprekken met de genoemde bestuursleden komt duidelijk naar voren wat de betekenis is van de BWD-huizen. Naar hun idee is het BWD-huis:   

  • 1.

    Een open, toegankelijke en veilige plek voor inwoners in de buurt of dorp waar mensen altijd terecht kunnen;

  • 2.

    Een plek van verbinding tussen inwoners in de buurten of in het dorp;

  • 3.

    Een voorziening met een divers activiteitenaanbod waar inwoners aan deelnemen en wat bijdraagt aan het meedoen in de samenleving;

  • 4.

    Een plek die inwoners de mogelijkheid biedt om als vrijwilliger van betekenis te kunnen zijn;

  • 5.

    Een schakelpunt van samenwerking met en tussen andere actieve organisaties in de buurt, wijk of het dorp;

  • 6.

    Een thuis en een luisterend oor voor mensen waardoor b.v. eenzaamheid wordt tegengegaan.

Er zijn vast meer betekenissen op te noemen en voor BWD-huis A zal de ene betekenis herkenbaarder zijn dan voor BWD-huis B. Belangrijk te constateren dat de BWD-huizen op grond van deze waarden al vaak werken in de geest van de nieuwe Visie sociaal domein. Dus er ligt een goede basis om met elkaar te kijken welke nieuwe - extra - stappen de besturen kunnen zetten in lijn met de gemeentelijke ambitie.

Een belangrijke conclusie die we trekken uit de gesprekken met de besturen uit Lunteren, Wekerom, Ederveen en Ede Zuid is dat de besturen veel van elkaar kunnen leren in de uitwisseling. Dan gaat het bijvoorbeeld over hoe je het BWD-huis verbindt aan de buurt om je heen, hoe je nieuwe vrijwilligers werft, hoe de samenwerking met nieuwe organisaties kan bijdragen aan een andere dynamiek in het BWD-huis. Het is goed om met elkaar te kijken hoe de gemeente dit onderlinge leerproces kan faciliteren.

DE BIJDRAGE VAN DE BWD-HUIZEN

De nieuwe Visie sociaal domein bevat een aantal uitgangspunten waar de gemeente met haar partnerorganisaties aan wil werken. Onderstaand werken we de onderdelen uit waar we de komende jaren de rol van de BWD-huizen versterken. Bij ieder onderdeel geven we aan wat we van de BWD-huizen vragen. Daarbij realiseren we ons heel goed dat de uitgangspositie van de BWD-huizen niet gelijk is. Ieder BWD-huis zal op een eigen manier en tempo bijdragen aan de ambitie. Belangrijk is dat we met elkaar een beweging in gang zetten richting de nieuwe stip aan de horizon. De gemeente wil samen kijken wat nodig is om de besturen daarin goed te ondersteunen.

Onderstaand gaan we in op vijf aandachtspunten die allemaal bijdragen aan de nieuwe Visie. Bij elk aandachtspunt geven we aan wat de kracht is van de BWD-huizen en welke stappen gezet kunnen worden.

  • 1.

    Meer aandacht voor preventie

Gezondheid gaat niet alleen over al of niet ziek zijn. We weten dat de gezondheid van iemand afhangt van vele aspecten, waaronder de kwaliteit van het eigen netwerk, het al of niet ervaren van zinvolle daginvulling, het mentaal welbevinden, het al of niet ervaren van grip op het eigen leven of het al of niet beschikken over voldoende geld voor je levensonderhoud. Al deze kenmerken hebben invloed op iemands gezondheid. De meeste mensen zijn zelf in staat te werken aan deze aspecten, maar in sommige gevallen hebben mensen ondersteuning nodig. Want slagen mensen hier niet in, dan kan dat leiden tot gezondheidsklachten en erger. Juist dat willen we voorkomen, daarom besteden we meer aandacht aan preventie. Met preventie investeren we in de positieve aspecten van gezondheid, dus zorgen dat iemand grip ervaart op het eigen leven, zorgen dat mensen de mogelijkheid hebben een eigen netwerk te ontwikkelen, zorgen dat mensen de mogelijkheid hebben om zingeving te ervaren.

De kracht van BWD-huizen is dat het buurthuis activiteiten biedt waarbij inwoners elkaar ontmoeten, waarbij inwoners in beweging komen zodat ze zich bijvoorbeeld minder eenzaam voelen.

   Wat de gemeente vraagt:

  • a.

    Mensen die bijvoorbeeld eenzaamheid ervaren, kloppen niet als vanzelf aan bij het BWD-huis. Dat betekent dat het BWD-huis in contact staat met organisaties en instanties die weten wie potentiële bezoekers zijn die baat kunnen hebben bij de (lopende) preventieve activiteiten. Zoek als BWD-huis, in samenwerking met partners, de verbinding met b.v. Malkander, Welzijn op Recept en/of de huisartsenpraktijk om een toestroom op gang te brengen van nieuwe bezoekers die het aanbod hard nodig hebben.

  • b.

    Kijk kritisch naar de samenstelling van de huidige bezoekers: bereikt het BWD-huis die mensen uit de buurt of het dorp waarvoor het aanbod echt helpend zou zijn of is het nodig bruggen te slaan naar nieuwe doelgroepen in de buurt of dorp (zie onder a)?

  • c.

    Zet een behoefteonderzoek uit onder inwoners in de buurt en professionals, werkzaam in de buurt en/of wijk en ga aan de slag met de bevindingen. Dit vraagt ondersteuning van een organisatie als Malkander, de gemeente wil dat faciliteren. De vraag is of het huidige aanbod past bij de wensen en behoefte die inwoners en professionals aangeven.

  • 2.

    Meer aandacht voor specifieke doelgroepen

In de nieuwe Visie sociaal domein geeft de gemeente prioriteit aan vier specifieke inwonersgroepen: kinderen, jongeren, ouderen en mensen met een psychische kwetsbaarheid. Deze groepen lopen meer risico om in kwetsbare omstandigheid te komen. We zien bijvoorbeeld dat steeds meer jongeren zich eenzaam voelen en daardoor een groeiend beroep doen op de jeugdzorg. Ouderen lopen ook meer risico om eenzaam te raken, zeker als plots de levenspartner komt te overlijden.

De kracht van BWD-huizen is dat ze midden in de samenleving staan, met als streven om een huiskamer voor alle buurt- of dorpsbewoners te zijn. Welke doelgroepen de BWD-huizen nu bereiken, verschilt per locatie, waarbij over het algemeen de oudere inwoner het meest gebruik lijkt te maken van het buurthuis.

Wat de gemeente vraagt:

  • a.

    Inventariseer welke behoefte er leeft onder (kwetsbare) jongeren en welke partners hierin kunnen ondersteunen. Bied ruimte voor activiteiten met om samen te komen en samen activiteiten te ondernemen;

  • b.

    Intensiveer waar mogelijk de samenwerking met de kerkgemeenschappen in de buurt omdat zij goed geworteld zijn in de lokale gemeenschappen en weten wie baat kunnen hebben bij het aanbod;

  • c.

    Creëer in samenwerking met belangenorganisaties en/of zorginstellingen passend aanbod voor inwoners met een psychische en/of verstandelijke beperking, een goed voorbeeld is het Alzheimercafé in Ederveen.

  • 3.

    Aandacht voor mensen in kwetsbare omstandigheden en focus op levensgebeurtenissen

Onderzoek leert ons dat bepaalde levensgebeurtenissen belangrijke risicofactoren kunnen zijn waardoor mensen in de problemen komen. Scheiding, het overlijden van een partner, geconfronteerd worden met financiële problemen, kunnen een kettingreactie teweegbrengen van opeenvolgende problemen. In de nieuwe Visie willen we meer oog hebben voor inwoners die in deze situaties terechtkomen. Natuurlijk weten veel mensen zelf weer ‘het schip recht te trekken’. Maar dat geldt lang niet voor iedereen. Om grotere problemen voor te zijn is het belangrijk dat we vroegtijdig problemen bij mensen signaleren zodat we ondersteuning kunnen bieden.

De kracht van BWD-huizen is dat ze dagelijks in contact staan met mensen uit de buurt en de beheerders en/of vrijwilligers zijn in staat snel te signaleren wanneer iemand plots in de problemen komt door een ingrijpende levensgebeurtenis. Buurtbewoners kunnen het BWD-huis ervaren als hun thuis waardoor ze sneller hun zorgen delen.

    Wat de gemeente vraagt:

  • a.

    Maak actieve vrijwilligers en beheerders meer bewust van de impact die ingrijpende levensgebeurtenissen kunnen hebben op mensen en hun gezondheid. Zo zijn zij in staat vroegtijdig problemen te signaleren waardoor mensen tijdig in contact kunnen worden gebracht met passende ondersteuning;

  • b.

    Maak de verbinding met organisaties in de wijk, buurt of dorp die passend aanbod hebben voor deze groep inwoners die door levensgebeurtenissen mogelijk in de problemen komt.

  • 4.

    Bouwen aan gemeenschappen in buurten

We streven naar een samenleving waar mensen omzien naar elkaar, waarin het individualisme plaatsmaakt voor het gemeenschapsdenken. We kunnen bouwen op de (geloofs)gemeenschappen die Ede kenmerken. Belangrijk is om bruggen te bouwen tussen deze structuren waarbij niemand tussen wal en schip mag vallen.

De kracht van BWD-huizen is dat ze de mogelijkheid hebben en vaak al nemen om verbindend te zijn tussen de diverse gemeenschappen, omdat ze aanbod faciliteren voor diverse groepen inwoners. Verbindend zijn is niet in alle wijken en buurten even eenvoudig, omdat verschillen of tegenstellingen tussen groepen soms groot lijken.

Wat de gemeente vraagt:

  • a.

    Zoek naar inwoners in de omgeving die een verbindende schakel kunnen zijn tussen buurtbewoners en het BWD-huis zodat het BWD-huis beter geworteld raakt in de eigen buurt. Een goed voorbeeld is het initiatief in Lunteren waarin ambassadeurs per straat en/of buurt benoemt die de ogen en oren zijn van de buurt;

  • b.

    Bedenk samen met onder andere de welzijnsorganisatie Malkander activiteiten of evenementen om de diverse gebruikersgroepen binnen het BWD-huis met elkaar te verbinden;

  • c.

    Zet een onderzoek uit in samenwerking met andere organisaties (zie ook 1c.) met als vraag wat mensen in de buurt verwachten van de verbindende rol van het BWD-huis. De uitkomsten van het onderzoek worden vervolgens omgezet in een concreet plan van uitvoering.

  • 5.

    Kwaliteit in samenwerking met andere organisaties

In het vorige punt gaat het over het bouwen van gemeenschappen zodat mensen meer omzien naar elkaar, waardoor mensen meer steun vinden bij elkaar. Een ander aspect hierbij is de samenwerking tussen gemeente en partnerorganisaties in wijken en dorpen. De ambitie is dat we elkaar ondersteunen, actief samenwerken en gebruik maken van elkaars kennis en ervaring. Voor de BWD-huizen geldt dat ze ruimte bieden aan organisaties om activiteiten in het buurt- of dorpshuis te organiseren. Het ene buurthuis slaagt daar misschien beter in dan het andere buurthuis, maar er is veel potentie.

De kracht van BWD-huizen is dat ze de positie en faciliteiten hebben om andere organisaties en initiatieven aan zich te binden, want het BWD-huis hoeft het juist niet allemaal alleen te doen. Juist in de samenwerking met anderen ontstaat er een dynamiek met nieuw en verfrissend aanbod waar nieuwe doelgroepen op af komen.

Wat de gemeente vraagt:   

  • a.

    Inventariseer welke eventuele partners (huidig en nieuw) een rol willen spelen bij de beweging die we hier met elkaar willen maken, kijk wat ieders rol kan zijn. De gemeente kan meedenken in deze zoektocht;

  • b.

    Sluit aan bij het overleg van de Kwartiertafel in je eigen buurt of wijk, allerlei partners uit de wijk nemen deel aan dat de Kwartiertafel, dus een goede manier om te bouwen aan een breder netwerk voor je eigen BWD-huis.

  • c.

    In 2023 is het Edes Netwerk Vrijwillige Ondersteuning (ENVO), een breed netwerk van vele organisaties uit de sociale basis, opgericht. Het ENVO brengt het aanbod van de aangesloten organisaties breed onder de aandacht en het ENVO legt een goede basis voor onderlinge samenwerking. De gemeente ondersteunt dit initiatief van harte en moedigt alle partijen in de sociale basis aan om zich aan te sluiten bij het ENVO.

VERVOLG EN AANVRAAG 2026

We hebben hierboven 14 stappen gepresenteerd die de BWD-huizen kunnen toepassen. Veertien stappen om een beweging te creëren zodat we concreet aan de slag gaan met de ambitie die we ons gesteld hebben. We realiseren ons dat deze 14 stappen niet allemaal tegelijkertijd kunnen worden uitgevoerd, besturen van BWD-huizen is immers vrijwilligerswerk.

Met het oog op de aanvraag 2026 is het voorstel van de gemeente dat ieder bestuur met (minimaal) drie stappen aan de slag gaat in 2026. Eén aanbeveling geldt voor alle BWD-besturen: we vragen aan alle besturen om in de komende periode kennis te maken met het ENVO en een kennismakingsgesprek te hebben met één van de ambassadeurs van het netwerk (stap 5.c).

De keuze voor de andere twee stappen bepalen we op basis van de omgeving/ de context waar het BWD-bestuur gevestigd is. Dat vraagt op de eerste plaats dat we gegevens verzamelen en beschikbaar stellen aan de besturen die de context inkleuren: aantal inwoners, type inwoners, sociaaleconomische gegevens, data over ervaren eenzaamheid, etc.. We bieden de besturen twee mogelijkheden om de beide andere stappen te bepalen:

  • a.

    1e mogelijkheid is dat de gemeente op basis van de gegevens zelf een keuze maakt voor twee prioritaire stappen die passend zijn bij de context van de wijk waar het BWD-huis staat. Die keuze wordt dan voorgelegd aan het BWD-bestuur die ermee aan de slag gaat;

  • b.

    2e mogelijkheid is dat de gemeente, op basis van een analyse van de gegevens per wijk, één voorkeurskeuze voorlegt aan het bestuur, en dat het bestuur daarnaast zelf de andere keuze maakt op basis van de gegevens en eigen ervaring.

Ieder BWD-bestuur geeft op basis van bovenstaande in het activiteitenplan bij de subsidieaanvraag 2026 aan met welke stappen ze het komend jaar aan de slag gaan. Er hoeft nog geen plan van aanpak uitgewerkt te zijn. Hier nemen we wat langer de tijd voor, tot uiterlijk januari 2026. De gemeente wil ondersteuning beschikbaar stellen aan de besturen om hen de komende periode te helpen met het maken van een plan om de gekozen stappen concreet handen en voeten te geven.

Verdere vervolgstappen:

  • 1.

    De stip op de horizon is dat uiteindelijk alle 14 stappen worden opgepakt. Samen met alle besturen willen we bespreken in welk tempo en met welke ondersteuning dat kan gebeuren.

  • 2.

    We willen de onderlinge uitwisseling tussen BWD-besturen stimuleren. Dat heeft vooral kans van slagen als de besturen daar echt voordeel van ervaren. Een idee is dat besturen die werken aan één van de stappen samen werken in de concretisering van die stappen.      

    Zo hoeft het wiel maar één keer uitgevonden te worden. We willen met de besturen bespreken of en hoe we dat vorm kunnen geven en wat de besturen daarvoor nodig hebben.

Toelichting

De gemeente Ede heeft begin 2022 een nieuwe visie en uitvoeringskader voor de Buurt-, Wijk-, en Dorpshuizen (hierna: BWD-huizen) aangenomen. De titel ‘samen werken aan de sociale basis’ benadrukt dat het een gezamenlijke opgave is om te zorgen dat BWD-huizen als huiskamers voor iedereen worden en/of blijven.

De nieuwe subsidieregeling vervangt paragraaf 7 van de ‘Subsidieregeling Sociale Basis en Preventie Ede’. Omdat in de visie op de BWD-huizen specifieke uitgangspunten zijn opgenomen, is het duidelijker voor aanvragers als dit in een aparte subsidieregeling wordt uitgewerkt. Dit betekent dat met ingang van 28 juni 2022 de BWD-huizen hun reguliere subsidie moeten aanvragen op basis van deze ‘Subsidieregeling BWD-huizen Ede’.

Bij het opstellen van de subsidieregeling is gebruik gemaakt van de financiële gegevens over de jaren 2019 t/m 2022. Hierdoor ontstond een goed inzicht in de baten en lasten van de BWD-huizen. Het was daardoor ook mogelijk om scenario’s te berekenen met betrekking tot de subsidieverdeling. Op die manier is getracht om onvoorziene en disproportionele uitkomsten zoveel als mogelijk te voorkomen.

Met de regeling is gezocht naar een zorgvuldige balans tussen duidelijke subsidieregels, uitvoeringsvrijheid voor BWD-huizen, een eerlijke inzet/verdeling van subsidiemiddelen en duidelijke maatschappelijke effecten.

1. Het organiseren van laagdrempelige ontmoetingsmogelijkheden

In artikel 2 en 3 is bewust gekozen voor algemene uitgangspunten. De verschillen tussen de BWD-huizen zijn relatief groot, waardoor de wijze waarop laagdrempelige ontmoeting in BWD-huizen wordt georganiseerd maatwerk is. Desalniettemin is de ontmoetingsfunctie het uitgangspunt van de subsidieverlening door de gemeente Ede. Als BWD-huizen subsidie van de gemeente nodig hebben om maatschappelijke activiteiten te kunnen organiseren, dan vraagt de gemeente om bij de subsidieaanvraag de volgende documenten in te dienen:

  • 1.

    Een duurzame, sluitende en realistische begroting. Hiermee wordt bedoeld:

    • a.

      duurzaam - de subsidie wordt verleend per kalenderjaar maar voor de beleidsdoelstellingen is het belangrijk om ook naar de lange(re) termijn te kijken. Wat is daar voor nodig? De coronacrisis heeft aangetoond hoe snel de wereld kan veranderen.

    • b.

      sluitend - uit de begroting moet duidelijk worden welke kosten er worden begroot, wat de mogelijke inkomsten zijn en wat het exploitatietekort is.

    • c.

      realistisch - Een realistische begroting (vooraf) komt zoveel als mogelijk overeen met de uiteindelijke realisatie (achteraf). Daarom wordt bij de begroting ook gekeken naar de kosten/inkomsten van voorgaande jaren en wordt gevraagd om een toelichting op afwijkingen van meer dan 10%

  • 2.

    Een activiteitenplan. Met het activiteitenplan wil de gemeente inzicht krijgen in de activiteiten die worden georganiseerd binnen de BWD-huizen. Wat wordt er georganiseerd, wat is de behoefte, hoe wordt samengewerkt en wat kan de gemeente voor rol spelen?

De gemeente heeft de termijn voor het indienen van subsidieaanvragen verlengd t/m 1 oktober. Zo hebben BWD-huizen extra tijd om goede plannen op te kunnen stellen.

2. Beleidsmatige uitgangspunten

In de visie op BWD-huizen is uitgewerkt wat belangrijk is om te komen tot laagdrempelige ontmoeting en wat nodig is om BWD-huizen te laten fungeren als huiskamer van de buurt. Deze uitgangspunten zijn benadrukt door ze op te nemen in artikel 4. Hierbij geldt wel dat de genoemde verplichtingen niet hetzelfde zijn als de volledige verantwoordelijkheid. De gemeente Ede zal de BWD-huizen bijvoorbeeld ondersteunen bij het uitvoeren van het behoefteonderzoek in buurten en de BWD-huizen faciliteren bij de klanttevredenheidsonderzoeken.

3. Financiële kaders

De subsidie die de gemeente verleent, is gebaseerd op 2 financiële uitgangspunten:

  • 1.

    Er moet sprake zijn van een exploitatietekort. Dat wil zeggen dat de subsidie van de gemeente noodzakelijk is om de kosten voor het organiseren van laagdrempelige ontmoetingsmogelijkheden te kunnen financieren.

  • 2.

    De gemeente subsidieert alleen de subsidiabele kosten die samenhangen met het organiseren van laagdrempelige ontmoetingsmogelijkheden.

De reden om de subsidiabele kosten expliciet in de subsidieregeling te benoemen is om enerzijds te benadrukken welke kosten horen bij de maatschappelijke activiteiten van een BWD-huis. Anderzijds is het nu mogelijk om in de subsidiebeschikking te specificeren waarvoor de subsidie wordt verleend. In het verleden kwam het voor dat BWD-huizen meer dan € 20.000 subsidie over hielden omdat de kosten een stuk lager uitvielen dan voorzien, terwijl andere BWD-huizen tekort kwamen. Dat is niet de bedoeling.

In artikel 5, lid 1, is benadrukt dat het bij de subsidieaanvraag gaat om het begrote exploitatietekort. Dit betekent dat er ruimte overblijft voor BWD-huizen om te ‘ondernemen’ en de inkomsten te vergroten zonder dat dit bij de vaststelling ten koste gaat van de subsidie. De subsidie zal dus niet lager worden vastgesteld als er meer inkomsten worden gegenereerd dan begroot, al blijft de maatschappelijke functie van BWD-huizen altijd het uitgangspunt.

4. Eigen reserves en de verdeling van subsidie

Subsidie is een schaars goed waardoor het in de subsidieregeling noodzakelijk is om verdeelregels op te nemen. Deze verdeelregels zijn van toepassing wanneer het beschikbare subsidiebudget van de gemeente Ede voor BWD-huizen niet toereikend is voor het totaal aan gevraagde BWD-subsidie. Voorafgaand aan deze verdeelregel wordt eerst de weigeringsgrond met betrekking tot de algemene reserves (Artikel 6 van de subsidieregeling) toegepast, In de praktijk betekent dit het volgende:

  • 1.

    BWD-huizen met een eigen vermogen dat groter is dan de bepaalde maximumpercentages, dragen 10% van het eigen vermogen bij aan de financiering (toepassing weigeringsgrond).

  • 2.

    Als het beschikbare subsidiebudget dan nog steeds niet toereikend is, wordt de subsidie evenredig verdeeld (toepassing verdeelregels).

In de visie op BWD-huizen heeft de gemeente toegelicht dat een algemene reserve voor BWD-huizen wenselijk is met het oog op de continuïteit van de activiteiten. Aan de andere kant zijn er in de subsidieregeling maxima opgenomen omdat het bij enorm hoge reserves minder noodzakelijk wordt dat een BWD-huis subsidie ontvangt voor alle kosten, vooral wanneer er meer subsidie wordt gevraagd.

In de praktijk bestaan er veel verschillende interpretaties van het begrip ‘eigen reserves’. Het bepalen van de eigen reserve blijft maatwerk en gebeurt in samenspraak met het BWD-huis. Het is namelijk niet de bedoeling dat bestemmingsreserves worden gebruikt om de algemene reserve laag te houden. Anderzijds is de gemeente is ook niet voornemens om de weigeringsgrond toe te passen wanneer eigen middelen als algemene reserve worden gekwalificeerd, terwijl deze (statutair) beschikbaar zijn voor een bepaald doel.

Rekenvoorbeeld 1

Een BWD-huis heeft een begroting van € 100.000 en een algemene reserve van € 45.000 terwijl € 20.000 (20%) maximaal is toegestaan. Het BWD-huis vraagt een subsidie aan van € 70.000. Indien het subsidieplafond niet toereikend is voor alle aanvragen, zal het BWD-huis 10% (= € 4.500) van het eigen vermogen moeten inzetten. De maximale subsidie bedraagt dan € 65.500.

Rekenvoorbeeld 2

Een BWD-huis vraagt € 50.000 subsidie aan maar na correctie van de algemene reserves wordt het beschikbare subsidieplafond door alle BWD-aanvragen alsnog met 3% overschreden. Dit betekent dat de gevraagde subsidie maximaal € 48.544 bedraagt (€ 50.000 / 1,03).